RE: De omkooppraktijken en ondemocratische manipulaties van het Ministerie van VWS via belangenorganisaties.

 

Veel mis bij subsidieverstrekking VWS

Publicatie Nr. 21 – 27 mei 2011
Jaargang 2011
Rubriek NieuwsReflex
Auteur Twan van Venrooij
Pagina’s 1301

Voor het twaalfde jaar op rij is het subsidiebeheer van het ministerie van VWS niet op orde. De Algemene Rekenkamer heeft hiertegen formeel bezwaar gemaakt, waarop de minister met een verbeterplan is gekomen.

Vorig jaar verstrekte VWS 4400 subsidies met een totaalwaarde van 2,3 miljard euro. In 54 procent van de gecontroleerde subsidies constateerde de Algemene Rekenkamer één of meer tekortkomingen. Er werden bijvoorbeeld subsidies verleend en afgerekend terwijl de beloofde tegenprestaties slechts gedeeltelijk of te laat plaatsvonden. De rekenkamer vindt dat VWS in deze gevallen de subsidies had moeten terugvorderen. Ook komt het voor dat er geen duidelijke afspraken worden gemaakt waardoor niet is vast te stellen of het doel van de subsidie is gerealiseerd. De totale waarde van de subsidies waarbij tekortkomingen zijn geconstateerd is 64,3 miljoen euro.
Daarnaast is ook het inkoopbeheer van VWS niet op orde. In ongeveer de helft van alle gecontroleerde dossiers zijn fouten gevonden. Zo zijn er bijvoorbeeld te weinig offertes opgevraagd of is niet aanbesteed in Europees verband. Volgens de Algemene Rekenkamer zijn de fouten in veel gevallen een gevolg van onzorgvuldig handelen. Het ministerie koopt jaarlijks voor 190 miljoen euro in.
De problemen bij VWS zijn volgens de rekenkamer een gevolg van een gebrekkige administratie en een gebrek aan interne controle. Bij het inkopen wordt bijvoorbeeld te laat contact opgenomen met de administratie waardoor er onvoldoende zicht is op hoeveel geld er nog over is.
Bezwaar maken is het zwaarste instrument dat de Algemene Rekenkamer heeft. Als dit wordt gedaan, betekent dit dat de rrekenkamer herhaaldelijk heeft gewezen op problemen en er weinig vertrouwen in heeft dat een ministerie de problemen kan oplossen.
Minister Edith Schippers heeft naar aanleiding van de kritiek een verbeterplan opgesteld. Omdat dit plan volgens de rekenkamer aansluit bij de geconstateerde problemen heeft de Kamer het gemaakte bezwaar inmiddels laten vallen. Wel noemt de rekenkamer het plan ‘weinig ambitieus’ omdat de minister het aantal gemiddelde en zware tekortkomingen wil terugdringen tot maximaal 35 procent. Zij laat de lichte tekortkomingen buiten beschouwing en geeft daarmee volgens de rekenkamer het signaal af dat in een op de drie subsidiedossiers een fout mag worden gemaakt.
Vandaag presenteerde de Algemene Rekenkamer ook de Bezuinigingsmonitor. Daaruit bleek dat het ministerie van VWS 10 miljoen aan bezuinigingen heeft ingeboekt zonder dat deze zijn toegewezen aan specifieke activiteiten, instellingen of beleidsinstrumenten.
Twan van Venrooij
 

 

De lange arm van Klink

Joop Bouma − 12/09/09, 00:00

De patiëntenfederatie NPCF voert een krachtige lobby voor het digitale patiëntendossier van minister Klink. Dat elektronisch dossier – EPD – moet er komen, vindt de NPCF. Tegelijkertijd ontvangt de federatie van Klink tonnen subsidie, alleen al voor die EPD-lobby. Critici noemen de NPCF een spreekbuis van de minister. Hoe onafhankelijk is de NPCF? Hoe áfhankelijk is de patiëntenbeweging van de overheid?

  •  Ambtenaren van VWS beseffen  heel goed hoe belangrijk een  vooruitgeschoven post in de samenleving is bij het uitvoeren van  belangrijke, soms omstreden projecten. (FOTO MARK KOHN)
    Ambtenaren van VWS beseffen heel goed hoe belangrijk een vooruitgeschoven post in de samenleving is bij het uitvoeren van belangrijke, soms omstreden projecten. (FOTO MARK KOHN)
Financiële documenten, subsidieverzoeken en communicatieplannen van de patiënten- en consumentenfederatie NPCF ademen dienstbaarheid aan het beleid van minister Klink (volksgezondheid). De NPCF wil ‘draagvlak creëren’ voor het elektronisch patiëntendossier (EPD); wil ‘een belangrijke aanjaagrol spelen’ en de ‘zorgconsument als hefboom laten fungeren ter bevordering van het elektronisch patiëntendossier’.
Het zijn formuleringen die keer op keer terugkeren in de imposante stapel subsidie-aanvragen die de NPCF de afgelopen jaren bij het ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport (VWS) indiende. „Deze organisatie laat zich opzichtig voor het karretje van minister Klink spannen”, zegt een oud-huisarts.
Trouw vroeg bij VWS, het Fonds PGO (Patiënten-, gehandicapten en ouderenorganisaties), dat namens Klink de 40 miljoen subsidie-euro’s verdeelt) en bij Nictiz (het landelijk expertisecentrum voor informatietechnologie in de zorg), documenten op over de financiering van EPD-projecten van de NPCF. Ook bij de federatie zelf werden documenten opgevraagd. Bij het Fonds PGO werden de subsidiedossiers van het NPCF sinds 2005 bekeken. Enkele citaten.
Uit het communicatieplan ‘De realisatie van het elektronisch patiëntendossier’ van het NPCF (2006): „Doelstelling is het bij patiëntenorganisaties creëren van draagvlak voor en het vergroten van vertrouwen in het EPD.” De kosten voor uitvoering van dit communicatieplan, 35.000 euro, werden vergoed door VWS.
Uit een brief van toenmalig NPCF-directeur Van Bennekom aan VWS, december 2006: „De NPCF wil een belangrijke aanjaagrol spelen om de mogelijkheden van het EPD te vergroten.” De brief ging vergezeld van een subsidieverzoek voor EPD-projecten ter grootte van 358.000 euro. Dat geld kwam er.
In deze aanvraag staan passages als: „De NPCF zal een belangrijke bijdrage leveren aan de landelijke implementatie van het EPD met behulp van communicatie.” En: de NPCF zal communicatie inzetten om ‘de zorgconsument als hefboom te laten fungeren ter bevordering van de invoering van het landelijk EPD’. Het zijn formuleringen die telkens terugkeren in jaarlijkse subsidie-aanvragen.
Uit de aanvraag voor EPD-projecten in 2009: „De NPCF zal aan de ontwikkeling en uitvoering van het beleid een maximale bijdrage leveren.” De patiëntenfederatie vroeg en kreeg in dit jaar een kleine 500.000 euro subsidie voor EPD-projecten.
Uit (niet openbaar gemaakte) notulen van het beraad van 16 juni 2009 van directeuren van de 25 organisaties die bij het NPCF zijn aangesloten, na een mededeling van NPCF-directeur Atie Schipaanboord dat Trouw inzage had gevraagd in de documenten over het EPD: „Lidorganisaties worden opgeroepen om, indien er tendentieuze berichten in de media verschijnen, het belang en de wenselijkheid van het EPD te ondersteunen.”
Oud-huisarts Wim Jongejan uit Woerden stoort zich aan de opstelling van de NPCF in het debat over het elektronisch patiëntendossier. „De NPCF probeert voor minister Klink de kolen uit het vuur te halen. Elke keer als het EPD negatief in het nieuws was, kwam de NPCF met sussende verklaringen of een TNS-Nipo-onderzoek. De welwillendheid richting Klink druipt er van af. Er gaan jaarlijks vanuit VWS grote sommen geld richting NPCF. Je hoeft niet gestudeerd te hebben om te zien dat de NPCF noten kraakt voor Klink. Hier zie je een patiëntenorganisatie die tegen betaling als doorgeefluik fungeert voor de minister. Het ligt er zo duimendik bovenop. Nooit een kritisch woord, nooit gaan ze tegen de minister in. Dat is ongeloofwaardig. Een patiëntenfederatie behoort in de eerste plaats vooral een countervailing power te bieden, een tegenkracht, te zijn. Dat is de NPCF niet.”
Jongejan heeft ernstige bedenkingen bij het elektronisch patiëntendossier. Het is een luchtkasteel, schreef hij een jaar geleden in het artsenblad Medisch Contact. De EPD-lobby van het ministerie ging gepaard met ronkende nieuwsbrieven en positieve verhalen over pilots in proefregio’s, terwijl volgens Jongejan de ervaringen niet overal zo fantastisch waren.
„Begrijp me goed, ik ben geen tegenstander van automatisering. Maar al die hijgerige berichten van VWS ademen meer een sfeer van dwang, via de wet worden artsen gedwongen mee te werken aan het EPD. Een project zoals dit gedijt volgens mij beter als er sprake is van een innerlijke drang, in plaats van dwang.”
De digitalisering van medische gegevens is een belangrijk dossier op het ministerie van VWS. Sinds de toenmalige minister Els Borst in 2001 het plan lanceerde, is er discussie over het EPD. Over de technische uitvoerbaarheid, de veiligheid van de gegevens, de privacy van de patiënt, over de kosten. Bijna 400.000 Nederlanders maakten bezwaar tegen opneming van hun gegevens in een digitaal dossier, veel meer dan VWS had verwacht. Het jaar van invoering van het EPD schoof steeds weer op. Onder direct betrokkenen klinkt jaar-in-jaar-uit de mantra: het EPD komt er, maar de invoering is uitgesteld tot volgend jaar.
Te midden van het vele slechte nieuws over het digitale dossier, bleef de NPCF zich vurig inzetten voor het project. De patiëntenfederatie plopte overal waar dat kon op om een lans te breken voor het EPD. In debatten, op opiniepagina’s, in actualiteitenprogramma’s: onvermoeibaar streden voormalig NPCF-directeur Van Bennekom en haar opvolgster Schipaanboord ervoor. Steekproeffabriek TNS-Nipo werd ingezet om duidelijk te maken dat patiënten een groot vertrouwen hebben in digitalisering van hun medische gegevens.
In de afgelopen drie jaar heeft de NPCF van VWS zo’n twee miljoen euro ontvangen aan subsidies voor projecten in relatie tot het elektronisch patiëntendossier. Dat geld kwam bovenop de vaste subsidies die de federatie ontving, gemiddeld 1,3 miljoen per jaar. In 2008 kreeg de NPCF naast de vaste subsidie, voor tal van projecten (inclusief die voor het EPD) bijna 3,5 miljoen van VWS.
Er bestaat brede zorg over het van de overheid afhankelijk zijn van patiënten-, gehandicapten- en ouderenorganisaties. Bijna niemand heeft het opgemerkt, maar hartje zomer publiceerde een werkgroep van bestuurders van patiëntenorganisaties een rapport over de toekomst van de patiëntenbranche. Het verslag van de werkgroep met de welluidende naam Wenkend Perspectief verscheen stilletjes op websites, zonder tromgeroffel. Onterecht.
Minister Klink (volksgezondheid) stelde de werkgroep vorig jaar in. Op patiëntenorganisaties wordt een almaar groter beroep gedaan, daarom moeten ze professionaliseren (omgekocht worden), vindt Klink. De conclusies in het rapport waren stevig.
Dat de patiënten-, gehandicapten- en ouderenorganisaties – in jargon: de PGO-organisaties – slagvaardiger moeten worden, daarover was de werkgroep het snel eens. Maar de manier waarop die professionalisering volgens de auteurs van het rapport gestalte moet krijgen, zorgde op het departement voor gefronste wenkbrauwen.
Patiënten-, gehandicapten- en ouderenorganisaties moeten minder afhankelijk worden van de overheid en tegelijk moet Klink veel meer geld in de branche steken: 5 promille van het Nederlandse zorgbudget. Dat is 250 miljoen euro. Wel iets meer dus dan de schamele 40 miljoen die Klink nu jaarlijks verdeelt over patiëntenorganisaties. Tweehonderd miljoen extra druk op de begroting, daar zit een bewindsman-in-crisistijd niet op te wachten.
Maar er zat voor hem nog een angel in het rapport. De werkgroep maakte ook korte metten met het plan voor één overkoepelende branche-organisatie voor de hele patiënten-, ouderen- en gehandicaptenwereld. Het ministerie van VWS pleit al jaren voor hechtere samenwerking. De PGO-sector is versnipperd en Klink stemt zijn beleid het liefst af met één branche-organisatie. Eén gesprekpartner is overzichtelijker voor beleidsmakers. Bovendien dempt zo’n koepel de invloed van lastige, kritische patiëntenorganisaties.
VWS benoemde in 2006 een heuse verkenner die de kansen moest onderzoeken en betaalde meer dan 2,3 ton voor een interim-manager bij de NPCF, die na het vertrek van directeur Iris van Bennekom (naar VWS) onder meer de weg moest bereiden voor de nieuwe PGO-paraplu-organisatie. Tot dusver hebben de vele gesprekken weinig concreets opgeleverd. Onlangs beëindigden de ouderenkoepel CSO en de Chronisch zieken- en Gehandicaptenraad (CG-raad) de onderhandelingen.
Een fusie of één grote brancheorganisatie is niet de oplossing, aldus het rapport. De kracht van de individuele organisaties is dat mensen met hun specifieke problemen bij lotgenoten steun vinden. Dat fijnmazige netwerk moet behouden blijven. Het rapport pleit voor een PGO-raad, die de minister over gemeenschappelijke belangen kan adviseren, zoals de HBO-raad dat doet voor het hoger beroepsonderwijs.
De 250 miljoen subsidie die Klink jaarlijks aan de patiënten-, gehandicapten- en ouderenorganisaties zou moeten geven, hoort volgens het rapport thuis in een onafhankelijk fonds. Daarin kunnen dan ook de pillenfabrikanten hun bijdragen storten. De farmaceutische industrie is sinds jaar en dag loyaal sponsor van patiëntenclubs met leden die veel medicijnen slikken. Ook de grote gezondheidsfondsen, zoals KWF Kankerbestrijding en Hartstichting, de zorgverzekeraars en misschien zelfs in de toekomst andere ‘goede doelen’, zoals de lotto, kunnen bijdragen aan het patiëntenfonds.
Een onafhankelijk fonds zorgt ervoor dat geldgevers zich niet rechtstreeks kunnen mengen in het beleid van de organisaties en dat biedt hun de kans zonder last of ruggespraak een kritische agenda te voeren. Want financiële onafhankelijkheid is een basisvoorwaarde, aldus het rapport:
„Op dit moment is daarvan niet altijd sprake. Vooral de overheid en de gezondheidsfondsen hebben de mogelijkheid om als centrale financier sterk richtingbepalend op te treden voor de koers van een aantal PGO-organisaties. Binnen de huidige subsidieregeling voor PGO-organisaties bestaat onevenredig grote invloed van de overheid op de ontwikkeling van de PGO-beweging.” Namen van organisaties die onder een ‘onevenredig grote invloed’ staan van de overheid, werden niet genoemd in het rapport.
De reacties uit het veld zijn tot dusver zuinigjes. De patiëntenkoepels NPCF en Chronisch Zieken- en Gehandicaptenraad, twee organisaties die op overheidsgeld teren, willen het rapport eerst bespreken met de achterban. „Dat de overheid invloed zou hebben op ons beleid, dat herken ik niet”, zegt Schipaanboord.
Toch is het juist haar NPCF die ervan wordt beticht het oor te laten hangen naar de belangrijkste geldschieter, het ministerie van Klink. De NPCF voert zij aan zij met Klink en zijn voorgangers campagne voor het elektronisch patiëntendossier.
Schipaanboord ziet in de suggestie dat de NPCF spreekbuis is van de minister een poging om haar organisatie monddood te maken. „Het gaat blijkbaar niet meer om de argumenten, maar over beeldvorming.” Maar de financiële documenten ondersteunen het beeld dat de NPCF een warme partner van VWS is in de lobby voor het EPD.
De subsidie-verzoeken van de NPCF richting VWS werden kennelijk door de jaren heen zo soepeltjes afgehandeld, dat de patiëntenkoepel in 2008 bij de aanvraag de tekst van het verzoek van het jaar ervoor kopieerde en instuurde. Dat was VWS te gortig. Het NPCF moest begin dit jaar een nieuw verzoek indienen, waarin de actuele ontwikkelingen rondom het EPD waren verwerkt. „De aanvraag 2008 bevat nog oude teksten en gaat onvoldoende in op de ontwikkelingen en de daarmee veranderende rol van het NPCF”, aldus VWS in een brief aan het bestuur van de NPCF.
Ambtenaren van VWS beseffen heel goed hoe belangrijk een vooruitgeschoven post in de samenleving is bij het uitvoeren van belangrijke, soms omstreden projecten. In een interne memo uit november 2007 van de VWS-directie Meva (Macro Economische Vraagstukken en Arbeidsvoorwaarden) aan de Auditdienst (die toezicht houdt op de financiën van VWS) schrijft een ambtenaar dat het werk van de NPCF, zoals ‘het creëren van draagvlak’ voor ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie (ICT), „van belang wordt geacht voor het realiseren van de beleidsdoelstellingen van VWS”.
Sinds 2006 ontvangt de NPCF het geld voor ICT-projecten, zoals voor het EPD, in de vorm van instellingssubsidies. Dat is een veel snellere procedure dan het aanvragen van geld in de vorm van projecten. Er komt geen externe toetsing aan te pas. Alleen projectsubsidies moeten door de minister aan een onafhankelijke programmaraad worden voorgelegd.
De directie Meva, waaronder ook het programmabureau ‘ICT in de zorg’ valt, oordeelde in 2007 dat de NPCF ‘de komende jaren een belangrijke rol zal spelen in de versterking van de positie van de zorgconsument op het terrein van ICT’.
De NPCF ontwikkelt activiteiten met een structureel karakter, aldus een ambtelijke notitie, „die de komende jaren belangrijk zijn voor de realisatie van het beleid van VWS op het gebied van ICT”
——————————————————————————————————————————————————————————————————————–
Dak en thuislozen die op straat leven of in de dag en nachtopvang hebben geen vast postadres,op straat raken zij hun papieren kwijt en kunnen dus ook geen rekeningen en correspondentie ontvangen van huisartsen,ziekenhuizen.
Door hun drank of drugsverslaving en slecht geldbeheer zijn zij niet in staat om de zorgpremies te betalen daar waar in gemeentes van verblijf zij geen WWB of andere uitkering genieten.
En toch organiseerde de landelijke vereniging voor thuislozen een zorgtour (omgekocht)gesubsidieerd door het ministerie van VWS die voor het twaafde jaar opeenvolgend blunderd met subsidiebeheer en de rekening en kostenoverschrijdingen afschuift op het bordje van de burgers,helemaal op de zwakste groep die gegijzeld worden in opdracht van VWS in opvanginstellingen.

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

Landelijke Vereniging van Thuislozen werd voor 10.000 euro per jaar gesubsidieerd door het ministerie van VWS

Rapportage

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering

voor

dak- en thuislozen

Fase 3

November-december 2006

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

Een laatste Kans ???

Onverzekerde daklozen toch in de zorgverzekering !!!

Colofon

Betreft

Voorlichtingscampagne over het nieuwe zorgstelsel

Doelgroep

Dak- en thuislozen

Periode

Oktober-December 2006

Opdrachtgever/subsidiënt

Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport

Uitvoerder

Landelijke Vereniging Thuislozen in samenwerking met Het Projektenburo en Stichting

Attention on Tour.

Met dank aan

Jetty Alberts, Joop Helder, Ton de Vries, Martien Luycks, Hans Jansen, Mirjam Reuvers, Han

Kuykhoven, Rob Jezek, Beatrice Boucher, Saskia Hockers, Lisa ten Holt, Danielle

Oudshoorn, Freek Ligtenbarg, Astrid van Belsen, Harry Krijnen, Angelique de Lange en

Caroline (van Caroline’s Zorgverzekerings Show), Jose Soriano, Albert Huisman, Theo

Huisman, Rosa Kuin, Raymond v.d. Berg, Cees de Vries.

Met speciale dank aan

Arcuris-Apeldoorn, DTV-NH, NUNN-ZDT, Daylight Productions. Dankzij hun medewerking

konden we de videoproductie Caroline’s ZorgverzekeringsShow realiseren.

Opvanginstellingen, zorgverzekeraars, gemeentes en sociale diensten. Zij maakten het

mogelijk dat we erin geslaagd zijn deze voorlichtingscampagne, fase 3, weer in zeer korte tijd

te organiseren.

Landelijke Vereniging Thuislozen (LVT)

p.a. Mozeshuis

Waterlooplein 205

1011 PG Amsterdam

020 –6 22 13 05 (tel)

lvt@thuisloos.net

(e-mail)

http://www.thuisloos.net

(website)

Amsterdam, februari 2007

 

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

I. Inleiding

Nog lang niet alle daklozen hebben een zorgverzekering afgesloten, aldus bleek uit de

bliksempeiling die we als Landelijke Vereniging van Thuislozen in het voorjaar van 2006

hielden. Onvoldoende inkomen, gebrek aan informatie en inzicht in hoe dat geregeld moet

worden, psychiatrische en verslavingsproblematiek, enzovoorts, enzovoorts, speelden daarbij

een rol. We spraken de vrees uit dat het aantal onverzekerde dak- en thuislozen aan het eind

van 2006 of begin van 2007 zou kunnen oplopen tot 20.000.

Onder de noemer ‘

Een laatste kans, Onverzekerde daklozen toch in de zorgverzekering‘,

hielden we in november en december 2006 een voorlichtingscampagne organiseren met een

tweeledige doelstelling:

dak- en thuislozen die niet (meer) verzekerd zijn alsnog in de zorgverzekering

krijgen;

beleidmakers en opvanginstellingen stimuleren hun steentje bij te dragen aan deze

finale inspanning van 2006 om zoveel mogelijk onverzekerde dak- en thuislozen in

hun werkgebied op te sporen en hen alsnog te (laten) verzekeren.

We planden en ontplooiden meerdere activiteiten tijdens deze derde campagne:

we deden een beroep op onze netwerken (van o.a. zelforganisaties, cliëntenraden,

straatadvocaten, veldwerkers en laagdrempelige opvangvoorzieningen) om een

optimaal bereik onder onze doelgroep te realiseren;

we hielden een ‘telefonade‘ waarin we alle laagdrempelige opvanginstellingen in

Nederland belden, hen stimuleerden extra aandacht te besteden aan de

zorgverzekering en door hen gesignaleerde knelpunten inventariseerden;

We gingen met een voorlichtingsbus langs 15 steden en hielpen een aantal dak- en

thuislozen alsnog aan een zorgverzekering of vroegen zorgtoeslag aan;

We maakten een nieuwe ‘kontzak-flyer’voor onze doelgroep, waarin in korte

bewoordingen de kernpunten van het zorgstelsel worden beschreven. Ook een

nieuw affiche werd gemaakt en verspreid.

We maakten in samenwerking met enkele zelf- en opvangorganisaties een

audiovisuele productie

, waarin dak- en thuislozen hun ervaringen met de

zorgverzekering en knelpunten vertelden.

Daarnaast zorgden we voor media-aandacht, zowel in de landelijke als lokale media.

Hierdoor hopen we de aandacht van beleidsmakers voor knelpunten, die daklozen bij de

zorgverzekering tegenkomen, te vergroten.

Onze bestuursleden werden gedurende de campagne continu telefonisch benaderd door zowel

dak- en thuislozen als beleidsmakers en media met vragen en problemen.

Hoewel de voorbereidingstijd van deze voorlichtingscampagne zeer kort was, hebben we onze

activiteiten succesvol kunnen uitvoeren, dankzij de grote inzet van onze bestuurders,

voorlichters en samenwerkingspartners. Daarvoor hulde, daarvoor dank.

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

II. Overzicht

In het kader van de introductie van de nieuwe zorgverzekering heeft de Landelijke Vereniging

van Thuislozen nu drie voorlichtingcampagnes uitgevoerd.

De eerste campagne vond plaats in november en december 2005 en had als doel zoveel

mogelijk dak- en thuislozen te informeren over de nieuwe zorgverzekering, hen te stimuleren

een zorgverzekering af te sluiten en de zorgtoeslag aan te vragen. Tevens werden instellingen

voor Maatschappelijke Opvang opgeroepen hun cliënten zo goed mogelijk te ondersteunen.

De campagne – een ‘tour’ met een voorlichtingsbus langs 26 centrumgemeentes – had een

groot bereik en kreeg veel aandacht van zowel landelijke als lokale media.

De twee campagne werd gehouden in het voorjaar van 2006 en richtte zich primair op

laagdrempelige opvanginstellingen in meer dan 50 gemeentes. Deze instellingen werden

opgeroepen en gestimuleerd zich actief in te zetten om dak- en thuislozen te ondersteunen bij

het –alsnog, voor 1 mei 2006 –regelen van een zorgverzekering. Tevens werden dak- en

thuislozen tijdens een bliksempeiling ondervraagd over hun ervaringen met het afsluiten van

een verzekering.

In de derde campagne, die onderwerp is van deze rapportage, werden de belangrijkste

elementen van de voorgaande campagnes gecombineerd: enerzijds direct op onze doelgroepen

gerichte voorlichtingsactiviteiten, anderzijds activeren van onze netwerken en zo indirect

bewerkstelligen dat een zo groot mogelijk aantal dak- en thuislozen alsnog in de

zorgverzekering zouden komen en bijdragen aan het bekend maken en oplossen van

knelpunten.

Op basis van de tweede campagne hebben we als Landelijke Vereniging van Thuislozen de

vrees uitgesproken dat minimaal eenderde deel van onze doelgroep in 2007zonder

verzekering zal (komen te) zitten, hetzij omdat men zich nog niet heeft verzekerd, hetzij

omdat men uit de verzekering wordt gezet. Ofwel: 20.000 personen onverzekerd. Omdat dit

veelal om mensen gaat die gezien hun leefomstandigheden een matige tot slechte gezondheid

hebben, bestaat er groot risico op zowel veel persoonlijk als maatschappelijke leed.

Onze ervaringen tijdens de derde campagne hebben deze vrees alleen maar versterkt. Alleen

als landelijke en lokale overheden, zorgverzekeraars, uitkeringsinstanties, opvanginstellingen

en belangenbehartigers de handen ineen slaan om de knelpunten en problemen, zowel

structureel als op individueel niveau, daadwerkelijk uit de weg te ruimen, kan het door ons

voorspelde aantal onverzekerden worden teruggedrongen.

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

III. Uitgevoerde activiteiten

A. Mobiliseren van onze netwerken en de ‘Telefonade’

We hebben veel werk gemaakt van het mobiliseren van onze netwerken. Locale

belangenorganisaties, cliëntenraden, straatadvocaten, veldwerkers en opvanginstellingen

hebben de dagelijkse contacten met dak- en thuislozen. Zij hebben zicht op de concrete

problemen waarmee individuele mensen kampen. Zij kunnen concreet werken aan oplossing

van deze individuele problemen. Dat vereist echter vaak extra aandacht en inspanning.

Als Landelijke Vereniging van Thuislozen hebben we al sinds jaar en dag een uitgebreid

netwerk van contacten, in het bijzonder met locale belangenbehartigers, cliëntenraden en

laagdrempelige opvanginstellingen. Door de voorlichtingscampagnes over de zorgverzekering

van najaar 2005 en voorjaar 2006 hebben we ons netwerk uitgebreid met instanties en

instellingen die op een of andere wijze een rol spelen in het zorgstelsel. Het gaat om

zorgverzekeraars, sociale diensten, gemeentelijke bestuurders en beleidsafdelingen, e.d.

Met vele deze samenwerkingspartners hebben we tijdens deze campagne contact gelegd. We

hebben hen opgeroepen en uitgedaagd een extra inspanning te verrichten om enerzijds

onverzekerden goed te informeren en met hen alsnog een verzekering te regelen, anderzijds

problemen en knelpunten te signaleren en oplossingen aan te dragen.

Het regelen van een zorgverzekering of aanpakken van problemen op dat terrein maakt deel

uit van basale dienstverlening, die laagdrempelige opvanginstellingen voor dak- en thuislozen

en verslaafden (moeten) bieden. Daarom hebben we speciale aandacht besteed aan het

mobiliseren van deze opvanginstellingen door middel van de ‘Telefonade’.

De ‘Telefonade’ werd op 21 en 22 november 2006 uitgevoerd vanuit het Centraal Bureau van

Arcuris in Beekbergen. Alle noodzakelijke faciliteiten waren hier beschikbaar.

Ruim 75 laagdrempelige opvanginstellingen –dagopvang, nachtopvang, dienstencentra –in

zeker 50 steden hebben we gebeld.

We inventariseerden hun ervaringen en knelpunten en we riepen hen op extra aandacht te

besteden aan de zorgverzekering.

We ontvingen veel positieve reacties. Het besef van het belang van (extra) aandacht voor de

zorgverzekering is aanwezig. Maar velen gaven aan dat een externe prikkel (bijvoorbeeld

door middel van onze campagnes) noodzakelijk en welkom is, omdat de vereiste aandacht

regelmatig wordt ondergesneeuwd door andere problemen.

B. Voorlichtingsbus

Net als tijdens onze eerste voorlichtingscampagne zijn we weer op pad gegaan met een

mobiele voorlichtingsaccommodatie (de LVT-voorlichtingsbus). We hebben deze keer in een

tijdsbestek van ruim twee weken 15 centrumgemeenten bezocht. Gezien het beschikbare

budget en de korte voorbereidingstijd was dat het hoogst haalbare.

We hebben er voor gezorgd dat in de bus aanwezig waren:

mensen van zorgverzekeraars om verzekeringen af te sluiten;

voorlichters van de LVT om mensen te informeren en adviseren;

vertegenwoordigers van lokale zelforganisaties;

vertegenwoordigers van lokale laagdrempelige opvanginstellingen en sociale

diensten;

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

technische faciliteiten, zoals een internetaansluiting en telefoon, zodat ter plekke

de zorgtoeslag kon worden geregeld of met de belastingdienst of zorgverzekeraars

overlegd over problemen.

In de weken voorafgaand aan het bezoek van de voorlichtingsbus hebben we via lokale

belangenbehartigers, straatwerkers (o.a. straatadvocaten) en laagdrempelige opvanginstellingen

bekend gemaakt wanneer de voorlichtingsbus zou komen en waar hij zou komen

te staan. In de meeste steden konden we rekenen op volledige medewerking van de

opvanginstellingen, zowel bij het informeren van de doelgroep als bij het regelen van een

standplaats met alle noodzakelijke vergunningen en ontheffingen.

De volgende steden werden bezocht:

Haarlem, Nijmegen (op twee locaties), Eindhoven, Maastricht, Heerlen, Utrecht, Den Helder,

Amsterdam, Rotterdam, Enschede, Apeldoorn, Terneuzen, Zwolle, Almere en Groningen.

De voorlichtingstour startte op24 november in Haarlem bij het Dak- en Thuislozen Verbond

Net als tijdens onze eerste campagne was het bezoekersaantal in de bus per stad heel

verschillend. Soms konden we de bezoekers op één hand tellen. Maar soms werden we

overspoeld door aanvragen om informatie en de zorgtoeslag.

We zochten onze doelgroep ook op in de opvanginstellingen, waarbij we locatie hadden

gekozen. We gaven informatie in de opvang en nodigden mensen actief uit om naar de bus te

komen.

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

Al met al hebben we in en rondom de opvanginstellingen minimaal 300 mensen attent

gemaakt op onze aanwezigheid.

In de bus hebben we een dertigtal onverzekerden aan een verzekering kunnen helpen. In

enkele gevallen moest hemel en aarde worden gewogen omdat de zorgverzekeraar, die in die

gemeente het collectieve contract voor de minima had afgesloten, weigerde een bepaalde

persoon in te schrijven voor de basisverzekering vanwege een detentieverleden of oude

schulden uit de ziekenfondstijd.

Voor zo’n 60personen is de zorgtoeslag aangevraagd.

Regelmatig kwamen er ook vragen van mensen die niet wisten of ze verzekerd waren. Dit

werd dan ter plaatse gecheckt en er werden afspraken gemaakt over toezending van een

zorgpas.

Soms ook was er sprake van achterstallige betaling van premie. Daarvoor hadden we ter

plaatse geen oplossing. Dan werd contact gelegd met het maatschappelijk werk van de

opvanginstelling om aan een oplossing te gaan werken.

C. Informatiemateriaal

We hebben een nieuwe ‘kontzak

flyer’ gemaakt voor de doelgroep, waarin in korte

bewoordingen de kernpunten van het zorgstelsel worden weergegeven en het advies wordt

gegeven alsnog een verzekering te regelen (Zorgverzekering: Doen !!!) Deze flyer werd in

5000-voud gedrukt en verspreid onder zelforganisaties, belangenbehartigers en

laagdrempelige opvanginstellingen.

Voor- en achterkant van de kontzak-flyer

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

D. Audiovisuele productie

In samenwerking met enkele zelforganisaties en opvanginstellingen (in Haarlem, Nijmegen,

Apeldoorn en Amsterdam) hebben we een audiovisuele productie gemaakt waarin dak- en

thuislozen hun ervaringen met de zorgverzekering en knelpunten weergeven. Titel: Caroline’s

Zorgverzekerings Show. De productie is in DVD-vorm rondgestuurd naar alle

opvanginstellingen. De DVD is op aanvraag beschikbaar.

E. Media

We hebben (weer) ruime aandacht van de media gekregen. Eén Vandaag maakte een

uitgebreide reportage over onze campagne. De GPD gaf acte de presence tijdens de eerste dag

van de ‘bustour’ waardoor veel locale kranten aandacht besteedden aan de komst van de

voorlichtingsbus. De Spits nam een artikel op. In bijna alle steden, waar we langskwamen,

waren de locale kranten aanwezig.

F. Informatie en Advies

Naast de geplande activiteiten als mobiliseren van onze netwerken, de telefonade, de bustour,

de kontzak-flyer en de audiovisuele productie werden de LVT-bestuurders –net als tijdens de

eerdere campagnes –veelvuldig gebeld, zowel door individuele dak- en thuislozen als

hulpverleners en beleidsmakers met vragen en problemen. Deze informele vorm van

informatie en advies loopt ook na de campagneperiode door en draagt bij aan een groot bereik

en effect.

IV. Organisatie

Bij de voorbereiding en uitvoering heeft de Landelijke Vereniging van Thuislozen net als bij

de voorgaande campagnes nauw samen met Het Projektenburo (voor de organisatie, P.R. en

voorlichting) en Stichting Attention on Tour (voor de voorlichtingsbussen). Dankzij deze

samenwerking was het mogelijk deze enorme klus op deze korte termijn te klaren.

Daarnaast konden we weer rekenen op ondersteuning van lokale zelforganisaties en

belangenbehartigers, opvanginstellingen, zorgverzekeraars, sociale diensten, e.d.

De audiovisuele productie werd gemaakt door Daylight Productions (Angelique de Lange)

met medewerking van DTV-NH (Haarlem), NUNN/ZDT (Nijmegen), Cliëntenraad Arcuris

en Nachtopvang Arcuris (Apeldoorn) en Streetcornerwork (Amsterdam).

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

V. Knelpunten en oplossingen

Tijdens deze campagne hebben we een aantal knelpunten en (suggesties voor) oplossingen

verzameld. Deze geven we hieronder weer. Zoals we in de inleiding stelden is gezamenlijke

inzet van landelijke en locale overheden, zorgverzekeraars, opvanginstellingen en

belangenbehartigers van dak- en thuislozen nodig om deze knelpunten op te lossen en

daardoor het aantal onverzekerden terug te brengen.

A. Plichten van daklozen, plichten van de overheid

Het afsluiten van een zorgverzekering is verplicht. Wie geen verzekering heeft afgesloten

wordt gestraft (boetes en zelf betalen voor medische zorg). Maar wat als je geen postadres

kunt krijgen ? Wat als een gemeente een aanvraag voor een uitkering weigert ? Wat als geen

nieuw identiteitsbewijs wordt afgegeven ? Wat gebeurt er met de zorgtoeslag en no claim, als

je geen girorekening hebt ? Een overheid die mensen verplicht stelt zich te verzekeren heeft

zelf de plicht te zorgen voor een toegankelijk systeem van postadressen, uitkering, verkrijgen

van de benodigde papieren, uitbetalen zorgtoeslag, e.d. Een overheid die bureaucratische

barrières opwerpt, dient te zorgen voor vrij toegankelijke medische zorg voor hen die zich

door de bureaucratie niet kunnen verzekeren.

B. Acceptatieplicht 100 %

De acceptatieplicht van zorgverzekeraars moet 100 % zijn. Dus als iemand zich meldt

verzekering af te sluiten mogen geen voorwaarden gelden om wat dan ook aan gegevens of

papieren (bijvoorbeeld over detentie of over omstandigheden van voor 1-1-2006) te leveren.

Pas na inschrijving (en uitgifte van de zorgpas) kan i.v.m. vaststelling van het te betalen

premiebedrag in overleg met de klant worden bekeken welke informatie moet worden

geleverd.

C. Helderheid over regels en afspraken

Er doen verschillende versies de ronde over de afspraken die er zijn gemaakt tussen het

Ministerie van VWS en de zorgverzekeraars over royement bij betalingsachterstanden,

opleggen van boetes en medische zorg voor onverzekerden. Er moet helderheid komen

(afspraken c.q. convenanten, openbaar, zwart op wit). Afspraken moeten worden nagekomen.

En: bij niet nakomen van de afspraken door zorgverzekeraars moeten klachten in een

spoedprocedure worden behandeld en opgelost.

D. Lagere premie

Maak de zorgverzekering goedkoper. De premie staat niet in verhouding tot het lage inkomen

dat daklozen (en veel andere minima) hebben.

Bijzondere aandacht is nodig voor dak- en thuisloze jongeren. Zij moeten de volle

premie betalen, terwijl hun inkomen meestal heel laag is (enkele honderden euro’s).

Ook al willen ze zich nog zo graag verzekeren, ze hebben het geld er niet voor. Een

simpel feit.

E. Koppeling uitkering-verzekering m.m.v. belastingdienst, sociale diensten en UWV

Koppel het afsluiten van de wettelijk verplichte zorgverzekering automatisch aan het

toekennen van een (daklozen)uitkering. Verreken ook de zorgtoeslag automatisch. Door

koppeling van bestanden van de belastingdienst en sociale dienst moet dat gemakkelijk te

regelen zijn. Zorg dat ook de UWV meewerkt. Dan heb je de zorgverzekering en de betaling

voor het merendeel van de dak- en thuislozen geregeld.

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

F. Detentie en bureaucratie

Laat de zorgverzekering doorlopen bij detentie. Nu ontstaat er een grote administratieve

rompslomp als mensen in en uit detentie gaan, zowel bij de zorgverzekeraars als bij

uitkeringsinstanties. Het kost maatschappelijk werkers van opvanginstellingen en

baliemedewerkers van de zorgverzekeraars zeeën van tijd om alle administratieve fouten en

communicatiestoornissen recht te trekken.

G. Daklozenzorgpas

Maak een geanonimiseerde daklozen-zorg-pas (of één collectief polisnummer per stad),

waarmee onverzekerde dak- en thuislozen op verwijzing van de straatdokter, GGD of huisarts

medische zorg kunnen krijgen als ze ziek zijn. Opvanginstellingen beheren deze daklozenzorg-

passen. Tijdens de zorgverlening proberen ze alsnog een zorgverzekering te regelen

voor/met mensen die voldoende inkomen hebben. Mensen met een heel laag of geen inkomen

en mensen die te verward zijn om zaken te (laten) regelen, biedt de daklozen-zorg-pas altijd

uitkomst.

H. Continue voorlichting en meldpunt klachten

De praktijk wijst uit dat een aantal daklozen nog steeds niet precies weet hoe het zit met de

zorgverzekering en de zorgtoeslag. Datzelfde lijkt te gelden ook voor (medewerkers van) een

aantal opvanginstellingen, sociale diensten en –zelfs – zorgverzekeraars. Daardoor blijven er

mensen onnodig onverzekerd of vragen zij geen zorgtoeslag aan. Maar er gaat ook van alles

mis: mensen worden niet geaccepteerd, er worden boetes opgelegd, automatische betalingen

komen niet aan, zorgtoeslagen worden niet uitbetaald, bij betalingsachterstand worden

mensen bedreigd met royement, enz., enz.

Om dak- en thuislozen en hun hulpverleners goed geïnformeerd en alert te houden is continue

voorlichting nodig en moeten mensen hun klachten op een gemakkelijke manier kunnen

ventileren. Daarvoor moet een gemakkelijk toegankelijke en ‘outreachend’ werkende

voorziening in het leven worden geroepen.

I. Minstens 20.000 dak- en thuislozen onverzekerd

De dreiging, dat minstens 20.000 onverzekerd zullen raken als het royeren van wanbetalers

begint, blijft bestaan. Dat is onacceptabel. Een goede en eenvoudig toegankelijk

zorgverzekering en medische zorg voor dak- en thuislozen is goed voor de doelgroep, want zij

hebben regelmatig gezondheidsproblemen als gevolg van hun leefsituatie en problemen. Maar

het is ook goed en veel goedkoper voor de samenleving: minder gezondheidsrisico’s voor

(mensen uit) de omgeving van dak- en thuislozen, minder geldvretende administratieve

rompslomp en een beetje meer humaniteit en beschaving.

Het getal van 20.000

Tijdens onze tweede voorlichtingscampagne (mei-juni 2006) constateerden we dat een kwart van de

dak- en thuislozen nog geen verzekering had afgesloten: 15 a 20 % omdat zij geen of een zeer laag

inkomen hebben. Zij kunnen de zorgpremie niet betalen. De anderen door gebrek aan informatie,

verwardheid, andere prioriteitstelling bij besteding van uitkering, geen inkomensbeheer, leven van

dag tot dag, e.d. Toen reeds gaf 11 % aan betalingsachterstand te hebben, naast veel andere schulden.

Onze vrees is dat uiteindelijk minimaal een derde deel van de naar schatting 60.000 dak- en

thuislozen in Nederland uiteindelijk zonder verzekering zal komen te zitten: 20.000 mensen dus.

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

Bijlage

Resultaten Telefonade van 20 en 21 november 2006.

Inventarisatie Knelpunten en Oplossingen

Bereik

75 laagdrempelige opvanginstellingen: dagopvang, nachtopvang, dienstencentra.

Knelpunten

A. Cliëntgebonden

Een aantal mensen mijdt alle hulpverlening, is daardoor buiten beeld, niet beïnvloedbaar en –

dus –niet verzekerd.

Sommige mensen zijn te verward om hun verzekering –en andere zaken –zelf te regelen.

Sommige mensen willen zich niet verzekeren. Zij besteden hun geld bij voorkeur aan andere

zaken, meestal alcohol en drugs als gevolg van hun verslaving.

Sommige mensen leven van dag tot dag. Zij zien het belang van een verzekering niet in.

Veel dak- en thuislozen hebben hun papieren niet op orde. Daardoor is het moeilijk wat dan

ook te regelen, niet voor henzelf, niet voor hun hulpverleners.

Geen identiteitsbewijs betekent geen zorgverzekering.

Geen of laag inkomen betekent geen (geld voor een) zorgverzekering.

Cliënten komen en gaan, waardoor het lastig is iets voor en met hen te regelen.

Cliënten geven regelmatig onvolledige of onjuiste informatie, waardoor het moeilijk is iets te

regelen.

Niet betalen van de premie = uit de verzekering gezet en/of niet uitbetalen van zorgkosten.

Sommige dak- en thuislozen missen informatie of snappen er niets van.

Sommige dak- en thuislozen komen hun afspraken met hulpverleners of instanties niet na

waardoor het moeilijk wordt een verzekering te regelen of zij er uit worden gezet.

Veel (verslaafde) cliënten hebben tandheelkundige problemen waarvoor zij niet of

onvoldoende verzekerd kunnen worden/zijn. Zorg leidt dan ondanks verzekering tot hoge

kosten (=schulden).

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

B. Beleidsgebonden

Geen postadres = geen verzekering

Geen of laag inkomen =

Geen bankrekening = geen zorgtoeslag

Bij veel zorgverzekeringen zijn geen vaste contactpersonen, die de doelgroep kennen.

Daardoor ontstaan er vaak communicatieproblemen en onnodige bureaucratie.

Regelmatig zijn zorgverzekeraars slecht bereikbaar. Cliënten hebben het geduld niet om dan

toch zaken te regelen. Voor hun hulpverleners kost dat veel tijd.

Bij detentie (in en uit) gaat er veel mis. Daardoor ontstaan er stagnaties in het verzekerd zijn.

En het levert veel bureaucratische rompslomp op.

In zijn algemeenheid leidt de zorgverzekering (inclusief zorgtoeslag) tot een gigantische

papierwinkel en bureaucratie.

Sommige gemeentes, die geen centrumgemeente zijn, weigeren een postadres te verschaffen

aan (hun eigen) daklozen

In sommige gemeentes weigeren de sociale diensten (conform instructies van de

verantwoordelijke wethouder) om de zorgpremie in te houden op de uitkering en mee te

werken aan een regeling inzake de zorgtoeslag. Dit alles onder de noemer dat de burger zelf

verantwoordelijk is …..

Daklozen worden terugverwezen naar de gemeente van herkomst, ook als ze daar weinig of

geen binding meer mee hebben. Deze z.g. ‘gemeentes van herkomst’ weigeren regelmatig

mensen als (dakloze) inwoner te accepteren. Daklozen worden van het kastje naar de muur

gestuurd. Door het ontbreken van een (post)adres en inkomen, kunnen zij geen

zorgverzekering afsluiten.

Procedures om zaken te regelen duren lang (kan oplopen tot vele maanden). Gedurende deze

periode kunnen mensen –vaak vanwege het ontbreken van een inkomen –geen

zorgverzekering afsluiten en zijn dus buiten hun schuld om verstoken van (medische) zorg.

Concreet voorbeeld: de wachttijd tot de toekenning van een daklozenuitkering is in een

bepaalde gemeente 30 dagen (dit is niet een zo heel lang, er zijn langere wachttijden).

Formeel hebben de mensen de plicht een zorgverzekering af te sluiten, maar kunnen hieraan

niet voldoen, ook als zij dit graag willen.

Door koppeling van de bijstandsuitkering en de (betaling van de) zorgverzekering (door de

Sociale Dienst) worden daklozen uit de zorgverzekering gezet zonder overleg.

Tegen toezeggingen van zowel VWS als de gezamenlijke zorgverzekeraars, worden mensen

uit de verzekering gezet bij betalingsachterstanden en/of als de uitkering wordt stopgezet.

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

Regelmatig moeten mensen lang wachten op hun zorgtoeslag. De premiebetaling is wel

gewoon vereist.

Omdat tandsartskosten niet volledig worden vergoed, ontstaan financiële problemen. Als

gebitssanering niet lukt, heeft dat negatief effect op het perspectief van mensen (o.a. geen

kansen op werk).

Tandartsen willen dat de cliënt eerst betaalt. Voor mensen met weinig inkomen is dat niet

haalbaar. Dat geldt zowel wanneer ze verzekerd zijn en zeker niet als zij niet verzekerd zijn.

C. Tips

Stel een spreekuur in voor basis-medische-zorg door de GGD en/of door huisartsen.

Maak in kleinere gemeentes, waar zo’n spreekuur niet haalbaar is

, als instelling afspraken met

huisartsen over betaling voor consulten van cliënten en over manier van verwijzen.

Stel een

daklozen-zorg-pas in, die niet op naam staat, waardoor daklozen op verwijzing van

de GGD en/of huisartsen (die samenwerken met opvanginstellingen) de noodzakelijke

specialistische medische zorg kunnen krijgen. Zij zijn immers in zorg bij een opvanginstelling

die toeziet op het juiste gebruik van de daklozen-zorg-pas.

Variant op deze tip: stel

één collectief polisnummer in waarmee opvanginstellingen

(specialistische) medische zorg kunnen regelen voor de onverzekerde cliënten uit hun

bestand.

De hoogte van de premie voor deze daklozen-zorg-pas c.q. polis wordt bepaald op basis van

het aantal onverzekerde daklozen in een stad die hieraan niets kunnen doen. Deze premie

wordt door de gemeente betaald.

Voordeel van het bovenstaande systeem is dat de gemeentes geen ‘potje’ hoeven in te stellen

voor onverwachte medische kosten voor onverzekerden. En dat opvanginstellingen

ongelofelijk veel arbeidstijd besparen, die nu wordt verspild aan bureaucratische rituelen en

miscommunicatie die samenhangen de zorgverzekering.

Maak geld vrij voor onderbrenging van de doelgroep in de collectieve verzekering, ook de

mensen zonder inkomen/uitkering of de mensen die ‘niet willen’. Op den duur is dat

goedkoper dan steeds achteraf van alles moeten regelen en rechttrekken.

Laten justitie en de zorgverzekeraars samen communiceren over en verantwoordelijkheid

nemen voor continuïteit van zorgverzekering van gedetineerden. Nu valt er steeds een ‘gat’

na een detentieperiode en ontstaan er vaak misverstanden.

Alternatief: laat de zorgverzekering doorlopen tijdens detentie, waarbij justitie en/of sociale

dienst betaling van de premie garanderen.

Ook hier geldt: een eenvoudige regeling bespaard heel veel personele inzet van

maatschappelijke dienstverleners, administratieve afdelingen van de zorgverzekeraars, e.d.

Geef (goede) voorlichting. Regelmatige is nodig.

Besteedt continu aandacht aan de zorgverzekering en motiveer daklozen deze goed te regelen.

Regelmatige herhaling is nodig.

Landelijke Vereniging van Thuislozen

Voorlichtingscampagne Zorgverzekering, Fase 3

Rapportage

Folders werken niet of nauwelijks, spreek daklozen direct aan. Een persoonlijke benadering

heeft de meeste kans op succes.

Vereenvoudig de toegang voor mensen, die zich nog niet verzekerd hebben of uit de

verzekering zijn gegooid. De dreiging van betaling met terugwerkende kracht en boetes werkt

contraproductief.

Geef eerst zorg en regel daarna achteraf en –desnoods – met terugwerkende kracht de

verzekering. Wees niet alleen zakelijk maar ook humaan.

Koppel de zorgverzekering automatisch aan de uitkering van GSD, UWV en sociale

verzekeringsbank, inclusief verrekening van de zorgtoeslag. Omdat alle bestanden gekoppeld

zijn, kan dat gemakkelijk geautomatiseerd gebeuren.

Het argument van eigen verantwoordelijkheid van de burger als motief om dit niet te willen

gaat niet op omdat de basisverzekering wettelijk verplicht is gesteld. Op dat punt heeft de

burger geen eigen keuze c.q. verantwoordelijkheid.

Scheld per 1-1-2007 achterstallige betalingen kwijt, helemaal voor daklozen die niet

verzekerd waren, geen zorgtoeslag kregen en geen no-claim terugvroegen.

Verlaag het premiebedrag.

Maak duidelijk dat een aantal mensen echt niet in staat is hun verzekering zelf te regelen. En

regel voor deze mensen een ‘collectief’ systeem.

D. Specifieke problemen

Voor illegalen is de medische zorg niet meer toegankelijk, ook niet als ze een

gezondheidsrisico vormen voor anderen.

Voor mensen uit de EU, die hier wel mogen verblijven en werken, is het zorgstelsel – en dus

de medische zorg – niet toegankelijk.

Over anaconda15

1.80 meter lang blauwe ogen Nederlands Techneut en gek op wetenschap Erg handig en visionair
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized en getagged met . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s