DRUGS
SOORTEN
PRODUKTIE EN CONSUMPTIE
OPIUMMARKT
CANNABIS
MEDICIJN
GEBRUIKERS
VERSLAVINGSZORG
De Nederlandse overheid was zelf drugsbaron
In de 19de eeuw was de Nederlandse staat zelf handelaar in opium. De vraag was er toch, dan kon je er maar beter wat aan verdienen.
Jan van Ours
HET DRUGSBELEID VAN de Nederlandse overheid is tegenwoordig vooral gedoogbeleid. Vroeger was die overheidsrol, althans in voormalig Nederlands-Indië, aanmerkelijk uitgebreider. Er is zelfs een langdurige periode geweest waarin de overheid zich actief bemoeide met de handel in en verkoop van opium aldaar.
De Nederlandse betrokkenheid bij de opiumhandel in Zuidoost-Azië gaat terug tot het begin van de 17de eeuw toen de VOC ruwe opium kocht in Bengalen, en ruilde tegen specerijen in de Indische archipel. In de tweede helft van de zeventiende eeuw verwierf de VOC in ruil voor oorlogsdiensten het monopolie op de invoer van opium voor een groot deel van Java, waardoor de betrokkenheid met de drugshandel aanmerkelijk werd vergroot. De verkoop was min of meer in particuliere handen.
Dat ging zo ruim een eeuw door totdat in het begin van de negentiende eeuw het Nederlandse staatsgezag in Indië de verkoop van opium reguleerde via een pachtsysteem. Met behulp van veilingen werden monopolierechten verkocht aan particulieren of groepen particulieren. Deze waren verplicht hun ruwe opium van de Staat te betrekken en kregen het alleenrecht op de verkoop in hun gebied. Voor dit aantrekkelijke pachtrecht moesten de dealers aanzienlijke bedragen aan de overheid betalen.
In het moederland maakte men zich in toenemende mate zorgen over de groeiende opiumconsumptie. Pogingen om het aantal verkooppunten te reduceren, zoals nu geprobeerd wordt met het aantal coffeeshops in Nederland, haalden niets uit, omdat dergelijke restricties leidden tot een toename van de verboden ambulante handel. Eind negentiende eeuw kwam in het politieke debat over het opiumgebruik een idee naar voren dat snel aan politieke betekenis won. Dit idee was de ‘opiumregie’, een staatsmonopolie op de invoer, bereiding en distributie van opium. De bedoeling was dat zo criminaliteit zou worden teruggedrongen, gezondheidsrisico’s zouden worden verminderd en uiteindelijk het gebruik van opium zou teruglopen.
Het idee van een overheidsmonopolie in opium hadden de Nederlanders niet zelf bedacht. De Fransen in Indo-China waren de eersten die de overheid de rol van drugsbaron gaven toen ze in 1881 hun opiumregie introduceerden. De Nederlanders gingen alleen een stapje verder. Waar de Franse overheidsrol stopte bij de groothandel was in Nederlands-Indië ook de detailhandel in opium een staatsaangelegenheid. De opiumregie stond overigens onder toezicht van een bureau van het ministerie van Financiën.
Het nieuwe systeem begon in 1894 als een experiment op het eiland Madura dicht bij de Javaanse kust. Het experiment werd succesvol bevonden en in de jaren daarop stapsgewijs in andere delen van Java geïntroduceerd. Het duurde tot 1914 voordat de opiumregie in alle delen van Nederlands-Indië was ingevoerd. Tegen die tijd waren er meer dan duizend werknemers in dienst bij de opiumfabriek in de buurt van Batavia waarin ruwe opium voor consumptie geschikt werd gemaakt.
Om het opiumgebruik te controleren, werd in het begin van de twintigste eeuw een vergunningenstelsel geintroduceerd met de oorspronkelijke bedoeling om langzamerhand een einde te maken aan het opiumgebruik. Het verstrekken van vergunningen werd beperkt tot de actieve gebruikers. Nieuwe vergunningen werden slechts bij uitzondering gegeven, bijvoorbeeld op grond van een doktersverklaring dat er van verslaving sprake was. Het vergunningenstelsel beoogde ook de hoeveelheid geconsumeerde opium te beperken. Het was niet toegestaan om meer dan een keer per dag een kleine hoeveelheid opium te kopen. Verder was er een bepaald maandelijks maximum dat mocht worden gekocht.
De strenge toepassing van het vergunningstelsel leidde vermoedelijk tot een toename van de illegale consumptie. Eind jaren twintig werd het systeem versoepeld en werd het gemakkelijker om een vergunning te krijgen. De prijs van het opium in Nederlands-Indië was betrekkelijk hoog. Terwijl in 1930 voor een gram opium 70 cent betaald moest worden, bedroeg de prijs in Formosa (tegenwoordig Taiwan waar destijds de Japanners een opiumregie hadden geïntroduceerd) 12 cent. De consumptie per gebruiker bedroeg in Nederlands-Indië gemiddeld 300 gram per jaar, in Formosa was dat 1.150 gram. Met de inval van Japan in Nederlands-Indië kwam een einde aan de opiumregie.
De geschiedenis van de overheidsbemoeienis met de opiummarkt is ook vanuit een economisch-historische invalshoek interessant. Gegevens over het opiumgebruik, opiumgebruikers en opiumprijzen werden in Koloniale Verslagen gepubliceerd of in Jaarverslagen van de opiumregie en kunnen ook nu nog worden benut voor wetenschappelijk onderzoek.
Uit een eigen onderzoek naar de prijsgevoeligheid van het opiumgebruik bleek dat het verband tussen prijs en gebruik redelijk groot bleek te zijn. Een analyse van de effecten van de overgang van opiumpacht naar opiumregie leverde de conclusie op dat het actieve beleid van de overheid de opiumconsumptie lijkt te hebben teruggedrongen.
Verwonderlijk is dat niet. Werknemers van de opiumpachters werden voor een niet onbelangrijk deel betaald in de vorm van opium. Beide partijen hadden er zo belang bij de vraag naar opium te stimuleren. Met de introductie van de opiumregie kwam die prikkel te vervallen. De overgang van vele kleine drugsbaronnen naar één grote was zo gek nog niet.
The price elasticity of hard drugs; the case of opium in the Dutch East Indies (1923-1938), Journal of Political Economy, Jan van Ours, 1995
The effect of government policy on drug use; Java, 1875-1904, Journal of Economic History, Eric van Luijk en Jan van Ours, maart 2001
Alfred Birney de schrijver, zijn boeken, (retro)blog en zo meer
the year of the cat
Archief Auteur Boeken Publicatielijst Contact
← Spoelwet Spoelwet en Het Gebaar →
De Staat is nog altijd een pooier
In Columns 6 February 2004 tags geschiedenis, indische, nederlandse
logo alfred birney De onlangs ingevoerde zoveelste verhoging in zeer korte tijd van de accijns op tabakswaren is buitenproportioneel. De Staat schaamt zich niet eens meer voor de dubbele rol die zij speelt: het beschermen van de gezondheid van haar onderdanen en tegelijk het binnenhalen van zoveel mogelijk belastingcenten. Hoe meer rokers stoppen, hoe hoger de accijnzen. Wie dit als argument hanteert dat rokers voor hun eigen gelag betalen, zit er naast. De accijnzen worden niet linea recta naar de gezondheidszorg doorgesluisd. Integendeel: de gezondheidszorg wordt uitgekleed en diverse organisaties binnen die zorg worden als concurrenten tegen elkaar uitgespeeld met als grote marionettenspeler uiteraard de Staat.
De gevolgen van de extreme accijnsverhoging zijn direct zichtbaar. Sommige tabakshandelaren verkopen nu al sigaretten per stuk onder de toonbank door aan mensen die niet kunnen of willen stoppen met roken en het met wat minder gaan doen. Kortom: de sigaret als joint, zoals je die per stuk in zogenaamde coffeeshops kunt kopen.
Onze Staat voerde ooit uit pure geldzucht een zogenaamde ‘opiumregie’ in voormalig Nederlands-Indië (zie o.a.: The effect of government policy on drug use; Java, 1875-1904, Journal of Economic History – Eric van Luijk en Jan van Ours, maart 2001). Die ‘opiumregie’ stond onder toezicht van een bureau van het ministerie van Financiën. De Nederlandse Handel Maatschappij (NHM) was monopolist en zou later trouwens opgaan in de ABN. Volgens het Amerikaanse zakenblad Forbes heeft Beatrix thans voor tien procent aan aandelen in ABN-AMRO. Of dat fraai is, is aan de lezer. De Indische bellettrie van de negentiende eeuw staat overigens bol van de schandalen rond de opiumhandel, maar die titels halen natuurlijk de boekenlijsten op de middelbare scholen niet, dat begrijpt u zeker wel.
Wie de schadelijkheid van het dagelijkse autoverkeer als tegenvoorbeeld aanhaalt in de discussie over de schadelijkheid van het roken, krijgt steevast te horen dat het autoverkeer de economie dient. Al die automobilisten die veelal alleenrijdend enorme files vormen en de lucht verzieken, die dienen ons! Het zal wel, maar ons nageslacht zal daarvoor moeten boeten, méér dan voor die sigaretten waar hysterici zo debiel over lopen te schreeuwen.
De penoze wrijft zich intussen verlekkerd in de handen. Dealen in cocaïne, heroïne en XTC wordt uitgebreid met de handel in sigaretten uit clandestiene fabrieken. Wie nu nog een krantenwijkje loopt, is straks koerier van zo’n organisatie. Fijn, dat worden straks dus nog meer smoking guns in de handen van de politie, die het vuile werk mag opknappen dat nota bene door haar werkgever wordt geschapen. Enfin, wie nu nog lult over de teloorgang van normen en waarden die moet maar eens de geschiedenisboeken induiken. Die van pakweg honderd jaar terug staan in elk geval nog overeind.
Haagsche Courant, vrijdag 6 februari 2004
22 mei 2005
Hoofdstuk 1 (Drugs) !!!
HOOFDSTUK ÉÉN Het verkopen van de term “ongeneeslijkheid”
BELANGRIJKE FEITEN
1Het psychiatrische middel methadon is niet bedoeld om de verslaving op te lossen, het is bedoeld om een verslaafde “hanteerbaar” te maken.
2 Ondanks het feit dat meer mensen heroïne gebruiken, overlijden er meer mensen aan het gebruik van methadon.
3 Andere “therapeutische” drugs zoals Buprenorphine kunnen ademhalingsproblemen veroorzaken.*7
4Joseph Glenmullen, psychiater aan de Harvard Medical School, stelt dat sterke voorgeschreven drugs alleen de “gevoelens verdoven, net zoals tijdens de verslaving gebeurde” en de verslaafde niet in staat stellen om zijn verslaving succesvol te overwinnen.*8
Methadon, zelf een narcoticum, kan de behoefte aan narcotica niet definitief stoppen.
Een onderzoek naar de hedendaagse drugsrehabilitatie laat zien dat dit werkterrein vrijwel volledig in handen is van de psychiatrie. In een artikel dat in 1998 gepubliceerd werd in het National Journal of Justice stelde Dr. Alan I. Leshner, professor in de psychologie en hoofd van het National Institute of Drug Abuse (NIDA), dat “Verslaving zelden een acute ziekte is.
Voor de meeste mensen is het een chronische aandoening met terugvallen.” Eén van de hedendaagse “topdeskundigen” op het gebied van drugsrehabilitatie stelt dat voor de meeste mensen verslaving een “ziekte” is waar ze nooit vanaf zullen komen.
In hetzelfde artikel definieerde Dr. Leshner een succesvolle prestatie op het gebied van drugsrehabilitatie als volgt: “…een goed resultaat van de behandeling, en het meest redelijke resultaat, is een belangrijke afname van het drugsgebruik en lange perioden van onthouding met zo nu en dan terugvallen.”
Gebaseerd op deze theorie, leveren de mensen in afkickcentra goed werk als de verslaafde minder vaak drugs gebruikt. Dr. Leshner’s meest onthullende verklaring vertelt ons precies hoe het afkicken van drugs past in de psychiatrische drugsrehabilitatie. Hij zegt: “…een redelijke standaard voor een behandeling is niet het afkicken van drugs maar het beheersbaar brengen van de verslaving, zoals dat ook voor andere chronische ziekten geldt.” Het werkelijk afkicken van drugs komt niet ter sprake. Het zal u niet verbazen, het gebruik van drugs stijgt snel. In 2001 gebruikte naar schatting 5% van de wereldbevolking boven de 15 jaar drugs.
Het methadon programma – list en bedrog
Het psychiatrische vlaggeschip in het behandelen van verslaving is het verstrekken van methadon aan heroïneverslaafden. Hoe effectief is dit? Volgens de beschikbare literatuur wordt in het programma het “medicijn” met de naam methadon gebruikt om het chemische evenwicht in de hersenen te herstellen, het effect van de heroïne te blokkeren en de behoefte eraan te verminderen. Evaluatie van het programma levert echter ook minder bekende feiten op.
Methadon was nooit bedoeld als oplossing voor de verslaving. Een van de eerste onderzoekers van methadon stelde vast: “Onthouding is NIET het doel, het doel is om de verslaafde hanteerbaar te maken.”*9 Door methadon een geneesmiddel te noemen, wordt voorbijgegaan aan het feit dat het een verslavende drug is, minstens zo verslavend als heroïne.*10 Het is nog erger: van methadon afkicken is nog moeilijker dan van heroïne afkicken, de afkickverschijnselen duren zes weken langer.
In 1971 was reeds bekend dat baby’s van moeders die methadon gebruikten, leden aan afkickverschijnselen zoals stuiptrekkingen.*11 Methadon kan de behoefte aan drugs niet definitief stoppen, net zo min als het de onderliggende reden van de verslaafde om drugs te gebruiken kan elimineren.
Een verslaafde die 17 jaar lang heroïne en methadon gebruikte zei: “Ik ben geen voorstander van methadon omdat ik simpelweg geloof dat het ervoor gezorgd heeft dat mijn verslaving langer duurde. Het langdurige gebruik van methadon hield me gevangen als een verslaafde. Ik kon niet zonder de kliniek…als je methadon gebruikt heb je geen ‘leven’, je bent een slaaf van deze drug en het dagelijks leven hangt er volledig vanaf…ik kon niet reizen of op vakantie gaan en ik wilde dat ook niet, omdat ik vastzat aan deze drug…”
Nadat hij was afgekickt van de methadon zei hij: “Ik begon voor het eerst in mijn leven te leven,” hij spreekt zich nu uit voor een drugsvrij leven.*12 Literatuur over methadon waarschuwt voor de levensbedreigende risico’s van deze drug, o.a. hartstilstand, problemen met de ademhaling en de bloedsomloop en shock. “Overdoses en overlijden kunnen voorkomen.”*13
Tussen 1982 en 1992 steeg het aantal sterfgevallen in Engeland door methadongebruik met 710%, van 16 naar 131.*14 In Nieuw Zuid Wales in Australië waren er tussen 1990 en 1995, 242 aan methadon gerelateerde sterfgevallen.*15 In september 2002 liet de 38-jarige echtgenoot van Patricia Cluka zich opnemen in een Centrum voor Geestelijke Gezondheid en Familie Counseling voor een behandeling met methadon, nadat hij twee weken heroïne had gebruikt. Omdat hij heftig reageerde op de methadon vroeg hij een week later of de dosering verminderd kon worden, maar er was geen dokter aanwezig die de dosering kon aanpassen. Twee dagen later was hij dood.
De lijkschouwer stelde vast dat hij was overleden aan een “acute methadonvergiftiging”. Naast methadon is er ook Buprenorphine, een narcoticum dat gebruikt wordt om heroïneverslaving te behandelen.*16 Buprenorphine kan, net als morfine, ademhalingsproblemen veroorzaken en kan bij mensen die al verslaafd zijn, resulteren in afkickverschijnselen.*17
Joseph Glenmullen, van de Harvard Medical School, stelt dat sterke voorgeschreven drugs alleen de “gevoelens verdoven, net als tijdens de verslaving gebeurde” en iemand niet in staat stellen zijn verslaving met succes te overwinnen.*18 Het is interessant om even terug te denken aan de uitspraak van Dr. Leshner dat methadongebruik zorgt voor “een belangrijke afname van het drugsgebruik en lange perioden van onthouding…”
In werkelijkheid bereikt het methadonprogramma alleen een afname in het gebruik van heroïne via een toename in methadongebruik. Een legale en zeer verslavende drug, die verzachtend een medicijn wordt genoemd, vervangt een illegale en zeer verslavende drug. Hetzelfde zonder meer listig te noemen bedrog komt tot uiting in een rapport van de Amerikaanse Substance Abuse and Mental Health Services Administration (SAMHSA) uit 1998, waarin wordt gesteld dat programma’s voor verslaafden effectief zijn.
Na het ondervragen van minder dan 1% van de verslaafden in Amerika, claimt het rapport een afname van illegale drugs van 21% en een afname van het heroïnegebruik met 14% onder deze groep ondervraagden. In België vertienvoudigde het aantal voorschriften voor methadon tussen 1990 en 1994.*19 In Nederland wordt meer dan 50% van de methadonverstrekking uitgevoerd door “methadonbussen”, een privé onderneming die per bus 100 of meer verslaafden van drugs voorziet. Het gemakkelijk kunnen verkrijgen van drugs en het liberale drugsbeleid in Nederland maken dit land tot een “paradijs voor drugskoeriers”.
Een Franse narcotica-agent beschreef Nederland als “de drugs supermarkt van Europa.” In 1987 lanceerde de NIDA een “wetenschappelijk ondersteunde aanval om de verontrustende verspreiding van het heroïnegebruik onder de jeugd te stoppen.” In 1995 waren er echter 500.000 heroïneverslaafden in de Verenigde Staten. Nadat er miljarden dollars waren besteed aan zogenaamd onderzoek naar drugsverslaving en psychiatrische behandelingen was dit aantal in 2000 gestegen tot 810.000.
Hoewel een drugsverslaving iemand als het ware kan overweldigen, is het belangrijk om te weten dat de psychiatrie, haar diagnosen en haar drugs niet werken. Haar drugs en programma’s maskeren het probleem alleen op een chemische manier; ze kunnen het drugsprobleem structureel niet oplossen.
FALENDE AFKICKPROGRAMMA’S
Net als van zitplaats verwisselen op de Titanic
Het verstrekken van methadon wordt door psychiaters geroemd als een groot succes. In werkelijkheid is het methadonprogramma niets anders dan een aan het oog onttrokken mislukking voor de individuele drugsverslaafde en voor de maatschappij. Hier volgen enkele uitspraken van drugsverslaafden die een methadonprogramma hebben gedaan:
“Methadongebruik is een tot instituut verheven ellende. Het lost niets op aan de emotionele en spirituele ziekte die een drugsverslaving is. De heroïneverslaafde komt methadonverstrekking op zijn weg tegen en het is niet anders dan van zitplaats verwisselen op de Titanic.” – Sam, een ex-heroïneverslaafde.
“Methadon is waarschijnlijk het slechtste dat je iemand kunt geven, want je zegt ermee dat het goed is om high te worden.” – Scott, een ex-heroïneverslaafde die twee jaar methadon gebruikte.
“Ik ben 6 jaar lang verslaafd geweest aan methadon. Ik wilde mijn leven terug. Ik begon dus met het verminderen van de dosering en met het overslaan van dagen, en zo min mogelijk nemen. Ik gebruik nu al tien dagen niets maar ben te oud om me nog langer zo beroerd te voelen. Ik kon best 5-7 dagen zonder “dope” om me aan het eind nog steeds prima te voelen. Maar dit? De persoon die heeft bedacht dat methadon de heroïne moest gaan vervangen is een gemeen, sadistisch persoon…Ik heb gehoord dat dit meer dan zes maanden zo door kan gaan. Tegen die tijd ben ik krankzinnig.” – Nanci, terwijl ze afkickte van de methadon.
“Ik heb alle [psychiatrisch georiënteerde] afkickprogramma’s die beschikbaar waren in Australië gedaan in een poging om af te kicken en mijn leven terug te krijgen; methadon, het twaalf stappen programma, begeleiding, je kunt het zo gek niet verzinnen of ik heb het gedaan. Sommige van deze programma’s zelfs vaker dan twee keer. Aan het einde viel ik elke keer weer terug”. – G.C., ex-heroïneverslaafde.
“Ik gebruikte 5 jaar methadon en het was veel moeilijker om van af te kicken dan van heroïne. Je kunt het bezoek aan de methadonkliniek geen dag overslaan of je wordt onmiddellijk heel erg ziek. Het is een enorme valkuil.” – J.J., ex-heroïneverslaafde. BRON : HET BEDROG ROND AFKICKEN Psychiatrische zwendel met drugs Rapport en aanbevelingen over methadon en andere desastreuze psychiatrische op drugs gebaseerde ‘rehabilitatie’ programma’s (CCHR)