RE: AWBZ verplichting via zorgkantoren geen hulpverlening aan dak en thuislozen door stichtingen en gemeentes die geen toezicht houden en zelfs onbehoorlijk bestuur vertonen.

From: kingkong1621@live.nl
To: bureau@nationaleombudsman.nl; cda.publieksvoorlichting@tweedekamer.nl; cdja.maastricht@gmail.com; christenunie@tweedekamer.nl; cie.vws@tweedekamer.nl; cip@ciz.nl; d66@tweedekamer.nl; denkmetkoosmee@gmail.com; g.vanittersum@platformggz.nl; g.wilders@tweedekamer.nl; groenlinks@tweedekamer.nl; groephopzoetermeer@hans-zijlstra.nl; h.drost@tweedekamer.nl; i.y.tan@chello.nl; info@bijstandsbond.org; info@kafkabrigade.nl; info@laatjenietkisten.nl; info@petersiebelt.nl; info@pgb.nl; l.jacobi@tweedekamer.nl; jvwzakelijk@gmail.com; k.vaartjes@amnesty.nl; kamer@sp.nl; l.hartings@tweedekamer.nl; loket@igz.nl; meldjezorg@platformggz.nl; meldpuntcorporaties@minvrom.nl; mjonkers@ggznederland.nl; nieuwsdienst@trouw.nl; no.reply@nos.nl; politiek@nd.nl; postbus@eerstekamer.nl; pvda_voorlichting@tweedekamer.nl; pvv@tweedekamer.nl; redactie.elsevier@elsevier.nl; redactie@eenvandaag.nl; redactie@volkskrant.nl; s.hofstra@ggzberaad.nl; sgp@tweedekamer.nl; straatadvocaten@gmail.com; tip@at5.nl; tips@leeuwardercourant.nl; voorlichting@minvws.nl; voorzitter@dwars.org; vvdvoorlichting@tweedekamer.nl; w.tonissen@tweedekamer.nl; zembla@vara.nl
Subject: RE: AWBZ verplichting via zorgkantoren geen hulpverlening aan dak en thuislozen door stichtingen en gemeentes die geen toezicht houden en zelfs onbehoorlijk bestuur vertonen.
Date: Sat, 29 Oct 2011 13:02:42 +0200

 

Gericht aan kamerleden en de media etc.,
 
Ik stuur u een aantal bijlages die direct verband houden met de negatieve gedragingen van de zorgkantoren en het CIZ en waar verbanden kunnen worden gelegd i.v.m. het gegeven dat het begrip AWBZ instelling niet precies is gedefineerd in de wet en regelgeving terug te vinden in het onderzoeksrapport van de Boer en Croon naar het “Gebruik van AWBZ middelen” plus bijlages en naar het rapport CVZ signalement toelating AWBZ instellingen 2004″ en waar naar buiten komt dat iedereen zonder opleidingen en diploma”s met paar man en bestuursstructuur kan opzetten en een AWBZ instelling en dan zonder toezicht op het zorgaanbod AWBZ ondersteuning kam aanvragen bij het CIZ en zorgkantoor en dat komt door de vrije marktwerking en zelfregulering.
Hier in Zwolle is de Herberg een opvang voor daklozen opgezet die eerst in de Terborchstraat 13-15 zou worden gevestigd in Zwolle en waar bewoners van deze straat in verzet kwamen tegen deze opvang en een onderzoeksrapport opstelden waarin de deelnemende woningcorporaties SWZ,Delta wonen en Openbaar Belang en RIBW Zwolle bekenden geen kennis van zaken te hebben over deze nieuwe doelgroep en dan nu 5 jaar later in uiting komt in de afstudeerscriptie “RIBW denkt met je mee” waarin de woonbegeleiders/sters van RIBW Vecht bekennen niet te weten hoe zij hun clienten moeten helpen.
IK gaf het al in 2003 door aan het toenmalige gemeenteraadslid SP Mevr. M. Twisterling en IGZ en Nza en tweede kamerfracties,algemene rekenkamer  dat de Herberg een groot bedrog was omdat ik van de plannen afwist en waar de woningcorporaties en RIBW Zwolle al in 2002 besloten om Joop van Ommen directeur van de WRZV sporthallen aan te stellen als supervisor over de Herberg maar waar het alleen is te gaan om de AWBZ inkomsten en de hoge eigen bijdrages die daklozen moeten betalen voor een kamertje in deze Herberg en dat het zorgkantoor maar klakkeloos AWBZ gelden blijft verstrekken met onrechtmatig verkregen indicaties voor psychische stoornissen,hetzelfde geld ook voor de begeleiding van het leger des heils waarvan begeleiding/hulpverlening niet aanwezig is.
Ik zend u een commissieverslag van bewoners van de gemeente Kampen waar de Herberg zwolle ter sprake kwam omdat ik het rapport “de Herberg in de Terborchstraat,anatomie van een onbegrijpelijk voornemen “wat opgesteld is door de bewoners van de Terborchstaat niet meer op Internet kan terug vinden.
 
Gegroet de Hr. R. Donker te Zwolle
Sla navigatie over

 

Contactgegevens

Bezoekadres Burgemeester Roelenweg 9
8021 EV Zwolle
Postadres Burgemeester Roelenweg 9
8031 EV Zwolle
Telefoon 038-4226832
Fax 038-4269697
Internet adres www.ribwzwolle.nl
E-mailadres herberg@ribwzwolle.nl

Sector

Geestelijke gezondheidszorg

Disclaimer/bron

De informatie op deze pagina wordt beheerd door Zorgbelang Overijssel. Dit doen zij op basis van gegevens die verstrekt worden door RIBW Zwolle e.o. Project Herberg, Zwolle. Wijzigingen kunt u aan deze beheerder doorgeven. De laatste wijziging dateert van 7 april 2008.

 

U bevindt zich hier › Regio › Zwolle

SWZ en OB haken af aan Roelenweg zorgboulevard

  woensdag 26 oktober 2011 | 16:14 | Laatst bijgewerkt op: woensdag 26 oktober 2011 | 16:16

Tekstgrootte tekst verkleinentekst vergroten
 
ZWOLLE – Twee van de drie Zwolse corporaties hebben besloten niet te gaan investeren in de studentenhuisvesting (475 eenheden) aan Pannekoekendijk en Roelenweg.
Het afhaken van SWZ en Openbaar Belang betekent dat deltaWonen, corporaties van buiten Zwolle, gemeente en ontwikkelaars op korte termijn een oplossing moeten vinden voor het gat van 7,5 miljoen euro, dat nu is ontstaan. ‘Trekker’ deltaWonen houdt hoop eruit te kunnen komen.

SWZen Openbaar Belang doen niet meer mee omdat ze – bij schaarser wordende middelen – de prioriteit leggen bij projecten elders in de stad. De wachttijden voor een sociale huurwoning zijn opgelopen naar vier jaar, is de constatering, terwijl studenten doorsnee binnen een halfjaar woonruimte hebben gevonden.

U bevindt zich hier › Regio › Zwolle

Nieuwe plek voor daklozen en verslaafden

Auteur: door Jauke Hamstra |   donderdag 13 maart 2008 | 03:13 | Laatst bijgewerkt op: donderdag 13 maart 2008 | 03:35

Tekstgrootte tekst verkleinentekst vergroten
 
ZWOLLE – Gemeente Zwolle maakt werk van de opvang van dak- en thuislozen.
Deze zomer start de bouw van de nieuwe Herberg aan de Nijverheidstraat en eind 2011 moet er een nieuw onderkomen zijn voor de verslavingszorg en dagopvang.

De aandacht van de gemeente en Achmea Zorgkantoor verschuift geleidelijk van nachtopvang naar 24-uurs opvang in het nieuwe onderkomen.

In de nieuwe Herberg – een tijdelijk vangnet voor mensen die geen dak boven hun hoofd hebben – komen in totaal 36 bedden en een gezinskamer. In Zwolle zijn er momenteel 250 dak- en thuislozen.

Op de hoek van de Pannekoekendijk en de Burgemeester Roelenweg – waar nu nog de taxicentrale gevestigd is – zal alles wat met verslavingszorg te maken heeft ondergebracht worden. Beide voorzieningen dragen bij aan de ambities van het Stedelijk Kompas van de gemeente Zwolle, namelijk: minder daklozen en minder overlast.

Daarnaast hoopt de gemeente de levensomstandigheden van de dak- en thuislozen te verbeteren.

Wethouder Erik Dannenberg (Zorg en Welzijn) verwacht dat het nieuwe onderkomen aan de Burgemeester Roelenweg eind 2011 gereed zal zijn. “Deze nieuwe locatie zal een gebruiksruimte hebben, maar ook nachtopvang voor verslaafde dak- en thuislozen, methadonverstrekking en de dagopvang Bonjour en Hostel.”

De wethouder wijst trots naar de veldtafel die hij woensdagmiddag samen met staatssecretaris Jet Bussemaker (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) onthulde in één van de huidige opvanglocaties, dagopvang Bonjour. “Deze tafel zal in het nieuwe onderkomen een prominent plekje krijgen. Het krijgt een belangrijke functie, want er worden hulpverleners uitgenodigd als de hulpverlening voor een individuele dakloze te wensen overlaat. Aan deze tafel worden zaken gedaan, niemand loopt zomaar weg.”

Op het midden van de tafel zijn twee latjes bevestigd, waar gisterochtend op symbolische wijze de logo’s van de 7 hulpverlende instanties (in houten blokjes gekerfd) tussen geschoven werden. Tactusgroep, GGD IJsssel Vecht, Iriszorg, RIBW Zwolle, Achmea Zorgkantoor, Zwolse Poort en het Leger des Heils zijn tot nu toe vertegenwoordigd. Dannenberg: “Je ziet dat er nog ruimte over is. Gelukkig maar, want er kunnen nog meer partijen bijkomen.”

Omdat het nieuwe onderkomen voor de verslavingszorg en dagopvang pas in 2011 gereed is, heeft de gemeente gezocht naar tijdelijke huisvesting. In overleg met de buurt blijft de dagopvang Bonjour tot 2011 open. Dannenberg: “We zijn met omwonenden in gesprek gegaan en ik ben tevreden over de uitkomst daarvan.” De gemeente gaat het gebouw waarin Bonjour gevestigd is opknappen. Er is volgens de wethouder hier en daar een likje verf nodig. Daarnaast komen in de buurt extra parkeerplekken en speelvoorzieningen voor jongeren, waaronder een trapveldje. De gemeente trekt hier ongeveer twee ton uit.

Een dakloze Belg heeft binnen de dagopvang wanden etc. geschilderd tegen de belofte dat hij honderd euro zou krijgen,maar deze opvang had net als de nachtopvang Nel Banninkhuis in 2005 al gesloten moeten zijn dus wie belazert hier de boel waar daklozen over straat moeten zwerven en in de  opvang totaal geen zorg en hulpverlening krijgen.
U bevindt zich hier › Regio › Zwolle

Voor Bonjour hoort wat noot:dus de wethouder zorg en welzijn zwolle koopt gewoon de omwonenden van Bonjour om met een zak geld

Auteur: door Caspar van Oirschot |   donderdag 29 november 2007 | 03:59

Tekstgrootte tekst verkleinentekst vergroten
 
ZWOLLE – Een met twee jaar verlengd verblijf van dagopvang Bonjour aan de Drijbersingel leidt niet tot boosheid op wijkplatform Dieze-West.

Dat is opmerkelijk, gezien de voorgeschiedenis van de tijdelijke dagopvang voor dak- en thuislozen. Hoe dat kan? De gemeente is bereid de knip te trekken om andere wensen van omwonenden te vervullen.

Op het wijkplatform Dieze-West klonk gisteravond nauwelijks een wanklank nadat wethouder Erik Dannenberg de situatie rond Bonjour had uitgelegd. En die is dat de definitieve huisvesting langer op zich laat wachten dan gehoopt. Het wordt geen 2006, zoals in den beginne geroepen is, maar het wordt ook geen 2009, zoals nu met de wijk is afgesproken. Het jaar 2011 is wel serieus in beeld als periode waarin de ‘geclusterde zorgvoorziening’ aan de Roelen- weg/Pannekoekendijk eindelijk eens kan gaan draaien. Maar gezien het feit dat er nog tal van overeenkomsten gesloten moeten worden om de grootschalige bouw op de Roelenweg mogelijk te maken kan een zekere datum niet genoemd worden.

Omdat vinden en openen van een tweede tijdelijke opvanglocatie voor dak- en thuislozen de gemeente veel geld gaat kosten heeft het college van B en W toch besloten om de vraag neer te leggen in Dieze-West: wat is er nodig om langer verblijf van Bonjour mogelijk te maken?

Volgens Dannenberg moet die vraag kunnen; er is volgens hem immers momenteel weinig sprake van overlast, mede dankzij inzet van omwonenden en het strakke beheersplan dat er op de opvang ligt.

Elders tijdelijk dagopvang vestigen zou een hoop onrust in de nieuwe buurt en bij de doelgroep zelf geven, terwijl de huidige beheerscommissie, bewoners en handhavers een ‘geoliede machine’ vormen. Dannenberg heeft de directe omwonenden afgelopen vrijdag al gesproken over zijn wens langer te blijven, nieuw overleg volgt.

De wijk zal moeten gaan bedenken wat men van de vraag van het college vindt en wat men eventueel in de wijk wil zien gebeuren, mocht de wijk instemmen met een langer verblijf van Bonjour. Dannenberg hoopt in de tweede week van januari al gezamenlijke afspraken op papier te kunnen zetten.

 
De sprookjes en luchtkastelen van de CDA wethouder zorg en welzijn Zwolle de Hr. E. Dannenberg,voorheen directeur leger des heils Zwolle vanaf 2000 tot 2003 en dus met belangenverstrengelingen met deze organisatie, lid van de adviesraad van het regionale Achmea zorgkantoor die de AWBZ gelden verdeelt over toegelaten dubieus operende instellingen via onrechtmatige indicatiestellingen zoals RIBW Vecht,Dimence en Creating Balance LIBW leger des heils beschermde woonvormen maar waar zorgkantoren geen materiele controles uitvoeren nog dat er face tot face indicaties bij de clienten worden uitgevoerd en gevraagd of hun hulpvraag overeenstemt met het zorgaanbod,maar waar dakloze clienten geen keuzevrijheden hebben in Over-IJssel waar de voorzieningen in handen zijn van het Leger des Heils ,Tactus en RIBW Vecht in samenwerking met de lokale corporaties en de zogenaamde praktisch opgeleide hulpverlener Joop van Ommen directeur van de WRZV sporthallen met jarenlange huur en belastingschulden via “creatief boekhouden” en supervisor over de Herberg aan de Nijverheidstraat in Zwolle en alles wijst op fraudepraktijken.
 
 
 
 

Uitvoering project Burg. Roelenweg Oost nadert

 
Impressie van project Burgemeester Roelenweg Oost
Impressie van project Burgemeester Roelenweg Oost
Impressie van project Burgemeester Roelenweg Oost

De daadwerkelijke uitvoering van het project aan de Burgemeester Roelenweg Oost komt steeds dichterbij. Sinds de vaststelling van het Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) is er op verschillende fronten vooruitgang geboekt.
Zo is het tekort voor het project teruggebracht, mede dankzij de provincie Overijssel die een bijdrage van € 2 miljoen euro heeft toegezegd, en zijn de lokale en regionale woningcorporaties en lokale onderwijsinstellingen inmiddels intensief betrokken bij het project.

Eigenaren

Het is de bedoeling dat de lokale en regionale corporaties door middel van een Commanditaire Vennootschap (CV) in het project deelnemen. Hiermee worden zij eindbelegger en tevens eigenaar van het gebouw.

Begin volgend jaar wordt hierover duidelijkheid verwacht. Zodra dit rond is, kan vervolgens de contractvorming worden afgerond. Hiermee komt dan de daadwerkelijke uitvoering van het project een enorme stap dichterbij. De planning is om begin 2011 dan de planologische procedure op te starten.

Geclusterde zorgvoorziening en studenteneenheden

Aan de Burgemeester Roelenweg komt een geclusterde zorgvoorziening, circa 475 studenteneenheden en een parkeergarage voor deze voorzieningen. Het totale complex heeft een bruto vloeroppervlak van circa 24.500 m2.

Met de komst van deze voorzieningen kan ook de infrastructuur aan de Pannekoekendijk en de Burgemeester Roelenweg verbeterd worden. Het gaat dan om het vergroten van de rotonde en de aanleg van een vrijliggend fietspad.

Goed bereikbaar

Wethouder Dannenberg over de ontwikkeling aan de Burgemeester Roelenweg: “De ontwikkeling van studentenhuisvesting en een zorgvoorziening aan op deze plek is een prachtige aanvulling op het reeds bestaande aanbod in onze stad. Het is ook nog eens een prachtige, goed bereikbare, A-locatie op steenworp afstand van de binnenstad. Er is ons daarom alles aan gelegen om deze locatie goed te ontwikkelen”.

 
 
 
 
publicatiedatum: 23 november 2010
 
 

Dit is Google’s cachegeheugen van http://www.kampen.nl/ris/cieinwoners/verslagencieinwoners/commissieverslaginwoners7december2004. Dit is een momentopname van hoe de pagina eruitzag op 3 maart 2011 03:22:23 GMT. De huidige pagina kan in de tussentijd veranderd zijn. Meer informatie

Deze zoekwoorden zijn gemarkeerd: herberg van een onbegrijpelijk voornemen Deze termen komen enkel voor in links die verwijzen naar deze pagina: anatomie  

pageTopKampen – Commissieverslag Inwoners 7 december 2004

 

 

Commissieverslag Inwoners 7 december 2004

Datum 08 dec 2004
Tijd 19:30
Locatie Stadhuis, Burgemeester Berghuisplein 1, Kampen
Bestuursorgaan commissie Inwoners
Documentsoort Verslagen
VERSLAG  van de vergadering van de commissie INWONERS van dinsdag 7 december 2004.
Aanwezig:
Voorzitter    Dhr. G.J. Bakker
Secretaris    Dhr. J. Ringenier
Commissieleden    Mevr. J.G. Tabak (PvdA)    Dhr. J. Elhorst (AD)
        Mevr. J. Diender-Brink (VB)    Dhr. J.W. Schutte (CU)
        Mevr. P. Zijlstra-Dijkstra (CDA)    Dhr. H. van der Maten (CU)
        Dhr. C.J. van der Zaag (CDA)    Dhr. H. Krans (VVD)
        Dhr. P.J. Ashouwer (GL)    Dhr. T. van ‘t Zand (VVD)
       
Tevens aanwezig:    Dhr. R. de Boer, portefeuillehouder
        Dhr. J.N. Wieten, portefeuillehouder
        Dhr. J. Kattenberg, portefeuillehouder
        Dhr. G. Wessels, gemeente Kampen

Afwezig:    Dhr. H. de Goede (voorzitter)
        Dhr. A. Hofman (AD)

1.    Opening
De voorzitter opent de vergadering en heet allen welkom.

2.    Vaststellen van de agenda
De voorzitter stelt voor de agendapunten 11 tot en met 13 naar voren te halen op de agenda en na de termijnagenda aan de orde te stellen. Met deze wijziging wordt de agenda vastgesteld.

3.    Mededelingen
De voorzitter meldt:
Bericht van verhindering is ontvangen van de voorzitter van de commissie Inwoners, de heer De Goede. Hij wordt vervangen door de heer Bakker. De heer Hofman (AD) is afwezig en wordt ver-vangen door de heer Elhorst (AD).

In het kader van de netwerkstadvisie Zwolle–Kampen worden maandag 20 december 2004, dins-dag 21 december 2004, woensdag 22 december 2004, maandag 17 januari en dinsdag 25 januari 2005 themabijeenkomsten gehouden met als onderwerp toerisme, recreatie, kennisnetwerk en cre-atieve stad, zorg, zingeving en welzijn, fysieke infrastructuren en economie en cultuur. De aanwe-zigheid van commissieleden bij deze bijeenkomsten wordt zeer op prijs gesteld.

4.    Rondvraag voor de aanwezige portefeuillehouder(s)
De heer Ashouwer vraagt wethouder De Boer naar het verloop van het gesprek tussen de wethou-ders van Kampen en Zwolle over de ID-banen. Wat zijn naar aanleiding van het betreffende ge-sprek de gevolgen voor de Kamper ID’ers die in Zwolle werken?

De heer Krans weet dat afgelopen vrijdag 2.000 aanmaningen zijn verstuurd. Hoe kan het dat zo-veel mensen tegelijk niet voldoen aan hun verplichting tot betaling? Blijkbaar werkt het aanma-ningsysteem niet voldoende. Dit is een vraag in algemene zin.

De voorzitter verduidelijkt dat deze vraag eigenlijk buiten de orde van de commissie Inwoners valt. Aangezien de commissie Bestuur en middelen van morgenavond niet doorgaat en de komen-de week de wethouder  niet aanwezig is, geeft de voorzitter de heer Krans toestemming bovenge-noemde vraag te stellen.

De heer Krans voegt toe dat de wethouder zeker bereid is te antwoorden.

De heer Van der Maten vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot het gesprek inzake de ID-banen.

Wethouder De Boer licht toe dat in de voorgaande commissievergadering uitvoerig over het on-derwerp ID-banen is gesproken. Nader overleg moest nog worden gevoerd met Zwolle over hun werkwijze omtrent de ID-banen die worden vervuld door mensen uit Kampen of ID-banen uit Zwolle die in Kampen worden uitgevoerd. Het overleg heeft plaatsgehad en de gemeente Zwolle handhaaft haar standpunt. De gemeente Kampen zal haar beleid voortzetten, zoals afgesproken. De verantwoordelijkheid die de gemeente Zwolle heeft en dat geldt ook voor de werkgevers in de gemeente Zwolle die gebruik maken van de betreffende ID’ers blijft liggen waar die nu ligt. Hoe dit in de praktijk werkt, weet wethouder De Boer niet. Niet alle ID’ers krijgen per 1 januari 2005 ontslag bij hun werkgever. De gemeente Zwolle zet in de bezuinigingen op een aantal ID-banen het beleid ongewijzigd voort.

De heer Van der Maten heeft geen woorden voor de werkwijze van de gemeente Zwolle en de manier waarop zij de ID-banen die voor de eigen burgers van toepassing zijn op een dergelijke wijze aan de kant schuiven. Dat is onbegrijpelijk en heel jammer.

De heer Ashouwer is van mening dat de Kamper mensen de dupe zijn. De heer Ashouwer vraagt of vanuit de gemeente Kampen iets kan worden gedaan voor die mensen die veel hebben gedaan om op de arbeidsmarkt te kunnen komen.

Wethouder De Boer vult aan dat de verantwoordelijkheid die elders ligt niet maar zo kan worden overgenomen, omdat daar geen mogelijkheden en ruimte voor zijn. Mochten Kampenaren worden ontslagen en ze komen in aanmerking voor het reïntegratietraject, dan zal worden geprobeerd de reïntegratie te bevorderen. Dit geldt in algemene zin.

Wethouder Kattenberg legt uit dat in het recente verleden een opdracht is gegeven om achter-standen in te lopen. Vanaf het voorjaar is gewerkt aan het in beeld brengen van de achterstanden en die proberen weg te werken. In de eerste tranche is geprobeerd de leges en belastingen inzichte-lijk te krijgen. De tranche die daarna kwam, had betrekking op de civiele verordeningen. De aan-maningen die nu zijn verstuurd, zijn de afgelopen maanden verstuurd en daar is geen reactie op ontvangen, waardoor dwangbevelen aan de orde zijn gekomen. Een fors aantal dwangbevelen is verstuurd en dat vereist een iets zorgvuldiger voorbereiding dan een aanmaning die zelf kan wor-den uitgedraaid. Een dwangbevel wordt uitbesteed en niet intern opgepakt.

De voorzitter stelt dat wethouder Kattenberg zeker weet dat hij zeer zorgvuldig te werk is gegaan.

Wethouder Kattenberg vult aan dat dit onderwerp iedere week onderwerp van gesprek is in het bilateraal overleg en met onder andere het hoofd Financiën.

De heer Krans is blij dat dit punt aandachtig wordt behandeld aangezien het de gezamenlijke kas betreft. Op de eerder verstuurde aanmaningen is nauwelijks gereageerd.

Wethouder Kattenberg spreekt dit tegen en legt uit dat een fors aantal aanmaningen wel degelijk reacties heeft opgeleverd, maar een restant is overgebleven. Dat moet alsnog zwaarder worden aangepakt.

De heer Krans geeft aan dat 1.893 dwangbevelen zijn verzonden. De organisatie laat dus te wen-sen over.

Wethouder Kattenberg stelt dat dit in het verleden al is geconstateerd.

De heer Krans geeft aan dat in geval van een dwangbevel de meeste betrokkenen binnen twee da-gen betalen. Hij vraagt de toezegging van wethouder Kattenberg dat de commissie in januari het aantal betalingen dat is ontvangen verneemt.

De voorzitter neemt aan dat wethouder Kattenberg dit onderwerp in januari aan de orde stelt in de commissie Bestuur en middelen.

5.    Spreekrecht
Twee aanmeldingen voor het spreekrecht zijn ontvangen. De eerste inspreker is een jongerengroep onder leiding van mevrouw Diender over de jeugdwebsite.

Mevrouw Diender is procesmanager jeugdbeleid en vanavond aanwezig samen met een viertal jongeren en een jongerenwerkster om het een en ander te vertellen over de jongerenparticipatie en de website jong Kampen. In de nota jeugdbeleid, door de gemeenteraad vastgesteld eind 2003, is het speerpunt ‘jongerenparticipatie’ opgenomen. Maart 2004 is vanuit de kansstructuur een werk-groep jongerenparticipatie geformeerd. Aan deze werkgroep namen deel het jongerenwerk, de gemeente, voortgezet onderwijs en de procesmanager. Als eerste heeft de werkgroep bekeken op welke wijze jongeren betrokken zouden kunnen worden bij de werkgroep. Er zijn veel flyers ver-spreid om jongeren te interesseren. De flyers zijn verspreid via het voortgezet onderwijs, het jon-gerenwerk, de politie en de pers. Uiteindelijk verschenen twintig jongeren op de startbijeenkomst op 14 mei 2004.
Tien jongeren daarvan nemen deel aan de werkgroep. De opdracht die de werkgroep kreeg, was het inventariseren van de wijze waarop jongeren willen participeren. Een moeilijke, vage en nau-welijks concrete vraag. Toch is het een klein aantal jongeren gelukt onder andere jongeren te in-ventariseren. Marita en Roel zullen later over hun bevindingen spreken. Naast de inventarisatie kreeg de werkgroep de opdracht de mogelijkheden te onderzoeken van een website en waar moge-lijk te ontwikkelen. Een plan van aanpak werd geschreven en in de zomer is een start gemaakt met de website. Veelvuldig heeft overleg plaatsgevonden over de lay-out en de inhoud van de website. Het doel jongerenparticipatie werd steeds voor ogen gehouden. De werkgroep heeft steeds weer gezocht naar het zo aantrekkelijk en interessant mogelijk maken van de website voor jongeren, zodat jongeren regelmatig zullen terugkeren om zich te laten informeren, maar ook zeker om hun mening te laten horen. Jeroen en Matthijs, deelnemers van de werkgroep, zullen de commissie aan de hand van een hand-out de website presenteren. Helaas kan dat vanavond niet via internet wor-den gedaan.

Marita heeft de Keet in IJsselmuiden bezocht om vragen te stellen aan jongeren. Ze heeft vragen-lijsten laten invullen, maar helaas werd zij niet serieus genomen. De betreffende jongeren zijn van mening dat als de gemeente vragen wil stellen zij bij de jongeren langs moet gaan. De mensen die de vragenlijst wel hebben ingevuld en serieus een gesprek hebben gevoerd, zijn van mening dat een website prima zou zijn, omdat dan snel naar de site kan worden gegaan om bijvoorbeeld aan tal van gesprekken en meningen deel te nemen ongeacht de plek waar iemand op dat moment is.

Jeroen heeft diverse jongeren gesproken in de groep vmbo tot VWO. Ze nemen liever niet deel aan een gemeenteraad en spreken hun voorkeur uit voor anonieme deelname of via een website. Jeroen geeft aan dat het verstandig is op de website in te spelen op de tijdsbesteding van jongeren, aangezien jongeren tegenwoordig veel tijd doorbrengen achter de computer. De werkgroep jeugd-participatie heeft een website ontwikkeld. Jongeren willen niet in discussie gaan met een wethou-der, maar gewoon via een anonieme weg of internet hun mening geven, waarop het college kan re-ageren. De SGP heeft de jeugdgemeenteraad voorgesteld. Een klasgenoot van Jeroen neemt in Urk deel aan de jeugdgemeenteraad en dat kost € 20.000,00 voor alle mogelijke zaken en € 12.000,00 voor papier. De jongeren doen het niet om inspraak te hebben op de Urker politiek, maar zij vin-den discussiëren leuk en om op die manier deel te nemen aan de politiek. Ze houden zich eerst be-zig met een aantal vrije onderwerpen en vervolgens gaan ze in op de nationale en internationale politiek. Helaas is dit in Kampen niet het geval en de belangstelling is niet aanwezig.

Roel legt uit dat de eerste pagina van de hand-out laat zien hoe de website er ongeveer uitziet. Bij het nieuws wordt geprobeerd iedere dag een of twee nieuwsberichten te vermelden die te maken hebben met jongeren in Kampen. Aan de zijkant zijn zaken als een forum, poll of vragenvuur op-genomen. Het forum is bedoeld voor jongeren om hun mening te kunnen geven, discussiëren met elkaar of vragen te stellen aan elkaar of aan leden van de gemeenteraad.

Matthijs vult aan dat in het forum onderwerpen kunnen worden besproken die aan de orde zijn in de omgeving van Kampen, IJsselmuiden en de rest van de gemeente. De gemeenteraad kan uit dit onderdeel een boodschap halen. In het vragenvuur kunnen de jongeren vragen stellen aan de ge-meenteraad.

Roel vult aan dat op de eerste pagina van de website een poll is opgenomen. De vraag wordt ge-steld of Kampen echt saai is voor jongeren. Jongeren kunnen aangeven of ze die mening delen of dat er in Kampen genoeg te doen is.
Het is altijd informatief of jongeren zich vervelen wat tot vandalisme kan leiden. De hand-out geeft in het kort weer wat de site te bieden heeft en waarom de site praktisch is voor de gemeente-raad.

Matthijs vult aan dat de praktijk moet uitwijzen of de website gaat werken en of de gemeenteraad dit goed oppakt.

De voorzitter dankt de insprekers voor hun toelichting.

Mevrouw Tabak weet dat http://www.jongkampen.nl de juiste URL is. Is het de bedoeling dat de ge-meenteraad ook met die URL kan werken?

Matthijs spreekt de wens uit dat de gemeenteraadsleden antwoorden op de gestelde vragen.

Jeroen voegt toe dat bij het vragenvuur een top zeven van gestelde vragen kan worden samenge-steld die aan de gemeenteraad kan worden voorgelegd.

Mevrouw Tabak geeft aan dat de gemeenteraadsleden regelmatig de website moeten controleren op nieuwe berichten.

Matthijs legt uit dat eerst de hele procedure moet worden gestart om te beoordelen hoe dit alles aansluit bij de jongeren en daarna kan het vervolg worden bepaald.

De heer Van der Zaag merkt op dat het positief is dat op deze wijze wordt aangesloten bij de he-dendaagse tijd en dat jongeren daar heel bewust voor kiezen. Hij heeft diep respect voor de jonge-ren die zich hiervoor inzetten. Het is belangrijk voor de toekomst van het jeugdbeleid om te in-formeren bij de jongeren. De ontwikkeling van het interactieve jeugdbeleid in de toekomst is erg belangrijk. Welke vorm krijgt dit traject dan?

Matthijs legt uit dat het doel van de website is dat jongeren kunnen beoordelen of de gemeente zich met bepaalde zaken bezighoudt of niet. Als dat zo is kan dat de interesse van de jongeren ver-groten, omdat ze dan het gevoel krijgen serieus te worden genomen.

Mevrouw Tabak dankt de jongeren voor hun inzet bij het opzetten van een leuke en interactieve website.

Roel geeft de wethouder de suggestie mee dat door jongeren kan worden gereageerd op de website en jongeren kunnen terugvallen op die website om te beoordelen of er wel of niet naar hen wordt geluisterd. De website is een welkome aanvulling.

De voorzitter vindt het fantastisch dat de website is opgezet. Hij spreekt de wens uit dat veel ge-bruik zal worden gemaakt van de website en dat die ook nuttig is voor de gemeenteraad. Hoe wordt de website onder de aandacht van de jongeren gebracht?

Matthijs legt uit dat ze voor promotiedoeleinden doorlinks, flyers en andere middelen willen ge-bruiken.

De voorzitter vraagt naar het tijdspad.

Matthijs geeft aan dat als de website online is, zal worden gelinkt naar andere websites om te kij-ken hoe alles op gang komt. Mond tot mond reclame is ook een positief instrument.

Mevrouw Diender vult aan dat de website http://www.jongkampen.nl vanaf morgen online is.

De voorzitter zegt dat de heer Bottenberg de volgende inspreker is. Hij spreekt in op het onder-werp dak- en thuislozen.

De heer Bottenberg geeft aan dat de buurt geschokt en verbijsterd heeft gereageerd. Afgelopen week heeft de buurt afscheid moeten nemen van hun buurtbewoner, de heer Hemmers, wegens een hartaanval op 34-jarige leeftijd. Wellicht worden commissieleden die in de betreffende buurt wo-nen, geconfronteerd met reacties van buurtbewoners die doorgaans niet zo reageren. De afgelopen week is bijzonder moeilijk geweest en voor de nabestaanden zal de komende periode uitermate moeilijk worden.
De buurt had verwacht dat vanavond een open discussie zou plaatsvinden over de dak- en thuislo-zenopvang in Kampen. De conclusie naar aanleiding van de agenda en de bijbehorende stukken is echter een andere. De buurt heeft het proces acht weken op de voet gevolgd en zij komt tot de conclusie dat in Kampen bijzonder moeizaam en krampachtig wordt omgegaan met burgerbelan-gen. Kan wel worden gesproken over een proces? Steeds meer blijkt dat van enige structuur in de procesgang geen sprake is. Een wethouder die na een raadsvergadering het stadhuis lijkt te ont-vluchten, een burgemeester die op geen enkele manier antwoord wenst te geven op vragen over openbare orde en veiligheid, briefwisselingen over notulen, waarbij de notulist bepaalt wat in de notulen wordt weergegeven, ontbrekende rapporten die inzicht kunnen geven in de procesgang en de doelgroepkeuze, vragen om rapportages te mogen inzien, waarop de conclusies worden getrok-ken om een grootschalig project op te zetten, worden steeds gepareerd en er wordt steeds door de wethouder om vertrouwen gevraagd om te geloven dat het onderzoek bestaat. Waarop moet het vertrouwen zijn gebaseerd? Moet de buurt vertrouwen hebben, omdat de buurt op de eerste infor-matieavond van 11 oktober 2004 werd overvallen met zijn voornemen of is het gestoeld op de in-formatie ten aanzien van de procesgang die hij de buurt heeft verstrekt. Balk moet vertrouwen hebben, omdat de wethouder ook was geschrokken van de illegale huisvesting van Part in het pand aan de Eerste Ebbingestraat 40 en daar direct werk van heeft gemaakt om het ongedaan te maken. Vertrouwen is gebaseerd op eerlijkheid en openheid en dit alles ontbreekt in de huidige proces-gang. Vanavond buigt de commissie zich over de kaderstelling en de buurt spreekt de wens uit met dit betoog duidelijk te maken dat de huidige gang van zaken onacceptabel is. De buurt zit door een ondoordachte actie van het college nu al meer dan acht weken in een ontoelaatbare druk. Ook het raadsbesluit om € 100.000,00 structureel beschikbaar te stellen zonder daar een locatie aan te ver-binden, heeft dat niet weggenomen. Uit de adviesnota van het college blijkt dat sprake zal zijn van opvang voor een doelgroep die geen gebruik wenst te maken van het bestaande aanbod van op-vang dat nu is gekenmerkt door de zogenaamde dubbele diagnoseproblematiek. Veelal verslaafd, veelal ex dan wel psychiatrisch. Willen die mensen wel gebruik maken van een dergelijke opvang, zoals door de wethouder is voorgesteld? In de nota ‘iedereen onder dak’ staat dat de doelgroep niet zo maar kan worden neergezet. Het betreft geen homogene groep. ‘Het enige gemeenschappelijke is dat de mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats zijn. De verscheidenheid is groot en dezelfde nachtopvang voor iedereen kan tot onaangename problemen leiden. Dat betekent dat qua huisves-ting en begeleiding maatwerk moet worden geleverd’. Het is moeilijk een duidelijk beeld te krij-gen van de doelgroep betreffende de specifieke problemen per individu. Met de specifieke pro-blematiek waar het om gaat, heeft Kampen geen ervaring. Het onderzoek van de wethouder naar de Kamper problemen is uitgevoerd door een medewerker van het project bemoeizorg en een me-dewerker van het CMP en gefinancierd door de gemeente Kampen en Delta wonen. De resultaten die uit  het onderzoek zijn samengevat staan op een pagina en de wens wordt uitgesproken dat voor dat resultaat niet voor niets vorig jaar € 50.000,00 is uitgetrokken. De onderzoekers doen naar aanleiding van dit onderzoek een voorstel om te komen tot een vergelijkbaar concept dat voor de Zwolse herberg is gemaakt. Wat houdt dit concept in? Ook wordt gesproken over een nieuwe opzet die nog nergens in Nederland wordt gebruikt, maar waar gaat het dan over? In het concept van de Zwolse herberg is niets te vinden over een helder beeld omtrent de opzet en de uitvoer-baarheid, geen enkele beschrijving van de aard en de omvang van de doelgroep om maar niet te spreken van de begeleidingsaanpak. Bij de RIBW wordt duidelijk verwoord dat het om een nieu-we doelgroep gaat, maar volgens de buurt gaat het om een sociaal experiment. De regie zal in handen blijven van de gemeente. In Zwolle wordt de regie uit handen gegeven aan de RIBW en de woningcorporatie. Uitgaande van de bijgevoegde begroting kan dat in Kampen nauwelijks anders zijn. De betaler bepaalt! Het wordt geen inloophuis volgens de wethouder, maar niemand wordt geweigerd. Het betreft een 24-uurs opvang en dus zal er ook een 24-uurs aanbod zijn. Versla-vingsdrang kent geen tijd. Deze avond staat de locatiekeuze niet ter discussie, maar bij de uitnodi-ging worden gegevens verstrekt, waaruit blijkt dat het om slechts een locatie kan gaan, te weten de Eerste Ebbingestraat 40. De buurtbewoners waren er niet van op de hoogte dat onderzoek is ge-daan naar een ander pand van Delta wonen. Kan ervan worden uitgegaan dat Delta wonen ook een bijdrage levert gezien haar positie? Het merendeel van de doelgroep is klant geweest van Delta wonen. De begroting is volkomen onduidelijk. Hoe denkt de wethouder met een bedrag van € 200.000,00 uit te komen? Voor dit project zou geschoold personeel worden aangetrokken vol-gens het RIBW. Dat is niet mogelijk binnen het gestelde budget. Mag van een gebruiker van het pension worden verwacht dat hij of zij € 455,00 per maand betaalt? Wat gebeurt er als de landelij-ke AWBZ-vergoedingen worden aangepast? In de nota wordt gerefereerd aan het bestaande beleid ten aanzien van moeilijk plaatsbaren in Kampen. De doelgroep die in aanmerking komt voor het herbergconcept is zelfs dit stadium al gepasseerd. De kleinschaligheid hiervan en de noodzaak voor bewoners van dit project om zich te conformeren naar veel regels gaat volledig mank met de voorstellen die het college doet en die passen in het herbergconcept. Hierdoor mag dit bestaande beleid dan ook nooit gelden als maatstaf voor opvang in een woonwijk. De buurt spreekt de wens uit dat in de kaderstelling duidelijk wordt gemaakt dat de door het college voorgestelde plannen niet zijn weggelegd voor Kampen. Duidelijk moet worden gemaakt dat een dergelijke opvang ze-ker niet in een woonwijk mag komen en dat de opvang voor Kampen zonder hulp van mantelzor-gers is gedoemd te mislukken. Er moet publiek draagvlak worden gecreëerd voor dit maatschappe-lijke probleem dat door iedereen kan worden gedragen. Hiervoor zijn vertrouwen en openheid no-dig en dat kan de raad aan het college opleggen.

De voorzitter geeft aan dat in de latere discussie een aantal vragen en opmerkingen wordt meege-nomen.

6.    Vaststellen van het verslag van de vergadering van 9 november 2004
De voorzitter zegt dat mevrouw Diender de volgende wijziging heeft doorgegeven:
– Pagina 6, tweede alinea: het woord ‘desintegratiebudget’ moet zijn ‘reïntegratiebudget’.

Het verslag van 9 november 2004 wordt met deze wijziging vastgesteld.

7.    Termijnagenda
De voorzitter legt uit dat de agendacommissie omtrent het evenementenbeleid heeft besloten het evenementenbeleid niet in de commissie Inwoners te bespreken, maar in de commissie Bestuur en middelen. Waarschijnlijk wordt dit onderwerp voor januari 2005 geagendeerd.

De heer Ashouwer verbaast zich dat zaken die voor de commissie Inwoners zijn geagendeerd zonder opgave van reden naar andere commissies worden verplaatst.

De voorzitter deelt namens de agendacommissie mee dat in het evenementenbeleid het zwaarte-punt bij openbare orde en aanverwante zaken ligt en dat hoort thuis bij de commissie Bestuur en middelen. Als het om toeristisch beleid was gegaan, had het in de commissie Inwoners thuis ge-hoord.

De heer Ashouwer blijft van mening dat de reden van verschuiving moet worden gemeld.

De voorzitter geeft de heer Ashouwer gelijk.

Mevrouw Tabak vindt dat het evenementenbeleid, vergunningen en verordeningen de invulling zijn van het evenementenbeleid. Eerst moet een kader worden vastgesteld met een visie daar ach-ter met het oog op cultureel en toeristisch vlak en dat hoort wel degelijk in deze commissie thuis.

De voorzitter geeft aan dat dit wel zo is, maar dat is nu niet het geval, want voor zover bekend gaat het nu om vergunningen en verordeningen. Mocht het anders zijn, wordt dat kenbaar gemaakt en heeft de raad het recht de zaak anders aan te pakken.

Mevrouw Zijlstra vraagt op welke wijze kan worden gepraat over het evenementenbeleid als het nog niet is vastgesteld.

De voorzitter zegt dit mee terug te nemen naar de agendacommissie.

De termijnagenda wordt voor kennisgeving aangenomen.

8.    Raadsvoorstel modernisering subsidiebeleid gemeente Kampen
Dit agendapunt wordt doorgeschoven naar de commissievergadering van januari 2005.

9.    Raadsvoorstel vaststelling Verordening Wet kinderopvang
De voorzitter  stelt voor de punten 9 en 10 eerst te behandelen. Daarna is het agendapunt van wethouder Kattenberg aan de orde. Mocht daar geen tijd meer voor zijn dan wordt het een maand doorgeschoven. De heer Kattenberg is van mening dat ook zijn punt in de raad wordt behandeld.

De voorzitter vraagt of het onderwerp dermate dringend is om alsnog in december te behandelen net als de agendapunten van wethouder De Boer.

Mevrouw Zijlstra geeft aan dat wordt gesproken over doelgroepen en dat wordt geadviseerd de mantelzorgers niet op te nemen als speciale doelgroep. Is het mogelijk dat daar uitzonderingen op worden gemaakt, aangezien de zorg straks voor een groot deel op de mantelzorgers wordt afge-wenteld. Dat kan een belangrijke doelgroep worden, omdat ze veel vaker moeten worden ingezet. Kan hier maatwerk op worden toegepast?

De heer Schutte zegt dat  het onder de oude wet gebruikelijk was dat kosten die voor ambtelijke formatie nodig waren via het budget kinderopvang werden weggeschreven. Wat heeft dit voor fi-nanciële gevolgen voor de gemeente? Wordt dit in de nieuwe situatie weer zo gedaan? Is de kin-deropvang van personeelsleden afgedekt via de post personeelslasten?

Mevrouw Tabak vraagt of een tussenoplossing is te vinden voor mensen met een sociaal-medische indicatie, zodat die voor het jaar 2005 ook recht hebben op een bijdrage.

Wethouder De Boer vraagt of het is toegestaan dat de heer Wessels enkele technische vragen be-antwoordt.

De voorzitter gaat hiermee akkoord.

De heer Wessels legt uit dat mantelzorg min of meer als voorbeeld is genoemd om die groep niet apart in de gemeentelijke verordening op te nemen. Omdat over de financiële gevolgen nog niet veel te zeggen is, is voorzichtigheid betracht. Daarom is ervoor gekozen geen enkele doelgroep toe te voegen aan de door de wet aangegeven doelgroepen. Als mantelzorgers kinderopvang nodig hebben en buiten de boot vallen zonder dat ze apart door de gemeente zijn aangeduid, moeten daar andere oplossingen voor worden gezocht. In dit kader is het van belang de gedachte van de wet in het achterhoofd te houden en dat is de combinatie van werk en de zorg voor het gezin. Als mantel-zorg wordt gezien als werk wordt het begrip werk iets uitgebreid. Het voorstel van het college is daar niet van uitgegaan.

Mevrouw Zijlstra benadrukt dat het erom gaat dat het verhaal niet helemaal wordt dicht getim-merd. De groep hoeft niet te worden opgenomen, maar de mogelijkheid moet wel worden behou-den.

De heer Wessels legt uit dat halverwege volgend jaar kan worden gezegd dat de doelgroep alsnog wordt toegevoegd, maar dan moeten de financiële consequenties wel worden bekeken.

De voorzitter vult aan dat de verordening dan moet worden aangepast.

De heer Wessels bevestigt dit.

Wethouder De Boer vat samen dat mevrouw Zijlstra bedoelt dat als zich probleemsituaties bij mantelzorgers voordoen toch een oplossing mogelijk is. En dat is zo.

De heer Ashouwer vraagt of dit niet van toepassing is voor mantelzorgers met iemand die bij-voorbeeld in Maastricht wordt verzorgd.

De heer Wessels geeft aan dat deze mantelzorgers niet minder waardevol zijn, maar het is een an-der voorbeeld. De problematiek is gelijk. De financiële gevolgen van het eigen personeel zijn kort aangeduid in het raadsvoorstel. De bedragen die het rijk beschikbaar stelt zullen toereikend zijn, maar dit moet wel worden afgewacht.

De heer Schutte bedoelt eigenlijk dat in de vorige situatie sprake was van een openeindregeling. Daarbij werden de uitvoeringskosten ten laste gelegd van het budget kinderopvang. Nu is er een ombuigingsactie. De personeelslasten zijn gemaximeerd. Bij de uitvoering van de nieuwe wet kin-deropvang verandert er dan iets of komen de kosten alsnog voor het budget dat beschikbaar komt van het rijk?

De heer Wessels legt uit dat de kosten voor de uitvoering niet zo gauw zijn terug te vinden, omdat die uit de reguliere personeelsformatie omtrent sociale zaken van het volgende jaar zijn gedaan. Het rijk stelt een bedrag beschikbaar en dat is bedoeld als tegemoetkoming voor de klant en dat is eenzesde deel van wat door de kinderopvang in rekening wordt gebracht aan de ouder. De kosten die het rijk beschikbaar stelt zijn niet bedoeld als uitbreiding van de personeelsformatie. De ge-meentelijke overheid creëert een mogelijkheid voor het eigen personeel en het zal zo zijn dat ook eenzesde deel van de kosten daarvan zal worden gedragen (of eenderde deel afhankelijk van de si-tuatie binnen de personeelslasten). De wetgever heeft tijdens de behandeling van de wet kinderop-vang in het proces de sociaal-medische indicatie uitgesloten en dat is op het bordje van de ge-meente belandt om daar wat te doen. De gemeente heeft daar geld voor gekregen en mag zelf uit-maken wat ermee gebeurt. De doelgroep is niet in de wet opgenomen, maar er is wel bij gezegd dat er waarschijnlijk een wetswijziging komt en dan wordt de doelgroep te zijner tijd wel inherent opgenomen. Het college heeft voorgesteld de doelgroep niet in de gemeentelijke verordening op te nemen, maar er wordt in het individuele geval gezocht naar oplossingen, zoals al jaren wordt ge-daan. De situatie rondom de sociaal-medische indicatie verandert niet zoveel ten opzichte van de huidige situatie.

De voorzitter vat samen dat dit alles niet via de gemeentelijke verordening loopt, omdat het om particuliere oplossingen gaat. Als het in de toekomst geen wettelijke basis krijgt, is deze categorie in Kampen toch gered.

De voorzitter concludeert dat dit agendapunt als hamerstuk wordt geagendeerd voor de raadsver-gadering.

10.    Raadsvoorstel vaststellen huisvestingsprogramma 2005
Mevrouw Tabak zegt dat in 2001 voor bijzonder onderwijs € 400.000,00, in 2002 € 890.000,00, in 2003 € 1,2 miljoen en in 2004 € 1,7 miljoen is opgenomen. Aan de oplopende lijst liggen oor-zaken ten grondslag. Is dit bedrag inclusief de indexering of komt er nog een prijscompensering na verloop van tijd? Kan iets worden bedacht om de enorme kostenstijging in korte tijd te kunnen spreiden?

De heer Van der Maten stelt dat de vaststelling van het huisvestingsprogramma wordt aangele-verd na de begroting. Is het mogelijk dat dit voortaan voor de begroting wordt gedaan, zodat het kan worden meegenomen in de begroting om te beoordelen wat de stand van zaken is? De school-hoofden zijn het eens over het nieuwe huisvestingsprogramma, maar het viel op dat de OALT niet meer wordt gefinancierd. Hoe zit dit? De oudere Turkse mensen hebben grote taalproblemen bij de integratie. Kan het budget wat voor OALT vaststaat worden besteed in OINT (ouderen in Ne-derlandse taal) om die mensen iets te helpen?
De Dokter Bouwmanschool vraagt een vervanging van de kleuterberging aan. Die uitdrukking kan eigenlijk niet. Gaat het budget van het vmbo met de inflatie omhoog of wordt dit bijgesteld con-form de begroting? Zijn de huisvestingbedragen conform de begroting?

De voorzitter geeft aan dat het 23.00 uur is. De wethouder krijgt nog gelegenheid om te reageren.

Wethouder De Boer legt uit dat de raad en het college de laatste vier jaar een inhaalslag hebben gemaakt op een aantal punten binnen het onderwijs, zowel het bijzonder basisonderwijs als ook het openbaar basisonderwijs. Ook het voorgezet onderwijs en het vmbo staan nog op stapel. De verordening is vastgesteld en de mogelijkheid is er om een inhaalslag te maken. In de onderwijs-nota staat een prognose over wat de komende jaren noodzakelijk is. Er is een afvlakking zichtbaar, omdat een inhaalslag is gemaakt.

Mevrouw Tabak geeft aan dat over vijftien jaar weer enorme kosten op stapel staan. Kan dat niet worden gespreid middels lange termijn denken?

Wethouder De Boer legt uit dat de gemeente Kampen niet spaart voor de komende jaren. Midde-len worden gegeven en als de kapitaalslasten vrijvallen, vallen ze inderdaad vrij en hebben ze geen nieuwe bestemming. De huidige systematiek lost dit niet op. De indexering is nog niet toegepast en die komt er nog bij. In de begroting zijn dezelfde bedragen opgenomen als in dit huisvestings-plan dus er is bij de begroting wel geanticipeerd op wat in het huisvestingsprogramma zou  moe-ten worden uitgegeven. Het OGO moet eerst nog plaatsvinden.

De heer Van der Maten geeft aan dat het hem gaat om de besteding en waar de scholen in worden geholpen.

Wethouder De Boer legt uit dat de OALT (Onderwijs Allochtonen Leren Talen) een andere situa-tie betreft. Dit is in het OGO aan de orde gesteld. Dit stopt omdat de rijkssubsidie niet meer wordt gegeven. Het openbaar onderwijs had een leerkracht OALT in vaste dienst genomen en daar moe-ten zorgvuldig maatregelen voor worden getroffen. Het bijzonder onderwijs is gevraagd of wan-neer maatregelen moeten worden genomen de doorberekening dan plaats moet vinden en dat is niet het geval. Bijzonder onderwijs heeft zich hier goed opgesteld.

De voorzitter geeft aan dat dit buiten de huisvestingsverordening om gaat. Dit onderdeel komt niet in de raad aan de orde.

Wethouder De Boer bevestigt dit. Via Sociale Zaken worden cursussen gegeven voor oudere al-lochtone burgers waar druk gebruik van wordt gemaakt. Hier is geen OALT-geld voor.

De heer Van ’t Zand vraagt of de manier waarop nu wordt omgegaan met de zaken rondom OALT ook is vastgelegd. Dat is voor de toekomst van belang.

Wethouder De Boer heeft geprobeerd dit onderwerp af te dekken en voor de volledigheid wordt dit nog gecontroleerd. Door de aanwezige schoolbesturen is dat unaniem geaccepteerd en genotu-leerd. Aan het niet aanwezige schoolbestuur is gevraagd om een schriftelijke reactie en die is bin-nengekomen. Voor het vmbo is het eerste deel qua middelen jaren geleden vrijgemaakt en dat wordt niet geïndexeerd. Elk jaar komt een bedrag eenmalig vrij en dat is de rente die wordt ver-kregen op het forse bedrag van het vmbo. Als het vmbo start, moet de indexering achteraf plaats-vinden en  het bedrag moet hoger worden dan is opgenomen.

De voorzitter concludeert dat dit agendapunt als hamerstuk wordt geagendeerd voor de raadsver-gadering.

11.    Raadsvoorstel bekostiging Anti Discriminatiebureau (ADB) 2005
De heer Schutte vraagt de wethouder aan te geven hoe groot de reserve statushouder is.

De heer Ashouwer vraagt wat de toekomstige bedoeling voor dit bureau is.

Mevrouw Diender vraagt waarop de bijdrage is gebaseerd, omdat hij in verhouding tot bijvoor-beeld de bijdrage van de gemeente Zwolle erg hoog is.

Mevrouw Tabak vindt het een goed initiatief en goede organisatie. Zij is het eens met het gestelde bedrag. Zij verbaast zich erover dat dit onderwerp niet heeft gescoord bij de behandeling van de perspectiefnota, maar nu dus wel terug komt. Welke andere zaken komen op dezelfde wijze  toch nog weer aan de orde?

De heer Krans geeft aan dat artikel 1 van de grondwet de basis is voor dit verhaal. Discriminatie wegens politieke gezindheid, godsdienst, ras of geslacht is niet toegestaan en in de praktijk man-keert hier nog wel eens iets aan. De overheid stelt niet onterecht een Anti Discriminatiebureau in. Het beleid is dan in orde. Maar de uitvoering betreft € 37.000,00 voor dit jaar en volgend jaar. Het verslag van vorig jaar is niet voorhanden. Nu is een eis op tafel gelegd. Binnen drie maanden na afloop van het jaar moet een verslag voorhanden zijn, maar dat levert nu niets op. De heer Krans wil graag meer toelichting op dit onderwerp en concreet horen wat er nu wel of niet van toepas-sing is. Hij wil volgend jaar binnen drie maanden een verslag hebben over het afgelopen jaar.

Wethouder Wieten legt uit dat aan de Vloeddijk welzijnsinstellingen zijn gevestigd zonder sociale aspecten. Het ADB is een van die instellingen. In de huidige vorm is het een rechtstreeks resultaat van de vorm van samenwerking met de netwerkstad. Voor de huisvesting hebben de beide partners de Vloeddijk in Kampen gekozen. Het Anti Discriminatiebureau is geen recherche- of politiebu-reau, maar is een instelling die werkt aan het voorkomen van discriminatie. Als dat er wel is wordt zodanig bemiddeld en maatregelen genomen dat er iets op kan worden ondernomen. Helaas zijn de laatste maanden allerlei uitingen ervaren van discriminatie van het opzetten en worden opgezet van mensen tegen elkaar. Het bureau is werkzaam op dat gebied en levert goed werk. De mensen werken op het snijvlak van hulp en preventie en op dat gebied wordt naar de mening van het col-lege goed werk gedaan. In de evaluatie en andere sferen valt inderdaad nog enige verbetering te verwachten. Afspraken zijn gemaakt met de netwerkstad om hier meer aandacht aan te besteden en jaarlijks met de commissie de evaluatie te bespreken. De wethouder spreekt de wens uit dat het bureau zichzelf overleefd en min of meer overbodig maakt, want dat betekent dat er vanuit de overheid geen aanleiding meer is om aan deze zaken gericht aandacht te besteden. Dusdanige vormen van discriminatie hoeven dan dus niet te worden aangepakt. De toekomst van het bureau hangt af van de ontwikkeling van de maatschappij en hoe de mensen met elkaar omgaan. Dit on-derwerp heeft bij de behandeling van de perspectiefnota niet gescoord en dat komt puur door de financiële situatie van de gemeente Kampen. Aangezien afspraken zijn gemaakt met de netwerk-stad kon de gemeente Kampen niet onder dit onderwerp uit.
Daarom is niet gekozen voor een tweejarige subsidie. De financiële situatie is reden voor een een-jarige subsidie. De hoogte van de bijdrage vindt haar basis in 1998 toen de eerste bekostiging van-uit de gemeente Kampen heeft plaatsgevonden. Sindsdien heeft geen wijziging meer plaatsgevon-den. Wethouder Wieten zal schriftelijk verslag doen van de reserve statushouder en de hoogte er-van.

Mevrouw Diender stelt vast dat de bijdrage dus niet in verhouding staat tot de geleverde diensten, maar is gebaseerd op een bedrag dat ooit is vastgesteld en dat wordt dus aangehouden.

Wethouder Wieten legt uit dat momenteel rekening moet worden gehouden met een deel huisves-ting, maar de bijdrage vindt zijn oorsprong in het verleden en de destijds gemaakte afspraken.

De heer Krans waardeert het enthousiasme van de wethouder en een aantal twijfels is weggeno-men. Toch stelt hij prijs op het ontvangen van het jaarverslag 2004 en heeft alsnog met blijdschap kennis genomen van het verhaal dat voor een jaar is vastgesteld. Eerst moeten de presentaties worden waargenomen. De heer Krans ziet weinig verschil tussen de term ‘sociaal’ en ‘welzijn’. De brief die naar het bureau in Enschede wordt verzonden maakt melding van ‘november’, maar dit wordt hooguit december. De fractie gaat met behoud van gevoelens mee en wenst de wethou-der succes.

Mevrouw Diender vraagt over welke huisvesting wethouder Wieten spreekt.

Wethouder Wieten doelt op huisvesting in de gemeente Kampen.

Mevrouw Diender is van mening dat dit bedrag dan nog verhogend werkt.

Wethouder Wieten geeft aan dat die kosten reeds in het bedrag zijn verwerkt. Voor de zekerheid zal hij dit nog nagaan.

De voorzitter vat samen dat de wethouder dit nog zal controleren en hij neemt aan dat hierover voor de raadsvergadering uitsluitsel zal volgen. Hij concludeert dat dit agendapunt als hamerstuk wordt geagendeerd voor de raadsvergadering.

12.    Informatie tussenrapportage jeugdbeleid 2004
De voorzitter legt uit dat de adviesnota door het college is gelezen. De resultaten tot nu toe zijn vermeld voorzien van commentaar. Allereerst wordt de wethouder in de gelegenheid gesteld te re-ageren en daarna kan de commissie vragen stellen.

Wethouder Wieten geeft aan dat het om een zeer compleet stuk gaat. Het stuk is gebaseerd op de afspraken die in de nota jeugdbeleid zijn gemaakt. Hij is tevreden met de presentatie van de jonge-ren over de jongerenparticipatie en hij is van mening dat de juiste weg is ingeslagen. Uitleg rondom wel of niet een jeugdgemeenteraad is wel op zijn plek. Met name de SGP-fractie heeft hier uitleg over gevraagd. Momenteel moet eigenlijk het impliciete advies van de jongeren worden gevolgd, maar dat houdt niet in dat er niets anders meer kan gebeuren, bijvoorbeeld op initiatief van de commissie of vanuit de discussie die veelvuldig op de website zal worden gevoerd. De in-houd van de nota is opgenomen, de actiepunten zijn opgenomen, zaken die nu of later moeten worden bijgesteld en de gang van zaken omtrent het ontwikkelen van het jongerenwerk in IJssel-muiden is een zeer weerbarstige materie.
Momenteel is de stand van zaken dat de bouwvergunning in de inspraak zit. Er is erg veel bezwaar tegen jongerenfaciliteiten. Dat is de belangrijkste reden van vertraging. De laatste fase van de ver-gunningenprocedure is aan de orde. Binnenkort wil de wethouder met de buurt in gesprek gaan, zodat in 2005 eindelijk van start kan worden gegaan met de ontwikkeling.

Mevrouw Diender vraagt of de gezondheidsmonitor 12-24 van de GGD al beschikbaar is en of de commissie daar nog over wordt geïnformeerd.

De heer Ashouwer heeft de volgende opmerkingen en vragen:
-Pagina 2, onderaan: waarom is er geen werkgroep basisvoorzieningen, maar is al wel van alles verzameld? Hoe is dat gelukt?
-Pagina 4, iets onder het midden, werkgroep opvoedingsondersteuning: wat is het resultaat van het onderzoek naar de instellingen die dit aanbod kunnen realiseren?
-Pagina 4, iets onder het midden, bekendheid van opvoedingsondersteuning: welk percentage is hiervan op de hoogte, want dit zou een punt van aandacht kunnen zijn?
-Pagina 5: is inderdaad het aantal uren uitgebreid voor Chill Out?
-Pagina 7, de uitbreiding van de formatie jongerenwerk: 10 uur is voor IJsselmuiden en 8 uur co-ordinatie. Is dat hetzelfde als wat onder activiteiten stichting jongerenwerk wordt genoemd?
-Pagina 9, jeugdgemeenteraad inventarisatie: gaat de raad nou wel of niet door?
-Pagina 9: blijkbaar zijn de drie scholen van het speciaal basisonderwijs een brede school aan het ontwikkelen. Vreemd dat ze kiezen voor een huisvestingsplek waar ze heel moeilijk de functie van brede school kunnen vervullen. De plek is behoorlijk geïsoleerd, terwijl een brede school een functie heeft voor de wijk.

De heer Schutte doet het verzoek de gezondheidsmonitor in de leeskamer ter inzage te leggen. Een aantal beoogde resultaten is nog niet gehaald. Hoe kan dit? Bij de vaststelling van de nota jeugdbeleid is door de wethouder toegezegd een breed maatschappelijk veld te beluisteren. Hoe staat het daarmee?

De heer Van der Zaag merkt op dat het jeugdbeleid in positieve zin in beweging is. Hij spreekt de wens uit dat voor 2005 ook met een tussenrapportage wordt gewerkt, zodat de commissie de ont-wikkelingen goed kan volgen, maar ook het maatschappelijk middenveld. Leidt de gezondheids-monitor tot een andere evaluatie? Op welke punten moet worden bijgesteld gezien de uitkomsten van de monitor? Op pagina 10 is vermeld dat Time Out naar een andere component gaat middels een tussenfase. Wat is de toekomst van Time Out? Begin 2005 komt een plan van aanpak omtrent alcohol en drugs. Dit kan bij voorkeur zo spoedig mogelijk richting commissie. De nota gaat met name over de 15% jongeren waar preventief beleid voor moet worden gevoerd om te voorkomen dat ze uitvallen. Kan voor de komende jaren een notitie worden gemaakt over de 85% jongeren waar het wel goed mee gaat en wat op dat gebied is bereikt? Kan in dat kader ook de relatie met sport en vrijwilligerswerk onder ogen worden gezien? Werkgelegenheid is erg belangrijk voor jongeren. In de provincie is een motie aangenomen om jongeren te laten meewerken aan de her-bouw van het nieuwe provinciehuis. Heeft Kampen ook jongeren die dat ambacht willen leren of zijn er mogelijkheden en bijvoorbeeld een link met het onderwijs om jongeren die uitvallen toch nog kansen in de maatschappij te bieden?

Wethouder Wieten stelt vast dat met elkaar een jongerennota is vastgesteld en daarin zijn evalua-tiemomenten afgesproken en die moeten worden gedaan. Ze geven de stand van zaken weer na een jaar. Op dit gebied moet nog heel veel gebeuren. Door de fusie tussen Kampen en IJsselmuiden zijn er jongeren bij gekomen die vanuit een andere achtergrond en cultuur een bijdrage leveren aan het jongerenwerk.
De ketenproblematiek in IJsselmuiden heeft de nodige alcoholproblematiek. Om dat aan te pakken moet de komende jaren een forse inspanning worden geleverd om in ieder geval het jongerenbe-leid in de gemeente Kampen te harmoniseren en op hetzelfde niveau te brengen. De laatste twee jaren zijn de eerste aanzetten hiervoor gegeven door middelen beschikbaar te stellen voor uitbrei-ding van het aantal jongerenwerkers, maar ook door middelen beschikbaar te stellen voor de reali-sering van een onderkomen. Het is echter nog niet helemaal gerealiseerd. Het jongerenwerk in Kampen en ook in de Stichting Jongerenwerk Kampen moet zich heroriënteren op het jongeren-werk in de gemeente zelf. Het was reeds vorm gegeven rondom ’t Ukien, maar nu moet men ook naar IJsselmuiden om het jongerenwerk van de grond te tillen. Meer cultureel jongerenwerk, zoals het in ’t Ukien plaatsvond en het meer ambulante jongerenwerk. Het ambulante jongerenwerk is de laatste jaren in Kampen opgepakt en dat moet ook in IJsselmuiden. Hier zit voor een deel een wat vreemde verhouding in, omdat het jongerenwerk in Kampen vanuit het SJK geen coördinators kende. Omdat IJsselmuiden er nu bij komt, zeker als het jongerenbeleid opnieuw wordt opgepakt, moet tussen Kampen en IJsselmuiden een coördinator komen die zorgt voor afstemming, maar ook voor afstemming tussen het ambulante en culturele deel en het bewaken van de nieuwe opzet. Wethouder Wieten is in gesprek met het SJK om de heroriëntatie op het jongerenwerk in gehar-moniseerd Kampen op te pakken en uit te voeren. Dat is een flinke klus en vraagt ook van de raad nog het nodige op het gebied van het mee bespreken van de evaluaties, kaders stellen, het mee zoeken naar hoe de juiste verhouding kan worden gevonden tussen het ambulante deel en het meer culturele deel. Hier komt wethouder Wieten nog op terug. De werkgroep basisvoorzieningen moet nog worden opgepakt. In de nota jongerenbeleid staat een veelvoud aan zaken die nog moet wor-den opgepakt. Ambtelijke capaciteit speelt hierin een rol, omdat prioriteiten moeten worden ge-steld. De belangrijkste prioriteit uitgaande van de relatieve verhouding 15 en 85% is de jongeren-participatie, omdat de jongeren ook meer bij het beleid moeten worden betrokken. Het brede ge-bied waar ook de 85% binnen valt en de sport moeten even rusten. Dat is een kwestie van priori-teiten stellen, maar er wordt aan gewerkt. Het project lokale opvoedingsondersteuning Kampen is dit jaar gestart en het is operatief. De eerste resultaten zijn zeer bevredigend. Er is veel belangstel-ling (onder andere vanuit onderwijs) en het draagt bij aan de totale keten van jeugdzorg, waarin ook landelijk de opvoedingsondersteuning prioriteit heeft. In Kampen wordt dat gedaan met een coördinator en een groot aantal vrijwilligers in een samenwerkingsverband. Omtrent Chill Out is het aantal uren uitgebreid volgens het raadsbesluit. Er is nog een heleboel zaken niet afgehandeld en dat komt door het stellen van prioriteiten. Dit is ook opgenomen in de nota. Dat waar hier nu van wordt gezegd dat het nog aandacht behoeft, wordt nog opgepakt. Het heeft ook te maken met heroriëntatie op het jongerenwerk in de gemeente Kampen, doordat IJsselmuiden erbij is geko-men. Het brede maatschappelijke veld in beweging is een algemene kreet. Wat wordt daarmee be-doeld? Wellicht kan de heer Schutte die vraag straks nog even nuanceren. De gezondheidsmonitor is er al en wethouder Wieten heeft gevraagd de monitor ter inzage te leggen, maar hij zorgt er alsnog voor dat de monitor via de griffie wordt verstrekt. In de gezondheidsmonitor, een onder-zoek van de GGD onder de jongeren van Kampen, is een uitsplitsing gemaakt tussen de jongeren van Kampen en IJsselmuiden om op die manier voort te borduren op de manier zoals de zaken in het verleden zijn gedaan. In de toekomst vindt een samenvoeging plaats. Uit het onderzoek komen dezelfde resultaten naar voren als in het verleden. De alcoholproblematiek onder jongeren neemt grote vormen aan. Met  name het keetbezoek in IJsselmuiden stimuleert dat. Andere specifieke za-ken vragen ook veel aandacht met name vanuit de gezondheidszorg. Via het jongerenbeleid en an-derzijds via de afspraken rondom het lokale jongerenbeleid komt de wethouder hier op terug.

Wethouder De Boer legt uit dat Time Out onderdeel was van het gemeentelijk onderwijsachter-standenbeleid.
Er werd € 100 miljoen op bezuinigd en als gevolg was met het Ichthus- en Almerecollege afge-sproken dat toch nog overblijvende middelen zouden worden ingezet voor Time Out. Zodra het vmbo-gebouw is gerealiseerd en er efficiënter kan worden gewerkt, zou het project in eigen beheer in de zorgketen worden opgenomen. De bezuiniging van € 100 miljoen is teruggedraaid. De mid-delen die daarvoor beschikbaar komen, zijn ingezet voor de vroegschoolse educatie en voor een deel voor schooluitval voor leerlingen van het voortgezet onderwijs vmbo. Time out-projecten kunnen verder gaan onder verantwoordelijkheid van de scholen, omdat de middelen ook naar de scholen gaan. De gemeente Kampen behoudt een bepaalde regiefunctie om te bepalen of de mid-delen ook als zodanig worden ingezet.

De heer Ashouwer vraagt naar de leerlingen uit Dronten.

Wethouder De Boer legt uit dat met betrekking tot de Ichthus-vestigingen in Dronten en Almere er ook een bijdrage is voor Dronten. De middelen gaan nu rechtstreeks naar de school op grond van het aantal leerlingen dat een school heeft.

De heer Ashouwer is van mening dat zich dan hetzelfde probleem voordoet als bij het probleem rondom de ID-banen. Kampen zal dan alles betalen voor Dronten.

Wethouder De Boer geeft aan dat dit niet het geval is. De bezuiniging is ongedaan gemaakt en de middelen gaan rechtstreeks naar de scholen.

De heer Ashouwer legt uit dat het Ichtus en Almere in Dronten ook leerlingen hebben die ze op kosten van de gemeente Dronten naar Kampen stuurde naar het project. Die leerlingen blijven be-staan. Nu wordt gezegd dat de leerlingen op dezelfde school zitten maar pech hebben, want ze zit-ten in Dronten. Of wordt de boel verdeeld?

Wethouder De Boer is van mening dat het een andere situatie betreft. Hij geeft aan dat wat betreft de ID-banen Kampen heel solidair is geweest ook naar mensen met andere gemeentes en dat blijft ook zo met de beide scholen en de leerlingen van Time Out. De brede school is een containerbe-grip omdat er meerdere soorten zijn. De bedoeling is dat gebouwen die beschikbaar zijn ook ge-schikt zijn voor andere activiteiten, bijvoorbeeld voor-, naschoolse of andersoortige opvang. Je krijgt er te doen met de sportvoorzieningen en het voortgezet onderwijs die ruimte hebben voor brede schoolse activiteiten te doen.

De heer Ashouwer vindt daarom de betrokkenheid van de wijk zo belangrijk in dit proces.

Wethouder De Boer wijst erop dat het met name bedoeld is voor de eigen populatie van de school, de gezinnen en de sociale structuur die daarbij hoort en die zich niet laat tegenhouden door een aantal straten.

De heer Schutte licht toe dat op pagina 2 wordt gesproken over een werkgroep basisvoorzieningen die wordt ingesteld die binnen een jaar alle basisvoorzieningen inventariseert. De voorbereidingen zijn getroffen, maar verder gaan is nog niet mogelijk. Wat is daar de achterliggende gedachte van? Op basis van de overlegstructuur is destijds in de raadsvergadering door de wethouder toegezegd dat de overlegstructuur met diverse groepen die zich met jeugdbeleid bezig houden zou worden opgesteld. Heeft dat overleg reeds plaatsgevonden en zo ja, wat zijn de resultaten?

De heer Van der Zaag neemt aan dat als de gezondheidsmonitor tot andere prioriteiten leidt, de wethouder dat zo spoedig mogelijk laat weten. Mocht hij tot andere prioriteiten komen, dan ver-zoekt de heer Van der Zaag de wethouder de commissie zo spoedig mogelijk te informeren. In hoeverre zijn de commissieleden geïnteresseerd in een excursie naar bijvoorbeeld Groningen om te kijken hoe het concept vensterschool eruit ziet, aangezien er diverse vormen zijn.

De voorzitter legt uit dat het onderwerp van dit agendapunt informatie over de tussenrapportage is en het niet de bedoeling is dat dan onderling wordt gediscussieerd.

De heer Van der Maten is van mening dat het proces vrij lang duurt. Het beleid bestaat uit diver-se onderdelen, maar kan dat niet worden ingedamd?

De heer Elhorst had graag gediscussieerd over het onderdeel jeugdgemeenteraad. De SGP-fractie is initiatiefnemer maar vanavond niet aanwezig. Wordt de mogelijkheid geboden om over dat on-derdeel nog een keer te praten?

De voorzitter legt uit dat dit een tussenrapportage betreft. Bij de volgende rapportage kan dit on-derwerp uitvoerig aan de orde worden gesteld.

Wethouder Wieten vertelt dat toen hij het schema van de werkgroep kans jeugdbeleid onder ogen kreeg, ook niet wist wat het allemaal inhield. Een poging moet worden gedaan om het schema te vereenvoudigen en de verbindingen logischer over te brengen, want in de praktijk zit het zeer lo-gisch in elkaar en zit er geen enkele overbodige schakel in. Op papier komt het anders over. Wet-houder Wieten zegt toe ervoor te zorgen dat het schema duidelijker wordt gemaakt. Het beleid werkt vanaf het laagste niveau uitermate goed richting preventieteams, scholen en ouders. De nota jongerenbeleid is voor vier jaar vastgesteld. De evaluatiepunten voor vier jaar zijn hierin opgeno-men. Niet alles kan in het eerste jaar worden afgerond. Prioriteiten moeten worden gesteld. De werkgroep basisvoorziening was niet de eerste prioriteit maar zal wel tot stand komen. Specifiek overleg met de kerken over jongerenbeleid heeft niet plaatsgevonden. Wel is overlegd met voor-gangers en daar heeft wethouder Wieten aan deelgenomen. Jeugd- en jongerenbeleid is aan de or-de geweest en daar zijn afspraken over gemaakt die worden opgepakt.

De voorzitter concludeert dat de commissie goed is geïnformeerd over de huidige stand van za-ken.

13.    Dak- en thuislozenopvang
De voorzitter licht toe dat dit onderwerp in het recente verleden in Kampen nogal wat commotie heeft veroorzaakt, ook bij de raads- en commissieleden. De raads- en commissieleden hebben zich afgevraagd welke kaders het college heeft gebruikt. Heeft de raad de kaders voor de dak- en thuis-lozenopvang wel vastgesteld? Bij nader onderzoek is gebleken dat dit formeel niet zo is geweest. Dat heeft ertoe geleid dat nu opnieuw wordt gestart, en de kaders opnieuw worden vastgesteld. Het is de bedoeling dat aan wethouder Wieten een aantal suggesties wordt gegeven aangaande mogelijke kaders hij vanuit het college met een kaderstellende nota naar de raad komt. Op basis daarvan wordt het verdere traject doorlopen. Wethouder Wieten heeft informatie verschaft over wat in Kampen wordt gedaan en wat zou gaan gebeuren. Hij zal een toelichting geven en aange-ven welke kaders hij zichtbaar heeft willen maken. In de volgende ronde kan de commissie vragen stellen, mogelijk kaders aanreiken en eventueel aangereikte kaders bespreken met de wethouder.

Wethouder Wieten was verbaasd toen in de begrotingsvergadering naar voren kwam dat niet be-kend was wat de doelgroep was, dat de wethouder maar iets deed en dat er geen kaders waren ge-steld. Het kwam er op neer dat de gemeenteraad niet goed wist wat de doelgroep was, wat de ach-tergronden waren en wat met elkaar was afgesproken. Hij heeft de geschiedenis van de afgelopen jaren bekeken. Het basisstuk is het verslag van de themabijeenkomst ‘Dakloos in Kampen’ dat een aantal commissieleden ook heeft ontvangen. De totale problematiek van dat moment is in Kampen uitgebreid aan de orde gesteld, waaronder wie daklozen waren, wat daklozen zijn, of ze zelf wel of niet verantwoordelijk zijn voor hun eigen leefsituatie en wat de gemeente Kampen daaraan zou kunnen doen. De belangrijkste conclusie uit dat symposium was dat het hoog tijd werd dat de op-vang voor in Kampen verblijvende dak- en thuislozen werd aangepakt, uitgaande van de proble-matiek die er was eind 2002 en die wijkt niet af van de huidige situatie. Vervolgens zijn de eerste middelen voor nader onderzoek door de raad in 2003 beschikbaar gesteld. Bij de begrotingsverga-dering van 19 november 2003 is door een aantal partijen aandacht gevraagd voor snelle realisatie van opvang voor dak- en thuislozen, onder andere de CU- en PvdA-fractie. Wethouder Wieten heeft toen aangegeven dat hij daarmee aan het werk was samen met de gemeente Zwolle om tot zelfstandige opvang te komen. De laatste twee jaar heeft regelmatig gesproken over snelle realisa-tie van opvang voor dak- en thuislozen. Als college is geredeneerd dat de raad op de hoogte was van de problematiek, dat snelle opvang wenselijk was, maar  heeft dat niet middels een brede mo-tie uitgesproken, maar middels woordvoerders en het feit dat regelmatig is geïnformeerd over de stand van zaken. Het college heeft dit jaar de conclusie getrokken dat zij vanuit die achtergronden de raad dit voorstel kon presenteren. Er is geen kaderstellende nota geweest, maar de raad was wel degelijk op de hoogte van de gang van zaken, doelgroep en achtergronden. Het is jammer dat de kaderstellende discussie nu moet worden gevoerd, omdat dit een redelijke vertraging met zich meebrengt. De onzekerheid ook bij de mensen die rondom het betreffende pand wonen wordt niet kleiner. Deze mensen hebben recht op duidelijkheid of de procedure verder gaat of niet. Bij de no-ta is een stukje voorgeschiedenis, problematiek en preventief beleid gegeven om te gaan doen aan daadwerkelijke opvang. De commissie moet nu bepalen hoe nu verder te gaan. Als overeenstem-ming wordt bereikt dat de zaken, zoals die in de nota zijn opgenomen juist zijn, kunnen uit de nota alle kaders die wenselijk zijn worden gehaald. Op de achtergrond speelt altijd de beoogde plaats mee.

De voorzitter maakt duidelijk dat de wethouder geen antwoord geeft op de vraag en het geheel open laat.

Wethouder Wieten is van mening dat de voorzitter de zaken duidelijk uit de nota kan halen. Her-haling ervan voegt momenteel niets toe aan de kaderstellende discussie.

De voorzitter verduidelijkt dat met deze vergadering duidelijk naar voren komt wat de kaders zijn die eenduidig zijn en geen kaders die worden bedacht maar niet worden uitgesproken. De kaders moeten in alle openheid worden besproken en vastgesteld.

De heer Van der Zaag zal heel kort een algemene schets qua referentiekader van de CDA-fractie geven en vervolgens een aantal kaders.

Mevrouw Tabak stelt voor dat eerst een vragenronde wordt gehouden alvorens de kaderstellende discussie te starten.

De voorzitter kan instemmen met het feit dat eerst nog meer informatie wenselijk is alvorens te starten met kaderstelling.

De heer Elhorst vraagt of de voorzitter het niet bezwaarlijk vindt dat hij in de beschouwing een aantal vragen heeft neergelegd. Hij had gerekend op een open discussie en daarom heeft hij een verhaal geschreven.

De voorzitter stelt voor dat de heer Elhorst als laatste het woord krijgt, omdat wellicht zijn vragen dan al zijn beantwoord.

De heer Van der Zaag vraagt of de wethouder heeft overwogen meerdere fases aan te brengen in het totale traject van wat wel of niet kan worden geboden. Ziet de wethouder in de daklozenpro-blematiek met de diversiteit aan dak- en thuislozen nog andere alternatieven?

De heer Schutte zegt dat de problematiek zich met name toespitst op een bepaalde categorie dak- en thuislozen. Wordt binnen de opvang rekening gehouden met andere doelgroepen binnen de groep dak- en thuislozen?

De heer Ashouwer vraagt hoeveel mensen die begeleid worden in de wachtkamer zitten voor een dergelijke opvang. Wat zijn de reële klachten en vormen van overlast die zijn vastgesteld bij de locaties waar mensen nu verblijven? Hoe is daarmee omgegaan door overheid en bewoners? Is al meer bekend over het aantal mensen en welke eisen het beheersplan stelt?

Mevrouw Diender vraagt waar de verwachting op is gebaseerd dat deze zorgwekkende zorgmij-ders een begeleidingsplan of hulpverleningscontract zouden willen aangaan als dat in het verleden ook niet is gedaan? Wat gebeurt er met mensen die niet worden toegelaten? En als ze wel worden toegelaten, maar geen drank of drugs mogen meenemen, wat gebeurt er dan met hen? Wat beteke-nen de huidige ontwikkelingen rondom de Zwolse Poort voor dit project? Wie is verantwoordelijk voor het gedrag van mensen die worden geweigerd? Wie is verantwoordelijk voor welke schade op welke manier dan ook die door de omwonenden wordt geleden?

Mevrouw Tabak vraagt wat de wethouder heeft gedaan nadat in de perspectiefnota € 50.000,00 was vastgesteld. Ze heeft begrepen dat een werkgroep in het leven is geroepen, maar hoe is deze te werk gegaan? Als hier niet een direct antwoord op kan worden gegeven, mag het ook ter inzage worden gelegd in de leeskamer. De opvang zou zich moeten beperken tot de in Kampen verblij-vende dak- en thuislozen, maar hoe verhoudt zich dat tot de samenwerking met Zwolle? Als de Zwolse Herberg capaciteitsproblemen heeft, wordt dan een beroep gedaan op Kampen? Wat ge-beurt er als de exploitatie niet toereikend is? Wie neemt extra kosten voor zijn of haar rekening? De exploitatie gaat uit van een volledige bezetting, maar wat gebeurt er als het huis niet volledig vol zit gedurende een bepaalde periode van het jaar. Wie zorgt dan voor extra middelen? Hoe wordt de overlast beperkt? Hoe haalbaar is de bijdrage van de cliënten in deze exploitatie? Is het een bijdrage die vanuit het RIBW komt? Hoe is dit bedrag ontstaan?

De voorzitter vraagt de heer Elhorst of hij nog vragen wil stellen, maar de heer Elhorst komt hier later op terug.

Wethouder Wieten legt uit dat de antwoorden op vragen rondom het beheersplan nog moet wor-den ingevuld. Gekozen is voor een procedure van een inspraakavond voor de omwonenden en daaruit is een groot aantal vragen gekomen. Die vragen worden momenteel op zorgvuldige wijze beantwoord.
Over de invulling van een beheersplan en een veiligheidsplan moeten de bewoners nog worden benaderd. Een poging wordt gedaan om alle vragen te beantwoorden. Als zaken die van belang worden geacht onvoldoende kunnen worden beantwoord, zal de wethouder niet aarzelen om het voorstel terug te trekken. Hij loopt niet vooruit op de zaken qua invulling en dat zit in de procedu-re.

Mevrouw Tabak vraagt naar een indicatie met betrekking tot beantwoording van de vragen.

Wethouder Wieten denkt dat dit zo snel mogelijk zal zijn, maar het wel januari of februari zal worden.

De voorzitter is van mening dat het lastig zal zijn op korte termijn te antwoorden, aangezien for-meel, zolang de kaders niet zijn gesteld, nog niets bekend is over de locatie en dan kan nog niet met omwonenden of wie dan ook worden gesproken.

Wethouder Wieten vult aan dat de voorzitter aanwezig is geweest bij de commissie waarin de wethouder de plannen in beslotenheid heeft gepresenteerd. De commissie heeft toen in het kader van het dualisme geen mening kenbaar gemaakt, maar heeft ook geen ‘nee’ uitgesproken.

De voorzitter is van mening dat wethouder Wieten die conclusie  niet mag trekken. Hij dringt er bij wethouder Wieten op aan hier niet op door te gaan.

Wethouder Wieten heeft in eerste instantie een inspraakavond gehouden voor de omwonenden die een groot aantal vragen heeft opgeleverd. Als hij de procedure niet had voortgezet, had de com-missie de wethouder kunnen aanspreken op zijn werkwijze. Hij is nu met de commissie in gesprek over de kaderstelling en probeert vragen te beantwoorden ongeacht de locatie.

De voorzitter vindt dat als de wethouder gelijk heeft, hij door kan gaan met zijn verhaal.

Wethouder Wieten legt uit dat gezien de tijdsdruk het proces op enig moment is doorgegaan. Een belangrijke randvoorwaarde is de geldelijke bijdrage die beschikbaar moet worden gesteld, want die legt een beperking op aan de mogelijkheden. Door de relatieve haast en de beperkingen van de financiële mogelijkheden zijn er alternatieven op het moment dat zich een pand voordoet. Als na een quickscan blijkt dat het pand geschikt is, worden op dat moment de alternatieven gestopt en dat is ook gedaan. De centrale vraag is dat de hedendaagse dak- en thuislozen niet te vergelijken zijn met vroeger. De problematiek vanuit de maatschappij is een zeer heftige. De verhouding wordt steeds minder gezien vanuit de traditionele zwerver.

De heer Schutte vraagt of de wethouder het verantwoord vindt beide groepen onder te brengen in een opvang.

Wethouder Wieten is van mening dat dit verantwoord is, mits de zorg eromheen zodanig wordt opgebouwd dat er geen rare dingen kunnen gebeuren. Het is volstrekt onverantwoord ergens een pand neer te zetten of een pand ter beschikking te stellen en alle groepen daarin onder te brengen in alle vrijheid en blijheid. Dat kan niet meer. Het begrip containerwoningen heeft ook de nodige problematiek met zich mee gebracht. Daar zijn ook de coördinator moeilijk plaatsbaren, de be-moeizorg en de wijkagent regelmatig bezig om de problemen binnen de perken te houden. Er zijn twintig potentiële klanten. Ook binnen de doelgroep zitten nog mensen die niet helemaal dak- of thuisloos zijn, maar nog een zekere basis hebben van waaruit wordt geleefd.
Enerzijds wordt steeds meer ingezet op preventieve maatregelen en anderzijds moet rekening wor-den gehouden met een potentiële doelgroep van twintig mensen.

De voorzitter vraagt of die twintig mensen de totale doelgroep met alle profielen dak- en thuislo-zen daarin betreffen.

Wethouder Wieten bevestigt dat dit zo is naar inzicht van mensen uit het veldwerk. Overlast vindt op allerlei plekken plaats. Omtrent de zorgwekkende zorgmijders is een van de achtergronden dat wanneer mensen hoop, huisvesting of een zorgplan wordt aangeboden er iets loskomt, waardoor iemand toch weer een beetje in het gareel komt. Er is heel veel geld mee gemoeid voor een per-soon die voor een groot deel de problemen aan zichzelf te danken heeft. Wat doet de mens, wat doet de maatschappij en wat doet de overheid voor mensen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen? Bij een aantal kan de hoop worden uitgesproken dat het wel werkt. Als ze onder een dak zitten, kan meer sturing worden gegeven. Het is ook overlastbestrijding. Je kunt veel gerichter werken en gerichter aan sanctiebeleid doen als vanuit een onderkomen wordt gewerkt. De wet-houder is van mening dat de onderkant van de maatschappij niet aan haar lot mag worden overge-laten.

De voorzitter vraagt hoeveel van de twintig mensen behoren tot de groep die niet meer kunnen worden geholpen.

Wethouder Wieten kan hier geen antwoord op geven. Hier kan geen onderzoek naar worden ge-daan. Ook in deze zijn er mensen waar wel energie in moet worden gestoken, maar resultaat niet zal worden behaald. Geen mens is hopeloos en er moet altijd energie in worden gestopt. De pro-blematiek van de Zwolse Poort is de wethouder niet bekend. Met de Zwolse Poort vinden ge-sprekken plaats over huisvesting in het eerste deel van de zorgboulevard. De Zwolse Poort biedt hulp aan psychiatrische patiënten. Het heeft geen directe relatie met de dak- en thuislozenopvang, maar het grootste deel van de cliënten van de Zwolse Poort komt elders uit de stad en hebben een normaal huis en werk. Ieder mens is verantwoordelijk voor zijn of haar gedrag en daar mag ie-mand op worden aangesproken. Vanuit het opvanghuis zal middels het sanctiebeleid worden gere-ageerd. Als mensen worden geweigerd bij de opvang en buiten overlast veroorzaken, dan is ie-mand zelf verantwoordelijk en zal de politie handhavend optreden. Als een dak- en thuisloze een postadres heeft, heeft hij of zij ook recht op een uitkering vanuit de WWB en vanuit de bijstand. De gemeente kan vanuit de bijstand een eigen bijdrage vragen en dat zal ook worden gedaan. Dat geldt ook voor de zorgplannen en de financiering vanuit de AWBZ en ook vanuit de netwerkstad Zwolle. De aannames staan in het conceptplan.

Mevrouw Tabak vraagt of het dan gaat om een soortgelijke bijdrage qua hoogte in Zwolle.

Wethouder Wieten bevestigt dit. Omtrent de € 50.000,00 meldt hij dat lopende de plannen die er waren en moeten resulteren in opvang aan de Eerste Ebbingestraat een projectcoördinator RIBW is aangenomen en er zijn nog wat kosten uitgehaald. Het budget is nog niet op. Daklozen uit Zwol-le zijn alleen welkom als het noodgevallen betreft. Zwolle heeft een centrumfunctie voor noodop-vang van vrouwen. Als in Zwolle geen plaats is, vindt overleg plaats voor kortdurende opvang el-ders. De wethouder gaat ervan uit dat daar waar het crisisopvang betreft Kampen een of twee da-gen gelegenheid biedt als er ruimte is en niet voor structurele opvang. Partners in een netwerkstad die samen een concept voor dak- en thuislozen opzetten moeten in noodgevallen hulp bieden. Te-korten komen op de partners terecht. Aan het project zijn risico’s verbonden, zeker als er zeven keer 24-uursopvang wordt geboden met alles wat daarbij komt kijken.
Als de doelgroep onvoldoende inkomsten genereert, ontstaat een tekort en dat wordt dan ter plek-ke opgelost maar er moet een reële begroting op worden gesteld. Het grootste deel zal huisvesting- en personeelskosten zijn. Mochten tekorten ontstaan, dan wordt contact gezocht met de partners en de gemeenteraad.

De heer Ashouwer vraagt hoe de bewoners uit de Hanzewijk omgaan met hun gasten en hoe ze reageren op hun aanwezigheid.

Wethouder Wieten legt uit dat in de Hanzewijk een groot aantal gasten aanwezig is. Dat zijn niet alleen dak- en thuislozen maar ook andere mensen die voor korte of langere termijn huisvesting nodig hebben en daar zitten ook wel eens illegalen tussen. De overlast is in sommige delen van de Hanzewijk zeer groot. Dat is expliciete overlast maar ook impliciete overlast in de vorm van men-sen die ’s avonds sommige straten niet meer in durven. Het wordt hoog tijd dat in die wijk structu-rele aanpassingen komen en een groot deel van de problematiek wordt opgelost, niet alleen rondom huisvesting maar ook rondom mensen die zich daar bevinden. Dat wordt gedaan met be-hulp van politie, Delta Wonen en de coördinator moeilijk plaatsbaren en een groot aantal partners trachten om de overlast in te perken. Een Hanzewijk wijkbeheersteam is ook actief. De problema-tiek is zo nu en dan nauwelijks te harden en dat is niet alleen de dak- en thuislozenopvang, maar een veelvoud aan problematieken. Er staat een goed beleid voor op de rails, maar als de Hanzewijk wordt gesloopt, is de enige plek waar kan worden overnacht ook weg. Met dit beleid anticipeert wethouder Wieten ook op datgene wat in de toekomst op stapel staat.

Mevrouw Diender vraagt of de provincie en de woningbouw naar rato bijdragen in de tekorten dit er kunnen zijn of gaat het om een vaste bijdrage? In hoeverre is de bijdrage van de woningbouw vast mocht er sprake zijn van een ander pand. Blijft het € 60.000,00 met een bijdrage in de tekor-ten?

Wethouder Wieten legt uit dat de begroting die momenteel in concept beschikbaar is uitgaat van het pand. Over andere situaties valt nauwelijks antwoord te geven. Er zijn geen vaste afspraken over bijdragen in de tekorten aan wat dan ook. Het enige dat vast staat is een bijdrage van de ge-meente Kampen van € 100.000,00 per jaar. Als je kijkt hoe de bijdrage van de partners is en dan met name die van Delta wonen dan overstijgt die de € 60.000,00 verre omdat er ook een pand is en een heleboel andere componenten die hierin niet zijn meegenomen. De wethouder kan nu niet zeggen dat als zich in de toekomst mogelijke tekorten voordoen wie dan voor het grootste deel op-draait.

De voorzitter stelt voor dat de commissie nu kaders gaat aanreiken aan de wethouder waar hij dan op kan reageren. De voorzitter stelt voor dat in de kaderstelling in ieder geval wordt  aangegeven welke doelgroep wenselijk is en welke kaders worden gesteld ten aanzien van beheer, de locatie, veiligheid, zorgaanbieders, financiën en hoe zit het met de regie.

De heer Elhorst vertelt dat heel veel commotie is ontstaan in de binnenstad en in de stad voordat de kaders zijn gesteld. Vorige week hebben de fracties AD en VB hier een hele avond aan gewijd. Om een juiste weergave te geven, heeft de heer Elhorst zijn verhaal op papier gezet. Het is vrij breed, maar het is ook de eerste keer dat in dit verband over dit probleem wordt gesproken. De heer Elhorst heeft het namens de eerder genoemde fracties op papier gezet. De heer Elhorst richt zich in eerste instantie tot zijn collegae en later kan hier een discussie op volgen. Het college wenst dat de raad een discussie voert over het daklozenprobleem, maar dan moet het college er ook voor zorgen dat er een dossier in de leeskamer ligt dat bruikbaar is en dat is niet het geval.
Met wat daar ligt, kun je naar onze mening in deze ingewikkelde materie onmogelijk tot een af-gewogen oordeel komen. Maar goed, we hebben zo ook onze eigen verantwoordelijkheid, dus hebben we ons zelf maar voorzien van de nodige informatie. Vooropgesteld, ik ben geen deskun-dige op dit gebied, maar ik heb wel enige ervaring. Ik heb vier jaar intensief iemand begeleid uit de doelgroep. Omdat wij vorige week hier in de raadzaal een bijeenkomst hadden en niet naar de Hanzestad konden, hebben we uit de krant kunnen vernemen dat daar iemand uit de doelgroep heeft verklaard ‘met een goede begeleiding had ik het waarschijnlijk wel gered, maar ik ben van het kastje naar de muur gestuurd’. En daar ligt in mijn beleving nou net een deel van het probleem. Precies dezelfde ervaring had ik samen met de man die ik heb begeleid. Reguliere hulpverlening is er genoeg, maar ieder heeft zijn eigen koninkrijkje. Je gaat ten onder aan de bureaucratie. Wij hebben de beschikking gekregen over een rapport van een actiecomité uit Zwolle ‘de anatomie van een onbegrijpelijk voornemen’. Daar kom ik zo wel op terug. Eerst nog maar eens even duidelijk stellen waarom wij tijdens de begrotingsbehandeling tegen de € 100.000,00 hebben gestemd. Wij vonden en vinden dat ons een verkeerde procedure is voorgelegd. Eerst het geld en daarna praten over de kaders is precies de omgekeerde wereld. Wat hebben we enkele jaren geleden in onze stad gedaan en ik citeer letterlijk uit de nota ‘geconstateerd dat de huisvesting van enkele mensen der-mate problematisch was dat reguliere huisvesting in een Kamper woonwijk ronduit rampzalig zou zijn. Ze zijn als moeilijk plaatsbaren in containerwoningen aan de rand van de stad geplaatst’. We staan nu voor een categorie nog moeilijker plaatsbaren terug te brengen naar de binnenstad. Dat burgers die binnen de democratische spelregels in harmonie met hun gezinnen in welke wijk dan ook samenwonen en leven daartegen in opstand komen is volkomen begrijpelijk. In de nota staat de volgende passage: ‘door de medewerkers van het project bemoeizorg en de CMP zijn de toe-komstige bewoners van de daklozenopvang in Kampen geïnventariseerd’. En dan houdt het op. Waar de doelgroep behoefte aan heeft daar wordt geen woord aan gewijd. Het gaat veelal om zorgmijders. De nota spreekt zelfs van ‘zorgwekkende zorgmijders’ met diverse problemen. Voor elk van de categorieën of het nou om drugs, drank of psychische problemen gaat, bestaat reguliere hulpverlening, maar als men daar om welke reden dan ook geen gebruik van wil maken, wat is dan het argument en de garantie om aan te nemen dat men de zorg die ook hier in de toekomst zal gaan worden omkleed met een aantal strakke regels wel zal accepteren? Degene die hulp wil kan in het reguliere circuit terecht, als het daar in de praktijk echter aan resultaten schort moet daar eerst de boel maar eens flink worden opgeschud. Voor degene voor wie huisuitzetting dreigt, geldt in feite hetzelfde. We hebben een woonbegeleider en met de juiste hulp op de juiste plaats moet het moge-lijk zijn iemand die van goede wil is voor huisuitzetting te behoeden. Gaat het ook hier om een zorgmijder, dan is de woonbegeleider ook machteloos en wordt hij of zij via de voordeur op straat gezet en gaan we hen via de achterdeur weer opvangen zonder enige garantie dat dan de regels wel in acht worden genomen. Ook moet er eerst nog maar eens wat meer duidelijkheid komen over het onderscheid tussen dak- en thuisloos. Over het algemeen hebben de thuislozen die zich in onze stad bevinden een uitkering en ze hebben bij extreme omstandigheden een slaapplaats. Wij hebben er onze twijfels over dat deze groep de behoefte heeft zich straks te gaan onderwerpen aan financi-ele en gedragsregels. Dat een onherroepelijke dakloze en die zijn het vaak niet van vandaag of gis-teren, resocialiseert door deze vorm van opvang ook daarbij hebben wij onze vraagtekens. Of de reguliere hulpverlening heeft bij deze groep niets bereikt, of iedere vorm van hulp is gemeden. Te-rug naar het begin. Een valse start om bewoners ’s avonds laat te bestoken met informatie is mis-communicatie, maar daar is inmiddels genoeg over gezegd. In het verslag van 11 oktober 2004 is ons een paar dingen opgevallen. In het kader van drugsbeleid wordt toegelicht dat Kampen een nulbeleid hanteert, maar dat is niet waar. Kampen hanteert helemaal niets. Kampen zegt alleen maar, maar Kampen doet dat niet. De drugshandel bloeit hier. Een vraag van een mevrouw uit de Houtwijk.
In Zwolle is een gebruikersruimte, maar hoe moeten deze mensen in Zwolle komen zonder geld. Antwoord: deze mensen hebben wel geld, zij krijgen namelijk een uitkering, maar ze zijn niet ge-wend hier een kaartje voor te kopen, dus moet voor vervoer een oplossing worden gezocht. Hier zal ik verder na een diepe zucht maar niet op in gaan. Wij hebben begrepen dat er vorige week vrijdag een gesprek heeft plaatsgevonden tussen enkele raadsleden en een paar mensen uit de doelgroep. Over die ervaring zouden wij graag iets willen horen. In het begin van het traject is tij-dens een wijkbijeenkomst toegezegd dat een dergelijke voorziening niet in de binnenstad zou ko-men, maar een half jaar later wordt als een konijn uit een hoge hoed ‘binnenstadplus’ getoverd. Een uitdrukking die in dit verband geen enkele status heeft. Vervolgens nog wat uit het rapport ‘de anatomie van een onbegrijpelijk voornemen’. Daar waar gedegen onderzoek is verricht hoeven we zelf het wiel niet  uit te vinden en hebben we enkele conclusies tot de onze gemaakt.
–    Een dergelijke opvang heeft onmiskenbaar een aanzuigende werking.
–    De reïntegratie van deze doelgroep in een woonwijk waar de bewoners hoofdzakelijk uit ge-zinnen met kinderen bestaan, lijkt niet passend, zo niet onmogelijk.
–    Het ontbreekt in de opzet aan een helder beeld en de uitvoerbaarheid van het concept.
–    De groep dak- en thuislozen is allesbehalve een homogene groep, het enige gemeen¬schappelijke is het ontbreken van een vaste woon- en verblijfplaats. De profielen van de doel-groep, drank, drugs en psychiatrisch, verstaan zich over het algemeen moeilijk met elkaar. De verscheidenheid is groot en een nachtopvang voor iedereen kan tot onaangename problemen leiden.
–    Indien bezoekers zich niet aan de regels houden, kunnen zij geschorst en buiten de deur wor-den gezet. Dat betekent dat de directe omgeving opnieuw met het probleem wordt opgezadeld.
–    Te vaak gaan instellingen ervan uit dat als je diensten aanbiedt, de doelgroep daar vanzelf ge-bruik van maakt. Niets is minder waar.
–    Opvallend is, zeggen de onderzoekers die in vele gemeenten zijn geweest, dat er nergens echt goede resultaten zijn gevonden. In een aantal gevallen worden de experimenten als mislukt beschouwd. Waar al langere tijd ervaringen zijn is besloten de opvang uit de bebouwde omge-ving naar elders te verplaatsen.
–    Tot zover deze nota.
In mijn tijd van begeleiding ben ik te rade gegaan en op bezoek geweest bij diverse instellingen. Bij Humanitas in Enschede, bij een door een particulier gerunde opvang in Dedemsvaart, bij een christelijke instelling in Elburg en bij het Leger des Heils waar ik aan de toenmalige kapitein Val-ster een grote steun heb gehad.
Collegae, ik raad jullie aan voor zover dat dit nog niet is gedaan eens ergens te gaan kijken. Zo-maar een voorbeeld: in Elburg bij de stichting evangelisch begeleide woonvormen waren wij toen van harte welkom. Ik hoop te hebben kunnen overbrengen dat wij ons als fracties van Alerte De-mocraten en Verontruste Burgers serieus bezighouden met deze materie en ook willen meedenken aan een oplossing. Wij zijn wel van mening dat de tijd van sentiment en geitenwollen sokken mo-raal van dit probleem in onze welvaartsmaatschappij achter ons ligt. Wij zeggen dan ook beslist niet dat er niets moet gebeuren. Maar de werkelijke behoefte aan begeleiding en opvang van de lokale doelgroep moet eerst maar eens duidelijk en helder in beeld worden gebracht voordat we beslissingen nemen. En als blijkt dat een simpele nachtopvang bij extreme omstandigheden vol-doet aan de levenswijze van de beoogde lokale doelgroep dan zijn wij er zeker geen voorstander van om naast alle hulpinstanties die er al zijn nog eens een heel circus op te tuigen. Laten we vooral de eerste verantwoordelijkheid leggen bij de bestaande reguliere hulpverlening en niet te snel gaan graaien in de portemonnee van de lokale samenleving.
En laten we daar ook maar meteen helder in zijn, ook al is vanavond een locatie niet aan de orde, aan een eventuele toekomstige opvang in welke woonwijk dan ook, werken wij niet mee. Zo den-ken de collegae van de fracties AD en VB er over.

De voorzitter is van mening dat de heer Elhorst een paar heldere kaders heeft aangegeven. Een kader omtrent de locatie is heel duidelijk beantwoord. Hij trekt de conclusie dat eerst de problema-tiek goed moet worden onderzocht.

Mevrouw Tabak vraagt wat de heer Elhorst wil onderzoeken. Hij spreekt over preventie, maar wat wil hij oplossingsgericht doen.

De heer Elhorst wil weten wat de behoefte is van de lokale doelgroep. Als meer moet worden op-getuigd dan de bedoeling is, moet dat niet worden gedaan.

Mevrouw Tabak vraagt wat er dan wordt gedaan voor iemand die dakloos is.

De heer Elhorst is van mening dat die te zijner tijd huisvesting krijgt, maar de heer Elhorst wil eerst weten wat de behoefte is. Er is een aantal mensen woonachtig in Kampen die niets willen en niet akkoord gaan als ze worden geconfronteerd met financiële regels. De behoefte moet eerst in beeld worden gebracht om te beoordelen wat de behoefte is.

Mevrouw Tabak merkt op dat het niet alleen om preventie moet gaan op een groep die direct hulp nodig heeft. Ook de fractie van de heer Elhorst heeft in een commissievergadering gezegd dat er iets moest worden gedaan aan de dak- en thuislozen.

De heer Elhorst vat samen dat de fractie niet heeft gezegd dat er niets moet worden gedaan. De heer Elhorst heeft als eerste de kaders neergelegd en hij wacht nu op de rest.

De heer Ashouwer vraagt of de behoeftes worden gehonoreerd, zodra die bekend zijn geworden.

De heer Elhorst is van mening dat daar vanuit moet worden gegaan.

De heer Ashouwer denkt dat dit niet positief uitvalt.

De heer Elhorst blijft erbij dat het verschil tussen dak- en thuisloos duidelijk moet worden. Hij heeft de mening van de fractie duidelijk verwoord.

De voorzitter vat samen dat het kader is: eerst gedegen onderzoek naar de doelgroep over de wen-sen en wat er mee moet worden gedaan.

De heer Van ’t Zand is het ermee eens dat de wethouder vooraf een aantal opmerkingen heeft gemaakt. De raad heeft echter direct een zwarte piet gekregen. Duidelijk is geworden waar de raad mee te maken heeft gekregen na het invoeren van het dualisme. Als het zo uitkomt gebruikt de raad het college om te wijzen op het feit dat ze heeft gefaald en andersom. Dat is inherent aan de leerschool die met elkaar wordt doorgemaakt. Onlangs heeft een middag plaatsgevonden om on-duidelijke communicatie te bespreken. De heer Van ’t Zand is van mening dat college en raad het eigenlijk erg met elkaar eens zijn over het feit dat regelmatig dingen niet goed gaan. Het is niet netjes dat nu naar de raad wordt gewezen. Daarom moeten kaders worden gesteld. In beslotenheid is de commissie door de wethouder op de hoogte gebracht.
Voor wat er op dat moment bekend was kreeg de wethouder toestemming om door te gaan. Dat is door iedereen gezegd en hij heeft daar geen nee gehoord, maar misschien is het beter om bij een volgende keer toch nee te zeggen als het niet goed is. Dat wil de raad niet, omdat de zaak dan wordt opgehouden. Uit deze situatie blijkt dat de zaak ook wordt opgehouden. Over het stellen van de kaders hoeft niet veel te worden gezegd.
-De opvang zal moeten geschieden buiten woonwijken. Met name voor wat besloten is en duide-lijk is op basis van ervaringen elders. Dan wordt gedacht aan de gang van zaken rondom kinderen. Dat speelt een heel belangrijke rol.
-Geen opvang in de nabijheid van scholen.
-De afspraken die worden gemaakt, moeten alleen gelden voor Kampen. In de nota staat ‘in het kader van de netwerkstad het beleid slechts afstemmen’. Dat is voorlopig meer dan voldoende.

De voorzitter vraagt of het alleen maar voor de Kamper doelgroep moet zijn.

De heer Van ’t Zand bevestigt dit.

Mevrouw Tabak vraagt hoe de heer Van ’t Zand denkt over crisisopvang voor een of twee dagen.

De heer Van ’t Zand is van mening dat door deze opmerking toch weer een als-situatie wordt ge-creëerd. Dat moet nu niet aan de orde zijn.
-De samenwerkende partners moeten worden gehouden aan gemaakte afspraken. Er wordt geld in gestoken dus moet de raad kunnen nagaan wat de opbrengst is van het bestede geld. De zoge-naamde in- en output moet controleerbaar zijn.
-Als in een wijk al zorg is gecreëerd, dan hoeft daar geen daklozenopvang te zijn.
-Van betaling moet terdege gebruik worden gemaakt middels een bijdrage voor de nachtopvang en een sociaal pension.
-Geen inloophuis.
-Een halfjaarlijkse evaluatie met bijvoorbeeld vooraf geformuleerde vraagstelling.
-Een uitgebreide financiële paragraaf. De fractie is akkoord gegaan met de € 100.000,00, maar wat voorligt is een voorbeeld geënt op een pand dat de wethouder op het oog had. Bij een ander pand kan dit weer veranderen.
-Er zou zeker een goede communicatieparagraaf moeten zijn, maar dat is niet het geval. Er  moet een eenduidige communicatieparagraaf worden opgesteld.
-Of de gemeente de regierol moet behouden moet de fractie nog nader bespreken.

Wethouder Wieten zal rekening moeten houden met deze en verdere opmerkingen die nog worden gemaakt. Met de kaders die worden gesteld, wordt verder mee gewerkt. De fractie gaat ervan uit dat de kaders die naar voren worden gebracht, zullen worden meegenomen door de wethouder. Opvang in de woonwijk is niet wenselijk.

Mevrouw Tabak vraagt aan wat voor opvang de VVD-fractie denkt.

De heer Van ’t Zand legt uit dat de opvang die hier wordt genoemd een opvang is die best op de-ze manier naar voren kan komen, maar het gaat er om dat een aantal kaders moet worden gesteld waarbinnen de opvang moet worden geregeld.

Mevrouw Tabak vraagt of de heer Van ’t Zand niet bang is dat het doel voorbij wordt geschoten op het moment dat ze op een andere locatie worden gehuisvest. Is dan nog wel sprake van een laagdrempelige opvang?

De heer Van ’t  Zand gaat ervan uit dat mevrouw Tabak de laatste ontwikkelingen van opvang heeft gevolgd binnen dit soort woonwijken, want die is steeds mislukt. Na de voorlichtingsavond is de mening van de fractie geworden dat er op deze wijze niet aan moet worden begonnen. De andere burgers van Kampen moet geen overlast worden bezorgd.

De heer Schutte vraagt de heer Van ’t Zand of de samenwerking die met Zwolle wordt aangegaan waardoor Kampen een dependance krijgt hem niet aanspreekt.

De heer Van ’t Zand bevestigt dit. De fractie is akkoord met de gang van zaken rondom de af-spraken die worden gemaakt binnen de netwerkstad Kampen. Ze zijn ook akkoord met het overleg dat er nu is en blijft. De nota geeft overleg aan voor wat betreft het afstemmen van beleid en dat houdt niet in ook overleg over opvang op een andere manier.

De heer Schutte zegt de heer Van ’t Zand dat als Kampen zelfstandig een instantie wil inrichten met alles wat daarbij hoort dit aanzienlijk meer kost dan wanneer de instelling als dependance van Zwolle wordt ingericht.

De heer Van ’t Zand geeft aan dat het niet per definitie moet worden, zoals het nu voorligt. Hij kan zich vinden in de minimale opvang. De frequentie waarmee mensen ervan gebruik willen ma-ken is niet makkelijk samen te vatten.

De heer Schutte zegt nogmaals dat een zelfstandige organisatie meer gaat kosten.

De heer Van ’t Zand is het eens met de heer Schutte, maar hij is van mening dat dan niet direct moet worden gedacht aan opvang vanuit Zwolle.

De heer Schutte herhaalt dat de heer Van ’t Zand aangaf dat het geen inloophuis moet worden. Wat bedoelt hij daarmee? Gaat het dan ook om het zogenaamde bed, bad en brood?

De heer Van ’t Zand legt uit dat als de heer Schutte de kale nachtopvang als dusdanig betiteld ze het eens zijn.

Mevrouw Tabak geeft aan dat de verwoording van een doelgroep zoals die in de nota staat volle-dig is. Het gaat over twintig mensen en wat moet daar nog meer aan onderzoek worden toege-voegd? Het is logisch dat de behoeftes van de betreffende personen uiteen lopen. De constructie, zoals die is verwoord in de notitie, deels een sociaal pension en deels een kale opvang, spreekt de PvdA-fractie aan, omdat alleen bed, bad en brood niet voldoende is. Het gaat om mensen met een meervoudige problematiek. De overlast moet worden beperkt door ze op een traject te zetten van waaruit ze zich kunnen resocialiseren en rehabiliteren. Een herbergconstructie kan dit bieden. De budgettering moet in de gaten worden gehouden. Na een jaar moet niet worden teruggekomen om het budget bij te stellen. Regelmatige evaluatiemomenten zijn dan ook een must. Het zal gaan over de Kamper doelgroep. Crisisopvang voor een of twee nachten is geen bezwaar, maar het kan niet zo zijn dat de exploitatie sluitend wordt gemaakt met een groot aantal daklozen uit Zwolle. Het is ontzettend belangrijk om de handhaving overdag aan te pakken. Als de mensen in een sociaal pen-sion of een nachtopvang komen, moet de overlast voor de stad verminderen. De politie moet parti-ciperen. De wethouder dient dit uit te zoeken en de commissie hierover te informeren. Het be-heersplan speelt een grote rol en dat is gekoppeld aan de locatie. De wethouder moet aantonen dat opvang aan de Eerste Ebbingestraat mogelijk is.
Mocht dat niet het geval zijn, moet worden gezocht naar een andere locatie. Continuering voor langere termijn moet worden gevraagd aan de betreffende partners.

De voorzitter vraagt naar duidelijke kaders omtrent de locatie. Welke eisen stelt de PvdA-fractie aan de locatie?

Mevrouw Tabak voegt toe dat het beheersplan uitvoerbaar moet zijn. Het moet veilig zijn voor de omgeving, geen extra overlast veroorzaken en handhaving moet plaatsvinden. Als het dan moge-lijk is, is de locatie een feit.

De heer Elhorst vraagt hoe mevrouw Tabak over de reguliere hulpverlening denkt. In Nederland is ontzettend veel reguliere hulpverlening. Welke waarde hecht de PvdA-fractie aan reguliere hulpverlening?

Mevrouw Tabak is van mening dat de reguliere hulpverlening blijkbaar niet toereikend is voor de betreffende doelgroep. De weg ernaartoe is niet toegankelijk en daarom moet een tussenoplossing worden gezocht, zodat de groep ook weer in deze hulpverlening terecht komt of desnoods hulpver-lening op maat, waardoor resocialisering mogelijk is.

De heer Elhorst vat samen dat als de reguliere hulpverlening niet werkt de gemeente Kampen dit probleem toch oplost.

Mevrouw Tabak weet niet of dit probleem kan worden opgelost, maar streeft hier wel naar.

De heer Schutte legt uit dat hij eerst de mening van de CU-fractie naar voren brengt, waarna hij op de opmerkingen van de AD-fractie en de wethouder in zal gaan.
Het uitgangspunt van de CU-fractie is dat het niet zo kan zijn dat in de huidige welvaartmaat-schappij mensen op straat moeten leven. De doelstelling voor dak- en thuislozen is zorg voor de medemens en vermindering van overlast.  Om goed duidelijk op het netvlies te krijgen wat we verstaan onder dak- en thuislozen heeft de CU-fractie de doelgroepen nader gedefinieerd. Dak-loos: mensen die niet beschikken over een gegarandeerd onderkomen voor de nacht, die hun toe-vlucht nemen tot de openbare ruimte, gebruik maken van de dag- en nachtopvang en van andere tijdelijke, al dan niet geïmproviseerde onderkomens.  Thuisloos: mensen die niet beschikken over het vermogen om een thuisbasis te creëren, duurzame relaties en bindingen aan te gaan in combi-natie met het onvermogen om zich een stabiel leef- en werkmilieu te verschaffen.  Zoals we uit de praktijk weten, bestaan er overeenkomsten tussen dak- en thuislozen. Echter, de definities leren ons dat er verschillen zijn. De CU-fractie is dan ook van mening dat de aanpak van dak- en thuis-lozen verschilt.
In de behandeling van het voorstel ziet de CU-fractie duidelijk een tweedeling tussen dak- en thuislozen. Nadere kaderstelling:
-Gemeente is verantwoordelijk voor het regelen van noodopvang (bed, bad en brood).
-Gemeente stelt maximumbedrag dat in de begroting staat beschikbaar ( € 100.000,00).
-De voorziening moet eenvoudig zijn van opzet (dependance) en blijvend onder de hoede van Zwolle als centrumgemeente.
-Na twee jaar evalueren op de bereikte effecten (verbeterde zorg en verminderde overlast).
-Alleen toegankelijk voor Kamper dak- en thuislozen.
-Opvang moeten binnen het beleid van de gemeente passen (geen gebruikersruimte).
-Prestatiecontracten sluiten met het RIBW.
-Breed zorgaanbod, gericht op een verslavingsvrij leven.
-Overlast beperking, beheers- en veiligheidsplan.
-Particuliere initiatieven ondersteunen op het gebied van zorgmijders.
-Handhaving landloperij opnemen in APV.
De kaderstelling wat betreft dak- en thuislozen loopt wellicht door elkaar, maar de CU-fractie wil duidelijk maken dat daklozenopvang een zaak is voor de gemeente. Thuislozenopvang is een zaak voor de reguliere zorginstellingen, waarbij de gemeente wel faciliterend kan optreden. Het kan dus ook zo zijn dat het qua locatiekeuze verschillende elementen bevat.
De wethouder gaf aan dat met name de CU-fractie had aangegeven dat er zo snel mogelijk dak- en thuislozenopvang moest komen. Dat is ook zo en dat steunt de fractie nog steeds. De fractie heeft het proberen te agenderen voor de programmabegroting via de begrotingsbehandeling. Maar de  regel dak- en thuislozenopvang is niet het kader  zoals dat moet worden gesteld voor de opvang van dak- en thuislozen. Diverse malen is richting wethouder aangegeven dat de fractie behoefte had aan het stellen van nadere kaders. Misschien hadden de raadsleden van de CU een andere doelgroep voor ogen dan de wethouder. Vandaar ook dat is onderzocht welke doelgroep de CU-fractie voor ogen had. De fractie is tot de conclusie gekomen dat er een duidelijk verschil is tussen dak- en thuislozen. Daarom is een scheiding aangebracht in het verhaal tussen dak- en thuislozen. Dat wil niet zeggen dat de zorg niet op een locatie kan worden gehuisvest, maar het aanbod moet wel verschillend zijn. 

Mevrouw Tabak vraagt of de CU-fractie eigenlijk van mening is dat de herberg in dit geval een juiste oplossing biedt.

De heer Schutte is het daarmee eens, maar hij stelt primair dat de gemeente verantwoordelijk is voor bed, bad en brood en niet voor een sociaal pension. Die kan er wel faciliterend in optreden.

De heer Van ’t Zand vraagt naar een nadere uitleg omtrent Zwolle die de zaak bepaalt.

De heer Schutte verduidelijkt dat de kaders die zijn gesteld een duidelijk uitgangspunt zijn indien de overeenkomst met Zwolle wordt aangegaan. De fractie is er niet voor een zelfstandige organi-satie op te zetten, terwijl kan worden meegedaan met het Zwolse initiatief dat vanuit beheersbaar-heid van de kosten een prima optie kan zijn.

De heer Elhorst vraagt welk beeld de CU-fractie heeft gekregen van de mensen uit de doelgroep na een gesprek met hen. Is dat ongeveer hetzelfde beeld als dat wat de heer Elhorst heeft?

De heer Schutte geeft aan dat ze hebben gesproken met een aantal thuislozen, omdat contact met daklozen erg moeilijk is. Naderhand hebben ze wel een aantal locaties van daklozen bekeken en die zijn er wel degelijk. Thuislozen waren echt thuisloos, maar hadden wel een dak boven hun hoofd ’s avonds, maar ze kunnen wel op enig moment dakloos worden. Er hoeft maar enige esca-latie plaats te vinden en ze staan op straat. In de huidige welvaartmaatschappij kan het niet zo zijn dat mensen op straat moeten leven. Als dit vanavond het geval zou zijn, moet de gemeente Kam-pen bed, bad en brood kunnen bieden.

De heer Elhorst heeft namens de beide fracties hetzelfde gezegd. Hij is ook van mening dat er iets moet gebeuren. Het grote verschil tussen de dak- en thuislozen is nog steeds niet duidelijk ge-maakt.

De heer Schutte vraagt waarom het verschil niet duidelijk is.

De heer Elhorst heeft proberen aan te geven dat er bij thuislozen mensen zijn die absoluut niet de behoefte hebben zich aan welke gedragsregel of financiële beperking te houden.

De heer Schutte is van mening dat daarom een prestatiecontract moeten worden afgesloten met het RIBW op de gemaakte resultaten.

Mevrouw Tabak is van mening dat het onderscheid wel degelijk goed is gedefinieerd. Hoe de be-treffende doelgroep wordt genoemd, maakt niet zoveel uit. Het gaat om een groep mensen die problemen heeft en overlast veroorzaakt. Als bij voorbaat wordt gezegd dat de mensen niet wel-willend zijn, is dat niet voldoende, want er moet een poging worden gedaan.

De heer Elhorst blijft van mening dat ze bij de reguliere hulpverlening kunnen aankloppen. De ruime hoeveelheid reguliere hulpverlening moet eerst aan het werk en dan pas de gemeente Kam-pen.

De voorzitter vraagt de heer Schutte zijn ervaringen met de thuislozen aan te geven. En de regu-liere hulpverlening.

De heer Schutte vertelt dat de thuislozen met wie hij heeft gesproken aan een sociaal pension deel willen nemen. Of het gebeurt is een tweede. De heer Elhorst geeft aan dat hij de thuislozenopvang bij de zorginstellingen wil neerleggen, maar de CU-fractie wil hierin faciliteren.

De heer Ashouwer is van mening dat het allemaal draait om de kaders voor veiligheid en locatie. De doelgroep moet aan deskundigen worden overgelaten. De veiligheid is een groot probleem. De mensen zijn bang voor deze personen.

De voorzitter verzoekt de heer Ashouwer zijn taalgebruik aan te passen.

De heer Ashouwer verduidelijkt dat hij niet sprak over verkeersdeelnemers, maar over andere per-sonen die iemand mogelijkerwijs iets aan zouden willen doen. Mensen die in de stad verblijven hebben last van een bepaalde groep en daar moet de gemeente Kampen iets aan doen. De wethou-der wil dit probleem op verzoek van de raad aanpakken, maar nu loopt hij tegen problemen aan. Kaders moeten worden gesteld en de mensen in de Hanzewijk moeten worden geholpen. Hoe kunnen mensen worden bereikt? Een plek waar niemand last heeft van de betreffende groep be-staat waarschijnlijk niet en als dat wel zo is, is de vraag of de gemeente Kampen die mensen wel wil helpen. Goede afspraken over veiligheid met politie en hulpverleners zijn belangrijk en zullen ook niet waterdicht zijn. Dat hangt samen met de locatie. De locatie die de wethouder heeft geko-zen is niet zo heel erg verkeerd.

De voorzitter verzoekt de heer Ashouwer niet te spreken over de locatie.

De heer Ashouwer geeft aan dat de locatie zich moet bevinden niet ver van de plaats waar de be-treffende groep graag verblijft, maar die niet beangstigend in een straat ligt. Dus een ruime locatie heeft de voorkeur. De heer Ashouwer denkt dan toch aan een woonwijk. Iedereen moet die ver-antwoordelijkheid dragen.

De voorzitter stelt dat de heer Ashouwer pleit voor goede kaders op het gebied van veiligheid en beheer.

De heer Ashouwer is van mening dat het om een locatie moet gaan waar de betreffende doelgroep ook naar toe wil, want anders helpt het niet.

De heer Van der Zaag geeft aan dat Kampen een grote diversiteit aan dak- en thuislozen heeft. Men wil echter niet worden geholpen en kan dus ook niet worden geholpen. Dan is er nog een maatschappelijk probleem.  Zowel de oorzaak als de overlast zijn een maatschappelijk probleem. De rol van de gemeente Kampen is verantwoordelijkheid nemen voor de mensen in Kampen en daar moet wat aan worden gedaan. Dan gaat het om de politiek, de zorg, de kerken, de woning-bouwvereniging en de samenleving als geheel. De verantwoordelijkheid moet worden genomen. Het mooiste zou zijn dat wordt voorkomen dat iemand dakloos wordt. In de preventieve sfeer moet hier veel werk aan worden gedaan. Daklozen moeten worden geholpen. Als mensen kennis maken met de daklozen, kunnen ze hen motiveren naar de reguliere zorg te gaan.
Er is heel veel kennis van de sociale kaart van Kampen. Die moet actueel worden gehouden en daarom moet worden geïnvesteerd in het huidige netwerk van preventie. Er  is diversiteit en ieder-een heeft recht op zorg. Dat heeft de volgende fasering tot gevolg. Uitgangspunt daarbij is dat de problematiek dusdanig divers is dat moet worden gestreefd naar maatwerk. Een kleinschalige op-vang voor dak- en thuislozen. De basisbehoefte voor mensen is slapen en eten en dat zal een grote categorie zijn en daar moet een alternatief voor zijn. In de tweede fase moet de samenleving een band opbouwen met de betreffende doelgroep. Daar moet bijvoorbeeld een inloophuis voor wor-den gecreëerd, zodat mensen in contact kunnen komen met de doelgroep. Daarna kunnen mensen worden gemotiveerd om een programma te volgen. Daarna kunnen mensen uit de verslaving wor-den gehaald. Alle mensen willen uiteindelijk of begeleid zelfstandig wonen of permanent een ei-gen huis bewonen en dan worden ze gesocialiseerd en wordt werk voor ze geregeld. Werk is een belangrijk uitgangspunt  maar ook schuldhulpsanering. Dat laatste is vaak een groot probleem. Van de twintig dak- en thuislozen zouden tien mensen in fase een kunnen zitten, zouden vijf naar fase twee kunnen en vijf naar fase drie en vier. Vanuit de menselijk maat wordt geprobeerd te zoe-ken naar de best mogelijke oplossing zodat de mensen een menswaardig bestaan krijgen. De vrije wil van de mensen om behandeld te mogen worden blijft een landelijk probleem. In hoeverre is de vrije wil nog wel mogelijk of moet er niet verder worden ingegrepen om daar een actueel thema van te maken. Als de cirkel wordt doorbroken kunnen zorg en maatschappijprobleem bijeen wor-den gebracht en een menswaardige oplossing worden gecreëerd.

De heer Schutte vraagt of de vier fases onafhankelijk van elkaar op vier locaties of op een locatie zijn gehuisvest.

De heer Van der Zaag legt uit dat menselijke maat kleinschalig is dus gaat het om meerdere loca-ties. Wellicht moet eerste fase een worden gestart.

De heer Schutte vraagt of het budget van € 100.000,00 voldoende is om het plan te verwezenlij-ken.

De heer Van der Zaag kan dit niet inschatten. Hij spreekt de wens uit dat uit het voorliggende voorstel een aantal afgewogen opties wordt meegenomen waarin ook de visie aan bod zou zijn geweest om te bepalen wat het beste voor Kampen zou zijn om de dak- en thuislozenproblematiek zo goed mogelijk op te lossen. Dat is de basisstelling.

Mevrouw Tabak vraagt naar de kaders omtrent het beheersplan, de veiligheid en de regie.

De heer Van der Zaag legt de regie bij de overheid, want die is stimulator en gaat aan de slag. Het is echter een maatschappelijk probleem. Iedereen die zich verantwoordelijk voelt, moet dit oppak-ken. In het creëren van bed en brood moet de overheid de mogelijkheden voor nu en de toekomst creëren.

Mevrouw Tabak vraagt naar een samenwerking met Zwolle in deze constructie.

De heer Van der Zaag houdt die mogelijkheid open. Over een goed beheersplan en de veiligheid is reeds een kader geformuleerd door verschillende fracties.

Mevrouw Diender vat samen dat de overlast wordt opgelost door mensen te resocialiseren en pre-ventie wordt toegepast. Als dat aanslaat is het maar een tijdelijk probleem.

De heer Van der Zaag zegt dat het kernprobleem de kanttekening is. De vrije wil van een dak- en thuisloze is belangrijk. Ze hebben een vrije wil en dat moet ook, maar in sommige gevallen moe-ten ze worden geholpen. Dit probleem zal er mogelijkerwijs altijd blijven.

Mevrouw Diender stelt dat dan een deel van de mensen niet wil meewerken. De overlast is dan slechts voor een deel opgelost en dat draagt niet zo heel veel bij aan de leefbaarheid van het park.

De heer Van der Zaag  legt uit dat als vijftien mensen behoefte zouden hebben aan fase een daar de pijlers op moeten worden gesteld. Het betekent wel dat op grond van de APV de overlast op straat moet worden gehandhaafd.

De heer Krans is onder de indruk van de elkaar helpen oplossing en iets doen. De heer Van der Zaag sprak de wens uit dat alle moeite die wordt gedaan voor de twintig mensen ook wordt ge-waardeerd en ze zullen meewerken. De heer Krans is van mening dat niet moet worden gekookt voor mensen die niet willen eten. De suggestie is gedaan te onderzoeken welke mensen echt willen worden geholpen. Onderzoek of dit voorstel haalbaar is of niet.

Mevrouw Tabak vraagt de heer Krans of hij dan geen actie wil ondernemen als de twintig perso-nen zeggen dat ze niet willen worden geholpen. Het gevolg is dan dat de situatie blijft zoals die nu is.

De heer Krans is van mening dat onbehandelbare mensen niet moeten worden behandeld als ze daar geen prijs op stellen. Dat heeft ook geen zin, want men moet ervoor open staan.

Mevrouw Tabak wijst de heer Krans op het feit dat een van de redenen waarom de raad heeft aangedrongen op behandeling van dit probleem de toenemende overlast in Kampen is.

De heer Krans legt uit dat hij er daarom op tegen is deze mensen te huisvesten in een woonwijk. Laat een deskundige praten met die mensen en beoordelen of dit voorstel kans van slagen heeft.

Mevrouw Tabak vraagt nogmaals wat er moet gebeuren als mensen niet willen worden behan-deld.

De heer Krans kan daar nu geen antwoord op geven aangezien het onderzoek nog niet heeft plaatsgevonden.

De voorzitter rond deze discussie af. Hij vat samen dat verschillende kaders zijn besproken. Ka-ders op het gebied van doelgroep, locatie, beheer, veiligheid en zorg, maar ook onderzoek en re-gie. Het is een opiniërende discussie geweest als handreiking voor de wethouder en hij wordt nu in de gelegenheid gesteld een korte reactie te geven.

Wethouder Wieten legt uit dat mensen zonder woonplaats of postadres in het Nederlandse zorg-systeem geen enkel recht hebben op hulp, maar wel op noodhulp, medische hulp of crisisopvang. Vorige week heeft tijdens de bijeenkomst iemand gesproken die wel wilde worden geholpen, maar van het kastje naar de muur werd gestuurd. Dat ligt aan het Nederlandse zorgsysteem. De wethou-der heeft bezwaar tegen de suggestie dat het altijd aan de mensen zelf ligt, want dat is absoluut niet waar. Twee partijen hebben heel duidelijk aangegeven dat de huisvesting niet in de woonwijk mag geschieden. Stellingen worden ingenomen waardoor de realisatie van dak- en thuislozenop-vang in Kampen op de zeer lange baan wordt geschoven. Daarvoor wil wethouder Wieten ernstig waarschuwen. Als de huidige werkwijze door kaderstelling verder onmogelijk wordt gemaakt zal de realisatie op welke manier dan ook erg lang op zich laten wachten, terwijl de problematiek gro-te vormen aanneemt. Wethouder Wieten vraagt de heer Van der Zaag dat als na heel zorgvuldig onderzoek tien mensen overblijven die in fase een kunnen worden geplaatst de heer Van der Zaag dan bereid is tot huisvesting aan de Eerste Ebbingestraat. Stel dat de volgende fases ook worden onderzocht en als nieuw kader aan de raad worden voorgelegd, is de raad dan bereid de bewoners in diezelfde woonwijk onder te brengen?

De voorzitter vraagt zich in het kader van de kaderstelling af of hierop moet worden geantwoord.

De heer Van der Zaag licht toe dat de containerwoningen in Kampen een succes zijn gebleken en ook met de nodige weerstand tot stand gekomen. Het zou een oplossing kunnen zijn om te onder-zoeken of dit op een andere locatie in de gemeente van toepassing is.

De heer Van ’t Zand blijft van mening dat het een andere locatie moet zijn, omdat de naastgele-gen woonwijk de nodige overlast heeft te verduren.

Mevrouw Tabak vraagt een locatie binnen of buiten een woonwijk.

De heer Van der Zaag kan daar niet op antwoorden.

Wethouder Wieten vond de discussie erg waardig en recht doen aan de uitgangspunten waarmee de dak- en thuislozenproblematiek moet worden aangepakt. De problematiek vraagt om een zorg-vuldig en waardige afweging van alle voors en tegens. Het is afwachten of hij er met de partners in slaagt hier een raadsbreed  gedragen kaderstellend voorstel van te maken.

De voorzitter stelt voor de blik nog te verruimen op het gebied van de partners als er niet uit wordt gekomen want er moet voor worden gewaakt dat de kaders worden aangepast naar waar hij nu mee bezig is. De kaders worden opgesteld en daarna worden de activiteiten bepaald.

Mevrouw Diender vraagt of niet als mogelijk alternatief de voormalige kinderboerderij kan gel-den.

De voorzitter is van mening dat hier niet op hoeft te worden geantwoord.

Mevrouw Tabak vraagt naar de verdere procedure en hoe hiermee moet worden omgegaan.

De voorzitter legt uit dat de actie van de wethouder moet worden afgewacht. Hij vindt het een be-langrijk onderwerp en de voorzitter verwacht dan ook dat op korte termijn een kaderstellende nota volgt. Daar gaat de raad over discussiëren.

Wethouder Wieten zegt dat het voorstel ook kan inhouden dat vanuit de kaders hetzelfde voorstel wordt gedaan wat nu ter tafel ligt.

De voorzitter legt uit dat de commissie verwacht dat wethouder Wieten met kaders komt en als daar direct een activiteitenplan bij zit dat binnen de kaders past dan is dat altijd toegestaan.

14.    Sluiting
De voorzitter geeft aan dat met wethouder Kattenberg is afgesproken dat wegens tijdgebrek agendapunt 8 wordt doorgeschoven naar de commissievergadering van januari 2005.

De voorzitter dankt allen voor hun inbreng, wenst allen wel thuis en sluit de vergadering om 23.10 uur.

 
template afbeelding
 
Gemeente Kampen | Burgemeester Berghuisplein 1 | 8261 DD | info@kampen.nl | www.kampen.nl |
Disclaimer
 
Gwegroet de Hr. R. Donker te Zwolle

Alles downloaden

Ruud heeft 25 online bestanden gedeeld die zijn opgeslagen op SkyDrive. Klik bovenstaande links om de bestanden te openen.

Alles downloaden

Ruud heeft 6 online bestandengedeeld die zijn opgeslagen op SkyDrive. Klik bovenstaande links om de bestanden te openen. 

From: kingkong1621@live.nl
To: bureau@nationaleombudsman.nl; cda.publieksvoorlichting@tweedekamer.nl; cdja.maastricht@gmail.com; christenunie@tweedekamer.nl; cie.vws@tweedekamer.nl; cip@ciz.nl; d66@tweedekamer.nl; denkmetkoosmee@gmail.com; g.vanittersum@platformggz.nl; g.wilders@tweedekamer.nl; groenlinks@tweedekamer.nl; groephopzoetermeer@hans-zijlstra.nl; h.drost@tweedekamer.nl; i.y.tan@chello.nl; info@bijstandsbond.org; info@kafkabrigade.nl; info@laatjenietkisten.nl; info@petersiebelt.nl; info@pgb.nl; l.jacobi@tweedekamer.nl; jvwzakelijk@gmail.com; k.vaartjes@amnesty.nl; kamer@sp.nl; l.hartings@tweedekamer.nl; loket@igz.nl; meldjezorg@platformggz.nl; meldpuntcorporaties@minvrom.nl; mjonkers@ggznederland.nl; nieuwsdienst@trouw.nl; no.reply@nos.nl; politiek@nd.nl; postbus@eerstekamer.nl; pvda_voorlichting@tweedekamer.nl; pvv@tweedekamer.nl; redactie.elsevier@elsevier.nl; redactie@eenvandaag.nl; redactie@volkskrant.nl; s.hofstra@ggzberaad.nl; sgp@tweedekamer.nl; straatadvocaten@gmail.com; tip@at5.nl; tips@leeuwardercourant.nl; voorlichting@minvws.nl; voorzitter@dwars.org; vvdvoorlichting@tweedekamer.nl; w.tonissen@tweedekamer.nl; zembla@vara.nl
Subject: RE: AWBZ verplichting via zorgkantoren geen hulpverlening aan dak en thuislozen door stichtingen en gemeentes die geen toezicht houden en zelfs onbehoorlijk bestuur vertonen.
Date: Sat, 29 Oct 2011 13:02:42 +0200

 

Gericht aan kamerleden en de media etc.,
 
Ik stuur u een aantal bijlages die direct verband houden met de negatieve gedragingen van de zorgkantoren en het CIZ en waar verbanden kunnen worden gelegd i.v.m. het gegeven dat het begrip AWBZ instelling niet precies is gedefineerd in de wet en regelgeving terug te vinden in het onderzoeksrapport van de Boer en Croon naar het “Gebruik van AWBZ middelen” plus bijlages en naar het rapport CVZ signalement toelating AWBZ instellingen 2004″ en waar naar buiten komt dat iedereen zonder opleidingen en diploma”s met paar man en bestuursstructuur kan opzetten en een AWBZ instelling en dan zonder toezicht op het zorgaanbod AWBZ ondersteuning kam aanvragen bij het CIZ en zorgkantoor en dat komt door de vrije marktwerking en zelfregulering.
Hier in Zwolle is de Herberg een opvang voor daklozen opgezet die eerst in de Terborchstraat 13-15 zou worden gevestigd in Zwolle en waar bewoners van deze straat in verzet kwamen tegen deze opvang en een onderzoeksrapport opstelden waarin de deelnemende woningcorporaties SWZ,Delta wonen en Openbaar Belang en RIBW Zwolle bekenden geen kennis van zaken te hebben over deze nieuwe doelgroep en dan nu 5 jaar later in uiting komt in de afstudeerscriptie “RIBW denkt met je mee” waarin de woonbegeleiders/sters van RIBW Vecht bekennen niet te weten hoe zij hun clienten moeten helpen.
IK gaf het al in 2003 door aan het toenmalige gemeenteraadslid SP Mevr. M. Twisterling en IGZ en Nza en tweede kamerfracties,algemene rekenkamer  dat de Herberg een groot bedrog was omdat ik van de plannen afwist en waar de woningcorporaties en RIBW Zwolle al in 2002 besloten om Joop van Ommen directeur van de WRZV sporthallen aan te stellen als supervisor over de Herberg maar waar het alleen is te gaan om de AWBZ inkomsten en de hoge eigen bijdrages die daklozen moeten betalen voor een kamertje in deze Herberg en dat het zorgkantoor maar klakkeloos AWBZ gelden blijft verstrekken met onrechtmatig verkregen indicaties voor psychische stoornissen,hetzelfde geld ook voor de begeleiding van het leger des heils waarvan begeleiding/hulpverlening niet aanwezig is.
Ik zend u een commissieverslag van bewoners van de gemeente Kampen waar de Herberg zwolle ter sprake kwam omdat ik het rapport “de Herberg in de Terborchstraat,anatomie van een onbegrijpelijk voornemen “wat opgesteld is door de bewoners van de Terborchstaat niet meer op Internet kan terug vinden.
 
Gegroet de Hr. R. Donker te Zwolle
Sla navigatie over

 

Contactgegevens

Bezoekadres Burgemeester Roelenweg 9
8021 EV Zwolle
Postadres Burgemeester Roelenweg 9
8031 EV Zwolle
Telefoon 038-4226832
Fax 038-4269697
Internet adres www.ribwzwolle.nl
E-mailadres herberg@ribwzwolle.nl

Sector

Geestelijke gezondheidszorg

Disclaimer/bron

De informatie op deze pagina wordt beheerd door Zorgbelang Overijssel. Dit doen zij op basis van gegevens die verstrekt worden door RIBW Zwolle e.o. Project Herberg, Zwolle. Wijzigingen kunt u aan deze beheerder doorgeven. De laatste wijziging dateert van 7 april 2008.

 

U bevindt zich hier › Regio › Zwolle

SWZ en OB haken af aan Roelenweg zorgboulevard

  woensdag 26 oktober 2011 | 16:14 | Laatst bijgewerkt op: woensdag 26 oktober 2011 | 16:16

Tekstgrootte tekst verkleinentekst vergroten
 
ZWOLLE – Twee van de drie Zwolse corporaties hebben besloten niet te gaan investeren in de studentenhuisvesting (475 eenheden) aan Pannekoekendijk en Roelenweg.
Het afhaken van SWZ en Openbaar Belang betekent dat deltaWonen, corporaties van buiten Zwolle, gemeente en ontwikkelaars op korte termijn een oplossing moeten vinden voor het gat van 7,5 miljoen euro, dat nu is ontstaan. ‘Trekker’ deltaWonen houdt hoop eruit te kunnen komen.

SWZen Openbaar Belang doen niet meer mee omdat ze – bij schaarser wordende middelen – de prioriteit leggen bij projecten elders in de stad. De wachttijden voor een sociale huurwoning zijn opgelopen naar vier jaar, is de constatering, terwijl studenten doorsnee binnen een halfjaar woonruimte hebben gevonden.

U bevindt zich hier › Regio › Zwolle

Nieuwe plek voor daklozen en verslaafden

Auteur: door Jauke Hamstra |   donderdag 13 maart 2008 | 03:13 | Laatst bijgewerkt op: donderdag 13 maart 2008 | 03:35

Tekstgrootte tekst verkleinentekst vergroten
 
ZWOLLE – Gemeente Zwolle maakt werk van de opvang van dak- en thuislozen.
Deze zomer start de bouw van de nieuwe Herberg aan de Nijverheidstraat en eind 2011 moet er een nieuw onderkomen zijn voor de verslavingszorg en dagopvang.

De aandacht van de gemeente en Achmea Zorgkantoor verschuift geleidelijk van nachtopvang naar 24-uurs opvang in het nieuwe onderkomen.

In de nieuwe Herberg – een tijdelijk vangnet voor mensen die geen dak boven hun hoofd hebben – komen in totaal 36 bedden en een gezinskamer. In Zwolle zijn er momenteel 250 dak- en thuislozen.

Op de hoek van de Pannekoekendijk en de Burgemeester Roelenweg – waar nu nog de taxicentrale gevestigd is – zal alles wat met verslavingszorg te maken heeft ondergebracht worden. Beide voorzieningen dragen bij aan de ambities van het Stedelijk Kompas van de gemeente Zwolle, namelijk: minder daklozen en minder overlast.

Daarnaast hoopt de gemeente de levensomstandigheden van de dak- en thuislozen te verbeteren.

Wethouder Erik Dannenberg (Zorg en Welzijn) verwacht dat het nieuwe onderkomen aan de Burgemeester Roelenweg eind 2011 gereed zal zijn. “Deze nieuwe locatie zal een gebruiksruimte hebben, maar ook nachtopvang voor verslaafde dak- en thuislozen, methadonverstrekking en de dagopvang Bonjour en Hostel.”

De wethouder wijst trots naar de veldtafel die hij woensdagmiddag samen met staatssecretaris Jet Bussemaker (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) onthulde in één van de huidige opvanglocaties, dagopvang Bonjour. “Deze tafel zal in het nieuwe onderkomen een prominent plekje krijgen. Het krijgt een belangrijke functie, want er worden hulpverleners uitgenodigd als de hulpverlening voor een individuele dakloze te wensen overlaat. Aan deze tafel worden zaken gedaan, niemand loopt zomaar weg.”

Op het midden van de tafel zijn twee latjes bevestigd, waar gisterochtend op symbolische wijze de logo’s van de 7 hulpverlende instanties (in houten blokjes gekerfd) tussen geschoven werden. Tactusgroep, GGD IJsssel Vecht, Iriszorg, RIBW Zwolle, Achmea Zorgkantoor, Zwolse Poort en het Leger des Heils zijn tot nu toe vertegenwoordigd. Dannenberg: “Je ziet dat er nog ruimte over is. Gelukkig maar, want er kunnen nog meer partijen bijkomen.”

Omdat het nieuwe onderkomen voor de verslavingszorg en dagopvang pas in 2011 gereed is, heeft de gemeente gezocht naar tijdelijke huisvesting. In overleg met de buurt blijft de dagopvang Bonjour tot 2011 open. Dannenberg: “We zijn met omwonenden in gesprek gegaan en ik ben tevreden over de uitkomst daarvan.” De gemeente gaat het gebouw waarin Bonjour gevestigd is opknappen. Er is volgens de wethouder hier en daar een likje verf nodig. Daarnaast komen in de buurt extra parkeerplekken en speelvoorzieningen voor jongeren, waaronder een trapveldje. De gemeente trekt hier ongeveer twee ton uit.

Een dakloze Belg heeft binnen de dagopvang wanden etc. geschilderd tegen de belofte dat hij honderd euro zou krijgen,maar deze opvang had net als de nachtopvang Nel Banninkhuis in 2005 al gesloten moeten zijn dus wie belazert hier de boel waar daklozen over straat moeten zwerven en in de  opvang totaal geen zorg en hulpverlening krijgen.
U bevindt zich hier › Regio › Zwolle

Voor Bonjour hoort wat noot:dus de wethouder zorg en welzijn zwolle koopt gewoon de omwonenden van Bonjour om met een zak geld

Auteur: door Caspar van Oirschot |   donderdag 29 november 2007 | 03:59

Tekstgrootte tekst verkleinentekst vergroten
 
ZWOLLE – Een met twee jaar verlengd verblijf van dagopvang Bonjour aan de Drijbersingel leidt niet tot boosheid op wijkplatform Dieze-West.

Dat is opmerkelijk, gezien de voorgeschiedenis van de tijdelijke dagopvang voor dak- en thuislozen. Hoe dat kan? De gemeente is bereid de knip te trekken om andere wensen van omwonenden te vervullen.

Op het wijkplatform Dieze-West klonk gisteravond nauwelijks een wanklank nadat wethouder Erik Dannenberg de situatie rond Bonjour had uitgelegd. En die is dat de definitieve huisvesting langer op zich laat wachten dan gehoopt. Het wordt geen 2006, zoals in den beginne geroepen is, maar het wordt ook geen 2009, zoals nu met de wijk is afgesproken. Het jaar 2011 is wel serieus in beeld als periode waarin de ‘geclusterde zorgvoorziening’ aan de Roelen- weg/Pannekoekendijk eindelijk eens kan gaan draaien. Maar gezien het feit dat er nog tal van overeenkomsten gesloten moeten worden om de grootschalige bouw op de Roelenweg mogelijk te maken kan een zekere datum niet genoemd worden.

Omdat vinden en openen van een tweede tijdelijke opvanglocatie voor dak- en thuislozen de gemeente veel geld gaat kosten heeft het college van B en W toch besloten om de vraag neer te leggen in Dieze-West: wat is er nodig om langer verblijf van Bonjour mogelijk te maken?

Volgens Dannenberg moet die vraag kunnen; er is volgens hem immers momenteel weinig sprake van overlast, mede dankzij inzet van omwonenden en het strakke beheersplan dat er op de opvang ligt.

Elders tijdelijk dagopvang vestigen zou een hoop onrust in de nieuwe buurt en bij de doelgroep zelf geven, terwijl de huidige beheerscommissie, bewoners en handhavers een ‘geoliede machine’ vormen. Dannenberg heeft de directe omwonenden afgelopen vrijdag al gesproken over zijn wens langer te blijven, nieuw overleg volgt.

De wijk zal moeten gaan bedenken wat men van de vraag van het college vindt en wat men eventueel in de wijk wil zien gebeuren, mocht de wijk instemmen met een langer verblijf van Bonjour. Dannenberg hoopt in de tweede week van januari al gezamenlijke afspraken op papier te kunnen zetten.

 
De sprookjes en luchtkastelen van de CDA wethouder zorg en welzijn Zwolle de Hr. E. Dannenberg,voorheen directeur leger des heils Zwolle vanaf 2000 tot 2003 en dus met belangenverstrengelingen met deze organisatie, lid van de adviesraad van het regionale Achmea zorgkantoor die de AWBZ gelden verdeelt over toegelaten dubieus operende instellingen via onrechtmatige indicatiestellingen zoals RIBW Vecht,Dimence en Creating Balance LIBW leger des heils beschermde woonvormen maar waar zorgkantoren geen materiele controles uitvoeren nog dat er face tot face indicaties bij de clienten worden uitgevoerd en gevraagd of hun hulpvraag overeenstemt met het zorgaanbod,maar waar dakloze clienten geen keuzevrijheden hebben in Over-IJssel waar de voorzieningen in handen zijn van het Leger des Heils ,Tactus en RIBW Vecht in samenwerking met de lokale corporaties en de zogenaamde praktisch opgeleide hulpverlener Joop van Ommen directeur van de WRZV sporthallen met jarenlange huur en belastingschulden via “creatief boekhouden” en supervisor over de Herberg aan de Nijverheidstraat in Zwolle en alles wijst op fraudepraktijken.
 
 
 
 

Uitvoering project Burg. Roelenweg Oost nadert

 
Impressie van project Burgemeester Roelenweg Oost
Impressie van project Burgemeester Roelenweg Oost
Impressie van project Burgemeester Roelenweg Oost

De daadwerkelijke uitvoering van het project aan de Burgemeester Roelenweg Oost komt steeds dichterbij. Sinds de vaststelling van het Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) is er op verschillende fronten vooruitgang geboekt.
Zo is het tekort voor het project teruggebracht, mede dankzij de provincie Overijssel die een bijdrage van € 2 miljoen euro heeft toegezegd, en zijn de lokale en regionale woningcorporaties en lokale onderwijsinstellingen inmiddels intensief betrokken bij het project.

Eigenaren

Het is de bedoeling dat de lokale en regionale corporaties door middel van een Commanditaire Vennootschap (CV) in het project deelnemen. Hiermee worden zij eindbelegger en tevens eigenaar van het gebouw.

Begin volgend jaar wordt hierover duidelijkheid verwacht. Zodra dit rond is, kan vervolgens de contractvorming worden afgerond. Hiermee komt dan de daadwerkelijke uitvoering van het project een enorme stap dichterbij. De planning is om begin 2011 dan de planologische procedure op te starten.

Geclusterde zorgvoorziening en studenteneenheden

Aan de Burgemeester Roelenweg komt een geclusterde zorgvoorziening, circa 475 studenteneenheden en een parkeergarage voor deze voorzieningen. Het totale complex heeft een bruto vloeroppervlak van circa 24.500 m2.

Met de komst van deze voorzieningen kan ook de infrastructuur aan de Pannekoekendijk en de Burgemeester Roelenweg verbeterd worden. Het gaat dan om het vergroten van de rotonde en de aanleg van een vrijliggend fietspad.

Goed bereikbaar

Wethouder Dannenberg over de ontwikkeling aan de Burgemeester Roelenweg: “De ontwikkeling van studentenhuisvesting en een zorgvoorziening aan op deze plek is een prachtige aanvulling op het reeds bestaande aanbod in onze stad. Het is ook nog eens een prachtige, goed bereikbare, A-locatie op steenworp afstand van de binnenstad. Er is ons daarom alles aan gelegen om deze locatie goed te ontwikkelen”.

 
 
 
 
publicatiedatum: 23 november 2010
 
 

Dit is Google’s cachegeheugen van http://www.kampen.nl/ris/cieinwoners/verslagencieinwoners/commissieverslaginwoners7december2004. Dit is een momentopname van hoe de pagina eruitzag op 3 maart 2011 03:22:23 GMT. De huidige pagina kan in de tussentijd veranderd zijn. Meer informatie

Deze zoekwoorden zijn gemarkeerd: herberg van een onbegrijpelijk voornemen Deze termen komen enkel voor in links die verwijzen naar deze pagina: anatomie  

pageTopKampen – Commissieverslag Inwoners 7 december 2004

 

 

Commissieverslag Inwoners 7 december 2004

Datum 08 dec 2004
Tijd 19:30
Locatie Stadhuis, Burgemeester Berghuisplein 1, Kampen
Bestuursorgaan commissie Inwoners
Documentsoort Verslagen
VERSLAG  van de vergadering van de commissie INWONERS van dinsdag 7 december 2004.
Aanwezig:
Voorzitter    Dhr. G.J. Bakker
Secretaris    Dhr. J. Ringenier
Commissieleden    Mevr. J.G. Tabak (PvdA)    Dhr. J. Elhorst (AD)
        Mevr. J. Diender-Brink (VB)    Dhr. J.W. Schutte (CU)
        Mevr. P. Zijlstra-Dijkstra (CDA)    Dhr. H. van der Maten (CU)
        Dhr. C.J. van der Zaag (CDA)    Dhr. H. Krans (VVD)
        Dhr. P.J. Ashouwer (GL)    Dhr. T. van ‘t Zand (VVD)
       
Tevens aanwezig:    Dhr. R. de Boer, portefeuillehouder
        Dhr. J.N. Wieten, portefeuillehouder
        Dhr. J. Kattenberg, portefeuillehouder
        Dhr. G. Wessels, gemeente Kampen

Afwezig:    Dhr. H. de Goede (voorzitter)
        Dhr. A. Hofman (AD)

1.    Opening
De voorzitter opent de vergadering en heet allen welkom.

2.    Vaststellen van de agenda
De voorzitter stelt voor de agendapunten 11 tot en met 13 naar voren te halen op de agenda en na de termijnagenda aan de orde te stellen. Met deze wijziging wordt de agenda vastgesteld.

3.    Mededelingen
De voorzitter meldt:
Bericht van verhindering is ontvangen van de voorzitter van de commissie Inwoners, de heer De Goede. Hij wordt vervangen door de heer Bakker. De heer Hofman (AD) is afwezig en wordt ver-vangen door de heer Elhorst (AD).

In het kader van de netwerkstadvisie Zwolle–Kampen worden maandag 20 december 2004, dins-dag 21 december 2004, woensdag 22 december 2004, maandag 17 januari en dinsdag 25 januari 2005 themabijeenkomsten gehouden met als onderwerp toerisme, recreatie, kennisnetwerk en cre-atieve stad, zorg, zingeving en welzijn, fysieke infrastructuren en economie en cultuur. De aanwe-zigheid van commissieleden bij deze bijeenkomsten wordt zeer op prijs gesteld.

4.    Rondvraag voor de aanwezige portefeuillehouder(s)
De heer Ashouwer vraagt wethouder De Boer naar het verloop van het gesprek tussen de wethou-ders van Kampen en Zwolle over de ID-banen. Wat zijn naar aanleiding van het betreffende ge-sprek de gevolgen voor de Kamper ID’ers die in Zwolle werken?

De heer Krans weet dat afgelopen vrijdag 2.000 aanmaningen zijn verstuurd. Hoe kan het dat zo-veel mensen tegelijk niet voldoen aan hun verplichting tot betaling? Blijkbaar werkt het aanma-ningsysteem niet voldoende. Dit is een vraag in algemene zin.

De voorzitter verduidelijkt dat deze vraag eigenlijk buiten de orde van de commissie Inwoners valt. Aangezien de commissie Bestuur en middelen van morgenavond niet doorgaat en de komen-de week de wethouder  niet aanwezig is, geeft de voorzitter de heer Krans toestemming bovenge-noemde vraag te stellen.

De heer Krans voegt toe dat de wethouder zeker bereid is te antwoorden.

De heer Van der Maten vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot het gesprek inzake de ID-banen.

Wethouder De Boer licht toe dat in de voorgaande commissievergadering uitvoerig over het on-derwerp ID-banen is gesproken. Nader overleg moest nog worden gevoerd met Zwolle over hun werkwijze omtrent de ID-banen die worden vervuld door mensen uit Kampen of ID-banen uit Zwolle die in Kampen worden uitgevoerd. Het overleg heeft plaatsgehad en de gemeente Zwolle handhaaft haar standpunt. De gemeente Kampen zal haar beleid voortzetten, zoals afgesproken. De verantwoordelijkheid die de gemeente Zwolle heeft en dat geldt ook voor de werkgevers in de gemeente Zwolle die gebruik maken van de betreffende ID’ers blijft liggen waar die nu ligt. Hoe dit in de praktijk werkt, weet wethouder De Boer niet. Niet alle ID’ers krijgen per 1 januari 2005 ontslag bij hun werkgever. De gemeente Zwolle zet in de bezuinigingen op een aantal ID-banen het beleid ongewijzigd voort.

De heer Van der Maten heeft geen woorden voor de werkwijze van de gemeente Zwolle en de manier waarop zij de ID-banen die voor de eigen burgers van toepassing zijn op een dergelijke wijze aan de kant schuiven. Dat is onbegrijpelijk en heel jammer.

De heer Ashouwer is van mening dat de Kamper mensen de dupe zijn. De heer Ashouwer vraagt of vanuit de gemeente Kampen iets kan worden gedaan voor die mensen die veel hebben gedaan om op de arbeidsmarkt te kunnen komen.

Wethouder De Boer vult aan dat de verantwoordelijkheid die elders ligt niet maar zo kan worden overgenomen, omdat daar geen mogelijkheden en ruimte voor zijn. Mochten Kampenaren worden ontslagen en ze komen in aanmerking voor het reïntegratietraject, dan zal worden geprobeerd de reïntegratie te bevorderen. Dit geldt in algemene zin.

Wethouder Kattenberg legt uit dat in het recente verleden een opdracht is gegeven om achter-standen in te lopen. Vanaf het voorjaar is gewerkt aan het in beeld brengen van de achterstanden en die proberen weg te werken. In de eerste tranche is geprobeerd de leges en belastingen inzichte-lijk te krijgen. De tranche die daarna kwam, had betrekking op de civiele verordeningen. De aan-maningen die nu zijn verstuurd, zijn de afgelopen maanden verstuurd en daar is geen reactie op ontvangen, waardoor dwangbevelen aan de orde zijn gekomen. Een fors aantal dwangbevelen is verstuurd en dat vereist een iets zorgvuldiger voorbereiding dan een aanmaning die zelf kan wor-den uitgedraaid. Een dwangbevel wordt uitbesteed en niet intern opgepakt.

De voorzitter stelt dat wethouder Kattenberg zeker weet dat hij zeer zorgvuldig te werk is gegaan.

Wethouder Kattenberg vult aan dat dit onderwerp iedere week onderwerp van gesprek is in het bilateraal overleg en met onder andere het hoofd Financiën.

De heer Krans is blij dat dit punt aandachtig wordt behandeld aangezien het de gezamenlijke kas betreft. Op de eerder verstuurde aanmaningen is nauwelijks gereageerd.

Wethouder Kattenberg spreekt dit tegen en legt uit dat een fors aantal aanmaningen wel degelijk reacties heeft opgeleverd, maar een restant is overgebleven. Dat moet alsnog zwaarder worden aangepakt.

De heer Krans geeft aan dat 1.893 dwangbevelen zijn verzonden. De organisatie laat dus te wen-sen over.

Wethouder Kattenberg stelt dat dit in het verleden al is geconstateerd.

De heer Krans geeft aan dat in geval van een dwangbevel de meeste betrokkenen binnen twee da-gen betalen. Hij vraagt de toezegging van wethouder Kattenberg dat de commissie in januari het aantal betalingen dat is ontvangen verneemt.

De voorzitter neemt aan dat wethouder Kattenberg dit onderwerp in januari aan de orde stelt in de commissie Bestuur en middelen.

5.    Spreekrecht
Twee aanmeldingen voor het spreekrecht zijn ontvangen. De eerste inspreker is een jongerengroep onder leiding van mevrouw Diender over de jeugdwebsite.

Mevrouw Diender is procesmanager jeugdbeleid en vanavond aanwezig samen met een viertal jongeren en een jongerenwerkster om het een en ander te vertellen over de jongerenparticipatie en de website jong Kampen. In de nota jeugdbeleid, door de gemeenteraad vastgesteld eind 2003, is het speerpunt ‘jongerenparticipatie’ opgenomen. Maart 2004 is vanuit de kansstructuur een werk-groep jongerenparticipatie geformeerd. Aan deze werkgroep namen deel het jongerenwerk, de gemeente, voortgezet onderwijs en de procesmanager. Als eerste heeft de werkgroep bekeken op welke wijze jongeren betrokken zouden kunnen worden bij de werkgroep. Er zijn veel flyers ver-spreid om jongeren te interesseren. De flyers zijn verspreid via het voortgezet onderwijs, het jon-gerenwerk, de politie en de pers. Uiteindelijk verschenen twintig jongeren op de startbijeenkomst op 14 mei 2004.
Tien jongeren daarvan nemen deel aan de werkgroep. De opdracht die de werkgroep kreeg, was het inventariseren van de wijze waarop jongeren willen participeren. Een moeilijke, vage en nau-welijks concrete vraag. Toch is het een klein aantal jongeren gelukt onder andere jongeren te in-ventariseren. Marita en Roel zullen later over hun bevindingen spreken. Naast de inventarisatie kreeg de werkgroep de opdracht de mogelijkheden te onderzoeken van een website en waar moge-lijk te ontwikkelen. Een plan van aanpak werd geschreven en in de zomer is een start gemaakt met de website. Veelvuldig heeft overleg plaatsgevonden over de lay-out en de inhoud van de website. Het doel jongerenparticipatie werd steeds voor ogen gehouden. De werkgroep heeft steeds weer gezocht naar het zo aantrekkelijk en interessant mogelijk maken van de website voor jongeren, zodat jongeren regelmatig zullen terugkeren om zich te laten informeren, maar ook zeker om hun mening te laten horen. Jeroen en Matthijs, deelnemers van de werkgroep, zullen de commissie aan de hand van een hand-out de website presenteren. Helaas kan dat vanavond niet via internet wor-den gedaan.

Marita heeft de Keet in IJsselmuiden bezocht om vragen te stellen aan jongeren. Ze heeft vragen-lijsten laten invullen, maar helaas werd zij niet serieus genomen. De betreffende jongeren zijn van mening dat als de gemeente vragen wil stellen zij bij de jongeren langs moet gaan. De mensen die de vragenlijst wel hebben ingevuld en serieus een gesprek hebben gevoerd, zijn van mening dat een website prima zou zijn, omdat dan snel naar de site kan worden gegaan om bijvoorbeeld aan tal van gesprekken en meningen deel te nemen ongeacht de plek waar iemand op dat moment is.

Jeroen heeft diverse jongeren gesproken in de groep vmbo tot VWO. Ze nemen liever niet deel aan een gemeenteraad en spreken hun voorkeur uit voor anonieme deelname of via een website. Jeroen geeft aan dat het verstandig is op de website in te spelen op de tijdsbesteding van jongeren, aangezien jongeren tegenwoordig veel tijd doorbrengen achter de computer. De werkgroep jeugd-participatie heeft een website ontwikkeld. Jongeren willen niet in discussie gaan met een wethou-der, maar gewoon via een anonieme weg of internet hun mening geven, waarop het college kan re-ageren. De SGP heeft de jeugdgemeenteraad voorgesteld. Een klasgenoot van Jeroen neemt in Urk deel aan de jeugdgemeenteraad en dat kost € 20.000,00 voor alle mogelijke zaken en € 12.000,00 voor papier. De jongeren doen het niet om inspraak te hebben op de Urker politiek, maar zij vin-den discussiëren leuk en om op die manier deel te nemen aan de politiek. Ze houden zich eerst be-zig met een aantal vrije onderwerpen en vervolgens gaan ze in op de nationale en internationale politiek. Helaas is dit in Kampen niet het geval en de belangstelling is niet aanwezig.

Roel legt uit dat de eerste pagina van de hand-out laat zien hoe de website er ongeveer uitziet. Bij het nieuws wordt geprobeerd iedere dag een of twee nieuwsberichten te vermelden die te maken hebben met jongeren in Kampen. Aan de zijkant zijn zaken als een forum, poll of vragenvuur op-genomen. Het forum is bedoeld voor jongeren om hun mening te kunnen geven, discussiëren met elkaar of vragen te stellen aan elkaar of aan leden van de gemeenteraad.

Matthijs vult aan dat in het forum onderwerpen kunnen worden besproken die aan de orde zijn in de omgeving van Kampen, IJsselmuiden en de rest van de gemeente. De gemeenteraad kan uit dit onderdeel een boodschap halen. In het vragenvuur kunnen de jongeren vragen stellen aan de ge-meenteraad.

Roel vult aan dat op de eerste pagina van de website een poll is opgenomen. De vraag wordt ge-steld of Kampen echt saai is voor jongeren. Jongeren kunnen aangeven of ze die mening delen of dat er in Kampen genoeg te doen is.
Het is altijd informatief of jongeren zich vervelen wat tot vandalisme kan leiden. De hand-out geeft in het kort weer wat de site te bieden heeft en waarom de site praktisch is voor de gemeente-raad.

Matthijs vult aan dat de praktijk moet uitwijzen of de website gaat werken en of de gemeenteraad dit goed oppakt.

De voorzitter dankt de insprekers voor hun toelichting.

Mevrouw Tabak weet dat http://www.jongkampen.nl de juiste URL is. Is het de bedoeling dat de ge-meenteraad ook met die URL kan werken?

Matthijs spreekt de wens uit dat de gemeenteraadsleden antwoorden op de gestelde vragen.

Jeroen voegt toe dat bij het vragenvuur een top zeven van gestelde vragen kan worden samenge-steld die aan de gemeenteraad kan worden voorgelegd.

Mevrouw Tabak geeft aan dat de gemeenteraadsleden regelmatig de website moeten controleren op nieuwe berichten.

Matthijs legt uit dat eerst de hele procedure moet worden gestart om te beoordelen hoe dit alles aansluit bij de jongeren en daarna kan het vervolg worden bepaald.

De heer Van der Zaag merkt op dat het positief is dat op deze wijze wordt aangesloten bij de he-dendaagse tijd en dat jongeren daar heel bewust voor kiezen. Hij heeft diep respect voor de jonge-ren die zich hiervoor inzetten. Het is belangrijk voor de toekomst van het jeugdbeleid om te in-formeren bij de jongeren. De ontwikkeling van het interactieve jeugdbeleid in de toekomst is erg belangrijk. Welke vorm krijgt dit traject dan?

Matthijs legt uit dat het doel van de website is dat jongeren kunnen beoordelen of de gemeente zich met bepaalde zaken bezighoudt of niet. Als dat zo is kan dat de interesse van de jongeren ver-groten, omdat ze dan het gevoel krijgen serieus te worden genomen.

Mevrouw Tabak dankt de jongeren voor hun inzet bij het opzetten van een leuke en interactieve website.

Roel geeft de wethouder de suggestie mee dat door jongeren kan worden gereageerd op de website en jongeren kunnen terugvallen op die website om te beoordelen of er wel of niet naar hen wordt geluisterd. De website is een welkome aanvulling.

De voorzitter vindt het fantastisch dat de website is opgezet. Hij spreekt de wens uit dat veel ge-bruik zal worden gemaakt van de website en dat die ook nuttig is voor de gemeenteraad. Hoe wordt de website onder de aandacht van de jongeren gebracht?

Matthijs legt uit dat ze voor promotiedoeleinden doorlinks, flyers en andere middelen willen ge-bruiken.

De voorzitter vraagt naar het tijdspad.

Matthijs geeft aan dat als de website online is, zal worden gelinkt naar andere websites om te kij-ken hoe alles op gang komt. Mond tot mond reclame is ook een positief instrument.

Mevrouw Diender vult aan dat de website http://www.jongkampen.nl vanaf morgen online is.

De voorzitter zegt dat de heer Bottenberg de volgende inspreker is. Hij spreekt in op het onder-werp dak- en thuislozen.

De heer Bottenberg geeft aan dat de buurt geschokt en verbijsterd heeft gereageerd. Afgelopen week heeft de buurt afscheid moeten nemen van hun buurtbewoner, de heer Hemmers, wegens een hartaanval op 34-jarige leeftijd. Wellicht worden commissieleden die in de betreffende buurt wo-nen, geconfronteerd met reacties van buurtbewoners die doorgaans niet zo reageren. De afgelopen week is bijzonder moeilijk geweest en voor de nabestaanden zal de komende periode uitermate moeilijk worden.
De buurt had verwacht dat vanavond een open discussie zou plaatsvinden over de dak- en thuislo-zenopvang in Kampen. De conclusie naar aanleiding van de agenda en de bijbehorende stukken is echter een andere. De buurt heeft het proces acht weken op de voet gevolgd en zij komt tot de conclusie dat in Kampen bijzonder moeizaam en krampachtig wordt omgegaan met burgerbelan-gen. Kan wel worden gesproken over een proces? Steeds meer blijkt dat van enige structuur in de procesgang geen sprake is. Een wethouder die na een raadsvergadering het stadhuis lijkt te ont-vluchten, een burgemeester die op geen enkele manier antwoord wenst te geven op vragen over openbare orde en veiligheid, briefwisselingen over notulen, waarbij de notulist bepaalt wat in de notulen wordt weergegeven, ontbrekende rapporten die inzicht kunnen geven in de procesgang en de doelgroepkeuze, vragen om rapportages te mogen inzien, waarop de conclusies worden getrok-ken om een grootschalig project op te zetten, worden steeds gepareerd en er wordt steeds door de wethouder om vertrouwen gevraagd om te geloven dat het onderzoek bestaat. Waarop moet het vertrouwen zijn gebaseerd? Moet de buurt vertrouwen hebben, omdat de buurt op de eerste infor-matieavond van 11 oktober 2004 werd overvallen met zijn voornemen of is het gestoeld op de in-formatie ten aanzien van de procesgang die hij de buurt heeft verstrekt. Balk moet vertrouwen hebben, omdat de wethouder ook was geschrokken van de illegale huisvesting van Part in het pand aan de Eerste Ebbingestraat 40 en daar direct werk van heeft gemaakt om het ongedaan te maken. Vertrouwen is gebaseerd op eerlijkheid en openheid en dit alles ontbreekt in de huidige proces-gang. Vanavond buigt de commissie zich over de kaderstelling en de buurt spreekt de wens uit met dit betoog duidelijk te maken dat de huidige gang van zaken onacceptabel is. De buurt zit door een ondoordachte actie van het college nu al meer dan acht weken in een ontoelaatbare druk. Ook het raadsbesluit om € 100.000,00 structureel beschikbaar te stellen zonder daar een locatie aan te ver-binden, heeft dat niet weggenomen. Uit de adviesnota van het college blijkt dat sprake zal zijn van opvang voor een doelgroep die geen gebruik wenst te maken van het bestaande aanbod van op-vang dat nu is gekenmerkt door de zogenaamde dubbele diagnoseproblematiek. Veelal verslaafd, veelal ex dan wel psychiatrisch. Willen die mensen wel gebruik maken van een dergelijke opvang, zoals door de wethouder is voorgesteld? In de nota ‘iedereen onder dak’ staat dat de doelgroep niet zo maar kan worden neergezet. Het betreft geen homogene groep. ‘Het enige gemeenschappelijke is dat de mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats zijn. De verscheidenheid is groot en dezelfde nachtopvang voor iedereen kan tot onaangename problemen leiden. Dat betekent dat qua huisves-ting en begeleiding maatwerk moet worden geleverd’. Het is moeilijk een duidelijk beeld te krij-gen van de doelgroep betreffende de specifieke problemen per individu. Met de specifieke pro-blematiek waar het om gaat, heeft Kampen geen ervaring. Het onderzoek van de wethouder naar de Kamper problemen is uitgevoerd door een medewerker van het project bemoeizorg en een me-dewerker van het CMP en gefinancierd door de gemeente Kampen en Delta wonen. De resultaten die uit  het onderzoek zijn samengevat staan op een pagina en de wens wordt uitgesproken dat voor dat resultaat niet voor niets vorig jaar € 50.000,00 is uitgetrokken. De onderzoekers doen naar aanleiding van dit onderzoek een voorstel om te komen tot een vergelijkbaar concept dat voor de Zwolse herberg is gemaakt. Wat houdt dit concept in? Ook wordt gesproken over een nieuwe opzet die nog nergens in Nederland wordt gebruikt, maar waar gaat het dan over? In het concept van de Zwolse herberg is niets te vinden over een helder beeld omtrent de opzet en de uitvoer-baarheid, geen enkele beschrijving van de aard en de omvang van de doelgroep om maar niet te spreken van de begeleidingsaanpak. Bij de RIBW wordt duidelijk verwoord dat het om een nieu-we doelgroep gaat, maar volgens de buurt gaat het om een sociaal experiment. De regie zal in handen blijven van de gemeente. In Zwolle wordt de regie uit handen gegeven aan de RIBW en de woningcorporatie. Uitgaande van de bijgevoegde begroting kan dat in Kampen nauwelijks anders zijn. De betaler bepaalt! Het wordt geen inloophuis volgens de wethouder, maar niemand wordt geweigerd. Het betreft een 24-uurs opvang en dus zal er ook een 24-uurs aanbod zijn. Versla-vingsdrang kent geen tijd. Deze avond staat de locatiekeuze niet ter discussie, maar bij de uitnodi-ging worden gegevens verstrekt, waaruit blijkt dat het om slechts een locatie kan gaan, te weten de Eerste Ebbingestraat 40. De buurtbewoners waren er niet van op de hoogte dat onderzoek is ge-daan naar een ander pand van Delta wonen. Kan ervan worden uitgegaan dat Delta wonen ook een bijdrage levert gezien haar positie? Het merendeel van de doelgroep is klant geweest van Delta wonen. De begroting is volkomen onduidelijk. Hoe denkt de wethouder met een bedrag van € 200.000,00 uit te komen? Voor dit project zou geschoold personeel worden aangetrokken vol-gens het RIBW. Dat is niet mogelijk binnen het gestelde budget. Mag van een gebruiker van het pension worden verwacht dat hij of zij € 455,00 per maand betaalt? Wat gebeurt er als de landelij-ke AWBZ-vergoedingen worden aangepast? In de nota wordt gerefereerd aan het bestaande beleid ten aanzien van moeilijk plaatsbaren in Kampen. De doelgroep die in aanmerking komt voor het herbergconcept is zelfs dit stadium al gepasseerd. De kleinschaligheid hiervan en de noodzaak voor bewoners van dit project om zich te conformeren naar veel regels gaat volledig mank met de voorstellen die het college doet en die passen in het herbergconcept. Hierdoor mag dit bestaande beleid dan ook nooit gelden als maatstaf voor opvang in een woonwijk. De buurt spreekt de wens uit dat in de kaderstelling duidelijk wordt gemaakt dat de door het college voorgestelde plannen niet zijn weggelegd voor Kampen. Duidelijk moet worden gemaakt dat een dergelijke opvang ze-ker niet in een woonwijk mag komen en dat de opvang voor Kampen zonder hulp van mantelzor-gers is gedoemd te mislukken. Er moet publiek draagvlak worden gecreëerd voor dit maatschappe-lijke probleem dat door iedereen kan worden gedragen. Hiervoor zijn vertrouwen en openheid no-dig en dat kan de raad aan het college opleggen.

De voorzitter geeft aan dat in de latere discussie een aantal vragen en opmerkingen wordt meege-nomen.

6.    Vaststellen van het verslag van de vergadering van 9 november 2004
De voorzitter zegt dat mevrouw Diender de volgende wijziging heeft doorgegeven:
– Pagina 6, tweede alinea: het woord ‘desintegratiebudget’ moet zijn ‘reïntegratiebudget’.

Het verslag van 9 november 2004 wordt met deze wijziging vastgesteld.

7.    Termijnagenda
De voorzitter legt uit dat de agendacommissie omtrent het evenementenbeleid heeft besloten het evenementenbeleid niet in de commissie Inwoners te bespreken, maar in de commissie Bestuur en middelen. Waarschijnlijk wordt dit onderwerp voor januari 2005 geagendeerd.

De heer Ashouwer verbaast zich dat zaken die voor de commissie Inwoners zijn geagendeerd zonder opgave van reden naar andere commissies worden verplaatst.

De voorzitter deelt namens de agendacommissie mee dat in het evenementenbeleid het zwaarte-punt bij openbare orde en aanverwante zaken ligt en dat hoort thuis bij de commissie Bestuur en middelen. Als het om toeristisch beleid was gegaan, had het in de commissie Inwoners thuis ge-hoord.

De heer Ashouwer blijft van mening dat de reden van verschuiving moet worden gemeld.

De voorzitter geeft de heer Ashouwer gelijk.

Mevrouw Tabak vindt dat het evenementenbeleid, vergunningen en verordeningen de invulling zijn van het evenementenbeleid. Eerst moet een kader worden vastgesteld met een visie daar ach-ter met het oog op cultureel en toeristisch vlak en dat hoort wel degelijk in deze commissie thuis.

De voorzitter geeft aan dat dit wel zo is, maar dat is nu niet het geval, want voor zover bekend gaat het nu om vergunningen en verordeningen. Mocht het anders zijn, wordt dat kenbaar gemaakt en heeft de raad het recht de zaak anders aan te pakken.

Mevrouw Zijlstra vraagt op welke wijze kan worden gepraat over het evenementenbeleid als het nog niet is vastgesteld.

De voorzitter zegt dit mee terug te nemen naar de agendacommissie.

De termijnagenda wordt voor kennisgeving aangenomen.

8.    Raadsvoorstel modernisering subsidiebeleid gemeente Kampen
Dit agendapunt wordt doorgeschoven naar de commissievergadering van januari 2005.

9.    Raadsvoorstel vaststelling Verordening Wet kinderopvang
De voorzitter  stelt voor de punten 9 en 10 eerst te behandelen. Daarna is het agendapunt van wethouder Kattenberg aan de orde. Mocht daar geen tijd meer voor zijn dan wordt het een maand doorgeschoven. De heer Kattenberg is van mening dat ook zijn punt in de raad wordt behandeld.

De voorzitter vraagt of het onderwerp dermate dringend is om alsnog in december te behandelen net als de agendapunten van wethouder De Boer.

Mevrouw Zijlstra geeft aan dat wordt gesproken over doelgroepen en dat wordt geadviseerd de mantelzorgers niet op te nemen als speciale doelgroep. Is het mogelijk dat daar uitzonderingen op worden gemaakt, aangezien de zorg straks voor een groot deel op de mantelzorgers wordt afge-wenteld. Dat kan een belangrijke doelgroep worden, omdat ze veel vaker moeten worden ingezet. Kan hier maatwerk op worden toegepast?

De heer Schutte zegt dat  het onder de oude wet gebruikelijk was dat kosten die voor ambtelijke formatie nodig waren via het budget kinderopvang werden weggeschreven. Wat heeft dit voor fi-nanciële gevolgen voor de gemeente? Wordt dit in de nieuwe situatie weer zo gedaan? Is de kin-deropvang van personeelsleden afgedekt via de post personeelslasten?

Mevrouw Tabak vraagt of een tussenoplossing is te vinden voor mensen met een sociaal-medische indicatie, zodat die voor het jaar 2005 ook recht hebben op een bijdrage.

Wethouder De Boer vraagt of het is toegestaan dat de heer Wessels enkele technische vragen be-antwoordt.

De voorzitter gaat hiermee akkoord.

De heer Wessels legt uit dat mantelzorg min of meer als voorbeeld is genoemd om die groep niet apart in de gemeentelijke verordening op te nemen. Omdat over de financiële gevolgen nog niet veel te zeggen is, is voorzichtigheid betracht. Daarom is ervoor gekozen geen enkele doelgroep toe te voegen aan de door de wet aangegeven doelgroepen. Als mantelzorgers kinderopvang nodig hebben en buiten de boot vallen zonder dat ze apart door de gemeente zijn aangeduid, moeten daar andere oplossingen voor worden gezocht. In dit kader is het van belang de gedachte van de wet in het achterhoofd te houden en dat is de combinatie van werk en de zorg voor het gezin. Als mantel-zorg wordt gezien als werk wordt het begrip werk iets uitgebreid. Het voorstel van het college is daar niet van uitgegaan.

Mevrouw Zijlstra benadrukt dat het erom gaat dat het verhaal niet helemaal wordt dicht getim-merd. De groep hoeft niet te worden opgenomen, maar de mogelijkheid moet wel worden behou-den.

De heer Wessels legt uit dat halverwege volgend jaar kan worden gezegd dat de doelgroep alsnog wordt toegevoegd, maar dan moeten de financiële consequenties wel worden bekeken.

De voorzitter vult aan dat de verordening dan moet worden aangepast.

De heer Wessels bevestigt dit.

Wethouder De Boer vat samen dat mevrouw Zijlstra bedoelt dat als zich probleemsituaties bij mantelzorgers voordoen toch een oplossing mogelijk is. En dat is zo.

De heer Ashouwer vraagt of dit niet van toepassing is voor mantelzorgers met iemand die bij-voorbeeld in Maastricht wordt verzorgd.

De heer Wessels geeft aan dat deze mantelzorgers niet minder waardevol zijn, maar het is een an-der voorbeeld. De problematiek is gelijk. De financiële gevolgen van het eigen personeel zijn kort aangeduid in het raadsvoorstel. De bedragen die het rijk beschikbaar stelt zullen toereikend zijn, maar dit moet wel worden afgewacht.

De heer Schutte bedoelt eigenlijk dat in de vorige situatie sprake was van een openeindregeling. Daarbij werden de uitvoeringskosten ten laste gelegd van het budget kinderopvang. Nu is er een ombuigingsactie. De personeelslasten zijn gemaximeerd. Bij de uitvoering van de nieuwe wet kin-deropvang verandert er dan iets of komen de kosten alsnog voor het budget dat beschikbaar komt van het rijk?

De heer Wessels legt uit dat de kosten voor de uitvoering niet zo gauw zijn terug te vinden, omdat die uit de reguliere personeelsformatie omtrent sociale zaken van het volgende jaar zijn gedaan. Het rijk stelt een bedrag beschikbaar en dat is bedoeld als tegemoetkoming voor de klant en dat is eenzesde deel van wat door de kinderopvang in rekening wordt gebracht aan de ouder. De kosten die het rijk beschikbaar stelt zijn niet bedoeld als uitbreiding van de personeelsformatie. De ge-meentelijke overheid creëert een mogelijkheid voor het eigen personeel en het zal zo zijn dat ook eenzesde deel van de kosten daarvan zal worden gedragen (of eenderde deel afhankelijk van de si-tuatie binnen de personeelslasten). De wetgever heeft tijdens de behandeling van de wet kinderop-vang in het proces de sociaal-medische indicatie uitgesloten en dat is op het bordje van de ge-meente belandt om daar wat te doen. De gemeente heeft daar geld voor gekregen en mag zelf uit-maken wat ermee gebeurt. De doelgroep is niet in de wet opgenomen, maar er is wel bij gezegd dat er waarschijnlijk een wetswijziging komt en dan wordt de doelgroep te zijner tijd wel inherent opgenomen. Het college heeft voorgesteld de doelgroep niet in de gemeentelijke verordening op te nemen, maar er wordt in het individuele geval gezocht naar oplossingen, zoals al jaren wordt ge-daan. De situatie rondom de sociaal-medische indicatie verandert niet zoveel ten opzichte van de huidige situatie.

De voorzitter vat samen dat dit alles niet via de gemeentelijke verordening loopt, omdat het om particuliere oplossingen gaat. Als het in de toekomst geen wettelijke basis krijgt, is deze categorie in Kampen toch gered.

De voorzitter concludeert dat dit agendapunt als hamerstuk wordt geagendeerd voor de raadsver-gadering.

10.    Raadsvoorstel vaststellen huisvestingsprogramma 2005
Mevrouw Tabak zegt dat in 2001 voor bijzonder onderwijs € 400.000,00, in 2002 € 890.000,00, in 2003 € 1,2 miljoen en in 2004 € 1,7 miljoen is opgenomen. Aan de oplopende lijst liggen oor-zaken ten grondslag. Is dit bedrag inclusief de indexering of komt er nog een prijscompensering na verloop van tijd? Kan iets worden bedacht om de enorme kostenstijging in korte tijd te kunnen spreiden?

De heer Van der Maten stelt dat de vaststelling van het huisvestingsprogramma wordt aangele-verd na de begroting. Is het mogelijk dat dit voortaan voor de begroting wordt gedaan, zodat het kan worden meegenomen in de begroting om te beoordelen wat de stand van zaken is? De school-hoofden zijn het eens over het nieuwe huisvestingsprogramma, maar het viel op dat de OALT niet meer wordt gefinancierd. Hoe zit dit? De oudere Turkse mensen hebben grote taalproblemen bij de integratie. Kan het budget wat voor OALT vaststaat worden besteed in OINT (ouderen in Ne-derlandse taal) om die mensen iets te helpen?
De Dokter Bouwmanschool vraagt een vervanging van de kleuterberging aan. Die uitdrukking kan eigenlijk niet. Gaat het budget van het vmbo met de inflatie omhoog of wordt dit bijgesteld con-form de begroting? Zijn de huisvestingbedragen conform de begroting?

De voorzitter geeft aan dat het 23.00 uur is. De wethouder krijgt nog gelegenheid om te reageren.

Wethouder De Boer legt uit dat de raad en het college de laatste vier jaar een inhaalslag hebben gemaakt op een aantal punten binnen het onderwijs, zowel het bijzonder basisonderwijs als ook het openbaar basisonderwijs. Ook het voorgezet onderwijs en het vmbo staan nog op stapel. De verordening is vastgesteld en de mogelijkheid is er om een inhaalslag te maken. In de onderwijs-nota staat een prognose over wat de komende jaren noodzakelijk is. Er is een afvlakking zichtbaar, omdat een inhaalslag is gemaakt.

Mevrouw Tabak geeft aan dat over vijftien jaar weer enorme kosten op stapel staan. Kan dat niet worden gespreid middels lange termijn denken?

Wethouder De Boer legt uit dat de gemeente Kampen niet spaart voor de komende jaren. Midde-len worden gegeven en als de kapitaalslasten vrijvallen, vallen ze inderdaad vrij en hebben ze geen nieuwe bestemming. De huidige systematiek lost dit niet op. De indexering is nog niet toegepast en die komt er nog bij. In de begroting zijn dezelfde bedragen opgenomen als in dit huisvestings-plan dus er is bij de begroting wel geanticipeerd op wat in het huisvestingsprogramma zou  moe-ten worden uitgegeven. Het OGO moet eerst nog plaatsvinden.

De heer Van der Maten geeft aan dat het hem gaat om de besteding en waar de scholen in worden geholpen.

Wethouder De Boer legt uit dat de OALT (Onderwijs Allochtonen Leren Talen) een andere situa-tie betreft. Dit is in het OGO aan de orde gesteld. Dit stopt omdat de rijkssubsidie niet meer wordt gegeven. Het openbaar onderwijs had een leerkracht OALT in vaste dienst genomen en daar moe-ten zorgvuldig maatregelen voor worden getroffen. Het bijzonder onderwijs is gevraagd of wan-neer maatregelen moeten worden genomen de doorberekening dan plaats moet vinden en dat is niet het geval. Bijzonder onderwijs heeft zich hier goed opgesteld.

De voorzitter geeft aan dat dit buiten de huisvestingsverordening om gaat. Dit onderdeel komt niet in de raad aan de orde.

Wethouder De Boer bevestigt dit. Via Sociale Zaken worden cursussen gegeven voor oudere al-lochtone burgers waar druk gebruik van wordt gemaakt. Hier is geen OALT-geld voor.

De heer Van ’t Zand vraagt of de manier waarop nu wordt omgegaan met de zaken rondom OALT ook is vastgelegd. Dat is voor de toekomst van belang.

Wethouder De Boer heeft geprobeerd dit onderwerp af te dekken en voor de volledigheid wordt dit nog gecontroleerd. Door de aanwezige schoolbesturen is dat unaniem geaccepteerd en genotu-leerd. Aan het niet aanwezige schoolbestuur is gevraagd om een schriftelijke reactie en die is bin-nengekomen. Voor het vmbo is het eerste deel qua middelen jaren geleden vrijgemaakt en dat wordt niet geïndexeerd. Elk jaar komt een bedrag eenmalig vrij en dat is de rente die wordt ver-kregen op het forse bedrag van het vmbo. Als het vmbo start, moet de indexering achteraf plaats-vinden en  het bedrag moet hoger worden dan is opgenomen.

De voorzitter concludeert dat dit agendapunt als hamerstuk wordt geagendeerd voor de raadsver-gadering.

11.    Raadsvoorstel bekostiging Anti Discriminatiebureau (ADB) 2005
De heer Schutte vraagt de wethouder aan te geven hoe groot de reserve statushouder is.

De heer Ashouwer vraagt wat de toekomstige bedoeling voor dit bureau is.

Mevrouw Diender vraagt waarop de bijdrage is gebaseerd, omdat hij in verhouding tot bijvoor-beeld de bijdrage van de gemeente Zwolle erg hoog is.

Mevrouw Tabak vindt het een goed initiatief en goede organisatie. Zij is het eens met het gestelde bedrag. Zij verbaast zich erover dat dit onderwerp niet heeft gescoord bij de behandeling van de perspectiefnota, maar nu dus wel terug komt. Welke andere zaken komen op dezelfde wijze  toch nog weer aan de orde?

De heer Krans geeft aan dat artikel 1 van de grondwet de basis is voor dit verhaal. Discriminatie wegens politieke gezindheid, godsdienst, ras of geslacht is niet toegestaan en in de praktijk man-keert hier nog wel eens iets aan. De overheid stelt niet onterecht een Anti Discriminatiebureau in. Het beleid is dan in orde. Maar de uitvoering betreft € 37.000,00 voor dit jaar en volgend jaar. Het verslag van vorig jaar is niet voorhanden. Nu is een eis op tafel gelegd. Binnen drie maanden na afloop van het jaar moet een verslag voorhanden zijn, maar dat levert nu niets op. De heer Krans wil graag meer toelichting op dit onderwerp en concreet horen wat er nu wel of niet van toepas-sing is. Hij wil volgend jaar binnen drie maanden een verslag hebben over het afgelopen jaar.

Wethouder Wieten legt uit dat aan de Vloeddijk welzijnsinstellingen zijn gevestigd zonder sociale aspecten. Het ADB is een van die instellingen. In de huidige vorm is het een rechtstreeks resultaat van de vorm van samenwerking met de netwerkstad. Voor de huisvesting hebben de beide partners de Vloeddijk in Kampen gekozen. Het Anti Discriminatiebureau is geen recherche- of politiebu-reau, maar is een instelling die werkt aan het voorkomen van discriminatie. Als dat er wel is wordt zodanig bemiddeld en maatregelen genomen dat er iets op kan worden ondernomen. Helaas zijn de laatste maanden allerlei uitingen ervaren van discriminatie van het opzetten en worden opgezet van mensen tegen elkaar. Het bureau is werkzaam op dat gebied en levert goed werk. De mensen werken op het snijvlak van hulp en preventie en op dat gebied wordt naar de mening van het col-lege goed werk gedaan. In de evaluatie en andere sferen valt inderdaad nog enige verbetering te verwachten. Afspraken zijn gemaakt met de netwerkstad om hier meer aandacht aan te besteden en jaarlijks met de commissie de evaluatie te bespreken. De wethouder spreekt de wens uit dat het bureau zichzelf overleefd en min of meer overbodig maakt, want dat betekent dat er vanuit de overheid geen aanleiding meer is om aan deze zaken gericht aandacht te besteden. Dusdanige vormen van discriminatie hoeven dan dus niet te worden aangepakt. De toekomst van het bureau hangt af van de ontwikkeling van de maatschappij en hoe de mensen met elkaar omgaan. Dit on-derwerp heeft bij de behandeling van de perspectiefnota niet gescoord en dat komt puur door de financiële situatie van de gemeente Kampen. Aangezien afspraken zijn gemaakt met de netwerk-stad kon de gemeente Kampen niet onder dit onderwerp uit.
Daarom is niet gekozen voor een tweejarige subsidie. De financiële situatie is reden voor een een-jarige subsidie. De hoogte van de bijdrage vindt haar basis in 1998 toen de eerste bekostiging van-uit de gemeente Kampen heeft plaatsgevonden. Sindsdien heeft geen wijziging meer plaatsgevon-den. Wethouder Wieten zal schriftelijk verslag doen van de reserve statushouder en de hoogte er-van.

Mevrouw Diender stelt vast dat de bijdrage dus niet in verhouding staat tot de geleverde diensten, maar is gebaseerd op een bedrag dat ooit is vastgesteld en dat wordt dus aangehouden.

Wethouder Wieten legt uit dat momenteel rekening moet worden gehouden met een deel huisves-ting, maar de bijdrage vindt zijn oorsprong in het verleden en de destijds gemaakte afspraken.

De heer Krans waardeert het enthousiasme van de wethouder en een aantal twijfels is weggeno-men. Toch stelt hij prijs op het ontvangen van het jaarverslag 2004 en heeft alsnog met blijdschap kennis genomen van het verhaal dat voor een jaar is vastgesteld. Eerst moeten de presentaties worden waargenomen. De heer Krans ziet weinig verschil tussen de term ‘sociaal’ en ‘welzijn’. De brief die naar het bureau in Enschede wordt verzonden maakt melding van ‘november’, maar dit wordt hooguit december. De fractie gaat met behoud van gevoelens mee en wenst de wethou-der succes.

Mevrouw Diender vraagt over welke huisvesting wethouder Wieten spreekt.

Wethouder Wieten doelt op huisvesting in de gemeente Kampen.

Mevrouw Diender is van mening dat dit bedrag dan nog verhogend werkt.

Wethouder Wieten geeft aan dat die kosten reeds in het bedrag zijn verwerkt. Voor de zekerheid zal hij dit nog nagaan.

De voorzitter vat samen dat de wethouder dit nog zal controleren en hij neemt aan dat hierover voor de raadsvergadering uitsluitsel zal volgen. Hij concludeert dat dit agendapunt als hamerstuk wordt geagendeerd voor de raadsvergadering.

12.    Informatie tussenrapportage jeugdbeleid 2004
De voorzitter legt uit dat de adviesnota door het college is gelezen. De resultaten tot nu toe zijn vermeld voorzien van commentaar. Allereerst wordt de wethouder in de gelegenheid gesteld te re-ageren en daarna kan de commissie vragen stellen.

Wethouder Wieten geeft aan dat het om een zeer compleet stuk gaat. Het stuk is gebaseerd op de afspraken die in de nota jeugdbeleid zijn gemaakt. Hij is tevreden met de presentatie van de jonge-ren over de jongerenparticipatie en hij is van mening dat de juiste weg is ingeslagen. Uitleg rondom wel of niet een jeugdgemeenteraad is wel op zijn plek. Met name de SGP-fractie heeft hier uitleg over gevraagd. Momenteel moet eigenlijk het impliciete advies van de jongeren worden gevolgd, maar dat houdt niet in dat er niets anders meer kan gebeuren, bijvoorbeeld op initiatief van de commissie of vanuit de discussie die veelvuldig op de website zal worden gevoerd. De in-houd van de nota is opgenomen, de actiepunten zijn opgenomen, zaken die nu of later moeten worden bijgesteld en de gang van zaken omtrent het ontwikkelen van het jongerenwerk in IJssel-muiden is een zeer weerbarstige materie.
Momenteel is de stand van zaken dat de bouwvergunning in de inspraak zit. Er is erg veel bezwaar tegen jongerenfaciliteiten. Dat is de belangrijkste reden van vertraging. De laatste fase van de ver-gunningenprocedure is aan de orde. Binnenkort wil de wethouder met de buurt in gesprek gaan, zodat in 2005 eindelijk van start kan worden gegaan met de ontwikkeling.

Mevrouw Diender vraagt of de gezondheidsmonitor 12-24 van de GGD al beschikbaar is en of de commissie daar nog over wordt geïnformeerd.

De heer Ashouwer heeft de volgende opmerkingen en vragen:
-Pagina 2, onderaan: waarom is er geen werkgroep basisvoorzieningen, maar is al wel van alles verzameld? Hoe is dat gelukt?
-Pagina 4, iets onder het midden, werkgroep opvoedingsondersteuning: wat is het resultaat van het onderzoek naar de instellingen die dit aanbod kunnen realiseren?
-Pagina 4, iets onder het midden, bekendheid van opvoedingsondersteuning: welk percentage is hiervan op de hoogte, want dit zou een punt van aandacht kunnen zijn?
-Pagina 5: is inderdaad het aantal uren uitgebreid voor Chill Out?
-Pagina 7, de uitbreiding van de formatie jongerenwerk: 10 uur is voor IJsselmuiden en 8 uur co-ordinatie. Is dat hetzelfde als wat onder activiteiten stichting jongerenwerk wordt genoemd?
-Pagina 9, jeugdgemeenteraad inventarisatie: gaat de raad nou wel of niet door?
-Pagina 9: blijkbaar zijn de drie scholen van het speciaal basisonderwijs een brede school aan het ontwikkelen. Vreemd dat ze kiezen voor een huisvestingsplek waar ze heel moeilijk de functie van brede school kunnen vervullen. De plek is behoorlijk geïsoleerd, terwijl een brede school een functie heeft voor de wijk.

De heer Schutte doet het verzoek de gezondheidsmonitor in de leeskamer ter inzage te leggen. Een aantal beoogde resultaten is nog niet gehaald. Hoe kan dit? Bij de vaststelling van de nota jeugdbeleid is door de wethouder toegezegd een breed maatschappelijk veld te beluisteren. Hoe staat het daarmee?

De heer Van der Zaag merkt op dat het jeugdbeleid in positieve zin in beweging is. Hij spreekt de wens uit dat voor 2005 ook met een tussenrapportage wordt gewerkt, zodat de commissie de ont-wikkelingen goed kan volgen, maar ook het maatschappelijk middenveld. Leidt de gezondheids-monitor tot een andere evaluatie? Op welke punten moet worden bijgesteld gezien de uitkomsten van de monitor? Op pagina 10 is vermeld dat Time Out naar een andere component gaat middels een tussenfase. Wat is de toekomst van Time Out? Begin 2005 komt een plan van aanpak omtrent alcohol en drugs. Dit kan bij voorkeur zo spoedig mogelijk richting commissie. De nota gaat met name over de 15% jongeren waar preventief beleid voor moet worden gevoerd om te voorkomen dat ze uitvallen. Kan voor de komende jaren een notitie worden gemaakt over de 85% jongeren waar het wel goed mee gaat en wat op dat gebied is bereikt? Kan in dat kader ook de relatie met sport en vrijwilligerswerk onder ogen worden gezien? Werkgelegenheid is erg belangrijk voor jongeren. In de provincie is een motie aangenomen om jongeren te laten meewerken aan de her-bouw van het nieuwe provinciehuis. Heeft Kampen ook jongeren die dat ambacht willen leren of zijn er mogelijkheden en bijvoorbeeld een link met het onderwijs om jongeren die uitvallen toch nog kansen in de maatschappij te bieden?

Wethouder Wieten stelt vast dat met elkaar een jongerennota is vastgesteld en daarin zijn evalua-tiemomenten afgesproken en die moeten worden gedaan. Ze geven de stand van zaken weer na een jaar. Op dit gebied moet nog heel veel gebeuren. Door de fusie tussen Kampen en IJsselmuiden zijn er jongeren bij gekomen die vanuit een andere achtergrond en cultuur een bijdrage leveren aan het jongerenwerk.
De ketenproblematiek in IJsselmuiden heeft de nodige alcoholproblematiek. Om dat aan te pakken moet de komende jaren een forse inspanning worden geleverd om in ieder geval het jongerenbe-leid in de gemeente Kampen te harmoniseren en op hetzelfde niveau te brengen. De laatste twee jaren zijn de eerste aanzetten hiervoor gegeven door middelen beschikbaar te stellen voor uitbrei-ding van het aantal jongerenwerkers, maar ook door middelen beschikbaar te stellen voor de reali-sering van een onderkomen. Het is echter nog niet helemaal gerealiseerd. Het jongerenwerk in Kampen en ook in de Stichting Jongerenwerk Kampen moet zich heroriënteren op het jongeren-werk in de gemeente zelf. Het was reeds vorm gegeven rondom ’t Ukien, maar nu moet men ook naar IJsselmuiden om het jongerenwerk van de grond te tillen. Meer cultureel jongerenwerk, zoals het in ’t Ukien plaatsvond en het meer ambulante jongerenwerk. Het ambulante jongerenwerk is de laatste jaren in Kampen opgepakt en dat moet ook in IJsselmuiden. Hier zit voor een deel een wat vreemde verhouding in, omdat het jongerenwerk in Kampen vanuit het SJK geen coördinators kende. Omdat IJsselmuiden er nu bij komt, zeker als het jongerenbeleid opnieuw wordt opgepakt, moet tussen Kampen en IJsselmuiden een coördinator komen die zorgt voor afstemming, maar ook voor afstemming tussen het ambulante en culturele deel en het bewaken van de nieuwe opzet. Wethouder Wieten is in gesprek met het SJK om de heroriëntatie op het jongerenwerk in gehar-moniseerd Kampen op te pakken en uit te voeren. Dat is een flinke klus en vraagt ook van de raad nog het nodige op het gebied van het mee bespreken van de evaluaties, kaders stellen, het mee zoeken naar hoe de juiste verhouding kan worden gevonden tussen het ambulante deel en het meer culturele deel. Hier komt wethouder Wieten nog op terug. De werkgroep basisvoorzieningen moet nog worden opgepakt. In de nota jongerenbeleid staat een veelvoud aan zaken die nog moet wor-den opgepakt. Ambtelijke capaciteit speelt hierin een rol, omdat prioriteiten moeten worden ge-steld. De belangrijkste prioriteit uitgaande van de relatieve verhouding 15 en 85% is de jongeren-participatie, omdat de jongeren ook meer bij het beleid moeten worden betrokken. Het brede ge-bied waar ook de 85% binnen valt en de sport moeten even rusten. Dat is een kwestie van priori-teiten stellen, maar er wordt aan gewerkt. Het project lokale opvoedingsondersteuning Kampen is dit jaar gestart en het is operatief. De eerste resultaten zijn zeer bevredigend. Er is veel belangstel-ling (onder andere vanuit onderwijs) en het draagt bij aan de totale keten van jeugdzorg, waarin ook landelijk de opvoedingsondersteuning prioriteit heeft. In Kampen wordt dat gedaan met een coördinator en een groot aantal vrijwilligers in een samenwerkingsverband. Omtrent Chill Out is het aantal uren uitgebreid volgens het raadsbesluit. Er is nog een heleboel zaken niet afgehandeld en dat komt door het stellen van prioriteiten. Dit is ook opgenomen in de nota. Dat waar hier nu van wordt gezegd dat het nog aandacht behoeft, wordt nog opgepakt. Het heeft ook te maken met heroriëntatie op het jongerenwerk in de gemeente Kampen, doordat IJsselmuiden erbij is geko-men. Het brede maatschappelijke veld in beweging is een algemene kreet. Wat wordt daarmee be-doeld? Wellicht kan de heer Schutte die vraag straks nog even nuanceren. De gezondheidsmonitor is er al en wethouder Wieten heeft gevraagd de monitor ter inzage te leggen, maar hij zorgt er alsnog voor dat de monitor via de griffie wordt verstrekt. In de gezondheidsmonitor, een onder-zoek van de GGD onder de jongeren van Kampen, is een uitsplitsing gemaakt tussen de jongeren van Kampen en IJsselmuiden om op die manier voort te borduren op de manier zoals de zaken in het verleden zijn gedaan. In de toekomst vindt een samenvoeging plaats. Uit het onderzoek komen dezelfde resultaten naar voren als in het verleden. De alcoholproblematiek onder jongeren neemt grote vormen aan. Met  name het keetbezoek in IJsselmuiden stimuleert dat. Andere specifieke za-ken vragen ook veel aandacht met name vanuit de gezondheidszorg. Via het jongerenbeleid en an-derzijds via de afspraken rondom het lokale jongerenbeleid komt de wethouder hier op terug.

Wethouder De Boer legt uit dat Time Out onderdeel was van het gemeentelijk onderwijsachter-standenbeleid.
Er werd € 100 miljoen op bezuinigd en als gevolg was met het Ichthus- en Almerecollege afge-sproken dat toch nog overblijvende middelen zouden worden ingezet voor Time Out. Zodra het vmbo-gebouw is gerealiseerd en er efficiënter kan worden gewerkt, zou het project in eigen beheer in de zorgketen worden opgenomen. De bezuiniging van € 100 miljoen is teruggedraaid. De mid-delen die daarvoor beschikbaar komen, zijn ingezet voor de vroegschoolse educatie en voor een deel voor schooluitval voor leerlingen van het voortgezet onderwijs vmbo. Time out-projecten kunnen verder gaan onder verantwoordelijkheid van de scholen, omdat de middelen ook naar de scholen gaan. De gemeente Kampen behoudt een bepaalde regiefunctie om te bepalen of de mid-delen ook als zodanig worden ingezet.

De heer Ashouwer vraagt naar de leerlingen uit Dronten.

Wethouder De Boer legt uit dat met betrekking tot de Ichthus-vestigingen in Dronten en Almere er ook een bijdrage is voor Dronten. De middelen gaan nu rechtstreeks naar de school op grond van het aantal leerlingen dat een school heeft.

De heer Ashouwer is van mening dat zich dan hetzelfde probleem voordoet als bij het probleem rondom de ID-banen. Kampen zal dan alles betalen voor Dronten.

Wethouder De Boer geeft aan dat dit niet het geval is. De bezuiniging is ongedaan gemaakt en de middelen gaan rechtstreeks naar de scholen.

De heer Ashouwer legt uit dat het Ichtus en Almere in Dronten ook leerlingen hebben die ze op kosten van de gemeente Dronten naar Kampen stuurde naar het project. Die leerlingen blijven be-staan. Nu wordt gezegd dat de leerlingen op dezelfde school zitten maar pech hebben, want ze zit-ten in Dronten. Of wordt de boel verdeeld?

Wethouder De Boer is van mening dat het een andere situatie betreft. Hij geeft aan dat wat betreft de ID-banen Kampen heel solidair is geweest ook naar mensen met andere gemeentes en dat blijft ook zo met de beide scholen en de leerlingen van Time Out. De brede school is een containerbe-grip omdat er meerdere soorten zijn. De bedoeling is dat gebouwen die beschikbaar zijn ook ge-schikt zijn voor andere activiteiten, bijvoorbeeld voor-, naschoolse of andersoortige opvang. Je krijgt er te doen met de sportvoorzieningen en het voortgezet onderwijs die ruimte hebben voor brede schoolse activiteiten te doen.

De heer Ashouwer vindt daarom de betrokkenheid van de wijk zo belangrijk in dit proces.

Wethouder De Boer wijst erop dat het met name bedoeld is voor de eigen populatie van de school, de gezinnen en de sociale structuur die daarbij hoort en die zich niet laat tegenhouden door een aantal straten.

De heer Schutte licht toe dat op pagina 2 wordt gesproken over een werkgroep basisvoorzieningen die wordt ingesteld die binnen een jaar alle basisvoorzieningen inventariseert. De voorbereidingen zijn getroffen, maar verder gaan is nog niet mogelijk. Wat is daar de achterliggende gedachte van? Op basis van de overlegstructuur is destijds in de raadsvergadering door de wethouder toegezegd dat de overlegstructuur met diverse groepen die zich met jeugdbeleid bezig houden zou worden opgesteld. Heeft dat overleg reeds plaatsgevonden en zo ja, wat zijn de resultaten?

De heer Van der Zaag neemt aan dat als de gezondheidsmonitor tot andere prioriteiten leidt, de wethouder dat zo spoedig mogelijk laat weten. Mocht hij tot andere prioriteiten komen, dan ver-zoekt de heer Van der Zaag de wethouder de commissie zo spoedig mogelijk te informeren. In hoeverre zijn de commissieleden geïnteresseerd in een excursie naar bijvoorbeeld Groningen om te kijken hoe het concept vensterschool eruit ziet, aangezien er diverse vormen zijn.

De voorzitter legt uit dat het onderwerp van dit agendapunt informatie over de tussenrapportage is en het niet de bedoeling is dat dan onderling wordt gediscussieerd.

De heer Van der Maten is van mening dat het proces vrij lang duurt. Het beleid bestaat uit diver-se onderdelen, maar kan dat niet worden ingedamd?

De heer Elhorst had graag gediscussieerd over het onderdeel jeugdgemeenteraad. De SGP-fractie is initiatiefnemer maar vanavond niet aanwezig. Wordt de mogelijkheid geboden om over dat on-derdeel nog een keer te praten?

De voorzitter legt uit dat dit een tussenrapportage betreft. Bij de volgende rapportage kan dit on-derwerp uitvoerig aan de orde worden gesteld.

Wethouder Wieten vertelt dat toen hij het schema van de werkgroep kans jeugdbeleid onder ogen kreeg, ook niet wist wat het allemaal inhield. Een poging moet worden gedaan om het schema te vereenvoudigen en de verbindingen logischer over te brengen, want in de praktijk zit het zeer lo-gisch in elkaar en zit er geen enkele overbodige schakel in. Op papier komt het anders over. Wet-houder Wieten zegt toe ervoor te zorgen dat het schema duidelijker wordt gemaakt. Het beleid werkt vanaf het laagste niveau uitermate goed richting preventieteams, scholen en ouders. De nota jongerenbeleid is voor vier jaar vastgesteld. De evaluatiepunten voor vier jaar zijn hierin opgeno-men. Niet alles kan in het eerste jaar worden afgerond. Prioriteiten moeten worden gesteld. De werkgroep basisvoorziening was niet de eerste prioriteit maar zal wel tot stand komen. Specifiek overleg met de kerken over jongerenbeleid heeft niet plaatsgevonden. Wel is overlegd met voor-gangers en daar heeft wethouder Wieten aan deelgenomen. Jeugd- en jongerenbeleid is aan de or-de geweest en daar zijn afspraken over gemaakt die worden opgepakt.

De voorzitter concludeert dat de commissie goed is geïnformeerd over de huidige stand van za-ken.

13.    Dak- en thuislozenopvang
De voorzitter licht toe dat dit onderwerp in het recente verleden in Kampen nogal wat commotie heeft veroorzaakt, ook bij de raads- en commissieleden. De raads- en commissieleden hebben zich afgevraagd welke kaders het college heeft gebruikt. Heeft de raad de kaders voor de dak- en thuis-lozenopvang wel vastgesteld? Bij nader onderzoek is gebleken dat dit formeel niet zo is geweest. Dat heeft ertoe geleid dat nu opnieuw wordt gestart, en de kaders opnieuw worden vastgesteld. Het is de bedoeling dat aan wethouder Wieten een aantal suggesties wordt gegeven aangaande mogelijke kaders hij vanuit het college met een kaderstellende nota naar de raad komt. Op basis daarvan wordt het verdere traject doorlopen. Wethouder Wieten heeft informatie verschaft over wat in Kampen wordt gedaan en wat zou gaan gebeuren. Hij zal een toelichting geven en aange-ven welke kaders hij zichtbaar heeft willen maken. In de volgende ronde kan de commissie vragen stellen, mogelijk kaders aanreiken en eventueel aangereikte kaders bespreken met de wethouder.

Wethouder Wieten was verbaasd toen in de begrotingsvergadering naar voren kwam dat niet be-kend was wat de doelgroep was, dat de wethouder maar iets deed en dat er geen kaders waren ge-steld. Het kwam er op neer dat de gemeenteraad niet goed wist wat de doelgroep was, wat de ach-tergronden waren en wat met elkaar was afgesproken. Hij heeft de geschiedenis van de afgelopen jaren bekeken. Het basisstuk is het verslag van de themabijeenkomst ‘Dakloos in Kampen’ dat een aantal commissieleden ook heeft ontvangen. De totale problematiek van dat moment is in Kampen uitgebreid aan de orde gesteld, waaronder wie daklozen waren, wat daklozen zijn, of ze zelf wel of niet verantwoordelijk zijn voor hun eigen leefsituatie en wat de gemeente Kampen daaraan zou kunnen doen. De belangrijkste conclusie uit dat symposium was dat het hoog tijd werd dat de op-vang voor in Kampen verblijvende dak- en thuislozen werd aangepakt, uitgaande van de proble-matiek die er was eind 2002 en die wijkt niet af van de huidige situatie. Vervolgens zijn de eerste middelen voor nader onderzoek door de raad in 2003 beschikbaar gesteld. Bij de begrotingsverga-dering van 19 november 2003 is door een aantal partijen aandacht gevraagd voor snelle realisatie van opvang voor dak- en thuislozen, onder andere de CU- en PvdA-fractie. Wethouder Wieten heeft toen aangegeven dat hij daarmee aan het werk was samen met de gemeente Zwolle om tot zelfstandige opvang te komen. De laatste twee jaar heeft regelmatig gesproken over snelle realisa-tie van opvang voor dak- en thuislozen. Als college is geredeneerd dat de raad op de hoogte was van de problematiek, dat snelle opvang wenselijk was, maar  heeft dat niet middels een brede mo-tie uitgesproken, maar middels woordvoerders en het feit dat regelmatig is geïnformeerd over de stand van zaken. Het college heeft dit jaar de conclusie getrokken dat zij vanuit die achtergronden de raad dit voorstel kon presenteren. Er is geen kaderstellende nota geweest, maar de raad was wel degelijk op de hoogte van de gang van zaken, doelgroep en achtergronden. Het is jammer dat de kaderstellende discussie nu moet worden gevoerd, omdat dit een redelijke vertraging met zich meebrengt. De onzekerheid ook bij de mensen die rondom het betreffende pand wonen wordt niet kleiner. Deze mensen hebben recht op duidelijkheid of de procedure verder gaat of niet. Bij de no-ta is een stukje voorgeschiedenis, problematiek en preventief beleid gegeven om te gaan doen aan daadwerkelijke opvang. De commissie moet nu bepalen hoe nu verder te gaan. Als overeenstem-ming wordt bereikt dat de zaken, zoals die in de nota zijn opgenomen juist zijn, kunnen uit de nota alle kaders die wenselijk zijn worden gehaald. Op de achtergrond speelt altijd de beoogde plaats mee.

De voorzitter maakt duidelijk dat de wethouder geen antwoord geeft op de vraag en het geheel open laat.

Wethouder Wieten is van mening dat de voorzitter de zaken duidelijk uit de nota kan halen. Her-haling ervan voegt momenteel niets toe aan de kaderstellende discussie.

De voorzitter verduidelijkt dat met deze vergadering duidelijk naar voren komt wat de kaders zijn die eenduidig zijn en geen kaders die worden bedacht maar niet worden uitgesproken. De kaders moeten in alle openheid worden besproken en vastgesteld.

De heer Van der Zaag zal heel kort een algemene schets qua referentiekader van de CDA-fractie geven en vervolgens een aantal kaders.

Mevrouw Tabak stelt voor dat eerst een vragenronde wordt gehouden alvorens de kaderstellende discussie te starten.

De voorzitter kan instemmen met het feit dat eerst nog meer informatie wenselijk is alvorens te starten met kaderstelling.

De heer Elhorst vraagt of de voorzitter het niet bezwaarlijk vindt dat hij in de beschouwing een aantal vragen heeft neergelegd. Hij had gerekend op een open discussie en daarom heeft hij een verhaal geschreven.

De voorzitter stelt voor dat de heer Elhorst als laatste het woord krijgt, omdat wellicht zijn vragen dan al zijn beantwoord.

De heer Van der Zaag vraagt of de wethouder heeft overwogen meerdere fases aan te brengen in het totale traject van wat wel of niet kan worden geboden. Ziet de wethouder in de daklozenpro-blematiek met de diversiteit aan dak- en thuislozen nog andere alternatieven?

De heer Schutte zegt dat de problematiek zich met name toespitst op een bepaalde categorie dak- en thuislozen. Wordt binnen de opvang rekening gehouden met andere doelgroepen binnen de groep dak- en thuislozen?

De heer Ashouwer vraagt hoeveel mensen die begeleid worden in de wachtkamer zitten voor een dergelijke opvang. Wat zijn de reële klachten en vormen van overlast die zijn vastgesteld bij de locaties waar mensen nu verblijven? Hoe is daarmee omgegaan door overheid en bewoners? Is al meer bekend over het aantal mensen en welke eisen het beheersplan stelt?

Mevrouw Diender vraagt waar de verwachting op is gebaseerd dat deze zorgwekkende zorgmij-ders een begeleidingsplan of hulpverleningscontract zouden willen aangaan als dat in het verleden ook niet is gedaan? Wat gebeurt er met mensen die niet worden toegelaten? En als ze wel worden toegelaten, maar geen drank of drugs mogen meenemen, wat gebeurt er dan met hen? Wat beteke-nen de huidige ontwikkelingen rondom de Zwolse Poort voor dit project? Wie is verantwoordelijk voor het gedrag van mensen die worden geweigerd? Wie is verantwoordelijk voor welke schade op welke manier dan ook die door de omwonenden wordt geleden?

Mevrouw Tabak vraagt wat de wethouder heeft gedaan nadat in de perspectiefnota € 50.000,00 was vastgesteld. Ze heeft begrepen dat een werkgroep in het leven is geroepen, maar hoe is deze te werk gegaan? Als hier niet een direct antwoord op kan worden gegeven, mag het ook ter inzage worden gelegd in de leeskamer. De opvang zou zich moeten beperken tot de in Kampen verblij-vende dak- en thuislozen, maar hoe verhoudt zich dat tot de samenwerking met Zwolle? Als de Zwolse Herberg capaciteitsproblemen heeft, wordt dan een beroep gedaan op Kampen? Wat ge-beurt er als de exploitatie niet toereikend is? Wie neemt extra kosten voor zijn of haar rekening? De exploitatie gaat uit van een volledige bezetting, maar wat gebeurt er als het huis niet volledig vol zit gedurende een bepaalde periode van het jaar. Wie zorgt dan voor extra middelen? Hoe wordt de overlast beperkt? Hoe haalbaar is de bijdrage van de cliënten in deze exploitatie? Is het een bijdrage die vanuit het RIBW komt? Hoe is dit bedrag ontstaan?

De voorzitter vraagt de heer Elhorst of hij nog vragen wil stellen, maar de heer Elhorst komt hier later op terug.

Wethouder Wieten legt uit dat de antwoorden op vragen rondom het beheersplan nog moet wor-den ingevuld. Gekozen is voor een procedure van een inspraakavond voor de omwonenden en daaruit is een groot aantal vragen gekomen. Die vragen worden momenteel op zorgvuldige wijze beantwoord.
Over de invulling van een beheersplan en een veiligheidsplan moeten de bewoners nog worden benaderd. Een poging wordt gedaan om alle vragen te beantwoorden. Als zaken die van belang worden geacht onvoldoende kunnen worden beantwoord, zal de wethouder niet aarzelen om het voorstel terug te trekken. Hij loopt niet vooruit op de zaken qua invulling en dat zit in de procedu-re.

Mevrouw Tabak vraagt naar een indicatie met betrekking tot beantwoording van de vragen.

Wethouder Wieten denkt dat dit zo snel mogelijk zal zijn, maar het wel januari of februari zal worden.

De voorzitter is van mening dat het lastig zal zijn op korte termijn te antwoorden, aangezien for-meel, zolang de kaders niet zijn gesteld, nog niets bekend is over de locatie en dan kan nog niet met omwonenden of wie dan ook worden gesproken.

Wethouder Wieten vult aan dat de voorzitter aanwezig is geweest bij de commissie waarin de wethouder de plannen in beslotenheid heeft gepresenteerd. De commissie heeft toen in het kader van het dualisme geen mening kenbaar gemaakt, maar heeft ook geen ‘nee’ uitgesproken.

De voorzitter is van mening dat wethouder Wieten die conclusie  niet mag trekken. Hij dringt er bij wethouder Wieten op aan hier niet op door te gaan.

Wethouder Wieten heeft in eerste instantie een inspraakavond gehouden voor de omwonenden die een groot aantal vragen heeft opgeleverd. Als hij de procedure niet had voortgezet, had de com-missie de wethouder kunnen aanspreken op zijn werkwijze. Hij is nu met de commissie in gesprek over de kaderstelling en probeert vragen te beantwoorden ongeacht de locatie.

De voorzitter vindt dat als de wethouder gelijk heeft, hij door kan gaan met zijn verhaal.

Wethouder Wieten legt uit dat gezien de tijdsdruk het proces op enig moment is doorgegaan. Een belangrijke randvoorwaarde is de geldelijke bijdrage die beschikbaar moet worden gesteld, want die legt een beperking op aan de mogelijkheden. Door de relatieve haast en de beperkingen van de financiële mogelijkheden zijn er alternatieven op het moment dat zich een pand voordoet. Als na een quickscan blijkt dat het pand geschikt is, worden op dat moment de alternatieven gestopt en dat is ook gedaan. De centrale vraag is dat de hedendaagse dak- en thuislozen niet te vergelijken zijn met vroeger. De problematiek vanuit de maatschappij is een zeer heftige. De verhouding wordt steeds minder gezien vanuit de traditionele zwerver.

De heer Schutte vraagt of de wethouder het verantwoord vindt beide groepen onder te brengen in een opvang.

Wethouder Wieten is van mening dat dit verantwoord is, mits de zorg eromheen zodanig wordt opgebouwd dat er geen rare dingen kunnen gebeuren. Het is volstrekt onverantwoord ergens een pand neer te zetten of een pand ter beschikking te stellen en alle groepen daarin onder te brengen in alle vrijheid en blijheid. Dat kan niet meer. Het begrip containerwoningen heeft ook de nodige problematiek met zich mee gebracht. Daar zijn ook de coördinator moeilijk plaatsbaren, de be-moeizorg en de wijkagent regelmatig bezig om de problemen binnen de perken te houden. Er zijn twintig potentiële klanten. Ook binnen de doelgroep zitten nog mensen die niet helemaal dak- of thuisloos zijn, maar nog een zekere basis hebben van waaruit wordt geleefd.
Enerzijds wordt steeds meer ingezet op preventieve maatregelen en anderzijds moet rekening wor-den gehouden met een potentiële doelgroep van twintig mensen.

De voorzitter vraagt of die twintig mensen de totale doelgroep met alle profielen dak- en thuislo-zen daarin betreffen.

Wethouder Wieten bevestigt dat dit zo is naar inzicht van mensen uit het veldwerk. Overlast vindt op allerlei plekken plaats. Omtrent de zorgwekkende zorgmijders is een van de achtergronden dat wanneer mensen hoop, huisvesting of een zorgplan wordt aangeboden er iets loskomt, waardoor iemand toch weer een beetje in het gareel komt. Er is heel veel geld mee gemoeid voor een per-soon die voor een groot deel de problemen aan zichzelf te danken heeft. Wat doet de mens, wat doet de maatschappij en wat doet de overheid voor mensen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen? Bij een aantal kan de hoop worden uitgesproken dat het wel werkt. Als ze onder een dak zitten, kan meer sturing worden gegeven. Het is ook overlastbestrijding. Je kunt veel gerichter werken en gerichter aan sanctiebeleid doen als vanuit een onderkomen wordt gewerkt. De wet-houder is van mening dat de onderkant van de maatschappij niet aan haar lot mag worden overge-laten.

De voorzitter vraagt hoeveel van de twintig mensen behoren tot de groep die niet meer kunnen worden geholpen.

Wethouder Wieten kan hier geen antwoord op geven. Hier kan geen onderzoek naar worden ge-daan. Ook in deze zijn er mensen waar wel energie in moet worden gestoken, maar resultaat niet zal worden behaald. Geen mens is hopeloos en er moet altijd energie in worden gestopt. De pro-blematiek van de Zwolse Poort is de wethouder niet bekend. Met de Zwolse Poort vinden ge-sprekken plaats over huisvesting in het eerste deel van de zorgboulevard. De Zwolse Poort biedt hulp aan psychiatrische patiënten. Het heeft geen directe relatie met de dak- en thuislozenopvang, maar het grootste deel van de cliënten van de Zwolse Poort komt elders uit de stad en hebben een normaal huis en werk. Ieder mens is verantwoordelijk voor zijn of haar gedrag en daar mag ie-mand op worden aangesproken. Vanuit het opvanghuis zal middels het sanctiebeleid worden gere-ageerd. Als mensen worden geweigerd bij de opvang en buiten overlast veroorzaken, dan is ie-mand zelf verantwoordelijk en zal de politie handhavend optreden. Als een dak- en thuisloze een postadres heeft, heeft hij of zij ook recht op een uitkering vanuit de WWB en vanuit de bijstand. De gemeente kan vanuit de bijstand een eigen bijdrage vragen en dat zal ook worden gedaan. Dat geldt ook voor de zorgplannen en de financiering vanuit de AWBZ en ook vanuit de netwerkstad Zwolle. De aannames staan in het conceptplan.

Mevrouw Tabak vraagt of het dan gaat om een soortgelijke bijdrage qua hoogte in Zwolle.

Wethouder Wieten bevestigt dit. Omtrent de € 50.000,00 meldt hij dat lopende de plannen die er waren en moeten resulteren in opvang aan de Eerste Ebbingestraat een projectcoördinator RIBW is aangenomen en er zijn nog wat kosten uitgehaald. Het budget is nog niet op. Daklozen uit Zwol-le zijn alleen welkom als het noodgevallen betreft. Zwolle heeft een centrumfunctie voor noodop-vang van vrouwen. Als in Zwolle geen plaats is, vindt overleg plaats voor kortdurende opvang el-ders. De wethouder gaat ervan uit dat daar waar het crisisopvang betreft Kampen een of twee da-gen gelegenheid biedt als er ruimte is en niet voor structurele opvang. Partners in een netwerkstad die samen een concept voor dak- en thuislozen opzetten moeten in noodgevallen hulp bieden. Te-korten komen op de partners terecht. Aan het project zijn risico’s verbonden, zeker als er zeven keer 24-uursopvang wordt geboden met alles wat daarbij komt kijken.
Als de doelgroep onvoldoende inkomsten genereert, ontstaat een tekort en dat wordt dan ter plek-ke opgelost maar er moet een reële begroting op worden gesteld. Het grootste deel zal huisvesting- en personeelskosten zijn. Mochten tekorten ontstaan, dan wordt contact gezocht met de partners en de gemeenteraad.

De heer Ashouwer vraagt hoe de bewoners uit de Hanzewijk omgaan met hun gasten en hoe ze reageren op hun aanwezigheid.

Wethouder Wieten legt uit dat in de Hanzewijk een groot aantal gasten aanwezig is. Dat zijn niet alleen dak- en thuislozen maar ook andere mensen die voor korte of langere termijn huisvesting nodig hebben en daar zitten ook wel eens illegalen tussen. De overlast is in sommige delen van de Hanzewijk zeer groot. Dat is expliciete overlast maar ook impliciete overlast in de vorm van men-sen die ’s avonds sommige straten niet meer in durven. Het wordt hoog tijd dat in die wijk structu-rele aanpassingen komen en een groot deel van de problematiek wordt opgelost, niet alleen rondom huisvesting maar ook rondom mensen die zich daar bevinden. Dat wordt gedaan met be-hulp van politie, Delta Wonen en de coördinator moeilijk plaatsbaren en een groot aantal partners trachten om de overlast in te perken. Een Hanzewijk wijkbeheersteam is ook actief. De problema-tiek is zo nu en dan nauwelijks te harden en dat is niet alleen de dak- en thuislozenopvang, maar een veelvoud aan problematieken. Er staat een goed beleid voor op de rails, maar als de Hanzewijk wordt gesloopt, is de enige plek waar kan worden overnacht ook weg. Met dit beleid anticipeert wethouder Wieten ook op datgene wat in de toekomst op stapel staat.

Mevrouw Diender vraagt of de provincie en de woningbouw naar rato bijdragen in de tekorten dit er kunnen zijn of gaat het om een vaste bijdrage? In hoeverre is de bijdrage van de woningbouw vast mocht er sprake zijn van een ander pand. Blijft het € 60.000,00 met een bijdrage in de tekor-ten?

Wethouder Wieten legt uit dat de begroting die momenteel in concept beschikbaar is uitgaat van het pand. Over andere situaties valt nauwelijks antwoord te geven. Er zijn geen vaste afspraken over bijdragen in de tekorten aan wat dan ook. Het enige dat vast staat is een bijdrage van de ge-meente Kampen van € 100.000,00 per jaar. Als je kijkt hoe de bijdrage van de partners is en dan met name die van Delta wonen dan overstijgt die de € 60.000,00 verre omdat er ook een pand is en een heleboel andere componenten die hierin niet zijn meegenomen. De wethouder kan nu niet zeggen dat als zich in de toekomst mogelijke tekorten voordoen wie dan voor het grootste deel op-draait.

De voorzitter stelt voor dat de commissie nu kaders gaat aanreiken aan de wethouder waar hij dan op kan reageren. De voorzitter stelt voor dat in de kaderstelling in ieder geval wordt  aangegeven welke doelgroep wenselijk is en welke kaders worden gesteld ten aanzien van beheer, de locatie, veiligheid, zorgaanbieders, financiën en hoe zit het met de regie.

De heer Elhorst vertelt dat heel veel commotie is ontstaan in de binnenstad en in de stad voordat de kaders zijn gesteld. Vorige week hebben de fracties AD en VB hier een hele avond aan gewijd. Om een juiste weergave te geven, heeft de heer Elhorst zijn verhaal op papier gezet. Het is vrij breed, maar het is ook de eerste keer dat in dit verband over dit probleem wordt gesproken. De heer Elhorst heeft het namens de eerder genoemde fracties op papier gezet. De heer Elhorst richt zich in eerste instantie tot zijn collegae en later kan hier een discussie op volgen. Het college wenst dat de raad een discussie voert over het daklozenprobleem, maar dan moet het college er ook voor zorgen dat er een dossier in de leeskamer ligt dat bruikbaar is en dat is niet het geval.
Met wat daar ligt, kun je naar onze mening in deze ingewikkelde materie onmogelijk tot een af-gewogen oordeel komen. Maar goed, we hebben zo ook onze eigen verantwoordelijkheid, dus hebben we ons zelf maar voorzien van de nodige informatie. Vooropgesteld, ik ben geen deskun-dige op dit gebied, maar ik heb wel enige ervaring. Ik heb vier jaar intensief iemand begeleid uit de doelgroep. Omdat wij vorige week hier in de raadzaal een bijeenkomst hadden en niet naar de Hanzestad konden, hebben we uit de krant kunnen vernemen dat daar iemand uit de doelgroep heeft verklaard ‘met een goede begeleiding had ik het waarschijnlijk wel gered, maar ik ben van het kastje naar de muur gestuurd’. En daar ligt in mijn beleving nou net een deel van het probleem. Precies dezelfde ervaring had ik samen met de man die ik heb begeleid. Reguliere hulpverlening is er genoeg, maar ieder heeft zijn eigen koninkrijkje. Je gaat ten onder aan de bureaucratie. Wij hebben de beschikking gekregen over een rapport van een actiecomité uit Zwolle ‘de anatomie van een onbegrijpelijk voornemen’. Daar kom ik zo wel op terug. Eerst nog maar eens even duidelijk stellen waarom wij tijdens de begrotingsbehandeling tegen de € 100.000,00 hebben gestemd. Wij vonden en vinden dat ons een verkeerde procedure is voorgelegd. Eerst het geld en daarna praten over de kaders is precies de omgekeerde wereld. Wat hebben we enkele jaren geleden in onze stad gedaan en ik citeer letterlijk uit de nota ‘geconstateerd dat de huisvesting van enkele mensen der-mate problematisch was dat reguliere huisvesting in een Kamper woonwijk ronduit rampzalig zou zijn. Ze zijn als moeilijk plaatsbaren in containerwoningen aan de rand van de stad geplaatst’. We staan nu voor een categorie nog moeilijker plaatsbaren terug te brengen naar de binnenstad. Dat burgers die binnen de democratische spelregels in harmonie met hun gezinnen in welke wijk dan ook samenwonen en leven daartegen in opstand komen is volkomen begrijpelijk. In de nota staat de volgende passage: ‘door de medewerkers van het project bemoeizorg en de CMP zijn de toe-komstige bewoners van de daklozenopvang in Kampen geïnventariseerd’. En dan houdt het op. Waar de doelgroep behoefte aan heeft daar wordt geen woord aan gewijd. Het gaat veelal om zorgmijders. De nota spreekt zelfs van ‘zorgwekkende zorgmijders’ met diverse problemen. Voor elk van de categorieën of het nou om drugs, drank of psychische problemen gaat, bestaat reguliere hulpverlening, maar als men daar om welke reden dan ook geen gebruik van wil maken, wat is dan het argument en de garantie om aan te nemen dat men de zorg die ook hier in de toekomst zal gaan worden omkleed met een aantal strakke regels wel zal accepteren? Degene die hulp wil kan in het reguliere circuit terecht, als het daar in de praktijk echter aan resultaten schort moet daar eerst de boel maar eens flink worden opgeschud. Voor degene voor wie huisuitzetting dreigt, geldt in feite hetzelfde. We hebben een woonbegeleider en met de juiste hulp op de juiste plaats moet het moge-lijk zijn iemand die van goede wil is voor huisuitzetting te behoeden. Gaat het ook hier om een zorgmijder, dan is de woonbegeleider ook machteloos en wordt hij of zij via de voordeur op straat gezet en gaan we hen via de achterdeur weer opvangen zonder enige garantie dat dan de regels wel in acht worden genomen. Ook moet er eerst nog maar eens wat meer duidelijkheid komen over het onderscheid tussen dak- en thuisloos. Over het algemeen hebben de thuislozen die zich in onze stad bevinden een uitkering en ze hebben bij extreme omstandigheden een slaapplaats. Wij hebben er onze twijfels over dat deze groep de behoefte heeft zich straks te gaan onderwerpen aan financi-ele en gedragsregels. Dat een onherroepelijke dakloze en die zijn het vaak niet van vandaag of gis-teren, resocialiseert door deze vorm van opvang ook daarbij hebben wij onze vraagtekens. Of de reguliere hulpverlening heeft bij deze groep niets bereikt, of iedere vorm van hulp is gemeden. Te-rug naar het begin. Een valse start om bewoners ’s avonds laat te bestoken met informatie is mis-communicatie, maar daar is inmiddels genoeg over gezegd. In het verslag van 11 oktober 2004 is ons een paar dingen opgevallen. In het kader van drugsbeleid wordt toegelicht dat Kampen een nulbeleid hanteert, maar dat is niet waar. Kampen hanteert helemaal niets. Kampen zegt alleen maar, maar Kampen doet dat niet. De drugshandel bloeit hier. Een vraag van een mevrouw uit de Houtwijk.
In Zwolle is een gebruikersruimte, maar hoe moeten deze mensen in Zwolle komen zonder geld. Antwoord: deze mensen hebben wel geld, zij krijgen namelijk een uitkering, maar ze zijn niet ge-wend hier een kaartje voor te kopen, dus moet voor vervoer een oplossing worden gezocht. Hier zal ik verder na een diepe zucht maar niet op in gaan. Wij hebben begrepen dat er vorige week vrijdag een gesprek heeft plaatsgevonden tussen enkele raadsleden en een paar mensen uit de doelgroep. Over die ervaring zouden wij graag iets willen horen. In het begin van het traject is tij-dens een wijkbijeenkomst toegezegd dat een dergelijke voorziening niet in de binnenstad zou ko-men, maar een half jaar later wordt als een konijn uit een hoge hoed ‘binnenstadplus’ getoverd. Een uitdrukking die in dit verband geen enkele status heeft. Vervolgens nog wat uit het rapport ‘de anatomie van een onbegrijpelijk voornemen’. Daar waar gedegen onderzoek is verricht hoeven we zelf het wiel niet  uit te vinden en hebben we enkele conclusies tot de onze gemaakt.
–    Een dergelijke opvang heeft onmiskenbaar een aanzuigende werking.
–    De reïntegratie van deze doelgroep in een woonwijk waar de bewoners hoofdzakelijk uit ge-zinnen met kinderen bestaan, lijkt niet passend, zo niet onmogelijk.
–    Het ontbreekt in de opzet aan een helder beeld en de uitvoerbaarheid van het concept.
–    De groep dak- en thuislozen is allesbehalve een homogene groep, het enige gemeen¬schappelijke is het ontbreken van een vaste woon- en verblijfplaats. De profielen van de doel-groep, drank, drugs en psychiatrisch, verstaan zich over het algemeen moeilijk met elkaar. De verscheidenheid is groot en een nachtopvang voor iedereen kan tot onaangename problemen leiden.
–    Indien bezoekers zich niet aan de regels houden, kunnen zij geschorst en buiten de deur wor-den gezet. Dat betekent dat de directe omgeving opnieuw met het probleem wordt opgezadeld.
–    Te vaak gaan instellingen ervan uit dat als je diensten aanbiedt, de doelgroep daar vanzelf ge-bruik van maakt. Niets is minder waar.
–    Opvallend is, zeggen de onderzoekers die in vele gemeenten zijn geweest, dat er nergens echt goede resultaten zijn gevonden. In een aantal gevallen worden de experimenten als mislukt beschouwd. Waar al langere tijd ervaringen zijn is besloten de opvang uit de bebouwde omge-ving naar elders te verplaatsen.
–    Tot zover deze nota.
In mijn tijd van begeleiding ben ik te rade gegaan en op bezoek geweest bij diverse instellingen. Bij Humanitas in Enschede, bij een door een particulier gerunde opvang in Dedemsvaart, bij een christelijke instelling in Elburg en bij het Leger des Heils waar ik aan de toenmalige kapitein Val-ster een grote steun heb gehad.
Collegae, ik raad jullie aan voor zover dat dit nog niet is gedaan eens ergens te gaan kijken. Zo-maar een voorbeeld: in Elburg bij de stichting evangelisch begeleide woonvormen waren wij toen van harte welkom. Ik hoop te hebben kunnen overbrengen dat wij ons als fracties van Alerte De-mocraten en Verontruste Burgers serieus bezighouden met deze materie en ook willen meedenken aan een oplossing. Wij zijn wel van mening dat de tijd van sentiment en geitenwollen sokken mo-raal van dit probleem in onze welvaartsmaatschappij achter ons ligt. Wij zeggen dan ook beslist niet dat er niets moet gebeuren. Maar de werkelijke behoefte aan begeleiding en opvang van de lokale doelgroep moet eerst maar eens duidelijk en helder in beeld worden gebracht voordat we beslissingen nemen. En als blijkt dat een simpele nachtopvang bij extreme omstandigheden vol-doet aan de levenswijze van de beoogde lokale doelgroep dan zijn wij er zeker geen voorstander van om naast alle hulpinstanties die er al zijn nog eens een heel circus op te tuigen. Laten we vooral de eerste verantwoordelijkheid leggen bij de bestaande reguliere hulpverlening en niet te snel gaan graaien in de portemonnee van de lokale samenleving.
En laten we daar ook maar meteen helder in zijn, ook al is vanavond een locatie niet aan de orde, aan een eventuele toekomstige opvang in welke woonwijk dan ook, werken wij niet mee. Zo den-ken de collegae van de fracties AD en VB er over.

De voorzitter is van mening dat de heer Elhorst een paar heldere kaders heeft aangegeven. Een kader omtrent de locatie is heel duidelijk beantwoord. Hij trekt de conclusie dat eerst de problema-tiek goed moet worden onderzocht.

Mevrouw Tabak vraagt wat de heer Elhorst wil onderzoeken. Hij spreekt over preventie, maar wat wil hij oplossingsgericht doen.

De heer Elhorst wil weten wat de behoefte is van de lokale doelgroep. Als meer moet worden op-getuigd dan de bedoeling is, moet dat niet worden gedaan.

Mevrouw Tabak vraagt wat er dan wordt gedaan voor iemand die dakloos is.

De heer Elhorst is van mening dat die te zijner tijd huisvesting krijgt, maar de heer Elhorst wil eerst weten wat de behoefte is. Er is een aantal mensen woonachtig in Kampen die niets willen en niet akkoord gaan als ze worden geconfronteerd met financiële regels. De behoefte moet eerst in beeld worden gebracht om te beoordelen wat de behoefte is.

Mevrouw Tabak merkt op dat het niet alleen om preventie moet gaan op een groep die direct hulp nodig heeft. Ook de fractie van de heer Elhorst heeft in een commissievergadering gezegd dat er iets moest worden gedaan aan de dak- en thuislozen.

De heer Elhorst vat samen dat de fractie niet heeft gezegd dat er niets moet worden gedaan. De heer Elhorst heeft als eerste de kaders neergelegd en hij wacht nu op de rest.

De heer Ashouwer vraagt of de behoeftes worden gehonoreerd, zodra die bekend zijn geworden.

De heer Elhorst is van mening dat daar vanuit moet worden gegaan.

De heer Ashouwer denkt dat dit niet positief uitvalt.

De heer Elhorst blijft erbij dat het verschil tussen dak- en thuisloos duidelijk moet worden. Hij heeft de mening van de fractie duidelijk verwoord.

De voorzitter vat samen dat het kader is: eerst gedegen onderzoek naar de doelgroep over de wen-sen en wat er mee moet worden gedaan.

De heer Van ’t Zand is het ermee eens dat de wethouder vooraf een aantal opmerkingen heeft gemaakt. De raad heeft echter direct een zwarte piet gekregen. Duidelijk is geworden waar de raad mee te maken heeft gekregen na het invoeren van het dualisme. Als het zo uitkomt gebruikt de raad het college om te wijzen op het feit dat ze heeft gefaald en andersom. Dat is inherent aan de leerschool die met elkaar wordt doorgemaakt. Onlangs heeft een middag plaatsgevonden om on-duidelijke communicatie te bespreken. De heer Van ’t Zand is van mening dat college en raad het eigenlijk erg met elkaar eens zijn over het feit dat regelmatig dingen niet goed gaan. Het is niet netjes dat nu naar de raad wordt gewezen. Daarom moeten kaders worden gesteld. In beslotenheid is de commissie door de wethouder op de hoogte gebracht.
Voor wat er op dat moment bekend was kreeg de wethouder toestemming om door te gaan. Dat is door iedereen gezegd en hij heeft daar geen nee gehoord, maar misschien is het beter om bij een volgende keer toch nee te zeggen als het niet goed is. Dat wil de raad niet, omdat de zaak dan wordt opgehouden. Uit deze situatie blijkt dat de zaak ook wordt opgehouden. Over het stellen van de kaders hoeft niet veel te worden gezegd.
-De opvang zal moeten geschieden buiten woonwijken. Met name voor wat besloten is en duide-lijk is op basis van ervaringen elders. Dan wordt gedacht aan de gang van zaken rondom kinderen. Dat speelt een heel belangrijke rol.
-Geen opvang in de nabijheid van scholen.
-De afspraken die worden gemaakt, moeten alleen gelden voor Kampen. In de nota staat ‘in het kader van de netwerkstad het beleid slechts afstemmen’. Dat is voorlopig meer dan voldoende.

De voorzitter vraagt of het alleen maar voor de Kamper doelgroep moet zijn.

De heer Van ’t Zand bevestigt dit.

Mevrouw Tabak vraagt hoe de heer Van ’t Zand denkt over crisisopvang voor een of twee dagen.

De heer Van ’t Zand is van mening dat door deze opmerking toch weer een als-situatie wordt ge-creëerd. Dat moet nu niet aan de orde zijn.
-De samenwerkende partners moeten worden gehouden aan gemaakte afspraken. Er wordt geld in gestoken dus moet de raad kunnen nagaan wat de opbrengst is van het bestede geld. De zoge-naamde in- en output moet controleerbaar zijn.
-Als in een wijk al zorg is gecreëerd, dan hoeft daar geen daklozenopvang te zijn.
-Van betaling moet terdege gebruik worden gemaakt middels een bijdrage voor de nachtopvang en een sociaal pension.
-Geen inloophuis.
-Een halfjaarlijkse evaluatie met bijvoorbeeld vooraf geformuleerde vraagstelling.
-Een uitgebreide financiële paragraaf. De fractie is akkoord gegaan met de € 100.000,00, maar wat voorligt is een voorbeeld geënt op een pand dat de wethouder op het oog had. Bij een ander pand kan dit weer veranderen.
-Er zou zeker een goede communicatieparagraaf moeten zijn, maar dat is niet het geval. Er  moet een eenduidige communicatieparagraaf worden opgesteld.
-Of de gemeente de regierol moet behouden moet de fractie nog nader bespreken.

Wethouder Wieten zal rekening moeten houden met deze en verdere opmerkingen die nog worden gemaakt. Met de kaders die worden gesteld, wordt verder mee gewerkt. De fractie gaat ervan uit dat de kaders die naar voren worden gebracht, zullen worden meegenomen door de wethouder. Opvang in de woonwijk is niet wenselijk.

Mevrouw Tabak vraagt aan wat voor opvang de VVD-fractie denkt.

De heer Van ’t Zand legt uit dat de opvang die hier wordt genoemd een opvang is die best op de-ze manier naar voren kan komen, maar het gaat er om dat een aantal kaders moet worden gesteld waarbinnen de opvang moet worden geregeld.

Mevrouw Tabak vraagt of de heer Van ’t Zand niet bang is dat het doel voorbij wordt geschoten op het moment dat ze op een andere locatie worden gehuisvest. Is dan nog wel sprake van een laagdrempelige opvang?

De heer Van ’t  Zand gaat ervan uit dat mevrouw Tabak de laatste ontwikkelingen van opvang heeft gevolgd binnen dit soort woonwijken, want die is steeds mislukt. Na de voorlichtingsavond is de mening van de fractie geworden dat er op deze wijze niet aan moet worden begonnen. De andere burgers van Kampen moet geen overlast worden bezorgd.

De heer Schutte vraagt de heer Van ’t Zand of de samenwerking die met Zwolle wordt aangegaan waardoor Kampen een dependance krijgt hem niet aanspreekt.

De heer Van ’t Zand bevestigt dit. De fractie is akkoord met de gang van zaken rondom de af-spraken die worden gemaakt binnen de netwerkstad Kampen. Ze zijn ook akkoord met het overleg dat er nu is en blijft. De nota geeft overleg aan voor wat betreft het afstemmen van beleid en dat houdt niet in ook overleg over opvang op een andere manier.

De heer Schutte zegt de heer Van ’t Zand dat als Kampen zelfstandig een instantie wil inrichten met alles wat daarbij hoort dit aanzienlijk meer kost dan wanneer de instelling als dependance van Zwolle wordt ingericht.

De heer Van ’t Zand geeft aan dat het niet per definitie moet worden, zoals het nu voorligt. Hij kan zich vinden in de minimale opvang. De frequentie waarmee mensen ervan gebruik willen ma-ken is niet makkelijk samen te vatten.

De heer Schutte zegt nogmaals dat een zelfstandige organisatie meer gaat kosten.

De heer Van ’t Zand is het eens met de heer Schutte, maar hij is van mening dat dan niet direct moet worden gedacht aan opvang vanuit Zwolle.

De heer Schutte herhaalt dat de heer Van ’t Zand aangaf dat het geen inloophuis moet worden. Wat bedoelt hij daarmee? Gaat het dan ook om het zogenaamde bed, bad en brood?

De heer Van ’t Zand legt uit dat als de heer Schutte de kale nachtopvang als dusdanig betiteld ze het eens zijn.

Mevrouw Tabak geeft aan dat de verwoording van een doelgroep zoals die in de nota staat volle-dig is. Het gaat over twintig mensen en wat moet daar nog meer aan onderzoek worden toege-voegd? Het is logisch dat de behoeftes van de betreffende personen uiteen lopen. De constructie, zoals die is verwoord in de notitie, deels een sociaal pension en deels een kale opvang, spreekt de PvdA-fractie aan, omdat alleen bed, bad en brood niet voldoende is. Het gaat om mensen met een meervoudige problematiek. De overlast moet worden beperkt door ze op een traject te zetten van waaruit ze zich kunnen resocialiseren en rehabiliteren. Een herbergconstructie kan dit bieden. De budgettering moet in de gaten worden gehouden. Na een jaar moet niet worden teruggekomen om het budget bij te stellen. Regelmatige evaluatiemomenten zijn dan ook een must. Het zal gaan over de Kamper doelgroep. Crisisopvang voor een of twee nachten is geen bezwaar, maar het kan niet zo zijn dat de exploitatie sluitend wordt gemaakt met een groot aantal daklozen uit Zwolle. Het is ontzettend belangrijk om de handhaving overdag aan te pakken. Als de mensen in een sociaal pen-sion of een nachtopvang komen, moet de overlast voor de stad verminderen. De politie moet parti-ciperen. De wethouder dient dit uit te zoeken en de commissie hierover te informeren. Het be-heersplan speelt een grote rol en dat is gekoppeld aan de locatie. De wethouder moet aantonen dat opvang aan de Eerste Ebbingestraat mogelijk is.
Mocht dat niet het geval zijn, moet worden gezocht naar een andere locatie. Continuering voor langere termijn moet worden gevraagd aan de betreffende partners.

De voorzitter vraagt naar duidelijke kaders omtrent de locatie. Welke eisen stelt de PvdA-fractie aan de locatie?

Mevrouw Tabak voegt toe dat het beheersplan uitvoerbaar moet zijn. Het moet veilig zijn voor de omgeving, geen extra overlast veroorzaken en handhaving moet plaatsvinden. Als het dan moge-lijk is, is de locatie een feit.

De heer Elhorst vraagt hoe mevrouw Tabak over de reguliere hulpverlening denkt. In Nederland is ontzettend veel reguliere hulpverlening. Welke waarde hecht de PvdA-fractie aan reguliere hulpverlening?

Mevrouw Tabak is van mening dat de reguliere hulpverlening blijkbaar niet toereikend is voor de betreffende doelgroep. De weg ernaartoe is niet toegankelijk en daarom moet een tussenoplossing worden gezocht, zodat de groep ook weer in deze hulpverlening terecht komt of desnoods hulpver-lening op maat, waardoor resocialisering mogelijk is.

De heer Elhorst vat samen dat als de reguliere hulpverlening niet werkt de gemeente Kampen dit probleem toch oplost.

Mevrouw Tabak weet niet of dit probleem kan worden opgelost, maar streeft hier wel naar.

De heer Schutte legt uit dat hij eerst de mening van de CU-fractie naar voren brengt, waarna hij op de opmerkingen van de AD-fractie en de wethouder in zal gaan.
Het uitgangspunt van de CU-fractie is dat het niet zo kan zijn dat in de huidige welvaartmaat-schappij mensen op straat moeten leven. De doelstelling voor dak- en thuislozen is zorg voor de medemens en vermindering van overlast.  Om goed duidelijk op het netvlies te krijgen wat we verstaan onder dak- en thuislozen heeft de CU-fractie de doelgroepen nader gedefinieerd. Dak-loos: mensen die niet beschikken over een gegarandeerd onderkomen voor de nacht, die hun toe-vlucht nemen tot de openbare ruimte, gebruik maken van de dag- en nachtopvang en van andere tijdelijke, al dan niet geïmproviseerde onderkomens.  Thuisloos: mensen die niet beschikken over het vermogen om een thuisbasis te creëren, duurzame relaties en bindingen aan te gaan in combi-natie met het onvermogen om zich een stabiel leef- en werkmilieu te verschaffen.  Zoals we uit de praktijk weten, bestaan er overeenkomsten tussen dak- en thuislozen. Echter, de definities leren ons dat er verschillen zijn. De CU-fractie is dan ook van mening dat de aanpak van dak- en thuis-lozen verschilt.
In de behandeling van het voorstel ziet de CU-fractie duidelijk een tweedeling tussen dak- en thuislozen. Nadere kaderstelling:
-Gemeente is verantwoordelijk voor het regelen van noodopvang (bed, bad en brood).
-Gemeente stelt maximumbedrag dat in de begroting staat beschikbaar ( € 100.000,00).
-De voorziening moet eenvoudig zijn van opzet (dependance) en blijvend onder de hoede van Zwolle als centrumgemeente.
-Na twee jaar evalueren op de bereikte effecten (verbeterde zorg en verminderde overlast).
-Alleen toegankelijk voor Kamper dak- en thuislozen.
-Opvang moeten binnen het beleid van de gemeente passen (geen gebruikersruimte).
-Prestatiecontracten sluiten met het RIBW.
-Breed zorgaanbod, gericht op een verslavingsvrij leven.
-Overlast beperking, beheers- en veiligheidsplan.
-Particuliere initiatieven ondersteunen op het gebied van zorgmijders.
-Handhaving landloperij opnemen in APV.
De kaderstelling wat betreft dak- en thuislozen loopt wellicht door elkaar, maar de CU-fractie wil duidelijk maken dat daklozenopvang een zaak is voor de gemeente. Thuislozenopvang is een zaak voor de reguliere zorginstellingen, waarbij de gemeente wel faciliterend kan optreden. Het kan dus ook zo zijn dat het qua locatiekeuze verschillende elementen bevat.
De wethouder gaf aan dat met name de CU-fractie had aangegeven dat er zo snel mogelijk dak- en thuislozenopvang moest komen. Dat is ook zo en dat steunt de fractie nog steeds. De fractie heeft het proberen te agenderen voor de programmabegroting via de begrotingsbehandeling. Maar de  regel dak- en thuislozenopvang is niet het kader  zoals dat moet worden gesteld voor de opvang van dak- en thuislozen. Diverse malen is richting wethouder aangegeven dat de fractie behoefte had aan het stellen van nadere kaders. Misschien hadden de raadsleden van de CU een andere doelgroep voor ogen dan de wethouder. Vandaar ook dat is onderzocht welke doelgroep de CU-fractie voor ogen had. De fractie is tot de conclusie gekomen dat er een duidelijk verschil is tussen dak- en thuislozen. Daarom is een scheiding aangebracht in het verhaal tussen dak- en thuislozen. Dat wil niet zeggen dat de zorg niet op een locatie kan worden gehuisvest, maar het aanbod moet wel verschillend zijn. 

Mevrouw Tabak vraagt of de CU-fractie eigenlijk van mening is dat de herberg in dit geval een juiste oplossing biedt.

De heer Schutte is het daarmee eens, maar hij stelt primair dat de gemeente verantwoordelijk is voor bed, bad en brood en niet voor een sociaal pension. Die kan er wel faciliterend in optreden.

De heer Van ’t Zand vraagt naar een nadere uitleg omtrent Zwolle die de zaak bepaalt.

De heer Schutte verduidelijkt dat de kaders die zijn gesteld een duidelijk uitgangspunt zijn indien de overeenkomst met Zwolle wordt aangegaan. De fractie is er niet voor een zelfstandige organi-satie op te zetten, terwijl kan worden meegedaan met het Zwolse initiatief dat vanuit beheersbaar-heid van de kosten een prima optie kan zijn.

De heer Elhorst vraagt welk beeld de CU-fractie heeft gekregen van de mensen uit de doelgroep na een gesprek met hen. Is dat ongeveer hetzelfde beeld als dat wat de heer Elhorst heeft?

De heer Schutte geeft aan dat ze hebben gesproken met een aantal thuislozen, omdat contact met daklozen erg moeilijk is. Naderhand hebben ze wel een aantal locaties van daklozen bekeken en die zijn er wel degelijk. Thuislozen waren echt thuisloos, maar hadden wel een dak boven hun hoofd ’s avonds, maar ze kunnen wel op enig moment dakloos worden. Er hoeft maar enige esca-latie plaats te vinden en ze staan op straat. In de huidige welvaartmaatschappij kan het niet zo zijn dat mensen op straat moeten leven. Als dit vanavond het geval zou zijn, moet de gemeente Kam-pen bed, bad en brood kunnen bieden.

De heer Elhorst heeft namens de beide fracties hetzelfde gezegd. Hij is ook van mening dat er iets moet gebeuren. Het grote verschil tussen de dak- en thuislozen is nog steeds niet duidelijk ge-maakt.

De heer Schutte vraagt waarom het verschil niet duidelijk is.

De heer Elhorst heeft proberen aan te geven dat er bij thuislozen mensen zijn die absoluut niet de behoefte hebben zich aan welke gedragsregel of financiële beperking te houden.

De heer Schutte is van mening dat daarom een prestatiecontract moeten worden afgesloten met het RIBW op de gemaakte resultaten.

Mevrouw Tabak is van mening dat het onderscheid wel degelijk goed is gedefinieerd. Hoe de be-treffende doelgroep wordt genoemd, maakt niet zoveel uit. Het gaat om een groep mensen die problemen heeft en overlast veroorzaakt. Als bij voorbaat wordt gezegd dat de mensen niet wel-willend zijn, is dat niet voldoende, want er moet een poging worden gedaan.

De heer Elhorst blijft van mening dat ze bij de reguliere hulpverlening kunnen aankloppen. De ruime hoeveelheid reguliere hulpverlening moet eerst aan het werk en dan pas de gemeente Kam-pen.

De voorzitter vraagt de heer Schutte zijn ervaringen met de thuislozen aan te geven. En de regu-liere hulpverlening.

De heer Schutte vertelt dat de thuislozen met wie hij heeft gesproken aan een sociaal pension deel willen nemen. Of het gebeurt is een tweede. De heer Elhorst geeft aan dat hij de thuislozenopvang bij de zorginstellingen wil neerleggen, maar de CU-fractie wil hierin faciliteren.

De heer Ashouwer is van mening dat het allemaal draait om de kaders voor veiligheid en locatie. De doelgroep moet aan deskundigen worden overgelaten. De veiligheid is een groot probleem. De mensen zijn bang voor deze personen.

De voorzitter verzoekt de heer Ashouwer zijn taalgebruik aan te passen.

De heer Ashouwer verduidelijkt dat hij niet sprak over verkeersdeelnemers, maar over andere per-sonen die iemand mogelijkerwijs iets aan zouden willen doen. Mensen die in de stad verblijven hebben last van een bepaalde groep en daar moet de gemeente Kampen iets aan doen. De wethou-der wil dit probleem op verzoek van de raad aanpakken, maar nu loopt hij tegen problemen aan. Kaders moeten worden gesteld en de mensen in de Hanzewijk moeten worden geholpen. Hoe kunnen mensen worden bereikt? Een plek waar niemand last heeft van de betreffende groep be-staat waarschijnlijk niet en als dat wel zo is, is de vraag of de gemeente Kampen die mensen wel wil helpen. Goede afspraken over veiligheid met politie en hulpverleners zijn belangrijk en zullen ook niet waterdicht zijn. Dat hangt samen met de locatie. De locatie die de wethouder heeft geko-zen is niet zo heel erg verkeerd.

De voorzitter verzoekt de heer Ashouwer niet te spreken over de locatie.

De heer Ashouwer geeft aan dat de locatie zich moet bevinden niet ver van de plaats waar de be-treffende groep graag verblijft, maar die niet beangstigend in een straat ligt. Dus een ruime locatie heeft de voorkeur. De heer Ashouwer denkt dan toch aan een woonwijk. Iedereen moet die ver-antwoordelijkheid dragen.

De voorzitter stelt dat de heer Ashouwer pleit voor goede kaders op het gebied van veiligheid en beheer.

De heer Ashouwer is van mening dat het om een locatie moet gaan waar de betreffende doelgroep ook naar toe wil, want anders helpt het niet.

De heer Van der Zaag geeft aan dat Kampen een grote diversiteit aan dak- en thuislozen heeft. Men wil echter niet worden geholpen en kan dus ook niet worden geholpen. Dan is er nog een maatschappelijk probleem.  Zowel de oorzaak als de overlast zijn een maatschappelijk probleem. De rol van de gemeente Kampen is verantwoordelijkheid nemen voor de mensen in Kampen en daar moet wat aan worden gedaan. Dan gaat het om de politiek, de zorg, de kerken, de woning-bouwvereniging en de samenleving als geheel. De verantwoordelijkheid moet worden genomen. Het mooiste zou zijn dat wordt voorkomen dat iemand dakloos wordt. In de preventieve sfeer moet hier veel werk aan worden gedaan. Daklozen moeten worden geholpen. Als mensen kennis maken met de daklozen, kunnen ze hen motiveren naar de reguliere zorg te gaan.
Er is heel veel kennis van de sociale kaart van Kampen. Die moet actueel worden gehouden en daarom moet worden geïnvesteerd in het huidige netwerk van preventie. Er  is diversiteit en ieder-een heeft recht op zorg. Dat heeft de volgende fasering tot gevolg. Uitgangspunt daarbij is dat de problematiek dusdanig divers is dat moet worden gestreefd naar maatwerk. Een kleinschalige op-vang voor dak- en thuislozen. De basisbehoefte voor mensen is slapen en eten en dat zal een grote categorie zijn en daar moet een alternatief voor zijn. In de tweede fase moet de samenleving een band opbouwen met de betreffende doelgroep. Daar moet bijvoorbeeld een inloophuis voor wor-den gecreëerd, zodat mensen in contact kunnen komen met de doelgroep. Daarna kunnen mensen worden gemotiveerd om een programma te volgen. Daarna kunnen mensen uit de verslaving wor-den gehaald. Alle mensen willen uiteindelijk of begeleid zelfstandig wonen of permanent een ei-gen huis bewonen en dan worden ze gesocialiseerd en wordt werk voor ze geregeld. Werk is een belangrijk uitgangspunt  maar ook schuldhulpsanering. Dat laatste is vaak een groot probleem. Van de twintig dak- en thuislozen zouden tien mensen in fase een kunnen zitten, zouden vijf naar fase twee kunnen en vijf naar fase drie en vier. Vanuit de menselijk maat wordt geprobeerd te zoe-ken naar de best mogelijke oplossing zodat de mensen een menswaardig bestaan krijgen. De vrije wil van de mensen om behandeld te mogen worden blijft een landelijk probleem. In hoeverre is de vrije wil nog wel mogelijk of moet er niet verder worden ingegrepen om daar een actueel thema van te maken. Als de cirkel wordt doorbroken kunnen zorg en maatschappijprobleem bijeen wor-den gebracht en een menswaardige oplossing worden gecreëerd.

De heer Schutte vraagt of de vier fases onafhankelijk van elkaar op vier locaties of op een locatie zijn gehuisvest.

De heer Van der Zaag legt uit dat menselijke maat kleinschalig is dus gaat het om meerdere loca-ties. Wellicht moet eerste fase een worden gestart.

De heer Schutte vraagt of het budget van € 100.000,00 voldoende is om het plan te verwezenlij-ken.

De heer Van der Zaag kan dit niet inschatten. Hij spreekt de wens uit dat uit het voorliggende voorstel een aantal afgewogen opties wordt meegenomen waarin ook de visie aan bod zou zijn geweest om te bepalen wat het beste voor Kampen zou zijn om de dak- en thuislozenproblematiek zo goed mogelijk op te lossen. Dat is de basisstelling.

Mevrouw Tabak vraagt naar de kaders omtrent het beheersplan, de veiligheid en de regie.

De heer Van der Zaag legt de regie bij de overheid, want die is stimulator en gaat aan de slag. Het is echter een maatschappelijk probleem. Iedereen die zich verantwoordelijk voelt, moet dit oppak-ken. In het creëren van bed en brood moet de overheid de mogelijkheden voor nu en de toekomst creëren.

Mevrouw Tabak vraagt naar een samenwerking met Zwolle in deze constructie.

De heer Van der Zaag houdt die mogelijkheid open. Over een goed beheersplan en de veiligheid is reeds een kader geformuleerd door verschillende fracties.

Mevrouw Diender vat samen dat de overlast wordt opgelost door mensen te resocialiseren en pre-ventie wordt toegepast. Als dat aanslaat is het maar een tijdelijk probleem.

De heer Van der Zaag zegt dat het kernprobleem de kanttekening is. De vrije wil van een dak- en thuisloze is belangrijk. Ze hebben een vrije wil en dat moet ook, maar in sommige gevallen moe-ten ze worden geholpen. Dit probleem zal er mogelijkerwijs altijd blijven.

Mevrouw Diender stelt dat dan een deel van de mensen niet wil meewerken. De overlast is dan slechts voor een deel opgelost en dat draagt niet zo heel veel bij aan de leefbaarheid van het park.

De heer Van der Zaag  legt uit dat als vijftien mensen behoefte zouden hebben aan fase een daar de pijlers op moeten worden gesteld. Het betekent wel dat op grond van de APV de overlast op straat moet worden gehandhaafd.

De heer Krans is onder de indruk van de elkaar helpen oplossing en iets doen. De heer Van der Zaag sprak de wens uit dat alle moeite die wordt gedaan voor de twintig mensen ook wordt ge-waardeerd en ze zullen meewerken. De heer Krans is van mening dat niet moet worden gekookt voor mensen die niet willen eten. De suggestie is gedaan te onderzoeken welke mensen echt willen worden geholpen. Onderzoek of dit voorstel haalbaar is of niet.

Mevrouw Tabak vraagt de heer Krans of hij dan geen actie wil ondernemen als de twintig perso-nen zeggen dat ze niet willen worden geholpen. Het gevolg is dan dat de situatie blijft zoals die nu is.

De heer Krans is van mening dat onbehandelbare mensen niet moeten worden behandeld als ze daar geen prijs op stellen. Dat heeft ook geen zin, want men moet ervoor open staan.

Mevrouw Tabak wijst de heer Krans op het feit dat een van de redenen waarom de raad heeft aangedrongen op behandeling van dit probleem de toenemende overlast in Kampen is.

De heer Krans legt uit dat hij er daarom op tegen is deze mensen te huisvesten in een woonwijk. Laat een deskundige praten met die mensen en beoordelen of dit voorstel kans van slagen heeft.

Mevrouw Tabak vraagt nogmaals wat er moet gebeuren als mensen niet willen worden behan-deld.

De heer Krans kan daar nu geen antwoord op geven aangezien het onderzoek nog niet heeft plaatsgevonden.

De voorzitter rond deze discussie af. Hij vat samen dat verschillende kaders zijn besproken. Ka-ders op het gebied van doelgroep, locatie, beheer, veiligheid en zorg, maar ook onderzoek en re-gie. Het is een opiniërende discussie geweest als handreiking voor de wethouder en hij wordt nu in de gelegenheid gesteld een korte reactie te geven.

Wethouder Wieten legt uit dat mensen zonder woonplaats of postadres in het Nederlandse zorg-systeem geen enkel recht hebben op hulp, maar wel op noodhulp, medische hulp of crisisopvang. Vorige week heeft tijdens de bijeenkomst iemand gesproken die wel wilde worden geholpen, maar van het kastje naar de muur werd gestuurd. Dat ligt aan het Nederlandse zorgsysteem. De wethou-der heeft bezwaar tegen de suggestie dat het altijd aan de mensen zelf ligt, want dat is absoluut niet waar. Twee partijen hebben heel duidelijk aangegeven dat de huisvesting niet in de woonwijk mag geschieden. Stellingen worden ingenomen waardoor de realisatie van dak- en thuislozenop-vang in Kampen op de zeer lange baan wordt geschoven. Daarvoor wil wethouder Wieten ernstig waarschuwen. Als de huidige werkwijze door kaderstelling verder onmogelijk wordt gemaakt zal de realisatie op welke manier dan ook erg lang op zich laten wachten, terwijl de problematiek gro-te vormen aanneemt. Wethouder Wieten vraagt de heer Van der Zaag dat als na heel zorgvuldig onderzoek tien mensen overblijven die in fase een kunnen worden geplaatst de heer Van der Zaag dan bereid is tot huisvesting aan de Eerste Ebbingestraat. Stel dat de volgende fases ook worden onderzocht en als nieuw kader aan de raad worden voorgelegd, is de raad dan bereid de bewoners in diezelfde woonwijk onder te brengen?

De voorzitter vraagt zich in het kader van de kaderstelling af of hierop moet worden geantwoord.

De heer Van der Zaag licht toe dat de containerwoningen in Kampen een succes zijn gebleken en ook met de nodige weerstand tot stand gekomen. Het zou een oplossing kunnen zijn om te onder-zoeken of dit op een andere locatie in de gemeente van toepassing is.

De heer Van ’t Zand blijft van mening dat het een andere locatie moet zijn, omdat de naastgele-gen woonwijk de nodige overlast heeft te verduren.

Mevrouw Tabak vraagt een locatie binnen of buiten een woonwijk.

De heer Van der Zaag kan daar niet op antwoorden.

Wethouder Wieten vond de discussie erg waardig en recht doen aan de uitgangspunten waarmee de dak- en thuislozenproblematiek moet worden aangepakt. De problematiek vraagt om een zorg-vuldig en waardige afweging van alle voors en tegens. Het is afwachten of hij er met de partners in slaagt hier een raadsbreed  gedragen kaderstellend voorstel van te maken.

De voorzitter stelt voor de blik nog te verruimen op het gebied van de partners als er niet uit wordt gekomen want er moet voor worden gewaakt dat de kaders worden aangepast naar waar hij nu mee bezig is. De kaders worden opgesteld en daarna worden de activiteiten bepaald.

Mevrouw Diender vraagt of niet als mogelijk alternatief de voormalige kinderboerderij kan gel-den.

De voorzitter is van mening dat hier niet op hoeft te worden geantwoord.

Mevrouw Tabak vraagt naar de verdere procedure en hoe hiermee moet worden omgegaan.

De voorzitter legt uit dat de actie van de wethouder moet worden afgewacht. Hij vindt het een be-langrijk onderwerp en de voorzitter verwacht dan ook dat op korte termijn een kaderstellende nota volgt. Daar gaat de raad over discussiëren.

Wethouder Wieten zegt dat het voorstel ook kan inhouden dat vanuit de kaders hetzelfde voorstel wordt gedaan wat nu ter tafel ligt.

De voorzitter legt uit dat de commissie verwacht dat wethouder Wieten met kaders komt en als daar direct een activiteitenplan bij zit dat binnen de kaders past dan is dat altijd toegestaan.

14.    Sluiting
De voorzitter geeft aan dat met wethouder Kattenberg is afgesproken dat wegens tijdgebrek agendapunt 8 wordt doorgeschoven naar de commissievergadering van januari 2005.

De voorzitter dankt allen voor hun inbreng, wenst allen wel thuis en sluit de vergadering om 23.10 uur.

 
template afbeelding
 
Gemeente Kampen | Burgemeester Berghuisplein 1 | 8261 DD | info@kampen.nl | www.kampen.nl |
Disclaimer
 
Gwegroet de Hr. R. Donker te Zwolle

Alles downloaden

Ruud heeft 25 online bestanden gedeeld die zijn opgeslagen op SkyDrive. Klik bovenstaande links om de bestanden te openen.

Over anaconda15

1.80 meter lang blauwe ogen Nederlands Techneut en gek op wetenschap Erg handig en visionair
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized en getagged met . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s