Subject: FW: 10D0042992; RE: Controle door zorgverzekeraar Achmea ontbreekt met opzet want die weet precies wat het zorgkantoor uitvoert en die weet alles van het ontbrekende zorgaanbod en de onrechtmatige indicatiestellingen van zorgaanbieders Leger des Heils en RIBW Zwolle etc.,fraudes een fluitje van een cent.
Date: Tue, 16 Nov 2010 12:08:21 +0100
Gericht aan Mevr. G. van Ittersum,platformggz.nl,
Ik zend u deze mail toe die ik ontving van de Nederlandse Zorgautoriteit en waar zij niets kunnen met mijn mails en waar vermeld word dat het andere organisaties betreft waar zij niets mee van doen hebben.
Ik word hier niet goed van want ik sta ook officiele onderzoeksrapporten door te geven die elkaar tegenspreken wat betreft de werkwijzes van de zorgaanbieders op het gebied van de maatschappelijke opvang en de dak en thuislozenproblematiek en de Inspectie voor de Gezondheidszorg laat het ook doelbewust afweten en plegen geen onderzoek en de daklozen zelf zwerven over straat en hebben het opgegeven om hun ervaringen door te geven zo vertelde zij mij want zij worden zelfs door de lokale media genegeerd in opdracht van het politieke bestuur die heel wat te verbergen heeft i.v.m het niet uitvoeren van de Welzijnswetten en WMO maar wel de specifieke uitkeringen ontvingen die aan andere doeleinden zijn besteed.
En onderhand blijft de situatie binnen de nachtopvang Nel Banninkhuis en de dagopvang Bonjour onveranderd ook wat betreft de slechte voedselvoorziening,geen directe medische voorziening en hulpverlening op maat de bejegening van dakloze clienten en blijven de medewerkers doorgaan met het systeem van daklozen de AWBZ woonbegeleiding aan te smeren middels aangeprate psychische stoornissen en worden clienten uitgewisseld met andere dubieuze instellingen en zie ik deze clienten weer terug keren in de nachtopvang zonder dat hun problemen daadwerkelijk opgelost zijn.
Het beeld is zodanig dat daklozen in de dagopvang Bonjour rondhangen of verdwaasd heen en weer lopen,in de nachtopvnag tv kijken verveeld of vroegtijdig naar bed gaan omdat er niets word georganiseerd of gesprekken worden aangegaan met clienten die geestelijk er doorheen zitten door het langdurig verblijf of onrust gaan veroorzaken en waar ik al eerder melde door het hospitalisatiesyndroom geen activiteit meer vertonen nog verergert door die zogenaamde hulpverlenende daklozen die zich gaan bemoeien met de problemen van andere daklozen en dat gebeurt nu ook buiten de opvanginstellingen door ex-daklozen die een woning hebben betrokken maar geen enkele ondersteuning of nazorg ontvangen en die lotgenoten in huis hallen en hen geld aftroggelen omdat zijzelf in een armoedeval zitten doordat er vanuit de gemeente Zwolle en in het algemeen totaal geen aandacht word geschonken aan deze groep laat staan aan de dakloze clienten binnen de opvanginstellingen die financieel uitgebuit worden.
Mevr. Jelleke Veenendaal toenmalig VVD tweede kamerlid in 2005 constanteerde ook na een bezoek aan Zwolle en de illegale opvang achter de WRZV sporthallen waar zij verrukt was van de Hr. Joop van Ommen en dus liet blijken oogkleppen voor te hebben en zij bracht een bezoek aan de dagopvang Bonjour en stond verbaasd en geirriteerd te kijken hoe daklozen voor de tv hingen de hele dag en vroeg waarom het Leger des heils niets organiseerden,maar dit is nog steeds het geval.
Ik kan niet anders constanteren dat die ex-daklozen zwaar geestelijk beschadigt zijn net als de zogenaamde hulpverlenende daklozen binnen de instellingen waarvan ik het voorbeeld al gaf van de Hr. S.G. die doldriest zich op hulpverlening heb gestort zowel in de jeugdzorg als asielzoekersproblematiek en reclassering maar daar specifiek geen kennis van zaken heeft wat betreft het ontstaan en de achtergronden van zijn clienten maar wel hele interressante verhalen staat te vertellen aan de andere dakloze clienten binnen de opvang hoe hij te werk gaat en wat hij zogenaamd aan successen scoort wat met een korrel zout kan worden genomen.
Het gevolg is dat hij het eigen inititiatief weghaalt bij de daklozen om zelf hun problemen op te lossen en waar het ertoe lijd door het vertrouwen wat zij schenken aan deze zogenaamde hulpverleners onder de daklozen dat hun problematieken alleen maar verergeren wat ik mocht aanschouwen en aanhoren van daklozen die tekeer gingen tegen de Hr. S.G. en hem verwijten een opschepper te zijn wat de sfeer binnen de opvang toch al niet ten goede komt laat staan de resocialisatie en doorstroming.
Maar dit persoon blijft maar doorgaan en die daklozen die niet met hem meepraten die worden door middels van geroddel in een kwaad daglicht gestelt door hem wat er op wijst dat we met een narchistische personage te maken hebben die alleen aan zijn eigen ik denkt en geen gevoelens toont tegenover andere clienten en de medewerkers van het leger des heils hangen aan zijn lippen maar treden niet op tegen dit destructieve gedrag maar blijven gewoon zitten achter hun computers en vertonen zelf gedraggestoorde houdingen en werkwijzes.
Ps.Ik maakte publiekelijk openbaar waar de Hr. S.G. mee bezig was op aanraden van een zeer goed opgeleide juridische adviseur met diploma”s die mij aanraden om een conflict met dit persoon uit de weg te gaan maar wel andere burgers te waarschuwen voor zijn praktijken als malafide hulpverlener.
Het kwam mij op een aangifte te staan door de Hr. S. G. bij het hoofdbureau van Politie Zwolle-IJsselland aan de Koggelaan op 19 juli 2010 om 12.13 uur ingediend wegens vermeende laster en smaad.Na bezoek aan dit bureau en enige uitleg en het overhandigen van E mails met valse beschuldigingen gericht tegen andere dakloze clienten door de Hr.S.G. opgesteld en opgestuurd naar de directie van het Leger des heils Zwolle aan de agente die de zaak behandelde kreeg ik na verloop van tijd het bericht van de politie Zwolle dat het OM na nader onderzoek besloten heeft geen vervolging tegen mij in te stellen.
Want het is bekend dat dit persoon al eerder tegen de lamp liep met doodlopend ambitieus gedrag o.a. bij de lokale politiek in 2007.
Maar de Hr. S. G. gaat gewoon door met zijn negatieve en storend gedrag binnen de nacht en dagopvang Leger des Heils Zwolle schijnbaar met medewerking van de leidinggevenden,want er word daar niets tegen ondernomen maar dat maakt niet veel meer uit want uiteindelijk komt aan alles een roemloos einde voor de kwaadwillende betrokkenen.
En dat ondervind ik alweer middels het opnieuw aanbieden van een woning en woonbegeleiding nu zelfs door een medewerkster van de sociale dienst Zwolle Mevr. H. Klaver die voorheen financieel administratice was bij het leger des heils Zwolle en die Hanneke waarvan ik denk dat zij Hanneke Hoeve is van budgetbeheer Zwolle en die ook vroeger bij het leger des heils heeft gewerkt waar het al een puinhoop was met het geldbeheer van dakloze clienten gezien de vele conflicten die clienten hadden met het geldbeheer van het Leger te zien in de aflevering van EenVandaag uit 2007 maar daar is dus geen verandering in gekomen.
Het is wel opvallend dat Mevr. H. Klaver mij vertelde dat zij mij snel weg wil hebben uit de opvang en in een woning wil hebben met ambulante woonbegeleidng alweer net als bij de Hr. W. Rozema omdat ik teveel zie en meemaak maar ergens word het Leger des Heils de hand boven het hoofd gehouden door de politiek en de Nza en IGZ die ook politiek worden aangestuurt om bepaalde meldingen geen aandacht aan te schenken.
Zij handelt in opdracht van het College van B&W specifiek de Hr. W. Dannenberg CDA wethouder Zorg en Kwelzijn Zwolle die met zijn belangenverstrengelingen de Zorgboulevard wil doorzetten die ontworpen is door de Brinkgroep vermeld in de rapportage van de Brinkgroep “Ruimte voor Ambitie”en waar Tactus en het Leger des Heils ruimtes kunnen huren om hun clienten verder de vernieling in te helpen en AWBZ/WMO gelden te ontvangen van het regionale Achmea zorgkantoor die niet onderzoekt met opzet waar Tactus en het Leger des Heils mee bezig zijn.
Maar er lijden wel dakloze clienten onder deze smerige praktijken en waar er zelfs daklozen de opvang uitvluchten en buiten overlijden of zelfmoord plegen.
Maar ik vraag mij af waarom de Hr. S.G. zich overal mee bemoeit want volgens mij is hij uit op wraak gezien hij zijn zaak tegen het Leger des heils in 2007-2008 heeft verloren en waar de gemeente toen snel hun subsidiebeleid aanpaste ter voorkoming van schandalen in het politieke bestuur maar de raadsnotulen van 30 maart 1998 laat zien wat betreft de WRZV sporthallen en verlieslijdende begroting middels”creatief boekhouden” dat het gemeente bestuur toen ook snel de huurschulden van de WRZV hallen wegsaneerden en blijvend subsides bleef verstrekken zonder af te vragen waar dit gemeentegeld was aan besteed en tot op de dag van vandaag kampen deze WRZV hallen nog steeds met een huurschuld van 257.000 euro.
Ps. Ik probeer uit alle macht verandering te bewerkstelligen zodat de daklozen zelf aangeven wat hun hulpvraag is en dat er niet over hun heen word gepraat en beslist zelfs niet door figuren zoals de hulpverlener G. en de zogenaamde hulpverlenende instanties met hun vastgestelde AWBZ fabriekszorgaanbod,ik ga uit van de eigen verantwoordelijkheid van de dakloze clienten maar die is aardig ondergesneeuwd door het grove geestelijk geweld uitgevoerd door welzijnsorganisaties en de media gezien de stigmatisering en hun politieke marionetten middels belangenverstrengelingen.
Gegroet de Hr. R. Donker te Zwolle met alweer een negatieve ontvangen mails opgescheept.
——————————————————————————-
Subject: 10D0042992; RE: Controle door zorgverzekeraar ontbreekt want die weet niet wat het zorgkantoor uitvoert en die weet niet het zorgaanbod van zorgaanbieders,fraudes een fluitje van een cent.
Date: Mon, 15 Nov 2010 16:30:17 +0100
From: Voorlichting@nza.nl
To: kingkong1621@live.nl
Geachte heer Donker,
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft sinds 29 oktober 2010 ongeveer zestien (!) emails van u ontvangen.
Ik informeer u, na intern overleg, als volgt:
de meeste emails van u bevatten geen vragen of opmerkingen; bovendien zijn uw emails aan vele andere organisaties gericht. Zolang u geen specifieke vragen aan de NZa stelt kan de NZa niets met uw email(s). Van belang is dat uw emails betrekking hebben op het takenpakket van de NZa. Dit is nu niet altijd het geval, getuige uw opmerkingen over o.a. de WMO en het PGB.
Mocht u voortaan iets bij de NZa willen melden, dan kunt u hiervoor het meldingenformulier van de NZa gebruiken; zie onze website http://www.nza.nl en klik op: Heeft u een melding?
Leest u vooral de toelichting alsmede de uitleg, gegeven bij “Wat is een melding”; “Waarover kunt u melden” en “Wat doet de NZa met uw melding”.
Heeft u een melding?
U kunt een melding maken van mogelijke overtredingen op de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en Zorgverzekeringswet (Zvw), door zorgverzekeraars, zorgkantoren of zorgaanbieders. U kunt een melding doen via het meldingenformulier. Heeft u geen melding, maar een vraag dan kunt u terecht bij de informatielijn.
Wilt u een anonieme melding doen? Neem dan de gewenste informatie uit het meldingenformulier schriftelijk over en stuur uw brief zonder afzender naar: Nederlandse Zorgautoriteit, Postbus 3017, 3502 GA Utrecht.
Ook kunt u telefonisch een anonieme melding doen via het telefoonnummer van Meld Misdaad Anoniem 0800-7000.
De NZa gaat met grote zorgvuldigheid om met de door u aangedragen gegevens. Daarbij worden de waarborgen die u bij wet worden geboden, waaronder de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), door de NZa in acht genomen.
De NZa bewaakt het algemeen consumentenbelang. De NZa bemiddelt niet in individuele conflicten tussen consumenten en zorgaanbieders of zorgverzekeraars en ook niet tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars onderling. Daar zijn andere toezichthouders en organisaties voor.
Ik verzoek u dringend het juiste emailadres te gebruiken indien u een email stuurt aan de NZa: Voorlichting@nza.nl.
Wilt u uw vragen/opmerkingen kort en to-the-point aangeven anders kan de NZa uw melding/email niet in behandeling nemen. Tot slot informeer ik u dat de NZa niet bemiddelt in individuele gevallen; de NZa is er voor het algemeen belang.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geinformeerd.
Met vriendelijke groet, Gerrit-Jan Bloemink
Voorlichter Informatielijn
Nederlandse Zorgautoriteit
Tel. (0900) 770 70 70
website: http://www.nza.nl
mailto: informatielijn@nza.nl
Wilt u op de hoogte blijven van het laatste NZa-nieuws?
Abonneer u dan op onze RSS-feed via http://www.nza.nl (onderaan de homepage vindt u het RSS-icoon).
Heeft u een melding voor de NZa? Raadpleeg ons meldpunt op onze website http://www.nza.nl (bij: Heeft u een melding?).
——————————————————————————–
From: kingkong1621@live.nl
To: voorlichting@minvws.nl
Subject: Reactie FW: fraude AWBZ opvanginstellingen daklozen
Date: Thu, 11 Feb 2010 12:12:27 +0100
Gericht aan de geachte Mevr./Hr.W.Storm,afd. voorlichting van het Ministerie van VWS Den Haag,
Ik dank u voor uw uitgebreide reactie en uitleg maar ik kom tot de conclusie na flink wat onderzoeken dat er een onduidelijke scheidslijn is wat betreft de zorg/hulpverlening aan diverse doelgroepen zoals bv. dak en thuislozen en dat er talloze stichtingen en instellingen zich op deze problematiek en opvang hebben gestort door de vrije marktwerking en zelfregulering zonder enige kennis en expertise van zaken en dat er sprake is van wildgroei.
Een medewerkster van de financiele administratie van het leger des heils Zwolle gaf toe dat het Leger in de dak en thuislozenopvang een gat in de commerciele markt zag en als inkomstenbron voor het in stand houden van deze dubieuze Evangelische welzijnsorganisatie.Maar kerk en staat hoort strikt gescheiden te zijn en oplossingen voor maatschappelijke problemen die veroorzaakt worden door sociaal economische wanbeleid van regeringen valt onder verantwoordelijkheid van dezelfde rijksoverheid en niet uitbesteed worden aan gesubsidieerde “kerkelijke organisaties” zonder enig toezicht op correcte besteding van subsidies en uitvoering van welzijnsbeleid.
Dit geld ook voor de regionale zorgkantoren,ook wat betreft het niet uitvoeren van de welzijnswet van 1994 door gemeentes kwam hier voor in de plaats de WMO die de verantwoordelijkheid voor welzijnsbeleid bij de gemeentes en de burgers legt maar war het Ministerie van VWS niet aangeeft wat voor beleid erop gezet moet worden.
Dit heeft te maken met de bezuinigingen op het welzijnsbeleid uitgevoerd door de kabinetten Lubbers I tot en met III en waar alle kennis en expertise verloren is gegaan plus de ervaren beleidsambtenaren op het departement van VWS.
Ook de sph opgeleide hulpverleners/sters met MBO en HBO opleidingen weten i.v.m de dak en thuislozenproblematiek hier niet mee om te gaan vanwege het ontbreken van praktische rollenspellen als het gaat om de benadering van gefrusteerde en geestelijk doorgedraaide daklozen en zijn niet in staat om hulpverlening op maat te bieden nog begeleiding.
Ik heb dat in diverse opvanginstellingen meegemaakt zoals de crisisopvang Perspectief van het leger des heils in Almere Spoordreef 14b in 2000-2002,crisisopvang de Valk/Arcuris aan de Malzwin 27 in Lelystad 2001 en sociaal pension Arcuris aan de Simon Ravesteijnstr.158 in 2001-2002 en nu vanaf 2002 bij het RIBW Zwolle Leger des heils en hun nacht en dagopvang.
Het onderzoeksbureau de Boer en Croon stelde al vast in hun onderzoeksrapportage schriftelijk vastgelegd 10 augustus 2004 dat iedereen met paar man en een bestuursstructuur een AWBZ instelling kan opzetten want in de niet transparante wet en regelgeving is niet de criteria en richtlijnen vastgelegd hoe de zorg en hulpverlening behoort te worden opgezet aan de diverse kwetsbare groepen in de sterk geindividualiseerde samenleving en waar sociale controle door familie,kennisen en vrienden totaal onbreekt hoe het met de patient/client gaat i.v.m. participatie in de hectische samenleving.
Ik heb inmiddels contact met de SEO van de Universiteit van Amsterdam die in opdracht van het ministerie van Economische Zaken een onderzoek doet naar de bestedingen binnen het AWBZ veld omdat de AWBZ ondersteuning niet altijd die kwetsbare groepen bereikt waar het voor bedoeld is.
De SEO zocht bij de landelijke vereniging vor thuislozen een belangenbehartiger voor dak en thuislozen en zij hebben SEO doorverwezen naar mijn persoon.
Er is een stroom van informatie,ervaringen en bevindingen en ook onderzoeksrapportages gezonden naar het SEO en laten zij dit maar analyseren en daar hun conclusies uit trekken,deze informatie etc. betreft een breed vlak aan diverse doelgroepen en waar ik allemaal mee te maken heb gehad binnen de opvanginstellingen.
Ik word een ervaringsdeskundige genoemd die op dit gebied ook wat betreft welzijnsbeleid en politiek besluitvorming etc. alles overstijgt wat betreft ervaringen,ook door het aanschrijven van tweede kamerfracties,ministeries,maar ik onderneem gewoon acties en doe aan onderzoek die ik zelf bekostig omdat ik niet geholpen ben nog dat er naar mijn correcte hulpvraag word geluisterd en dat overkomt duienden dak en thuislozen,psychiatrische patienten en mensen met psychische problemen waaronder dak en thuislozen.
Ik ben een simpel persoon maar die ook denkt uit een simpele logica en redenering en ben totaal niet veeleisend maar kom wel op voor mijn sociale rechten daar waar ik 28 arbeid heb verricht,belastingen en premies betaalt en aan de wet gehouden en 20 jaar zelfstandig gewoond en leefde op een verantwoorde manier.Maar toen na een schending van mijn arbeidsoverenkomst en arbeidsrecht om hulp vroeg bij een vakbond,advocaten en opvanginstellingen werd ik geconfronteerd met een hufterige samenleving waar het eigenbelang van hulpverleners op juridisch en sociaal vlak voorop stond tot op de dag van vandaag.
Eerst de subsidies om de organisatie/institutie,werkgelegenheid en inkomsten overeind te houden en dan volgt het opgedrongen zorgaanbod van de zorgaanbieders,stemt je hier niet mee in dan is het einde verhaal en word je dan van het kastje naar de muur gestuurd door zogenaamde hulpverlenende instanties,sociale en andere gemeentelijke diensten met de bijbehorende bureaucratische papierwinkel waar elke op straat levende dakloze burger geestelijk van doordraait met op de achtergrond de burgers die wel een sociaal leven genieten maar juist die daklozen de grond intrappen met stigmatiserende opmerkingen en gedrag en waar de lokale politiek en media nog een schepje bonvenop doet.
Ziet u het al voor u! Dan snapt u ook wel dat die dakloze gaat afgeven op onze beschaafde samenleving en zijn of haar ellendig bestaan doet vergeten door drank en drugsgebruik en het veroorzaken van overlast en waar dan weer onbeschaafd repressie beleid tegenover staat van de lokale bestuurders zittend in hun pluche stoelen die hun macht en gezag misbruiken door daklozen op te laten jagen,beboeten of in detentie te plaatsen tot de dood erop volgt.
Want eenmaal vrigelaten dan is er nog geen onderdak en een menselijke bejegening.
Hoezo normen en waarden waar onze rijksoverheid zo belang aan hecht?
Steek eerst maar eens de hand in eigen boezem!
Een link naar AWBZ fraude:OM “rapport persoons gebonden budget zorg verantwoord” te vinden op de googlefunctie.
——————————————————————————–
Subject: RE: fraude AWBZ opvanginstellingen daklozen
Date: Thu, 11 Feb 2010 10:33:24 +0100
From: voorlichting@minvws.nl
To: kingkong1621@live.nl
Geachte heer Donker,
Allereerst mijn excuses voor de late reactie. Voor een reactie op uw mail was het noodzakelijk om buiten VWS advies te vragen. Daardoor kostte het meer tijd om uw mail te beantwoorden.
U mailt het ministerie om te informeren over de instellingen die de opvang voor dak en thuislozen niet correct uitvoeren volgens prestatieveld 7, en 8 en fraudes plegen middels onrechtmatig verkregen indicaties voor zogenaamde psychische problematiek bij dak en thuislozen om zo via het CIZ en zorgkantoor AWBZ ondersteuning aan te vragen voor niet geleverde begeleiding/hulpverlening. U wilt k verder informatie over hoe de fraudes met AWBZ gelden word aangepakt binnen de opvanginstellingen voor dak en thuislozen,want u heeft begrepen via Internet dat de detectiemethodes om AWBZ fraudes te lokaliseren nog niet aansluiten op de werkelijke situatie binnen de opvang voor dak en thuislozen nog bij andere zorg en welzijnsinstellingen.
De aanpak van fraude/misbruik met AWBZ-geld is als volgt geregeld. Op grond van de AWBZ mogen AWBZ-middelen uitsluitend worden besteed aan de aanspraken op grond van deze wet. Op grond van de Wet Marktordening Gezondheidzorg (Wmg) bestaat hierop toezicht. Het zorgkantoor toetst of de zorginstelling met wie hij een contract heeft, zich houdt aan de contractuele afspraken. Onderdeel daarvan is dat het zorgkantoor nagaat of de verzekerden de geïndiceerde zorg krijgen.
De NZa ziet er vervolgens op toe of de zorgkantoren voldoende toetsen. Als de uitkomsten van genoemde toetsen positief zijn heeft het zorgkantoor voldaan aan de zorgplicht en is de rechtmatige besteding van middelen door het zorgkantoor getoetst. Dit laatste houdt in dat wordt getoetst of de AWBZ-instelling de geïndiceerde zorg heeft verleend waarvoor het zorgkantoor de betalingsopdrachten heeft gedaan.
De NZa oefent regulier toezicht uit op zowel zorgverzekeraars als zorgkantoren, zij brengen jaarlijks een rapport uit over zowel de Zvw als de AWBZ. De NZa stelt vast of de zorgaanbieders, de zorgverzekeraars en de zorgkantoren hun verplichtingen in voldoende mate naleven. Voor de AWBZ omvat het toezicht ook de beoordeling van de financiële rechtmatigheid van de zorggelden die zijn besteed. De NZa heeft een meldlijn ingesteld waar mensen vermoedens van misbruik, oneigenlijk gebruik dan wel fraude kunnen melden.
Voor advies over de beantwoording van uw mail, heeft een medewerker van VWS contact gehad met de NZa. Daaruit blijkt dat in oktober 2008 de NZa een soortgelijk signaal van u heeft ontvangen en in behandeling genomen. De NZa heeft hierover contact met u gehad en ook met zorgkantoor Achmea.
Achmea gaf aan dat naar precies dezelfde klachten al eerder een onderzoek is uitgevoerd. De werkwijze van onder meer het Leger des Heils is toen uitgebreid onderzocht door kamerlid Mosterd (onderzoek: ‘Opvang naar waarde geschat’). Mede naar aanleiding hiervan en de door Achmea ingestelde materiële controles was de conclusie dat de scheidslijn tussen de AWBZ-zorg en de opvang niet altijd even duidelijk is in de praktijk en dat het gevolg dan ook kan zijn dat niet meteen is vast te stellen welke zorg onder welke label valt. Tevens concludeerde het zorgkantoor dat binnen het contract met het Leger des Heils en andere opvanginstellingen en de controles daarop niet van fraude is gebleken. U bent van de onderzoeksresultaten op de hoogte gesteld. Mocht u desondanks met nieuwe informatie komen die op het tegendeel duidt, dan kan een nader onderzoek zinvol zijn. De NZa heeft uw signaal ook afgestemd met de andere ketenpartners in het toezicht en de opsporing, zoals de FIOD-ECD en het Openbaar Ministerie. Het bleek dat u ook bij al deze instanties de fraude had gemeld. Nadere onderzoeken hebben niet uitgewezen dat er fraude in het spel is met de indicatiestellingen of dat er onvoldoende zorg is geboden.
U heeft uw klachten inmiddels bij veel overheidsinstanties ingediend, echter in geen van de gevallen is van enig misbruik gebleken.
Ik ga er vanuit dat hiermee uw vragen aan het ministerie van VWS voldoende zijn beantwoord.
Met vriendelijke groeten,Willy Storm Voorlichting VWS
070 – 3406049
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Postbus 20350
2500 EJ Den Haag
http://www.minvws.nl/
Uw kenmerk is E1346397
Dit bericht kan informatie bevatten die niet voor u is bestemd. Indien u niet de geadresseerde bent of dit bericht abusievelijk aan u is toegezonden, wordt u verzocht dat aan de afzender te melden en het bericht te verwijderen. De Staat aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die verband houdt met risico’s verbonden aan het elektronisch verzenden van berichten.
This message may contain information that is not intended for you. If you are not the addressee or if this message was sent to you by mistake, you are requested to inform the sender and delete the message. The State accepts no liability for damage of any kind resulting from the risks inherent in the electronic transmission of messages.
——————————————————————————–
From: kingkong1621@live.nl
Received: 11/12/09 7:34:11 PM CET
Subject: Re: Fraudes AWBZ opvanginstellingen daklozen
Particulier / Bedrijf: Particulier
Geslacht: Heer
Naam: R.R. Donker
Telefoonnummer: 038-4548145
E-mailadres : kingkong1621@live.nl
Onderwerp: Fraudes AWBZ opvanginstellingen daklozen
Vraag:
Ik heb mijn mail met het kenmerk 39339 naar u toegestuurd om u te informeren over die instellingen die de opvang voor dak en thuislozen niet correct uitvoeren volgens prestatieveld 7, en 8 en fraudes plegen middels onrechtmatig verkregen indicaties voor zogenaamde psychische problematieken bij dak en thuislozen om zo via het CIZ en zorgkantoor AWBZ ondersteuning aan te vragen vor niet geleverde begeleiding/hulpverlening. Ik wil verder van u informatie over hoe de fraudes met AWBZ gelden word aangepakt binnen de opvanginstellingen voor dak en thuislozen,want ik heb begrepen via Internet dat de detectiemethodes om AWBZ fraudes te localiseren nog niet aansluiten op de werkelijke situatie binnen de opvang voor dak en thuislozen nog bij andere zorg en welzijnsinstellingen.
Ik geef al jaren signalen af richting tweede kamerfracties,ministeries en Algemene rekenkamer over het feit dat ik totaal niet geholpen word en dat ik buiten alle doelgroepen val en dat binne de opvanginstellingen mij duurbetaalde woonbegeleiding wil aanbieden en waar ik een keuring moet ondergaan bij een psychiater om een indicatie te verkrijgen voor psychische of psychiatrische problematieken om zo AWBZ ondersteuing aan te vragen.
Maar ik heb geen psychiatrische achtergrond nog psychische problematieken of verslavingsproblemen.
Zelfs de zogenaamde hulpverleners/begeleiders met spw 4 opleidingen binnen de opvanginstellingen staan daklozen psychische stoornissen aan te praten om de client zover te krijgen dat hij of zij instemt met een keuring bij een psychiater.Men dwingt de client perse ambulante woonbegeleidng te aanvaarden in panden gekocht of gehuurd om zo de inkomsten voor de eigen organisatie veilig te stellen,dit gebeurt in opdracht van het management.
Deze “hulpverleners” zijn totaal onbevoegd om bij de dakloze client psychische stoornissen vast te stellen,er word bij voorbaat ervan uit gegaan dat als je dak of thuisloos bent je psychische problematieken heb en dus niet in staat bent om zelf je hulpvraag te definneren en te formuleren richting het CIZ dus doet de zorgaanbieder dit voor de client,en het CIZ of zorgkantoor informeert niet bij de dakloze client zelf of het zorgaanbod aansluit op de hulpvraag,niet dus.
Ik vraag mij af waar het ministerie van VWS mee bezig is om van de dak en thuislozenproblematiek een soort productschappen te maken en de eigen wil en handelen van de client af te nemen en hen over te leveren aan allerlei zwaar gesubsidieerde instituten met vastgeroeste denk en handelswijzes en bijbehorende gevangenisregimes.
De meervoudige problematieken bij dak en thuislozen worden hiermee alleen maar verergert en stuit op grote weerstand ook mede veroorzaakt door de respectloze en onmenselijke behandeling binnen de opvanginstellingen wat voortdurend uitmond in geweld tegen de zogenaamde hulpverleners en onderling tussen dakloze clienten zelf die door de uitzichtloze situatie en geen resocialisatie en doorstroming elkaar te lijf gaan.
En waar gemeentelijk beleid al jaren niet aansluit of uitgevoerd word wat betreft 24 uursopvang met zorg en hulpverlening,en dit kom ik elke dag tegen in Zwolle.
Zelfs de politie Zwolle-IJsselland word hiermee geconfronteerd en krijgt alleen de opdracht mee tot repressiebeleid tegen de doelgroepen zoals de “hulpverlenende instanties ” dit zo mooi verwoorden.
Ik hoop dat u mijn uitleg nu wel begrijpt en onderhand heb ik de algemene rekenkamer ook het een en ander toegelicht,net als in 2002 toen ik verbleef in sociaal pension Arcuris aan de Simon Ravesteijnstr. 158 in Almere dat in 2004 zijn deuren moest sluiten want ook daar werd geen zorg en hulpverlening geboden en bleven daklozen jaren gegijzeld binnen de opvangisntelling en waarover ik op 16 december 2001 om 15.00 uur nog een persoonlijk gesprek had met wethouder Zorg en Welzijn Almere de Hr. W. G. Faber dat op niets uit liep.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
From: kingkong1621@live.nl
Verhuizing daklozenopvang De Herberg
http://www.weblogzwolle.nl/content/view/14033/55/
Gericht aan de Holding Achmea,
Afd, fraudebestrijding en/of juridische zaken
Ik stuur u deze mail op met verdere informatie over de bedoelingen van RIBW Zwolle die AWBZ gelden claimt met onrechtmatige indicaties voor niet geleverde begeleiding/hulpverlening aan dakloze zwervers die gehuisvest waren in de Herberg achter de WRZ hallen en nu in de nieuwe Herberg in de Nijverheidsstr. in Zwolle.
Ik zend u hier deze website op van nieuwsportal Zwolle en die gaat over de verhuizing van de dakloze bewoners van de illegale opvang de Herberg achter de WRZV sporthallen richting de nieuwe Herberg in de Nijverheidsstraat op 1 november.
Deze verhuizing is gepaard gaande met de nodige public relations en poespas maar zal straks uiteindelijk op een groot debacle uitlopen voor de dak en thuislozen en voor de omwonenden van de Nijverheidsstraat de nodige hoofdbrekens en stress vormen als de daklozen o.a.zwerfjongeren zich gaan vervelen en de straat op gaan en hun ongenoegen kenbaar gaan maken omdat zij van de ene uitzichtloze situatie in de andere zijn beland.
Even ressumeren wat betreft de zogenaamde hulpverlener Joop van Ommen en aanhang met het bedrog de Herberg
Ik verbleef vanaf 19 september 2001 tot 21 april 2002 in het sociaal pension Arcuris in Almere-Buiten nadat ik vanuit crisisopvang de Valk in Lelystad moest verhuizen naar Almere omdat mij daar eerst woonbegeleiding was aangeboden na een misstap van de financiele administratie van de Valk die niet doorgaf aan de sociale dienst Lelystad dat ik 13 juli 2001 de crisisopvang de Valk zou verlaten en zodoende mijn uitkering op rekening van de opvang werd gestort en waar het voor mij niet mogelijk was om ergens anders opvang te zoeken.
Ik werd toen eind juli 2001 opnieuw ingeschreven bij de crisisopvang de Valk en kreeg woonbegeleiding aangeboden etc. vanwege de fout door hun begaan, maar om onduidelijke redenen ging dit niet door en moest ik 19 september 2001 verhuizen naar sociaal pension Arcuris in Almere.Ik verbleef daar tot 21 april 2002 en werd toen dit sociaal pension Arcuris uigezet op een zondag met de valse beschuldiging van het plegen van non-verbale bedreiging van een groep bewoners.
De werkelijke redenen was dat ik vanaf mijn verblijf vanaf 19 november 2000 tot 2 april 2001 in de crisisopvang Perspectief van het leger des heils aan de Spoordreef 14 b in Almere de politiek in den Haag begon aan te schrijven zowel tweede kamerfracties als ministeries zoals VWS en Binnenlandse Zaken etc.over de opvang voor dak en thuislozen met een bed,bad en broodbeleid met schoonmaaktaken zonder hulpverlening en begeleiding en waar per maand een hoge eigen bijdrage van werd gevraagd van FL 918,50,- en ik neem aan dat daar per dakloze client ook AWBZ werd geclaimd met een SIP bij het CIZ en zorgkantoor voor niet geleverde zorg en hulpverlening/begeleiding.
Als dakloze client was je verplicht na de intakegesprek en ondertekening van een inschrijving de inkomsten/uitkering verplicht ter storten op rekening van de crisisopvang anders volgde er geen opname, de client moest zelf zijn of haar problemen op lossen zonder van advies of informatie te worden voorzien of dat er contact werd gezocht met vervolginstanties en dat binnen 3 maanden verblijf want daarna word je de opvang uitgezet zonder dat er een vervolgplek was geregeld.
Ik begon dus klachten neer te leggen bij Den Haag omdat daar het opvangbeleid word bepaald en de subsidiestromen vandaan komen,ik bleef de verantwoordelijke bewindspersonen en kamerleden aanschrijven tot op de dag van vandaag omdat ik duidelijk kan aantonen dat er geen hulpverlening voor dak en thuislozen is i.v.m. resocialisatie en doorstroming vanuit de opvanginstellingen naar de reguliere samenleving.
Het sociaal pension Arcuris in Almere aan de Simon Ravesteijnstr. 158 moest in 2003 de deuren sluiten,subsidieverlening ingetrokken en falliet verklaard,dat kreeg ik van een ex-bewoonster te horen na telefonisch contact,en de verantwoordelijk CDA wethouder zorg en welzijn Almere de Hr. W.G. Faber moest daarna opstappen na een motie van wantrouwen van Leefbaar Almere,de eigen bijdrage voor dit sociaal pension Arcuris was FL 1000,- en ook hier alleen en bed,bad en broodbeleid zonder hulpverlening en schoonmaaktaken en de leidinggevenden die de hele dag een kantoortje bemanden en clienten registreerden in de computer,hetzelfde wat ik nu tegenkwam in Zwolle bij het leger des heils.
Met de Hr. W.G. Faber had ik nog een persoonlijk gesprek op het stadhuis van Almere op 16 december 2001 om 15.00 uur over de slechte opvang van dak en thuislozen in Almere en specifiek het sociaal pension Arcuris waar hij een werkbezoek aan had gebracht en paar punten had opgeschreven,wel met de leidinggevenden gepraat maar niet met de bewoners.
Dit gesprek was zeer teleurstellend verlopen en deze wethouder toonde geen enkele belangstelling voor de dak en thuislozenproblematiek en de opvang.
Ik had ook telefonisch contact met de PvdA tweede kamerfractie vanuit Den Haag die mij om inlichtingen vroeg over het functioneren van dit sociaal pension en ik schreef ook europarlementaries aan zoals CDA Mevr. Hanja-Maij-Weggen etc.
Ik moest dus 21 april 2002 dit sociaal pension gedwongen verlaten en zwierf toen een week rond in Almere,s”nachts slapend op bankjes in bushokjes en paar nachten op goedkoop tarief in het Bastion Hotel betaald van mijn Awb uitkering en zocht toen eind april 2002 telefonisch contact met het VVD tweede kamerlid mevr. Elisabeth Meijer die in haar auto onderweg was naar een bijeenkomst,maar vanuit de tweede kamer werd ik doorgeschakeld naar haar auto.
Ik vroeg haar om hulp voor onderdak en zij zei mij om 17.00 uur terug te bellen want dan zou zij het een en ander hebben geregeld (ik onderhield al geregeld schriftelijk contact met Mevr. E. Meijer over de opvang voor daklozen) ik belde haar om 17.00 uur terug en zij melde mij dat zij onderdak had geregeld bij de WRZV sporthallen bij de Hr,. Joop van Ommen en dat zij mij Awb uitkering voor 3 maanden had vastgezet in Almere zodat ik eerst tot rust kon komen in Zwolle en daarna een vervolguitkering kon aanvragen.
Mevr. Elisabeth Meijer vroeg mij nog of ik reisgeld had anders zou zij mij komen ophalen en persoonlijk naar Zwolle brengen,maar ik had nog reisgeld en bedankte haar vriendelijk voor haar moeite.
Ik ondernam vanuit Almere de reis naar Zwolle en kwam daar op het CS Zwolle aan en waar ik werd opgehaald door de medewerker van Joop van Ommen Jay Muye een indische jongen en die bracht mij met de auto naar de WRZV sporthallen,waar ik in de VIP bar beneden kennis maakt met zijne hoogheid Joop van Ommen die tot op de dag van vandaag zich verbeeld de burgemeester van Zwolle te zijn en het bestuurlijk beleid denkt te bepalen dankzij talloze politieke vrienden in de gemeenteraad en daarbuiten en schoonzoon die voorzitter is van Swollwacht en waarbij het gebral de overhand voert in discussies met hem en hij dreigend overkomt maar het stelt niets voor,maar hij schijnt nogal goed geinformeerd te worden over misstappen van politieke bestuurders etc. en daar zet hij mensen mee onder geestelijke druk,op mij maakte hij weinig indruk en hoorde in het begin zijn gebral aan hoe goed en sociaal bevlogen hij was met kansarmen en dakloze zwervers,maar het gaat aleen maar om aandacht en geld voor eigen gebruik gezien de aankoop van dure Mercedessen en luxe vakantiereizen in het verleden naar New York en Las Vegas en Hawaii en tegenwoordig Europa, het omkopen van zogenaamde vrienden als die hand en spandiensten voor hem moeten verrichten.
Zijn PvdA “vrienden” zitten in de directies van de Over-IJsselse woningcorporaties en waar hijzelf een PvdA salonsocialist is in mijn ogen en vroeger voor de lokale PvdA fractie de schreeuwer was voor en tijdens de gemeenteraadsverkiezingen.
Let wel dat dit persoon zijn lagere school niet heeft afgemaakt en geen behoorlijke geestelijke ontwikkeling geniet maar een meester is in het spelen van drama”s en zielige verhalen over zijn armoedige jeugd en waar hij op emotionele wijze subsidies wist los te peuteren zogenaamd voor zijn kinderen de dakloze zwervers die misbruikt worden voor onbetaalde werkzaamheden in de WRZV sporthallen zoals het opzetten van evenementen etc. en het onbetaald verkopen van snacks en ijs etc. in de snackkraam van Joopvan Ommen aan de Whytermeplas en een bouwmarkt aan de Nervisstraat in Zwolle.
Dit word allemaal gekenschetst als werkzaamheden voor het uitzendbureau Pauropus bv. wat in feit is opgezet door Joop van Ommen,Eelke Blokker vroeger ambtenaar bij de afd. Bijzondere doelgroepen van de gemeente Zwolle en Geert Kuper voormalig ambtenaar van de afd, bijzondere doelgroepen.
Want sinds de bouw van de WRZV sporthallen in 1988 en waar de straatarme Joop van Ommen met zijn zielige babbels 4,4 miljoen gulden lost wist te praten bij de gemeenteraad met medewerking van de PvdA fractie en zijn vriendin Mevr. M. Meindertsma PvdA raadslid en later wethouder volkshuisvesting en nu PvdA senator in de Eerste kamer en verleden jaar afgetreden als toezichthoudster bij RIBW Zwolle,wilde Joop van Ommen geen duur betaald personeel in dienst nemen voor de WRZV sporthallen en daarom werden de zwervers gehuisvest achter de WRZV sporthallen in bouwvallige keetjes en te werk gezet in de WRZV sporthallen en daarbuiten en waar Joop van Ommen sloopwerk aannam en daar voor betaald werd en de opbrengst van het materiaal in eigen zak stak en de daklozen kregen een pakje shag en wat broodjes en drinken.en mochten dan overnachten bij de WRZV hallen en illegale opvang.
In de lokale en landelijke media werd door hen verkondigd dat hij het onderdak en eten voor de dakloze zwervers uit eigen zak betaalde,maar de gemeente Zwolle betaalde deze kosten en Joop kreeg zelf ontheffingen voor het opzetten van muziekfestivals en evenementen die niet paste bij het sporthallen gebeuren,alles wat verboden was werd maar gedoogd door de gemeente Zwolle.
Er werd een belastingschuld van fl 37.064,- van de SSW de stichting die de WRZV hallen beheert betaald door de gemeente Zwolle om fallietverklaring te voorkomen.
In 1993 werd door de gemeente Zwolle FL 375.000,- aan huurschuld van de WRZV hallen weggesaneerd en in 1998 bijna FL 500.000,- aan huurschulden plus werd er FL160.000,- subsidie eenmalig verstrekt aan de begroting van de WRZV hallen en de wisselingen in de stichting SSW volgde elkaar snel op en dat was logisch want niemand van de bestuursleden wilde langdurig de verantwoording dragen voor het “creatieve boekhouden” van Joop van Ommen.
het onderzoeksbureau KPMG hield in 1996 een onderzoek naar de bedrijfsvoering van de WRVZ hallen en concludeerde daaruit dat er niets mis mee was,wel vreemd als een directeur geen personeel in dienst heeft en er mmar 1 werknemer op de loonlijst staat van de SSW en dat is Joop van Ommen zelf en zwartwerkers uit zijn vriendenkring daar goed betaalde arbeid verrichten,maar zoals gebruikelijk passeerde dit onderzoeksrapport van KPMG moeiteloos de gemeenteraad en hopla daar vlogen de subsidies weer richting de WRZV begroting en pas in 2002 werd er eindelijk een bewindvoerdster op de WRZV hallen geplaatst om zorg te dragen dat de achterstallige huurschulden van 306.000 euro werden betaald,wat niet gebeurde en daarom werd afgesproken dat de stichting SSW per jaar maar 20.000 euro af hoefde te dragen en nu is dit jaar 2009 verlaagd naar 10.000 euro omdat de stichting SSW niet aan haar verplichtingen kan voldoen.
De zwolse woningcorporaties SWZ,Delta Wonen en Openbaar Belang hebben samen met RIBW Zwolle en Mevr. M. Meindertsma PvdA senator afgesproken in 2002 dat Joop van Ommen directeur van de WRZV hallen en uitbuiter van dak en thuislozen in de nabije toekomst zal aangesteld worden als supervisor voor een opvang voor dakloze zwervers.
Wel dit moment is dus aangebroken want hoewel RIBW Zwolle en de zwolse woningcorporaties beweren dat Joop van Ommen niets meer te maken heeft met de Herberg in de Nijverheidsstraat is de waarheid echter anders en word straks de gegijzelde bewoners van de Herberg weer onbetaald te werk gezet en hun sociale rechten verder ontnomen en worden zij doelbewust in een armoedige positie geplaatst met steun van het corrupte College van B&W,gemeenteraadsleden en kamerleden die in Pvda,Groenlinks en CDA en Christen-Unie zitten.
Bijlage bij circulaire Care/ZK/06/2c
REGELING VA/NR-100.048
Controle en Administratie AWBZ-verzekeraars
Kenmerk
VA/NR-100.048
Gelet op de artikelen 31 en 36, derde lid, van de Wet marktordening
gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in
overeenstemming met het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), voor
zover het administratievoorschriften betreft, de volgende Regeling
vastgesteld:
Artikel 1. Algemeen
Deze Regeling is van toepassing op AWBZ-verzekeraars als bedoeld in
artikel 1 sub e van de Wmg.
Artikel 2. Begripsbepalingen
2.1 AWBZ:
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
2.2 AWBZ-verzekeraar
Een zorgverzekeraar als omschreven in de Zorgverzekeringswet, die zich
overeenkomstig artikel 33 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
als zodanig heeft aangemeld voor de uitvoering van die wet;
2.3 Zorgaanbieder
Zorgaanbieder zoals omschreven in artikel 1, sub c, onderdeel 1 van de
Wmg.
Artikel 3. Doel
Doel van deze Regeling is het bevorderen van een goede uitvoering van
de AWBZ.
Artikel 4
1. De AWBZ-verzekeraar is ervoor verantwoordelijk dat personen die
aanspraak maken op de AWBZ-zorg en daarop volgens de wettelijke
bepalingen recht hebben, deze zorg daadwerkelijk kunnen
ontvangen. Daarbij ziet de AWBZ-verzekeraar er op toe dat bij hem
geen aanspraken aan de AWBZ worden ontleend door personen die
daartoe niet gerechtigd zijn, dat verzekerden hun verplichtingen
jegens de AWBZ-verzekeraar nakomen, dat aan de voorwaarden
voor aanspraak op zorg die bij of krachtens de AWBZ zijn gesteld,
wordt voldaan en dat, waar dat ingevolge de AWBZ is vereist, aan
zijn betalingen aan personen en zorgaanbieders die zorg verlenen
een met deze gesloten overeenkomst ten grondslag ligt als bedoeld
in artikel 15 van de AWBZ en dat aan de voorwaarden van deze
overeenkomst wordt voldaan.
2. De AWBZ-verzekeraar draagt er zorg voor dat de gegevens in zijn
administratie bij voortduring juist, actueel en volledig zijn.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
2 van 10
Artikel 5
1. De AWBZ-verzekeraar richt zijn bedrijfsvoering en administratieve
organisatie zodanig in dat de nakoming van artikel 4 gewaarborgd is.
Hij voorziet in controles op de rechtmatigheid van baten en lasten,
waaronder begrepen controles op de rechtmatigheid van de
inschrijving als verzekerde, de rechtmatigheid van de aanspraken die
men bij hem doet gelden en op een verantwoorde uitvoering van de
overeenkomsten als bedoeld in artikel 15 van de AWBZ, zowel naar
prestatie als naar kosten. De AWBZ-verzekeraar gebruikt daartoe
een systeem van interne controles en voert onder meer de controles
uit als verder in deze Regeling voorgeschreven.
2. De AWBZ-verzekeraar draagt zorg voor voldoende deskundigheid ter
uitvoering van zijn controletaak.
3. Ter uitvoering van zijn controletaak voorziet de AWBZ-verzekeraar
zich van de gegevens die voor een doeltreffende controle nodig zijn,
rekening houdend met de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer en het medisch beroepsgeheim.
4. Voor zover de beoordeling van de voor de controle verzamelde
gegevens mede kennis vereist van gegevens bij andere AWBZverzekeraars,
oefenen de AWBZ-verzekeraars die controle uit met
gebruikmaking van de bij hen gezamenlijk voorhanden zijnde
gegevens.
Artikel 6
1. De AWBZ-verzekeraar stelt voorafgaand aan ieder jaar een
controleplan op, waarin hij vastlegt op welke wijze hij met
inachtneming van deze Regeling uitvoering geeft aan zijn
controletaak.
2. De AWBZ-verzekeraar voert gedurende het jaar de controles uit
overeenkomstig het controleplan.
3. De AWBZ-verzekeraar legt de verrichte controles, de resultaten
daarvan en de vervolgacties daarop in zijn administratie vast.
Artikel 7
1. De AWBZ-verzekeraar controleert bij de aanvang van de zorg of
wanneer na aanvang van de zorg de omstandigheden zich wijzigen, of
betrokkene terecht aanspraken aan de verzekering ontleent. Voor de
toepassing van dit artikel wordt iemand die niet verzekerd is
ingevolge de AWBZ niettemin als zodanig aangemerkt indien hij met
toepassing van een verordening van de Raad van de Europese
Gemeenschappen of van een door Nederland met een of meer andere
staten gesloten verdrag inzake sociale zekerheid recht kan doen
gelden op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de AWBZ.
2. Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde controle neemt de
AWBZ-verzekeraar de norm van 95% betrouwbaarheid en 99%
nauwkeurigheid in acht.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
3 van 10
Artikel 8
1. De AWBZ-verzekeraar voert controles uit teneinde vast te stellen of
de in de financiële administratie verwerkte opbrengsten juist en
volledig zijn en of bij het vaststellen van de opbrengsten de bij en
krachtens de AWBZ gestelde regels in aanmerking zijn genomen.
2. Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde controles neemt
de AWBZ-verzekeraar de norm van 95% betrouwbaarheid en 99%
nauwkeurigheid voor het totaal van de in de financiële administratie
verwerkte opbrengsten over een boekjaar in acht, met uitzondering
van het schattingsgedeelte (voor de balansposten). Voor het
schattingsgedeelte neemt de AWBZ-verzekeraar de norm van 95%
betrouwbaarheid en 95% nauwkeurigheid in acht.
Artikel 9
1. De AWBZ-verzekeraar voert controles uit teneinde vast te stellen of
de uitgaven voor de zorg juist zijn en of bij het verlenen van de
verstrekkingen en uitkeringen in geld de bij en krachtens de AWBZ
gestelde regels in aanmerking zijn genomen.
2. Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde controles neemt
de AWBZ-verzekeraar de norm van 95% betrouwbaarheid en 99%
nauwkeurigheid voor het totaal van de in de financiële administratie
verwerkte uitgaven over een boekjaar in acht, met uitzondering van
het schattingsgedeelte (voor de balansposten). Voor het
schattingsgedeelte neemt de AWBZ-verzekeraar de norm van 95%
betrouwbaarheid en 95% nauwkeurigheid in acht.
3. Bij de uitvoering van de controle of de zorg daadwerkelijk aan de
verzekerde is geleverd en deze zorg, gelet op de indicatie, voor de
verzekerde passend is, kan de AWBZ-verzekeraar voor de
nauwkeurigheid volstaan met de norm van 95%.
4. De in het tweede en derde lid genoemde normen gelden voor het
totaal aan in de financiële administratie verwerkte uitgaven voor de
verstrekkingen en uitkeringen in geld over een boekjaar.
Artikel 10
De AWBZ-verzekeraar ziet er in voldoende mate op toe dat de kwaliteit
en de organisatie van de zorgverlening in verhouding staan tot de kosten
van de zorgverlening.
Artikel 11
1. De AWBZ-verzekeraar volgt de ontwikkelingen binnen de
zorgaanbieders waarmee hij een overeenkomst als bedoeld in artikel
15 van de AWBZ is aangegaan. Daarbij beoordeelt hij tenminste:
a. maandelijks de door de zorgaanbieders gerealiseerde productie en
vergelijkt deze met de afgesproken productie;
b. jaarlijks de door de zorgaanbieders gedane investeringen en
vergelijkt deze met de toegestane investeringen;
c. jaarlijks de kosten van management en beheer van de
zorgaanbieders.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
4 van 10
2. De AWBZ-verzekeraar neemt maatregelen om tijdig situaties te
signaleren die risicovol kunnen zijn voor de continuïteit van de
zorgaanbieders, waaronder begrepen de financiële continuïteit, en
voor de kwaliteit van de zorgverlening.
3. De AWBZ-verzekeraar verkrijgt, via de te sluiten overeenkomsten,
inzicht in welke mate gecontracteerde zorgaanbieders zorg
uitbesteden aan andere zorgaanbieders of zelfstandigen zonder
personeel (zzp’ ers), die uiteindelijk de zorg daadwerkelijk verlenen.
De AWBZ-verzekeraar gebruikt deze informatie om te toetsen of de
kwaliteit van de afgesproken zorgverlening (en zorgcontinuïteit)
gewaarborgd blijft en of AWBZ-middelen niet oneigenlijk of
ondoelmatig worden aangewend. Verder gebruikt de AWBZverzekeraar
deze informatie bij het zorginkoopproces. Bij vreemde
constructies onderneemt de AWBZ-verzekeraar actie in de vorm van
nader onderzoek.
Artikel 12
Deze Regeling kan worden aangehaald als Regeling Controle en
Administratie AWBZ-verzekeraars.
Deze Regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de
dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en is van
toepassing op de administratie van en controle door de AWBZverzekeraars
vanaf 1 januari 2007.
Met de inwerkingtreding van deze Regeling wordt de Regeling
Administratie en Controle uitvoeringsorganen AWBZ beëindigd.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
5 van 10
TOELICHTING
Op grond van artikel 16, sub d van de Wmg, is de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) belast met het toezicht op de rechtmatige en
doelmatige uitvoering door de AWBZ-verzekeraars en de rechtspersonen,
bedoeld in artikel 40 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, van
hetgeen bij of krachtens die wet en de artikelen 91, tweede lid, tweede
volzin, 123 en 124 van de Wet financiering sociale verzekeringen is
geregeld.
Daartoe heeft de NZa op grond van de artikelen 27 en 36 van de Wet
marktordening gezondheidszorg (Wmg) de mogelijkheid om ter zake
regels te stellen ten aanzien van die AWBZ-verzekeraars.
Artikel 31, eerste lid, Wmg ziet op de mogelijkheid tot het vaststellen
van controlevoorschriften en stelt:
“De zorgautoriteit kan regels stellen met betrekking tot:
a. de controle door AWBZ-verzekeraars;
b. de inhoud en inrichting van het accountantsverslag, bedoeld in
artikel 36, tweede lid, van de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten, en van het aan dat verslag ten grondslag liggende
onderzoek.”
Artikel 36, derde lid, Wmg ziet op de mogelijkheid tot het vaststellen van
nadere regels met betrekking tot de administratie:
“De zorgautoriteit kan, ten behoeve van de vergelijkbaarheid van
gegevens, toepassing van uniforme principes bij de toerekening van
kosten en opbrengsten en bij het registreren van gegevens over kwaliteit
en opbrengsten, nadere regels stellen betreffende de administratie van:
a. (…)
b. zorgverzekeraars en AWBZ-verzekeraars met het oog op de
bevordering van een goede uitvoering van de
Zorgverzekeringswet onderscheidenlijk de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten.”
Van deze mogelijkheid tot nadere regelgeving maakt de Nederlandse
Zorgautoriteit, voor wat betreft het vaststellen van de
administratievoorschriften in overeenstemming met het College voor
zorgverzekeringen, gebruik door vaststelling van de bijgaande Regeling
Controle en Administratie AWBZ-verzekeraars.
De administratie- en controlevoorschriften moeten recht doen aan de
huidige opvattingen over de binnen de eigen verantwoordelijkheid van de
AWBZ-verzekeraar tot stand te brengen en te beheersen bedrijfsvoering
en administratieve organisatie en de daarover af te leggen
verantwoording.
Uitgangspunt is dat de AWBZ-verzekeraars zelf verantwoordelijk zijn
voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de verzekering.
Binnen die eigen verantwoordelijkheid richt de AWBZ-verzekeraar zijn
bedrijfsvoering en administratieve organisatie in en voorziet het in de
vereiste controles. De zorg voor een juiste uitvoering van de verzekering
en de controle daarop omvat een breed terrein. Dat terrein omvat zowel
een zorgvuldige inschrijving en een verzekerdenbestand dat op orde
dient te zijn, als een deugdelijke verstrekkingenadministratie.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
6 van 10
Er dienen geen aanspraken aan de verzekering te worden ontleend door
personen die niet verzekerd zijn ingevolge de AWBZ of, wel verzekerd
zijnde, niet aan de voorwaarden voldoen die bij en krachtens de AWBZ
voor de
onderscheiden verstrekkingen gelden. De AWBZ kent een
naturaverzekering waarbij de AWBZ-verzekeraars in beginsel de zorg
inkopen bij personen en zorgaanbieders die de zorg leveren.
Dat betekent dat aan betalingen die de AWBZ-verzekeraar voor
verleende zorg verricht, een zogenaamde medewerkersovereenkomst
ten grondslag dient te liggen. De AWBZ-verzekeraar moet zijn
administratie met betrekking tot deze overeenkomsten op orde hebben
en dient stelselmatig de grondslag voor zijn betalingen te controleren. De
AWBZ-verzekeraar zal moeten zorgen dat de zorgaanbieders zich aan de
verstrekkingenvoorwaarden houden en ook overigens aan de afspraken
die in de medewerkersovereenkomst zijn neergelegd. Een belangrijk
aandachtspunt betreft in dat verband de tijdige zorgverlening en een
doelmatige zorgverlening.
Voor het brede terrein dat de AWBZ-verzekeraar bestrijkt, is een
systeem van interne controles nodig naast controles die meer extern
gericht zijn en waaraan inherent is dat daarvoor de medewerking van
derden wordt gezocht, in het bijzonder verzekerden en gecontracteerde
zorgaanbieders.
De Regeling geeft voor een aantal met name genoemde controles die
moeten plaatsvinden bijzondere voorschriften en stelt daarbij een
betrouwbaarheids- en nauwkeurigheidsnorm. Kenmerkend voor de
onderhavige regeling is dat zij uitgaat van een planmatige controle. De
AWBZ-verzekeraar dient voorafgaand aan ieder verslagjaar een
controleplan op te stellen. Het ligt in de rede dat de AWBZ-verzekeraar
daarbij gebruik maakt van risicoanalyses. Controle moet immers
proportioneel zijn. Bovendien zijn de zorgaanbieders en hulpverleners
zelf verantwoordelijk voor hun rechtmatig en doelmatig handelen, en
daarmee voor een juiste registratie, administratie en declaratie.
Deze Regeling heeft slechts betrekking op de werkzaamheden waarvoor
de AWBZ-verzekeraar verantwoordelijk is.
De AWBZ-verzekeraar voert de controles gedurende het jaar volgens
plan uit. De resultaten en noodzakelijke vervolgacties, waaronder
bijvoorbeeld het terugvorderen van ten onrechte gedeclareerde
bedragen, worden vastgelegd. Indien de AWBZ-verzekeraar niet aan de
gestelde normen van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid voldoet,
neemt hij maatregelen ter voldoening aan de normen en bewaakt hij de
voortgang van de uitvoering van de maatregelen. Vereist is ook dat de
administratie bij voortduring beschikt over de juiste gegevens en
dat de gegevens actueel en volledig zijn. Dat betreft zowel de
verzekerdenadministratie als de verstrekkingenadministratie. Deze dient
actueel te zijn en ingesteld op de vigerende verstrekkingenvoorwaarden
en tarieven en gerelateerd aan een volledig en actueel bestand aan
medewerkersovereenkomsten.
In praktijk ziet de uitvoeringsstructuur er in grote lijnen als volgt uit;
inschrijving als AWBZ-verzekerde vindt plaats bij de AWBZ-verzekeraar.
Dat is de zorgverzekeraar waar betrokkene voor zijn zorgverzekering is
ingeschreven. De AWBZ-verzekeraar beoordeelt bij de inschrijving of
betrokkene tot de kring der verzekerden behoort.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
7 van 10
Op grond van het Administratiebesluit Bijzondere
Ziektekostenverzekering is de uitvoering van de AWBZ voor een
belangrijk deel opgedragen aan het Centraal Administratiekantoor
(verder: CAK) en de verbindingskantoren. De verbindingskantoren
worden sinds 1998 in het spraakgebruik aangeduid als zorgkantoren, zij
het dat de begrippen niet helemaal samenvallen. Het zorgkantoor is
gekoppeld aan een bepaalde regio en het verbindingskantoor dat
meerdere regio’s omvat, beschikt dan over even zovele zorgkantoren.
Hierna zal bij het spraakgebruik worden aangesloten en zal de term
‘zorgkantoor’ worden gebruikt.
Het CAK verricht namens de AWBZ-verzekeraars de betaling van het
grootste deel van de kosten van de AWBZ-verstrekkingen aan de
zorgaanbieders. De zorgkantoren bevorderen het administratieve contact
tussen de zorgaanbieders en het CAK en verrichten diverse
werkzaamheden voor de AWBZ-verzekeraars. Bij de introductie in 1998
van de zorgkantoren hebben de AWBZ-verzekeraars op private basis
aanvullend nog taken opgedragen aan de zorgkantoren.
In de praktijk verrichten de zorgkantoren als gevolg van de hen
opgedragen werkzaamheden een complex aan taken, zoals
onderhandelen met zorgaanbieders over budgetten/tarieven, het regelen
van de financiering van de zorgaanbieders, zorgtoewijzing en het
berekenen en opleggen van de eigen bijdragen voor verblijf.
Feitelijk verrichten de AWBZ-verzekeraars thans uitsluitend nog de
inschrijving als AWBZ-verzekerde, de werkzaamheden rond
ziekenhuisverblijf na de 365ste dag en hulp in het buitenland.
Hoewel de AWBZ-verzekeraars zelf feitelijk dus nog maar in zeer
beperkte mate werkzaamheden verrichten in het kader van de AWBZ
richt de onderhavige Regeling zich toch tot de AWBZ-verzekeraars. De
reden daarvan is dat de AWBZ-verzekeraars verantwoordelijk blijven
voor de uitvoering van de werkzaamheden die de zorgkantoren namens
hen verrichten. Zij zijn er ook voor verantwoordelijk dat de zorgkantoren
hun administratie en controle zodanig inrichten dat de AWBZverzekeraars
daarmee voor de opgedragen werkzaamheden aan hun
verplichtingen uit deze Regeling voldoen.
Indien de zorgkantoren en het CAK de administratie- en
controlevoorschriften nauwgezet naleven, komen de AWBZ-verzekeraars
daarmee voor de werkzaamheden die aan de zorgkantoren
respectievelijk het CAK zijn opgedragen automatisch ook hun
verplichtingen uit deze Regeling na
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
8 van 10
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 4 en 5
Artikel 4 en het eerste lid van artikel 5 bevatten basisbepalingen die de
verantwoordelijkheid van de AWBZ-verzekeraars illustreren voor een
juiste uitvoering van de AWBZ. Het eerste lid van artikel 4 geeft inzicht
in de breedte van het terrein waarop die verantwoordelijkheid betrekking
heeft. Artikel 4, tweede lid, en artikel 5, eerste lid, koppelen aan die
verantwoordelijkheid de consequentie van een administratie die op orde
dient te zijn en van een reeks aan controles.
Artikel 6
Dit artikel regelt de verplichting om jaarlijks vooraf een plan op te stellen
voor het uitvoeren van de controle, de in dit plan opgenomen controles
ook daadwerkelijk uit te voeren en de resultaten daarvan vast te leggen.
Artikel 7
In het kader van de rechtmatigheid moet worden vastgesteld of de cliënt
die een AWBZ- zorgaanspraak tot gelding brengt, tot de kring der
verzekerden behoort en ingeschreven is bij een toegelaten AWBZverzekeraar.
In twee situaties dient het zorgkantoor nadere maatregelen
te treffen:
– Betrokkene is niet ingeschreven, maar wel ingezetene. In dat geval kan
in het algemeen alsnog inschrijving plaatsvinden;
– Betrokkene is geen ingezetene (en kan dus in het algemeen ook niet
ingeschreven zijn). Deze situatie dient in het algemeen te leiden tot
beëindiging van de zorg.
De wijze waarop de controle plaatsvindt verschilt voor zorg zonder
verblijf en zorg met verblijf.
Bij zorg met verblijf vindt de controle op het recht op verstrekkingen
ingevolge de AWBZ plaats als het zorgkantoor de aanvang van de zorg
meldt aan de AWBZ-verzekeraar. Wanneer een verzekerde niet bij de
desbetreffende AWBZ-verzekeraar is ingeschreven, meldt de AWBZverzekeraar
dit aan het zorgkantoor. Het meldingsbericht van de
aanvang van de zorg door het zorgkantoor aan de AWBZ-verzekeraar
dient bij zorg met verblijf ook nog een ander doel. Wanneer iemand is
opgenomen, kunnen bepaalde aanspraken (zoals tandheelkundige en
farmaceutische hulp) overgaan naar de AWBZ.
Wanneer er geen AWBZ-verzekeraar is – doordat betrokkene
bijvoorbeeld zijn buitenlandse ziektekostenverzekering aanhoudt –
beoordeelt het zorgkantoor of betrokkene verzekerd is. Een ander
controlemiddel bij zorg met verblijf is de opvraag van persoonsgegevens
in de Gemeentelijke Basisadministratie ten behoeve van de vaststelling
van de eigen bijdrage.
Bij zorg zonder verblijf gaat het om dermate massale aantallen dat
melding van de aanvang van de zorg aan de AWBZ-verzekeraar in 100%
van de gevallen haar doel voorbij schiet. Tevens is sprake van gespreide
uitvoering: het CAK voert de eigen bijdrage uit, het zorgkantoor voert de
controle van het recht op verstrekkingen ingevolge de AWBZ uit.
Gegeven deze uitvoeringsstructuur ligt het voor de hand dat de controle
van het recht op verstrekkingen ingevolge de AWBZ als volgt wordt
uitgevoerd.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
9 van 10
Voor de vaststelling van de eigen bijdrage vraagt het CAK bij zorg zonder
verblijf een aantal gegevens over de verzekerde op bij de Gemeentelijke
Basisadministratie. Uit deze opvraag kan blijken dat betrokkene geen
ingezetene is. Ook komt het voor dat de gegevens van betrokkene niet kunnen worden gevonden in het GBA. Het CAK meldt beide situaties aan
het zorgkantoor.
Wanneer de aanvang van de zorg zonder verblijf wordt gemeld aan het
zorgkantoor of een melding zoals hiervoor bedoeld van het CAK wordt
ontvangen, controleert het zorgkantoor of is aangegeven bij welke
AWBZ-verzekeraar betrokkene ingeschreven is. Indien geen inschrijving
bekend is, verricht het zorgkantoor nader onderzoek. Van wijziging van
omstandigheden is bijvoorbeeld sprake wanneer iemand tijdens de
zorgverlening verhuist naar een ander land. In een dergelijke situatie
moet worden beoordeeld of de AWBZ-verzekering voortduurt.
Artikel 8
Dit artikel heeft betrekking op de controle op de rechtmatigheid van de
bedrijfsopbrengsten. In de Handleidingen Verantwoording Zorgkantoren
is aangegeven wat onder bedrijfsopbrengsten wordt verstaan.
De gehanteerde normering sluit aan op de normen die gebruikelijk zijn
voor de rechtmatigheidscontrole.
Artikel 9
Dit artikel handelt over de zogenaamde formele en materiële controles
op de verstrekkingen. Naast de controle op de formele vereisten voor
verstrekking of vergoeding ten laste van de AWBZ dient te worden
vastgesteld of de gedeclareerde prestatie ook daadwerkelijk is geleverd
en tevens of daarbij sprake is van een doelmatige zorgverlening. Dit type
controle wordt “materiële controle” genoemd. Voor de nauwkeurigheid
van de materiële controle wordt in plaats van 99%, zoals de norm
geldt voor de formele controles, volstaan met een norm van 95%. Voor
beide controletypen geldt voor de betrouwbaarheid de norm van 95%.
De controles worden in continuïteit uitgevoerd. Omdat de meeste zorg in
de AWBZ een naturakarakter heeft kan het aangewezen zijn bij de
controle óók via de verzekerden na te gaan of de gedeclareerde zorg
daadwerkelijk is geleverd. Mogelijke instrumenten voor de controle
via de verzekerden zijn:
• Het uitvoeren van een steekproefsgewijze controle onder verzekerden
op de daadwerkelijke levering van gedeclareerde zorg;
• Het houden van enquêtes.
Teneinde vast te stellen dat er geen onnodige verstrekkingen zijn
verleend of uitgaven zijn gedaan welke hoger zijn dan noodzakelijk, kan
aan het inzetten van de volgende middelen worden gedacht:
• Het analyseren en onderling vergelijken van kosten van
verstrekkingen;
• Het voeren van overleg met zorgverleners;
• Het inzien van patiëntendossiers voor zover het belang van de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de patiënt en het
beroepsgeheim van de zorgaanbieder daaraan niet in de weg staan;
• Het nagaan of de inhoud van de zorg overeenkomt met de
(her)indicatie en of de eventuele overbruggingszorg passend is;
• Het inventariseren van klachten van verzekerden.
Artikel 10
Een voorbeeld van een adequate invulling van de controle op de kwaliteit
en de organisatie van de zorgverlening is dat het zorgkantoor bij de
zorgaanbieders nagaat:
– Hoe het opname- en ontslagbeleid is geweest;
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
10 van 10
– Hoe de relatie met aanpalende voorzieningen is;
– Of, gezien de doelstelling van de zorgaanbieder, personen met een
daarbij passende indicatie in behandeling zijn genomen;
– Of het verblijf van de verzekerden in de zorgaanbieder moet
voortduren. Hierbij kunnen bijvoorbeeld de doorstromingsmogelijkheden
en het doorstromingsbeleid worden betrokken;
– Of de diverse disciplines die voorgeschreven zijn voor de soort
hulpverlening, aanwezig zijn;
– Of de werkelijke behandeling van de verzekerden in overeenstemming
is met de behandelplannen en of daarbij een goede coördinatie, ook in de
tijd, plaatsvindt tussen de verschillende onderzoekers en behandelaars.
Artikel 11
Zowel gedurende, als na afloop van het jaar volgt het zorgkantoor de
ontwikkelingen binnen de zorgaanbieders. Daarbij dienen ten minste de
in het eerste lid genoemde controles te worden uitgevoerd.
De AWBZ-verzekeraar dient te beschikken over een instrument om
gedurende het jaar de financiële situatie van de zorgaanbieders te
volgen. Dit dient gericht te zijn op het tijdig opsporen, analyseren,
bespreekbaar maken en beïnvloeden van mogelijke problemen in het
bestuurlijk en het bedrijfsmatig functioneren van zorgaanbieders. Een
handreiking voor zo’n instrument is weergegeven in de circulaire
‘Toetsing financiële situatie zorginstellingen door early warning’ van
28 mei 2003 van het CVZ.
In het rapport ‘Uitbesteden gecontracteerde zorg door AWBZ-instellingen’
van maart 2006 is aangegeven dat de uitkomsten van dit rapport
gebruikt worden om de Regeling Controle en Administratie AWBZverzekeraars
aan te scherpen. In bovengenoemd rapport worden een
aantal zaken genoemd waar de AWBZ-verzekeraar op moet letten in het
kader van uitbesteding van zorg. Zo moet de AWBZ-verzekeraar inzicht
verkrijgen in welke mate gecontracteerde zorgaanbieders zorg
uitbesteden aan andere zorgaanbieders of zzp’ers die uiteindelijk de zorg
daadwerkelijk leveren. De AWBZ-verzekeraar gebruikt deze informatie
om te toetsen of de kwaliteit van de afgesproken zorgverlening (ezorgcontinuïteit) gewaarborgd blijft en of AWBZ-middelen niet
oneigenlijk of ondoelmatig worden aangewend. Verder gebruikt de
AWBZ-verzekeraar deze informatie bij het zorginkoopproces. Bij vreemde
constructies onderneemt de AWBZ-verzekeraar actie in de vorm van
nader onderzoek.
Artikel 12
De Regeling treedt in werking op 1 januari 2007.
Voor de toepassing van artikel 5, eerste lid is een uitzondering gemaakt.
Het controleplan 2007 moet ultimo 2006 gereed zijn. Op die manier kan
in 2007 ook met een controleplan worden gewerkt.Bijlage bij circulaire Care/ZK/06/2c
REGELING VA/NR-100.048
Controle en Administratie AWBZ-verzekeraars
Kenmerk
VA/NR-100.048
Gelet op de artikelen 31 en 36, derde lid, van de Wet marktordening
gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in
overeenstemming met het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), voor
zover het administratievoorschriften betreft, de volgende Regeling
vastgesteld:
Artikel 1. Algemeen
Deze Regeling is van toepassing op AWBZ-verzekeraars als bedoeld in
artikel 1 sub e van de Wmg.
Artikel 2. Begripsbepalingen
2.1 AWBZ:
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
2.2 AWBZ-verzekeraar
Een zorgverzekeraar als omschreven in de Zorgverzekeringswet, die zich
overeenkomstig artikel 33 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
als zodanig heeft aangemeld voor de uitvoering van die wet;
2.3 Zorgaanbieder
Zorgaanbieder zoals omschreven in artikel 1, sub c, onderdeel 1 van de
Wmg.
Artikel 3. Doel
Doel van deze Regeling is het bevorderen van een goede uitvoering van
de AWBZ.
Artikel 4
1. De AWBZ-verzekeraar is ervoor verantwoordelijk dat personen die
aanspraak maken op de AWBZ-zorg en daarop volgens de wettelijke
bepalingen recht hebben, deze zorg daadwerkelijk kunnen
ontvangen. Daarbij ziet de AWBZ-verzekeraar er op toe dat bij hem
geen aanspraken aan de AWBZ worden ontleend door personen die
daartoe niet gerechtigd zijn, dat verzekerden hun verplichtingen
jegens de AWBZ-verzekeraar nakomen, dat aan de voorwaarden
voor aanspraak op zorg die bij of krachtens de AWBZ zijn gesteld,
wordt voldaan en dat, waar dat ingevolge de AWBZ is vereist, aan
zijn betalingen aan personen en zorgaanbieders die zorg verlenen
een met deze gesloten overeenkomst ten grondslag ligt als bedoeld
in artikel 15 van de AWBZ en dat aan de voorwaarden van deze
overeenkomst wordt voldaan.
2. De AWBZ-verzekeraar draagt er zorg voor dat de gegevens in zijn
administratie bij voortduring juist, actueel en volledig zijn.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
2 van 10
Artikel 5
1. De AWBZ-verzekeraar richt zijn bedrijfsvoering en administratieve
organisatie zodanig in dat de nakoming van artikel 4 gewaarborgd is.
Hij voorziet in controles op de rechtmatigheid van baten en lasten,
waaronder begrepen controles op de rechtmatigheid van de
inschrijving als verzekerde, de rechtmatigheid van de aanspraken die
men bij hem doet gelden en op een verantwoorde uitvoering van de
overeenkomsten als bedoeld in artikel 15 van de AWBZ, zowel naar
prestatie als naar kosten. De AWBZ-verzekeraar gebruikt daartoe
een systeem van interne controles en voert onder meer de controles
uit als verder in deze Regeling voorgeschreven.
2. De AWBZ-verzekeraar draagt zorg voor voldoende deskundigheid ter
uitvoering van zijn controletaak.
3. Ter uitvoering van zijn controletaak voorziet de AWBZ-verzekeraar
zich van de gegevens die voor een doeltreffende controle nodig zijn,
rekening houdend met de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer en het medisch beroepsgeheim.
4. Voor zover de beoordeling van de voor de controle verzamelde
gegevens mede kennis vereist van gegevens bij andere AWBZverzekeraars,
oefenen de AWBZ-verzekeraars die controle uit met
gebruikmaking van de bij hen gezamenlijk voorhanden zijnde
gegevens.
Artikel 6
1. De AWBZ-verzekeraar stelt voorafgaand aan ieder jaar een
controleplan op, waarin hij vastlegt op welke wijze hij met
inachtneming van deze Regeling uitvoering geeft aan zijn
controletaak.
2. De AWBZ-verzekeraar voert gedurende het jaar de controles uit
overeenkomstig het controleplan.
3. De AWBZ-verzekeraar legt de verrichte controles, de resultaten
daarvan en de vervolgacties daarop in zijn administratie vast.
Artikel 7
1. De AWBZ-verzekeraar controleert bij de aanvang van de zorg of
wanneer na aanvang van de zorg de omstandigheden zich wijzigen, of
betrokkene terecht aanspraken aan de verzekering ontleent. Voor de
toepassing van dit artikel wordt iemand die niet verzekerd is
ingevolge de AWBZ niettemin als zodanig aangemerkt indien hij met
toepassing van een verordening van de Raad van de Europese
Gemeenschappen of van een door Nederland met een of meer andere
staten gesloten verdrag inzake sociale zekerheid recht kan doen
gelden op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de AWBZ.
2. Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde controle neemt de
AWBZ-verzekeraar de norm van 95% betrouwbaarheid en 99%
nauwkeurigheid in acht.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
3 van 10
Artikel 8
1. De AWBZ-verzekeraar voert controles uit teneinde vast te stellen of
de in de financiële administratie verwerkte opbrengsten juist en
volledig zijn en of bij het vaststellen van de opbrengsten de bij en
krachtens de AWBZ gestelde regels in aanmerking zijn genomen.
2. Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde controles neemt
de AWBZ-verzekeraar de norm van 95% betrouwbaarheid en 99%
nauwkeurigheid voor het totaal van de in de financiële administratie
verwerkte opbrengsten over een boekjaar in acht, met uitzondering
van het schattingsgedeelte (voor de balansposten). Voor het
schattingsgedeelte neemt de AWBZ-verzekeraar de norm van 95%
betrouwbaarheid en 95% nauwkeurigheid in acht.
Artikel 9
1. De AWBZ-verzekeraar voert controles uit teneinde vast te stellen of
de uitgaven voor de zorg juist zijn en of bij het verlenen van de
verstrekkingen en uitkeringen in geld de bij en krachtens de AWBZ
gestelde regels in aanmerking zijn genomen.
2. Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde controles neemt
de AWBZ-verzekeraar de norm van 95% betrouwbaarheid en 99%
nauwkeurigheid voor het totaal van de in de financiële administratie
verwerkte uitgaven over een boekjaar in acht, met uitzondering van
het schattingsgedeelte (voor de balansposten). Voor het
schattingsgedeelte neemt de AWBZ-verzekeraar de norm van 95%
betrouwbaarheid en 95% nauwkeurigheid in acht.
3. Bij de uitvoering van de controle of de zorg daadwerkelijk aan de
verzekerde is geleverd en deze zorg, gelet op de indicatie, voor de
verzekerde passend is, kan de AWBZ-verzekeraar voor de
nauwkeurigheid volstaan met de norm van 95%.
4. De in het tweede en derde lid genoemde normen gelden voor het
totaal aan in de financiële administratie verwerkte uitgaven voor de
verstrekkingen en uitkeringen in geld over een boekjaar.
Artikel 10
De AWBZ-verzekeraar ziet er in voldoende mate op toe dat de kwaliteit
en de organisatie van de zorgverlening in verhouding staan tot de kosten
van de zorgverlening.
Artikel 11
1. De AWBZ-verzekeraar volgt de ontwikkelingen binnen de
zorgaanbieders waarmee hij een overeenkomst als bedoeld in artikel
15 van de AWBZ is aangegaan. Daarbij beoordeelt hij tenminste:
a. maandelijks de door de zorgaanbieders gerealiseerde productie en
vergelijkt deze met de afgesproken productie;
b. jaarlijks de door de zorgaanbieders gedane investeringen en vergelijkt deze met de toegestane investeringen;
c. jaarlijks de kosten van management en beheer van de
zorgaanbieders.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
4 van 10
2. De AWBZ-verzekeraar neemt maatregelen om tijdig situaties te
signaleren die risicovol kunnen zijn voor de continuïteit van de
zorgaanbieders, waaronder begrepen de financiële continuïteit, en
voor de kwaliteit van de zorgverlening.
3. De AWBZ-verzekeraar verkrijgt, via de te sluiten overeenkomsten,
inzicht in welke mate gecontracteerde zorgaanbieders zorg
uitbesteden aan andere zorgaanbieders of zelfstandigen zonder
personeel (zzp’ ers), die uiteindelijk de zorg daadwerkelijk verlenen.
De AWBZ-verzekeraar gebruikt deze informatie om te toetsen of de
kwaliteit van de afgesproken zorgverlening (en zorgcontinuïteit)
gewaarborgd blijft en of AWBZ-middelen niet oneigenlijk of
ondoelmatig worden aangewend. Verder gebruikt de AWBZverzekeraar
deze informatie bij het zorginkoopproces. Bij vreemde
constructies onderneemt de AWBZ-verzekeraar actie in de vorm van
nader onderzoek.
Artikel 12
Deze Regeling kan worden aangehaald als Regeling Controle en
Administratie AWBZ-verzekeraars.
Deze Regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de
dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en is van
toepassing op de administratie van en controle door de AWBZverzekeraars
vanaf 1 januari 2007.
Met de inwerkingtreding van deze Regeling wordt de Regeling
Administratie en Controle uitvoeringsorganen AWBZ beëindigd.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
5 van 10
TOELICHTING
Op grond van artikel 16, sub d van de Wmg, is de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) belast met het toezicht op de rechtmatige en
doelmatige uitvoering door de AWBZ-verzekeraars en de rechtspersonen,
bedoeld in artikel 40 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, van
hetgeen bij of krachtens die wet en de artikelen 91, tweede lid, tweede
volzin, 123 en 124 van de Wet financiering sociale verzekeringen is
geregeld.
Daartoe heeft de NZa op grond van de artikelen 27 en 36 van de Wet
marktordening gezondheidszorg (Wmg) de mogelijkheid om ter zake
regels te stellen ten aanzien van die AWBZ-verzekeraars.
Artikel 31, eerste lid, Wmg ziet op de mogelijkheid tot het vaststellen
van controlevoorschriften en stelt:
“De zorgautoriteit kan regels stellen met betrekking tot:
a. de controle door AWBZ-verzekeraars;
b. de inhoud en inrichting van het accountantsverslag, bedoeld in
artikel 36, tweede lid, van de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten, en van het aan dat verslag ten grondslag liggende
onderzoek.”
Artikel 36, derde lid, Wmg ziet op de mogelijkheid tot het vaststellen van
nadere regels met betrekking tot de administratie:
“De zorgautoriteit kan, ten behoeve van de vergelijkbaarheid van
gegevens, toepassing van uniforme principes bij de toerekening van
kosten en opbrengsten en bij het registreren van gegevens over kwaliteit
en opbrengsten, nadere regels stellen betreffende de administratie van:
a. (…)
b. zorgverzekeraars en AWBZ-verzekeraars met het oog op de
bevordering van een goede uitvoering van de
Zorgverzekeringswet onderscheidenlijk de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten.”
Van deze mogelijkheid tot nadere regelgeving maakt de Nederlandse
Zorgautoriteit, voor wat betreft het vaststellen van de
administratievoorschriften in overeenstemming met het College voor
zorgverzekeringen, gebruik door vaststelling van de bijgaande Regeling
Controle en Administratie AWBZ-verzekeraars.
De administratie- en controlevoorschriften moeten recht doen aan de
huidige opvattingen over de binnen de eigen verantwoordelijkheid van de
AWBZ-verzekeraar tot stand te brengen en te beheersen bedrijfsvoering
en administratieve organisatie en de daarover af te leggen
verantwoording.
Uitgangspunt is dat de AWBZ-verzekeraars zelf verantwoordelijk zijn
voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de verzekering.
Binnen die eigen verantwoordelijkheid richt de AWBZ-verzekeraar zijn
bedrijfsvoering en administratieve organisatie in en voorziet het in de
vereiste controles. De zorg voor een juiste uitvoering van de verzekering
en de controle daarop omvat een breed terrein. Dat terrein omvat zowel
een zorgvuldige inschrijving en een verzekerdenbestand dat op ordedient te zijn, als een deugdelijke verstrekkingenadministratie.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina6 van 10
Er dienen geen aanspraken aan de verzekering te worden ontleend doorpersonen die niet verzekerd zijn ingevolge de AWBZ of, wel verzekerd
zijnde, niet aan de voorwaarden voldoen die bij en krachtens de AWBZ
voor de
onderscheiden verstrekkingen gelden. De AWBZ kent een
naturaverzekering waarbij de AWBZ-verzekeraars in beginsel de zorg
inkopen bij personen en zorgaanbieders die de zorg leveren.
Dat betekent dat aan betalingen die de AWBZ-verzekeraar voor
verleende zorg verricht, een zogenaamde medewerkersovereenkomst
ten grondslag dient te liggen. De AWBZ-verzekeraar moet zijn
administratie met betrekking tot deze overeenkomsten op orde hebben
en dient stelselmatig de grondslag voor zijn betalingen te controleren. De
AWBZ-verzekeraar zal moeten zorgen dat de zorgaanbieders zich aan de
verstrekkingenvoorwaarden houden en ook overigens aan de afspraken
die in de medewerkersovereenkomst zijn neergelegd. Een belangrijk
aandachtspunt betreft in dat verband de tijdige zorgverlening en een
doelmatige zorgverlening.
Voor het brede terrein dat de AWBZ-verzekeraar bestrijkt, is een
systeem van interne controles nodig naast controles die meer extern
gericht zijn en waaraan inherent is dat daarvoor de medewerking van
derden wordt gezocht, in het bijzonder verzekerden en gecontracteerde
zorgaanbieders.
De Regeling geeft voor een aantal met name genoemde controles die
moeten plaatsvinden bijzondere voorschriften en stelt daarbij een
betrouwbaarheids- en nauwkeurigheidsnorm. Kenmerkend voor de
onderhavige regeling is dat zij uitgaat van een planmatige controle. De
AWBZ-verzekeraar dient voorafgaand aan ieder verslagjaar een
controleplan op te stellen. Het ligt in de rede dat de AWBZ-verzekeraar
daarbij gebruik maakt van risicoanalyses. Controle moet immers
proportioneel zijn. Bovendien zijn de zorgaanbieders en hulpverleners
zelf verantwoordelijk voor hun rechtmatig en doelmatig handelen, en
daarmee voor een juiste registratie, administratie en declaratie.
Deze Regeling heeft slechts betrekking op de werkzaamheden waarvoor
de AWBZ-verzekeraar verantwoordelijk is.
De AWBZ-verzekeraar voert de controles gedurende het jaar volgens
plan uit. De resultaten en noodzakelijke vervolgacties, waaronder
bijvoorbeeld het terugvorderen van ten onrechte gedeclareerde
bedragen, worden vastgelegd. Indien de AWBZ-verzekeraar niet aan de
gestelde normen van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid voldoet,
neemt hij maatregelen ter voldoening aan de normen en bewaakt hij de
voortgang van de uitvoering van de maatregelen. Vereist is ook dat de
administratie bij voortduring beschikt over de juiste gegevens en
dat de gegevens actueel en volledig zijn. Dat betreft zowel de
verzekerdenadministratie als de verstrekkingenadministratie. Deze dient
actueel te zijn en ingesteld op de vigerende verstrekkingenvoorwaarden
en tarieven en gerelateerd aan een volledig en actueel bestand aan
medewerkersovereenkomsten.
In praktijk ziet de uitvoeringsstructuur er in grote lijnen als volgt uit;
inschrijving als AWBZ-verzekerde vindt plaats bij de AWBZ-verzekeraar.
Dat is de zorgverzekeraar waar betrokkene voor zijn zorgverzekering is
ingeschreven. De AWBZ-verzekeraar beoordeelt bij de inschrijving of
betrokkene tot de kring der verzekerden behoort.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
7 van 10 Op grond van het Administratiebesluit Bijzondere
Ziektekostenverzekering is de uitvoering van de AWBZ voor een
belangrijk deel opgedragen aan het Centraal Administratiekantoor
(verder: CAK) en de verbindingskantoren. De verbindingskantoren
worden sinds 1998 in het spraakgebruik aangeduid als zorgkantoren, zij
het dat de begrippen niet helemaal samenvallen. Het zorgkantoor is
gekoppeld aan een bepaalde regio en het verbindingskantoor dat
meerdere regio’s omvat, beschikt dan over even zovele zorgkantoren.
Hierna zal bij het spraakgebruik worden aangesloten en zal de term
‘zorgkantoor’ worden gebruikt.
Het CAK verricht namens de AWBZ-verzekeraars de betaling van het
grootste deel van de kosten van de AWBZ-verstrekkingen aan de
zorgaanbieders. De zorgkantoren bevorderen het administratieve contact
tussen de zorgaanbieders en het CAK en verrichten diverse
werkzaamheden voor de AWBZ-verzekeraars. Bij de introductie in 1998
van de zorgkantoren hebben de AWBZ-verzekeraars op private basis
aanvullend nog taken opgedragen aan de zorgkantoren.
In de praktijk verrichten de zorgkantoren als gevolg van de hen
opgedragen werkzaamheden een complex aan taken, zoals
onderhandelen met zorgaanbieders over budgetten/tarieven, het regelen
van de financiering van de zorgaanbieders, zorgtoewijzing en het
berekenen en opleggen van de eigen bijdragen voor verblijf.
Feitelijk verrichten de AWBZ-verzekeraars thans uitsluitend nog de
inschrijving als AWBZ-verzekerde, de werkzaamheden rond
ziekenhuisverblijf na de 365ste dag en hulp in het buitenland.
Hoewel de AWBZ-verzekeraars zelf feitelijk dus nog maar in zeer
beperkte mate werkzaamheden verrichten in het kader van de AWBZ
richt de onderhavige Regeling zich toch tot de AWBZ-verzekeraars. De
reden daarvan is dat de AWBZ-verzekeraars verantwoordelijk blijven
voor de uitvoering van de werkzaamheden die de zorgkantoren namens
hen verrichten. Zij zijn er ook voor verantwoordelijk dat de zorgkantoren
hun administratie en controle zodanig inrichten dat de AWBZverzekeraars
daarmee voor de opgedragen werkzaamheden aan hun
verplichtingen uit deze Regeling voldoen.
Indien de zorgkantoren en het CAK de administratie- en
controlevoorschriften nauwgezet naleven, komen de AWBZ-verzekeraars
daarmee voor de werkzaamheden die aan de zorgkantoren
respectievelijk het CAK zijn opgedragen automatisch ook hun
verplichtingen uit deze Regeling na.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
8 van 10
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 4 en 5
Artikel 4 en het eerste lid van artikel 5 bevatten basisbepalingen die de
verantwoordelijkheid van de AWBZ-verzekeraars illustreren voor een
juiste uitvoering van de AWBZ. Het eerste lid van artikel 4 geeft inzicht
in de breedte van het terrein waarop die verantwoordelijkheid betrekking
heeft. Artikel 4, tweede lid, en artikel 5, eerste lid, koppelen aan die
verantwoordelijkheid de consequentie van een administratie die op orde
dient te zijn en van een reeks aan controles.
Artikel 6
Dit artikel regelt de verplichting om jaarlijks vooraf een plan op te stellen
voor het uitvoeren van de controle, de in dit plan opgenomen controles
ook daadwerkelijk uit te voeren en de resultaten daarvan vast te leggen.
Artikel 7
In het kader van de rechtmatigheid moet worden vastgesteld of de cliënt
die een AWBZ- zorgaanspraak tot gelding brengt, tot de kring der
verzekerden behoort en ingeschreven is bij een toegelaten AWBZverzekeraar.
In twee situaties dient het zorgkantoor nadere maatregelen
te treffen:
– Betrokkene is niet ingeschreven, maar wel ingezetene. In dat geval kan
in het algemeen alsnog inschrijving plaatsvinden;
– Betrokkene is geen ingezetene (en kan dus in het algemeen ook niet
ingeschreven zijn). Deze situatie dient in het algemeen te leiden tot
beëindiging van de zorg.
De wijze waarop de controle plaatsvindt verschilt voor zorg zonder
verblijf en zorg met verblijf.
Bij zorg met verblijf vindt de controle op het recht op verstrekkingen
ingevolge de AWBZ plaats als het zorgkantoor de aanvang van de zorg
meldt aan de AWBZ-verzekeraar. Wanneer een verzekerde niet bij de
desbetreffende AWBZ-verzekeraar is ingeschreven, meldt de AWBZverzekeraar
dit aan het zorgkantoor. Het meldingsbericht van de
aanvang van de zorg door het zorgkantoor aan de AWBZ-verzekeraar
dient bij zorg met verblijf ook nog een ander doel. Wanneer iemand is
opgenomen, kunnen bepaalde aanspraken (zoals tandheelkundige en
farmaceutische hulp) overgaan naar de AWBZ.
Wanneer er geen AWBZ-verzekeraar is – doordat betrokkene
bijvoorbeeld zijn buitenlandse ziektekostenverzekering aanhoudt –
beoordeelt het zorgkantoor of betrokkene verzekerd is. Een ander
controlemiddel bij zorg met verblijf is de opvraag van persoonsgegevens
in de Gemeentelijke Basisadministratie ten behoeve van de vaststelling
van de eigen bijdrage.
Bij zorg zonder verblijf gaat het om dermate massale aantallen dat
melding van de aanvang van de zorg aan de AWBZ-verzekeraar in 100%
van de gevallen haar doel voorbij schiet. Tevens is sprake van gespreide
uitvoering: het CAK voert de eigen bijdrage uit, het zorgkantoor voert de
controle van het recht op verstrekkingen ingevolge de AWBZ uit.
Gegeven deze uitvoeringsstructuur ligt het voor de hand dat de controle
van het recht op verstrekkingen ingevolge de AWBZ als volgt wordt
uitgevoerd.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
9 van 10
Voor de vaststelling van de eigen bijdrage vraagt het CAK bij zorg zonder
verblijf een aantal gegevens over de verzekerde op bij de Gemeentelijke
Basisadministratie. Uit deze opvraag kan blijken dat betrokkene geen
ingezetene is. Ook komt het voor dat de gegevens van betrokkene niet
kunnen worden gevonden in het GBA. Het CAK meldt beide situaties aan
het zorgkantoor.
Wanneer de aanvang van de zorg zonder verblijf wordt gemeld aan het
zorgkantoor of een melding zoals hiervoor bedoeld van het CAK wordt
ontvangen, controleert het zorgkantoor of is aangegeven bij welke
AWBZ-verzekeraar betrokkene ingeschreven is. Indien geen inschrijving
bekend is, verricht het zorgkantoor nader onderzoek. Van wijziging van
omstandigheden is bijvoorbeeld sprake wanneer iemand tijdens de
zorgverlening verhuist naar een ander land. In een dergelijke situatie
moet worden beoordeeld of de AWBZ-verzekering voortduurt.
Artikel 8
Dit artikel heeft betrekking op de controle op de rechtmatigheid van de
bedrijfsopbrengsten. In de Handleidingen Verantwoording Zorgkantoren
is aangegeven wat onder bedrijfsopbrengsten wordt verstaan.
De gehanteerde normering sluit aan op de normen die gebruikelijk zijn
voor de rechtmatigheidscontrole.
Artikel 9
Dit artikel handelt over de zogenaamde formele en materiële controles
op de verstrekkingen. Naast de controle op de formele vereisten voor
verstrekking of vergoeding ten laste van de AWBZ dient te worden
vastgesteld of de gedeclareerde prestatie ook daadwerkelijk is geleverd
en tevens of daarbij sprake is van een doelmatige zorgverlening. Dit type
controle wordt “materiële controle” genoemd. Voor de nauwkeurigheid
van de materiële controle wordt in plaats van 99%, zoals de norm
geldt voor de formele controles, volstaan met een norm van 95%. Voor
beide controletypen geldt voor de betrouwbaarheid de norm van 95%.
De controles worden in continuïteit uitgevoerd. Omdat de meeste zorg in
de AWBZ een naturakarakter heeft kan het aangewezen zijn bij de
controle óók via de verzekerden na te gaan of de gedeclareerde zorg
daadwerkelijk is geleverd. Mogelijke instrumenten voor de controle
via de verzekerden zijn:
• Het uitvoeren van een steekproefsgewijze controle onder verzekerden
op de daadwerkelijke levering van gedeclareerde zorg;
• Het houden van enquêtes.
Teneinde vast te stellen dat er geen onnodige verstrekkingen zijn
verleend of uitgaven zijn gedaan welke hoger zijn dan noodzakelijk, kan
aan het inzetten van de volgende middelen worden gedacht:
• Het analyseren en onderling vergelijken van kosten van
verstrekkingen;
• Het voeren van overleg met zorgverleners;
• Het inzien van patiëntendossiers voor zover het belang van de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de patiënt en het
beroepsgeheim van de zorgaanbieder daaraan niet in de weg staan;
• Het nagaan of de inhoud van de zorg overeenkomt met de
(her)indicatie en of de eventuele overbruggingszorg passend is;
• Het inventariseren van klachten van verzekerden.
Artikel 10
Een voorbeeld van een adequate invulling van de controle op de kwaliteit
en de organisatie van de zorgverlening is dat het zorgkantoor bij de
zorgaanbieders nagaat:
– Hoe het opname- en ontslagbeleid is geweest;
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
10 van 10
– Hoe de relatie met aanpalende voorzieningen is;
– Of, gezien de doelstelling van de zorgaanbieder, personen met een
daarbij passende indicatie in behandeling zijn genomen;
– Of het verblijf van de verzekerden in de zorgaanbieder moet
voortduren. Hierbij kunnen bijvoorbeeld de doorstromingsmogelijkheden
en het doorstromingsbeleid worden betrokken;
– Of de diverse disciplines die voorgeschreven zijn voor de soort
hulpverlening, aanwezig zijn;
– Of de werkelijke behandeling van de verzekerden in overeenstemming
is met de behandelplannen en of daarbij een goede coördinatie, ook in de
tijd, plaats vindt tussen de verschillende onderzoekers en behandelaars.
Artikel 11
Zowel gedurende, als na afloop van het jaar volgt het zorgkantoor de
ontwikkelingen binnen de zorgaanbieders. Daarbij dienen ten minste de
in het eerste lid genoemde controles te worden uitgevoerd.
De AWBZ-verzekeraar dient te beschikken over een instrument om
gedurende het jaar de financiële situatie van de zorgaanbieders te
volgen. Dit dient gericht te zijn op het tijdig opsporen, analyseren,
bespreekbaar maken en beïnvloeden van mogelijke problemen in het
bestuurlijk en het bedrijfsmatig functioneren van zorgaanbieders. Een
handreiking voor zo’n instrument is weergegeven in de circulaire
‘Toetsing financiële situatie zorginstellingen door early warning’ van
28 mei 2003 van het CVZ.
In het rapport ‘Uitbesteden gecontracteerde zorg door AWBZ-instellingen’
van maart 2006 is aangegeven dat de uitkomsten van dit rapport
gebruikt worden om de Regeling Controle en Administratie AWBZverzekeraars
aan te scherpen. In bovengenoemd rapport worden een
aantal zaken genoemd waar de AWBZ-verzekeraar op moet letten in het
kader van uitbesteding van zorg. Zo moet de AWBZ-verzekeraar inzicht
verkrijgen in welke mate gecontracteerde zorgaanbieders zorg
uitbesteden aan andere zorgaanbieders of zzp’ers die uiteindelijk de zorg
daadwerkelijk leveren. De AWBZ-verzekeraar gebruikt deze informatie
om te toetsen of de kwaliteit van de afgesproken zorgverlening (en
zorgcontinuïteit) gewaarborgd blijft en of AWBZ-middelen niet
oneigenlijk of ondoelmatig worden aangewend. Verder gebruikt de
AWBZ-verzekeraar deze informatie bij het zorginkoopproces. Bij vreemde
constructies onderneemt de AWBZ-verzekeraar actie in de vorm van
nader onderzoek.
Artikel 12
De Regeling treedt in werking op 1 januari 2007.
Voor de toepassing van artikel 5, eerste lid is een uitzondering gemaakt.
Het controleplan 2007 moet ultimo 2006 gereed zijn. Op die manier kan
in 2007 ook met een controleplan worden gewerkt.Bijlage bij circulaire Care/ZK/06/2c
REGELING VA/NR-100.048
Controle en Administratie AWBZ-verzekeraars
Kenmerk
VA/NR-100.048
Gelet op de artikelen 31 en 36, derde lid, van de Wet marktordening
gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in
overeenstemming met het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), voor
zover het administratievoorschriften betreft, de volgende Regeling
vastgesteld:
Artikel 1. Algemeen
Deze Regeling is van toepassing op AWBZ-verzekeraars als bedoeld in
artikel 1 sub e van de Wmg.
Artikel 2. Begripsbepalingen
2.1 AWBZ:
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
2.2 AWBZ-verzekeraar
Een zorgverzekeraar als omschreven in de Zorgverzekeringswet, die zich
overeenkomstig artikel 33 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
als zodanig heeft aangemeld voor de uitvoering van die wet;
2.3 Zorgaanbieder
Zorgaanbieder zoals omschreven in artikel 1, sub c, onderdeel 1 van deWmg.
Artikel 3. Doel
Doel van deze Regeling is het bevorderen van een goede uitvoering van
de AWBZ.
Artikel 4
1. De AWBZ-verzekeraar is ervoor verantwoordelijk dat personen die
aanspraak maken op de AWBZ-zorg en daarop volgens de wettelijke
bepalingen recht hebben, deze zorg daadwerkelijk kunnen
ontvangen. Daarbij ziet de AWBZ-verzekeraar er op toe dat bij hem
geen aanspraken aan de AWBZ worden ontleend door personen die
daartoe niet gerechtigd zijn, dat verzekerden hun verplichtingen
jegens de AWBZ-verzekeraar nakomen, dat aan de voorwaarden
voor aanspraak op zorg die bij of krachtens de AWBZ zijn gesteld,
wordt voldaan en dat, waar dat ingevolge de AWBZ is vereist, aan
zijn betalingen aan personen en zorgaanbieders die zorg verlenen
een met deze gesloten overeenkomst ten grondslag ligt als bedoeld
in artikel 15 van de AWBZ en dat aan de voorwaarden van deze
overeenkomst wordt voldaan.
2. De AWBZ-verzekeraar draagt er zorg voor dat de gegevens in zijn
administratie bij voortduring juist, actueel en volledig zijn.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
2 van 10
Artikel 5
1. De AWBZ-verzekeraar richt zijn bedrijfsvoering en administratieve
organisatie zodanig in dat de nakoming van artikel 4 gewaarborgd is.
Hij voorziet in controles op de rechtmatigheid van baten en lasten,
waaronder begrepen controles op de rechtmatigheid van de
inschrijving als verzekerde, de rechtmatigheid van de aanspraken die
men bij hem doet gelden en op een verantwoorde uitvoering van de
overeenkomsten als bedoeld in artikel 15 van de AWBZ, zowel naar
prestatie als naar kosten. De AWBZ-verzekeraar gebruikt daartoe
een systeem van interne controles en voert onder meer de controles
uit als verder in deze Regeling voorgeschreven.
2. De AWBZ-verzekeraar draagt zorg voor voldoende deskundigheid ter
uitvoering van zijn controletaak.
3. Ter uitvoering van zijn controletaak voorziet de AWBZ-verzekeraar
zich van de gegevens die voor een doeltreffende controle nodig zijn,
rekening houdend met de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer en het medisch beroepsgeheim.
4. Voor zover de beoordeling van de voor de controle verzamelde
gegevens mede kennis vereist van gegevens bij andere AWBZverzekeraars,
oefenen de AWBZ-verzekeraars die controle uit met
gebruikmaking van de bij hen gezamenlijk voorhanden zijnde
gegevens.
Artikel 6
1. De AWBZ-verzekeraar stelt voorafgaand aan ieder jaar een
controleplan op, waarin hij vastlegt op welke wijze hij met
inachtneming van deze Regeling uitvoering geeft aan zijn
controletaak.
2. De AWBZ-verzekeraar voert gedurende het jaar de controles uit
overeenkomstig het controleplan.
3. De AWBZ-verzekeraar legt de verrichte controles, de resultaten
daarvan en de vervolgacties daarop in zijn administratie vast.
Artikel 7
1. De AWBZ-verzekeraar controleert bij de aanvang van de zorg of
wanneer na aanvang van de zorg de omstandigheden zich wijzigen, of
betrokkene terecht aanspraken aan de verzekering ontleent. Voor de
toepassing van dit artikel wordt iemand die niet verzekerd is
ingevolge de AWBZ niettemin als zodanig aangemerkt indien hij met
toepassing van een verordening van de Raad van de Europese
Gemeenschappen of van een door Nederland met een of meer andere
staten gesloten verdrag inzake sociale zekerheid recht kan doen
gelden op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de AWBZ.
2. Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde controle neemt de
AWBZ-verzekeraar de norm van 95% betrouwbaarheid en 99%
nauwkeurigheid in acht.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
3 van 10
Artikel 8
1. De AWBZ-verzekeraar voert controles uit teneinde vast te stellen of
de in de financiële administratie verwerkte opbrengsten juist en
volledig zijn en of bij het vaststellen van de opbrengsten de bij enkrachtens de AWBZ gestelde regels in aanmerking zijn genomen.
2. Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde controles neemt
de AWBZ-verzekeraar de norm van 95% betrouwbaarheid en 99%
nauwkeurigheid voor het totaal van de in de financiële administratie
verwerkte opbrengsten over een boekjaar in acht, met uitzondering
van het schattingsgedeelte (voor de balansposten). Voor het
schattingsgedeelte neemt de AWBZ-verzekeraar de norm van 95%
betrouwbaarheid en 95% nauwkeurigheid in acht.
Artikel 9
1. De AWBZ-verzekeraar voert controles uit teneinde vast te stellen of
de uitgaven voor de zorg juist zijn en of bij het verlenen van de
verstrekkingen en uitkeringen in geld de bij en krachtens de AWBZ
gestelde regels in aanmerking zijn genomen.
2. Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde controles neemt
de AWBZ-verzekeraar de norm van 95% betrouwbaarheid en 99%
nauwkeurigheid voor het totaal van de in de financiële administratie
verwerkte uitgaven over een boekjaar in acht, met uitzondering van
het schattingsgedeelte (voor de balansposten). Voor het
schattingsgedeelte neemt de AWBZ-verzekeraar de norm van 95%
betrouwbaarheid en 95% nauwkeurigheid in acht.
3. Bij de uitvoering van de controle of de zorg daadwerkelijk aan de
verzekerde is geleverd en deze zorg, gelet op de indicatie, voor de
verzekerde passend is, kan de AWBZ-verzekeraar voor de
nauwkeurigheid volstaan met de norm van 95%.
4. De in het tweede en derde lid genoemde normen gelden voor het
totaal aan in de financiële administratie verwerkte uitgaven voor de
verstrekkingen en uitkeringen in geld over een boekjaar.
Artikel 10
De AWBZ-verzekeraar ziet er in voldoende mate op toe dat de kwaliteit
en de organisatie van de zorgverlening in verhouding staan tot de kosten
van de zorgverlening.
Artikel 11
1. De AWBZ-verzekeraar volgt de ontwikkelingen binnen de
zorgaanbieders waarmee hij een overeenkomst als bedoeld in artikel
15 van de AWBZ is aangegaan. Daarbij beoordeelt hij tenminste:
a. maandelijks de door de zorgaanbieders gerealiseerde productie en
vergelijkt deze met de afgesproken productie;
b. jaarlijks de door de zorgaanbieders gedane investeringen en
vergelijkt deze met de toegestane investeringen;
c. jaarlijks de kosten van management en beheer van de
zorgaanbieders.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
4 van 10
2. De AWBZ-verzekeraar neemt maatregelen om tijdig situaties te
signaleren die risicovol kunnen zijn voor de continuïteit van de
zorgaanbieders, waaronder begrepen de financiële continuïteit, en
voor de kwaliteit van de zorgverlening.
3. De AWBZ-verzekeraar verkrijgt, via de te sluiten overeenkomsten,
inzicht in welke mate gecontracteerde zorgaanbieders zorg
uitbesteden aan andere zorgaanbieders of zelfstandigen zonder
personeel (zzp’ ers), die uiteindelijk de zorg daadwerkelijk verlenen.
De AWBZ-verzekeraar gebruikt deze informatie om te toetsen of de
kwaliteit van de afgesproken zorgverlening (en zorgcontinuïteit)
gewaarborgd blijft en of AWBZ-middelen niet oneigenlijk of
ondoelmatig worden aangewend. Verder gebruikt de AWBZverzekeraar
deze informatie bij het zorginkoopproces. Bij vreemde
constructies onderneemt de AWBZ-verzekeraar actie in de vorm van
nader onderzoek.
Artikel 12
Deze Regeling kan worden aangehaald als Regeling Controle en
Administratie AWBZ-verzekeraars.
Deze Regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de
dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en is van
toepassing op de administratie van en controle door de AWBZverzekeraars
vanaf 1 januari 2007.
Met de inwerkingtreding van deze Regeling wordt de Regeling
Administratie en Controle uitvoeringsorganen AWBZ beëindigd.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
5 van 10
TOELICHTING
Op grond van artikel 16, sub d van de Wmg, is de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) belast met het toezicht op de rechtmatige en
doelmatige uitvoering door de AWBZ-verzekeraars en de rechtspersonen,
bedoeld in artikel 40 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, van
hetgeen bij of krachtens die wet en de artikelen 91, tweede lid, tweede
volzin, 123 en 124 van de Wet financiering sociale verzekeringen is
geregeld.
Daartoe heeft de NZa op grond van de artikelen 27 en 36 van de Wet
marktordening gezondheidszorg (Wmg) de mogelijkheid om ter zakeregels te stellen ten aanzien van die AWBZ-verzekeraars.
Artikel 31, eerste lid, Wmg ziet op de mogelijkheid tot het vaststellen
van controlevoorschriften en stelt:
“De zorgautoriteit kan regels stellen met betrekking tot:
a. de controle door AWBZ-verzekeraars;
b. de inhoud en inrichting van het accountantsverslag, bedoeld in
artikel 36, tweede lid, van de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten, en van het aan dat verslag ten grondslag liggende
onderzoek.”
Artikel 36, derde lid, Wmg ziet op de mogelijkheid tot het vaststellen van
nadere regels met betrekking tot de administratie:
“De zorgautoriteit kan, ten behoeve van de vergelijkbaarheid van
gegevens, toepassing van uniforme principes bij de toerekening van
kosten en opbrengsten en bij het registreren van gegevens over kwaliteit
en opbrengsten, nadere regels stellen betreffende de administratie van:
a. (…)
b. zorgverzekeraars en AWBZ-verzekeraars met het oog op de
bevordering van een goede uitvoering van de
Zorgverzekeringswet onderscheidenlijk de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten.”
Van deze mogelijkheid tot nadere regelgeving maakt de Nederlandse
Zorgautoriteit, voor wat betreft het vaststellen van de
administratievoorschriften in overeenstemming met het College voor
zorgverzekeringen, gebruik door vaststelling van de bijgaande Regeling
Controle en Administratie AWBZ-verzekeraars.
De administratie- en controlevoorschriften moeten recht doen aan de
huidige opvattingen over de binnen de eigen verantwoordelijkheid van de
AWBZ-verzekeraar tot stand te brengen en te beheersen bedrijfsvoering
en administratieve organisatie en de daarover af te leggen
verantwoording.
Uitgangspunt is dat de AWBZ-verzekeraars zelf verantwoordelijk zijn
voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de verzekering.
Binnen die eigen verantwoordelijkheid richt de AWBZ-verzekeraar zijn
bedrijfsvoering en administratieve organisatie in en voorziet het in de
vereiste controles. De zorg voor een juiste uitvoering van de verzekering
en de controle daarop omvat een breed terrein. Dat terrein omvat zowel
een zorgvuldige inschrijving en een verzekerdenbestand dat op orde
dient te zijn, als een deugdelijke verstrekkingenadministratie
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina 6 van 10Er dienen geen aanspraken aan de verzekering te worden ontleend door
personen die niet verzekerd zijn ingevolge de AWBZ of, wel verzekerd
zijnde, niet aan de voorwaarden voldoen die bij en krachtens de AWBZ
voor de
onderscheiden verstrekkingen gelden. De AWBZ kent een
naturaverzekering waarbij de AWBZ-verzekeraars in beginsel de zorg
inkopen bij personen en zorgaanbieders die de zorg leveren.
Dat betekent dat aan betalingen die de AWBZ-verzekeraar voor
verleende zorg verricht, een zogenaamde medewerkersovereenkomst
ten grondslag dient te liggen. De AWBZ-verzekeraar moet zijn
administratie met betrekking tot deze overeenkomsten op orde hebben
en dient stelselmatig de grondslag voor zijn betalingen te controleren. De
AWBZ-verzekeraar zal moeten zorgen dat de zorgaanbieders zich aan de
verstrekkingenvoorwaarden houden en ook overigens aan de afspraken
die in de medewerkersovereenkomst zijn neergelegd. Een belangrijk
aandachtspunt betreft in dat verband de tijdige zorgverlening en een
doelmatige zorgverlening.
Voor het brede terrein dat de AWBZ-verzekeraar bestrijkt, is een
systeem van interne controles nodig naast controles die meer extern
gericht zijn en waaraan inherent is dat daarvoor de medewerking van
derden wordt gezocht, in het bijzonder verzekerden en gecontracteerde
zorgaanbieders.
De Regeling geeft voor een aantal met name genoemde controles die
moeten plaatsvinden bijzondere voorschriften en stelt daarbij een
betrouwbaarheids- en nauwkeurigheidsnorm. Kenmerkend voor de
onderhavige regeling is dat zij uitgaat van een planmatige controle. De
AWBZ-verzekeraar dient voorafgaand aan ieder verslagjaar een
controleplan op te stellen. Het ligt in de rede dat de AWBZ-verzekeraar
daarbij gebruik maakt van risicoanalyses. Controle moet immers
proportioneel zijn. Bovendien zijn de zorgaanbieders en hulpverleners
zelf verantwoordelijk voor hun rechtmatig en doelmatig handelen, en
daarmee voor een juiste registratie, administratie en declaratie.
Deze Regeling heeft slechts betrekking op de werkzaamheden waarvoor
de AWBZ-verzekeraar verantwoordelijk is.
De AWBZ-verzekeraar voert de controles gedurende het jaar volgens
plan uit. De resultaten en noodzakelijke vervolgacties, waaronder
bijvoorbeeld het terugvorderen van ten onrechte gedeclareerde
bedragen, worden vastgelegd. Indien de AWBZ-verzekeraar niet aan de
gestelde normen van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid voldoet,
neemt hij maatregelen ter voldoening aan de normen en bewaakt hij de
voortgang van de uitvoering van de maatregelen. Vereist is ook dat de
administratie bij voortduring beschikt over de juiste gegevens en
dat de gegevens actueel en volledig zijn. Dat betreft zowel de
verzekerdenadministratie als de verstrekkingenadministratie. Deze dient
actueel te zijn en ingesteld op de vigerende verstrekkingenvoorwaarden
en tarieven en gerelateerd aan een volledig en actueel bestand aan
medewerkersovereenkomsten.
In praktijk ziet de uitvoeringsstructuur er in grote lijnen als volgt uit;
inschrijving als AWBZ-verzekerde vindt plaats bij de AWBZ-verzekeraar.
Dat is de zorgverzekeraar waar betrokkene voor zijn zorgverzekering is
ingeschreven. De AWBZ-verzekeraar beoordeelt bij de inschrijving of
betrokkene tot de kring der verzekerden behoort.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
7 van 10
Op grond van het Administratiebesluit Bijzondere
Ziektekostenverzekering is de uitvoering van de AWBZ voor een
belangrijk deel opgedragen aan het Centraal Administratiekantoor
(verder: CAK) en de verbindingskantoren. De verbindingskantoren
worden sinds 1998 in het spraakgebruik aangeduid als zorgkantoren, zij
het dat de begrippen niet helemaal samenvallen. Het zorgkantoor is
gekoppeld aan een bepaalde regio en het verbindingskantoor dat
meerdere regio’s omvat, beschikt dan over even zovele zorgkantoren.
Hierna zal bij het spraakgebruik worden aangesloten en zal de term
‘zorgkantoor’ worden gebruikt.
Het CAK verricht namens de AWBZ-verzekeraars de betaling van het
grootste deel van de kosten van de AWBZ-verstrekkingen aan de
zorgaanbieders. De zorgkantoren bevorderen het administratieve contact
tussen de zorgaanbieders en het CAK en verrichten diverse
werkzaamheden voor de AWBZ-verzekeraars. Bij de introductie in 1998
van de zorgkantoren hebben de AWBZ-verzekeraars op private basis
aanvullend nog taken opgedragen aan de zorgkantoren.
In de praktijk verrichten de zorgkantoren als gevolg van de hen
opgedragen werkzaamheden een complex aan taken, zoals
onderhandelen met zorgaanbieders over budgetten/tarieven, het regelen
van de financiering van de zorgaanbieders, zorgtoewijzing en het
berekenen en opleggen van de eigen bijdragen voor verblijf.
Feitelijk verrichten de AWBZ-verzekeraars thans uitsluitend nog de
inschrijving als AWBZ-verzekerde, de werkzaamheden rond
ziekenhuisverblijf na de 365ste dag en hulp in het buitenland.
Hoewel de AWBZ-verzekeraars zelf feitelijk dus nog maar in zeer
beperkte mate werkzaamheden verrichten in het kader van de AWBZ
richt de onderhavige Regeling zich toch tot de AWBZ-verzekeraars. De
reden daarvan is dat de AWBZ-verzekeraars verantwoordelijk blijven
voor de uitvoering van de werkzaamheden die de zorgkantoren namens
hen verrichten. Zij zijn er ook voor verantwoordelijk dat de zorgkantoren
hun administratie en controle zodanig inrichten dat de AWBZverzekeraars
daarmee voor de opgedragen werkzaamheden aan hun
verplichtingen uit deze Regeling voldoen.
Indien de zorgkantoren en het CAK de administratie- en
controlevoorschriften nauwgezet naleven, komen de AWBZ-verzekeraars
daarmee voor de werkzaamheden die aan de zorgkantoren
respectievelijk het CAK zijn opgedragen automatisch ook hun
verplichtingen uit deze Regeling na.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
8 van 10
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 4 en 5
Artikel 4 en het eerste lid van artikel 5 bevatten basisbepalingen die de
verantwoordelijkheid van de AWBZ-verzekeraars illustreren voor een
juiste uitvoering van de AWBZ. Het eerste lid van artikel 4 geeft inzicht
in de breedte van het terrein waarop die verantwoordelijkheid betrekking
heeft. Artikel 4, tweede lid, en artikel 5, eerste lid, koppelen aan die
verantwoordelijkheid de consequentie van een administratie die op orde
dient te zijn en van een reeks aan controles.
Artikel 6
Dit artikel regelt de verplichting om jaarlijks vooraf een plan op te stellen
voor het uitvoeren van de controle, de in dit plan opgenomen controles
ook daadwerkelijk uit te voeren en de resultaten daarvan vast te leggen.
Artikel 7In het kader van de rechtmatigheid moet worden vastgesteld of de cliënt
die een AWBZ- zorgaanspraak tot gelding brengt, tot de kring der
verzekerden behoort en ingeschreven is bij een toegelaten AWBZverzekeraar.
In twee situaties dient het zorgkantoor nadere maatregelen
te treffen:- Betrokkene is niet ingeschreven, maar wel ingezetene. In dat geval kan
in het algemeen alsnog inschrijving plaatsvinden;
– Betrokkene is geen ingezetene (en kan dus in het algemeen ook niet
ingeschreven zijn). Deze situatie dient in het algemeen te leiden tot
beëindiging van de zorg.
De wijze waarop de controle plaatsvindt verschilt voor zorg zonder
verblijf en zorg met verblijf.
Bij zorg met verblijf vindt de controle op het recht op verstrekkingen
ingevolge de AWBZ plaats als het zorgkantoor de aanvang van de zorg
meldt aan de AWBZ-verzekeraar. Wanneer een verzekerde niet bij de
desbetreffende AWBZ-verzekeraar is ingeschreven, meldt de AWBZverzekeraar
dit aan het zorgkantoor. Het meldingsbericht van de
aanvang van de zorg door het zorgkantoor aan de AWBZ-verzekeraar
dient bij zorg met verblijf ook nog een ander doel. Wanneer iemand is
opgenomen, kunnen bepaalde aanspraken (zoals tandheelkundige en
farmaceutische hulp) overgaan naar de AWBZ.
Wanneer er geen AWBZ-verzekeraar is – doordat betrokkene
bijvoorbeeld zijn buitenlandse ziektekostenverzekering aanhoudt –
beoordeelt het zorgkantoor of betrokkene verzekerd is. Een ander
controlemiddel bij zorg met verblijf is de opvraag van persoonsgegevens
in de Gemeentelijke Basisadministratie ten behoeve van de vaststelling
van de eigen bijdrage.
Bij zorg zonder verblijf gaat het om dermate massale aantallen dat
melding van de aanvang van de zorg aan de AWBZ-verzekeraar in 100%
van de gevallen haar doel voorbij schiet. Tevens is sprake van gespreide
uitvoering: het CAK voert de eigen bijdrage uit, het zorgkantoor voert de
controle van het recht op verstrekkingen ingevolge de AWBZ uit.
Gegeven deze uitvoeringsstructuur ligt het voor de hand dat de controle
van het recht op verstrekkingen ingevolge de AWBZ als volgt wordt
uitgevoerd.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
9 van 10
Voor de vaststelling van de eigen bijdrage vraagt het CAK bij zorg zonder
verblijf een aantal gegevens over de verzekerde op bij de Gemeentelijke
Basisadministratie. Uit deze opvraag kan blijken dat betrokkene geen
ingezetene is. Ook komt het voor dat de gegevens van betrokkene niet
kunnen worden gevonden in het GBA. Het CAK meldt beide situaties aan
het zorgkantoor.
Wanneer de aanvang van de zorg zonder verblijf wordt gemeld aan het
zorgkantoor of een melding zoals hiervoor bedoeld van het CAK wordt
ontvangen, controleert het zorgkantoor of is aangegeven bij welke
AWBZ-verzekeraar betrokkene ingeschreven is. Indien geen inschrijving
bekend is, verricht het zorgkantoor nader onderzoek. Van wijziging van
omstandigheden is bijvoorbeeld sprake wanneer iemand tijdens de
zorgverlening verhuist naar een ander land. In een dergelijke situatie
moet worden beoordeeld of de AWBZ-verzekering voortduurt.
Artikel 8
Dit artikel heeft betrekking op de controle op de rechtmatigheid van de
bedrijfsopbrengsten. In de Handleidingen Verantwoording Zorgkantoren
is aangegeven wat onder bedrijfsopbrengsten wordt verstaan.
De gehanteerde normering sluit aan op de normen die gebruikelijk zijn
voor de rechtmatigheidscontrole.
Artikel 9
Dit artikel handelt over de zogenaamde formele en materiële controles
op de verstrekkingen. Naast de controle op de formele vereisten voor
verstrekking of vergoeding ten laste van de AWBZ dient te worden
vastgesteld of de gedeclareerde prestatie ook daadwerkelijk is geleverd
en tevens of daarbij sprake is van een doelmatige zorgverlening. Dit type
controle wordt “materiële controle” genoemd. Voor de nauwkeurigheid
van de materiële controle wordt in plaats van 99%, zoals de norm
geldt voor de formele controles, volstaan met een norm van 95%. Voor
beide controletypen geldt voor de betrouwbaarheid de norm van 95%.
De controles worden in continuïteit uitgevoerd. Omdat de meeste zorg in
de AWBZ een naturakarakter heeft kan het aangewezen zijn bij de
controle óók via de verzekerden na te gaan of de gedeclareerde zorg
daadwerkelijk is geleverd. Mogelijke instrumenten voor de controle via de verzekerden zijn:
• Het uitvoeren van een steekproefsgewijze controle onder verzekerden
op de daadwerkelijke levering van gedeclareerde zorg;
• Het houden van enquêtes.
Teneinde vast te stellen dat er geen onnodige verstrekkingen zijn
verleend of uitgaven zijn gedaan welke hoger zijn dan noodzakelijk, kan
aan het inzetten van de volgende middelen worden gedacht:
• Het analyseren en onderling vergelijken van kosten van
verstrekkingen;
• Het voeren van overleg met zorgverleners;
• Het inzien van patiëntendossiers voor zover het belang van de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de patiënt en het
beroepsgeheim van de zorgaanbieder daaraan niet in de weg staan;
• Het nagaan of de inhoud van de zorg overeenkomt met de
(her)indicatie en of de eventuele overbruggingszorg passend is;
• Het inventariseren van klachten van verzekerden.
Artikel 10
Een voorbeeld van een adequate invulling van de controle op de kwaliteit
en de organisatie van de zorgverlening is dat het zorgkantoor bij de
zorgaanbieders nagaat:
– Hoe het opname- en ontslagbeleid is geweest;
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
10 van 10
– Hoe de relatie met aanpalende voorzieningen is;
– Of, gezien de doelstelling van de zorgaanbieder, personen met een
daarbij passende indicatie in behandeling zijn genomen;
– Of het verblijf van de verzekerden in de zorgaanbieder moet
voortduren. Hierbij kunnen bijvoorbeeld de doorstromingsmogelijkheden
en het doorstromingsbeleid worden betrokken;
– Of de diverse disciplines die voorgeschreven zijn voor de soort
hulpverlening, aanwezig zijn;
– Of de werkelijke behandeling van de verzekerden in overeenstemming
is met de behandelplannen en of daarbij een goede coördinatie, ook in de
tijd, plaatsvindt tussen de verschillende onderzoekers en behandelaars.
Artikel 11Zowel gedurende, als na afloop van het jaar volgt het zorgkantoor de
ontwikkelingen binnen de zorgaanbieders. Daarbij dienen ten minste de
in het eerste lid genoemde controles te worden uitgevoerd.
De AWBZ-verzekeraar dient te beschikken over een instrument om
gedurende het jaar de financiële situatie van de zorgaanbieders te
volgen. Dit dient gericht te zijn op het tijdig opsporen, analyseren,
bespreekbaar maken en beïnvloeden van mogelijke problemen in het
bestuurlijk en het bedrijfsmatig functioneren van zorgaanbieders. Een
handreiking voor zo’n instrument is weergegeven in de circulaire
‘Toetsing financiële situatie zorginstellingen door early warning’ van
28 mei 2003 van het CVZ.
In het rapport ‘Uitbesteden gecontracteerde zorg door AWBZ-instellingen’
van maart 2006 is aangegeven dat de uitkomsten van dit rapport
gebruikt worden om de Regeling Controle en Administratie AWBZverzekeraars
aan te scherpen. In bovengenoemd rapport worden een
aantal zaken genoemd waar de AWBZ-verzekeraar op moet letten in het
kader van uitbesteding van zorg. Zo moet de AWBZ-verzekeraar inzicht
verkrijgen in welke mate gecontracteerde zorgaanbieders zorg
uitbesteden aan andere zorgaanbieders of zzp’ers die uiteindelijk de zorg
daadwerkelijk leveren. De AWBZ-verzekeraar gebruikt deze informatie
om te toetsen of de kwaliteit van de afgesproken zorgverlening (en
zorgcontinuïteit) gewaarborgd blijft en of AWBZ-middelen niet
oneigenlijk of ondoelmatig worden aangewend. Verder gebruikt de
AWBZ-verzekeraar deze informatie bij het zorginkoopproces. Bij vreemde
constructies onderneemt de AWBZ-verzekeraar actie in de vorm van
nader onderzoek.
Artikel 12
De Regeling treedt in werking op 1 januari 2007.
Voor de toepassing van artikel 5, eerste lid is een uitzondering gemaakt.
Het controleplan 2007 moet ultimo 2006 gereed zijn. Op die manier kan
in 2007 ook met een controleplan worden gewerkt.Bijlage bij circulaire Care/ZK/06/2c
REGELING VA/NR-100.048
Controle en Administratie AWBZ-verzekeraars
Kenmerk
VA/NR-100.048
Gelet op de artikelen 31 en 36, derde lid, van de Wet marktordening
gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in
overeenstemming met het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), voor
zover het administratievoorschriften betreft, de volgende Regeling
vastgesteld:
Artikel 1. Algemeen
Deze Regeling is van toepassing op AWBZ-verzekeraars als bedoeld in
artikel 1 sub e van de Wmg.
Artikel 2. Begripsbepalingen
2.1 AWBZ:
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
2.2 AWBZ-verzekeraar
Een zorgverzekeraar als omschreven in de Zorgverzekeringswet, die zich
overeenkomstig artikel 33 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
als zodanig heeft aangemeld voor de uitvoering van die wet;
2.3 Zorgaanbieder
Zorgaanbieder zoals omschreven in artikel 1, sub c, onderdeel 1 van de
Wmg.
Artikel 3. Doel
Doel van deze Regeling is het bevorderen van een goede uitvoering van
de AWBZ.
Artikel 4
1. De AWBZ-verzekeraar is ervoor verantwoordelijk dat personen die
aanspraak maken op de AWBZ-zorg en daarop volgens de wettelijke
bepalingen recht hebben, deze zorg daadwerkelijk kunnen
ontvangen. Daarbij ziet de AWBZ-verzekeraar er op toe dat bij hem
geen aanspraken aan de AWBZ worden ontleend door personen die
daartoe niet gerechtigd zijn, dat verzekerden hun verplichtingen
jegens de AWBZ-verzekeraar nakomen, dat aan de voorwaarden
voor aanspraak op zorg die bij of krachtens de AWBZ zijn gesteld,
wordt voldaan en dat, waar dat ingevolge de AWBZ is vereist, aan
zijn betalingen aan personen en zorgaanbieders die zorg verlenen
een met deze gesloten overeenkomst ten grondslag ligt als bedoeld
in artikel 15 van de AWBZ en dat aan de voorwaarden van deze
overeenkomst wordt voldaan.
2. De AWBZ-verzekeraar draagt er zorg voor dat de gegevens in zijn
administratie bij voortduring juist, actueel en volledig zijn.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
2 van 10
Artikel 5
1. De AWBZ-verzekeraar richt zijn bedrijfsvoering en administratieve
organisatie zodanig in dat de nakoming van artikel 4 gewaarborgd is.
Hij voorziet in controles op de rechtmatigheid van baten en lasten,
waaronder begrepen controles op de rechtmatigheid van de
inschrijving als verzekerde, de rechtmatigheid van de aanspraken die
men bij hem doet gelden en op een verantwoorde uitvoering van de
overeenkomsten als bedoeld in artikel 15 van de AWBZ, zowel naar
prestatie als naar kosten. De AWBZ-verzekeraar gebruikt daartoe
een systeem van interne controles en voert onder meer de controles
uit als verder in deze Regeling voorgeschreven.
2. De AWBZ-verzekeraar draagt zorg voor voldoende deskundigheid ter
uitvoering van zijn controletaak.
3. Ter uitvoering van zijn controletaak voorziet de AWBZ-verzekeraar
zich van de gegevens die voor een doeltreffende controle nodig zijn,
rekening houdend met de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer en het medisch beroepsgeheim.
4. Voor zover de beoordeling van de voor de controle verzamelde
gegevens mede kennis vereist van gegevens bij andere AWBZverzekeraars,
oefenen de AWBZ-verzekeraars die controle uit met
gebruikmaking van de bij hen gezamenlijk voorhanden zijnde
gegevens.
Artikel 6
1. De AWBZ-verzekeraar stelt voorafgaand aan ieder jaar een
controleplan op, waarin hij vastlegt op welke wijze hij met
inachtneming van deze Regeling uitvoering geeft aan zijn
controletaak.
2. De AWBZ-verzekeraar voert gedurende het jaar de controles uit
overeenkomstig het controleplan.
3. De AWBZ-verzekeraar legt de verrichte controles, de resultaten
daarvan en de vervolgacties daarop in zijn administratie vast.
Artikel 7
1. De AWBZ-verzekeraar controleert bij de aanvang van de zorg of
wanneer na aanvang van de zorg de omstandigheden zich wijzigen, of
betrokkene terecht aanspraken aan de verzekering ontleent. Voor de
toepassing van dit artikel wordt iemand die niet verzekerd is
ingevolge de AWBZ niettemin als zodanig aangemerkt indien hij met
toepassing van een verordening van de Raad van de Europese
Gemeenschappen of van een door Nederland met een of meer andere
staten gesloten verdrag inzake sociale zekerheid recht kan doen
gelden op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de AWBZ.
2. Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde controle neemt de
AWBZ-verzekeraar de norm van 95% betrouwbaarheid en 99%
nauwkeurigheid in acht.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
3 van 10
Artikel 8
1. De AWBZ-verzekeraar voert controles uit teneinde vast te stellen of
de in de financiële administratie verwerkte opbrengsten juist en
volledig zijn en of bij het vaststellen van de opbrengsten de bij en
krachtens de AWBZ gestelde regels in aanmerking zijn genomen.
2. Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde controles neemt
de AWBZ-verzekeraar de norm van 95% betrouwbaarheid en 99%
nauwkeurigheid voor het totaal van de in de financiële administratie
verwerkte opbrengsten over een boekjaar in acht, met uitzondering
van het schattingsgedeelte (voor de balansposten). Voor het
schattingsgedeelte neemt de AWBZ-verzekeraar de norm van 95%
betrouwbaarheid en 95% nauwkeurigheid in acht.
Artikel 9
1. De AWBZ-verzekeraar voert controles uit teneinde vast te stellen of
de uitgaven voor de zorg juist zijn en of bij het verlenen van de
verstrekkingen en uitkeringen in geld de bij en krachtens de AWBZ
gestelde regels in aanmerking zijn genomen.
2. Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde controles neemt
de AWBZ-verzekeraar de norm van 95% betrouwbaarheid en 99%
nauwkeurigheid voor het totaal van de in de financiële administratie
verwerkte uitgaven over een boekjaar in acht, met uitzondering van
het schattingsgedeelte (voor de balansposten). Voor het
schattingsgedeelte neemt de AWBZ-verzekeraar de norm van 95%
betrouwbaarheid en 95% nauwkeurigheid in acht.
3. Bij de uitvoering van de controle of de zorg daadwerkelijk aan de
verzekerde is geleverd en deze zorg, gelet op de indicatie, voor de
verzekerde passend is, kan de AWBZ-verzekeraar voor de
nauwkeurigheid volstaan met de norm van 95%.
4. De in het tweede en derde lid genoemde normen gelden voor het
totaal aan in de financiële administratie verwerkte uitgaven voor de
verstrekkingen en uitkeringen in geld over een boekjaar.
Artikel 10
De AWBZ-verzekeraar ziet er in voldoende mate op toe dat de kwaliteit
en de organisatie van de zorgverlening in verhouding staan tot de kosten
van de zorgverlening.
Artikel 11
1. De AWBZ-verzekeraar volgt de ontwikkelingen binnen de
zorgaanbieders waarmee hij een overeenkomst als bedoeld in artikel
15 van de AWBZ is aangegaan. Daarbij beoordeelt hij tenminste:
a. maandelijks de door de zorgaanbieders gerealiseerde productie en
vergelijkt deze met de afgesproken productie;
b. jaarlijks de door de zorgaanbieders gedane investeringen en
vergelijkt deze met de toegestane investeringen;
c. jaarlijks de kosten van management en beheer van de
zorgaanbieders.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
4 van 10
2. De AWBZ-verzekeraar neemt maatregelen om tijdig situaties te
signaleren die risicovol kunnen zijn voor de continuïteit van de
zorgaanbieders, waaronder begrepen de financiële continuïteit, en
voor de kwaliteit van de zorgverlening.
3. De AWBZ-verzekeraar verkrijgt, via de te sluiten overeenkomsten,
inzicht in welke mate gecontracteerde zorgaanbieders zorg
uitbesteden aan andere zorgaanbieders of zelfstandigen zonder
personeel (zzp’ ers), die uiteindelijk de zorg daadwerkelijk verlenen.
De AWBZ-verzekeraar gebruikt deze informatie om te toetsen of de
kwaliteit van de afgesproken zorgverlening (en zorgcontinuïteit)
gewaarborgd blijft en of AWBZ-middelen niet oneigenlijk of
ondoelmatig worden aangewend. Verder gebruikt de AWBZverzekeraar
deze informatie bij het zorginkoopproces. Bij vreemde
constructies onderneemt de AWBZ-verzekeraar actie in de vorm van
nader onderzoek.
Artikel 12
Deze Regeling kan worden aangehaald als Regeling Controle en
Administratie AWBZ-verzekeraars.
Deze Regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de
dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en is van
toepassing op de administratie van en controle door de AWBZverzekeraars
vanaf 1 januari 2007.
Met de inwerkingtreding van deze Regeling wordt de Regeling
Administratie en Controle uitvoeringsorganen AWBZ beëindigd.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
5 van 10
TOELICHTING
Op grond van artikel 16, sub d van de Wmg, is de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) belast met het toezicht op de rechtmatige en
doelmatige uitvoering door de AWBZ-verzekeraars en de rechtspersonen,
bedoeld in artikel 40 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, van
hetgeen bij of krachtens die wet en de artikelen 91, tweede lid, tweede
volzin, 123 en 124 van de Wet financiering sociale verzekeringen is geregeld.
Daartoe heeft de NZa op grond van de artikelen 27 en 36 van de Wet
marktordening gezondheidszorg (Wmg) de mogelijkheid om ter zake
regels te stellen ten aanzien van die AWBZ-verzekeraars.
Artikel 31, eerste lid, Wmg ziet op de mogelijkheid tot het vaststellen
van controlevoorschriften en stelt:
“De zorgautoriteit kan regels stellen met betrekking tot:
a. de controle door AWBZ-verzekeraars;
b. de inhoud en inrichting van het accountantsverslag, bedoeld in
artikel 36, tweede lid, van de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten, en van het aan dat verslag ten grondslag liggende
onderzoek.”
Artikel 36, derde lid, Wmg ziet op de mogelijkheid tot het vaststellen van
nadere regels met betrekking tot de administratie:
“De zorgautoriteit kan, ten behoeve van de vergelijkbaarheid van
gegevens, toepassing van uniforme principes bij de toerekening van
kosten en opbrengsten en bij het registreren van gegevens over kwaliteit
en opbrengsten, nadere regels stellen betreffende de administratie van:
a. (…)
b. zorgverzekeraars en AWBZ-verzekeraars met het oog op de
bevordering van een goede uitvoering van de
Zorgverzekeringswet onderscheidenlijk de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten.”
Van deze mogelijkheid tot nadere regelgeving maakt de Nederlandse
Zorgautoriteit, voor wat betreft het vaststellen van de
administratievoorschriften in overeenstemming met het College voor
zorgverzekeringen, gebruik door vaststelling van de bijgaande Regeling
Controle en Administratie AWBZ-verzekeraars.
De administratie- en controlevoorschriften moeten recht doen aan de
huidige opvattingen over de binnen de eigen verantwoordelijkheid van de
AWBZ-verzekeraar tot stand te brengen en te beheersen bedrijfsvoering
en administratieve organisatie en de daarover af te leggen
verantwoording.
Uitgangspunt is dat de AWBZ-verzekeraars zelf verantwoordelijk zijn
voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de verzekering.
Binnen die eigen verantwoordelijkheid richt de AWBZ-verzekeraar zijn
bedrijfsvoering en administratieve organisatie in en voorziet het in de
vereiste controles. De zorg voor een juiste uitvoering van de verzekering
en de controle daarop omvat een breed terrein. Dat terrein omvat zowel
een zorgvuldige inschrijving en een verzekerdenbestand dat op orde
dient te zijn, als een deugdelijke verstrekkingenadministratie.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
6 van 10
Er dienen geen aanspraken aan de verzekering te worden ontleend door
personen die niet verzekerd zijn ingevolge de AWBZ of, wel verzekerd
zijnde, niet aan de voorwaarden voldoen die bij en krachtens de AWBZ
voor de
onderscheiden verstrekkingen gelden. De AWBZ kent een
naturaverzekering waarbij de AWBZ-verzekeraars in beginsel de zorg
inkopen bij personen en zorgaanbieders die de zorg leveren.
Dat betekent dat aan betalingen die de AWBZ-verzekeraar voor
verleende zorg verricht, een zogenaamde medewerkersovereenkomst
ten grondslag dient te liggen. De AWBZ-verzekeraar moet zijn
administratie met betrekking tot deze overeenkomsten op orde hebben
en dient stelselmatig de grondslag voor zijn betalingen te controleren. De
AWBZ-verzekeraar zal moeten zorgen dat de zorgaanbieders zich aan de
verstrekkingenvoorwaarden houden en ook overigens aan de afspraken
die in de medewerkersovereenkomst zijn neergelegd. Een belangrijk
aandachtspunt betreft in dat verband de tijdige zorgverlening en een
doelmatige zorgverlening.
Voor het brede terrein dat de AWBZ-verzekeraar bestrijkt, is een
systeem van interne controles nodig naast controles die meer extern
gericht zijn en waaraan inherent is dat daarvoor de medewerking van
derden wordt gezocht, in het bijzonder verzekerden en gecontracteerde
zorgaanbieders.
De Regeling geeft voor een aantal met name genoemde controles die
moeten plaatsvinden bijzondere voorschriften en stelt daarbij een
betrouwbaarheids- en nauwkeurigheidsnorm. Kenmerkend voor de
onderhavige regeling is dat zij uitgaat van een planmatige controle. De
AWBZ-verzekeraar dient voorafgaand aan ieder verslagjaar een
controleplan op te stellen. Het ligt in de rede dat de AWBZ-verzekeraar
daarbij gebruik maakt van risicoanalyses. Controle moet immers
proportioneel zijn. Bovendien zijn de zorgaanbieders en hulpverleners
zelf verantwoordelijk voor hun rechtmatig en doelmatig handelen, en
daarmee voor een juiste registratie, administratie en declaratie.
Deze Regeling heeft slechts betrekking op de werkzaamheden waarvoor
de AWBZ-verzekeraar verantwoordelijk is.
De AWBZ-verzekeraar voert de controles gedurende het jaar volgens
plan uit. De resultaten en noodzakelijke vervolgacties, waaronder
bijvoorbeeld het terugvorderen van ten onrechte gedeclareerde
bedragen, worden vastgelegd. Indien de AWBZ-verzekeraar niet aan de
gestelde normen van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid voldoet,
neemt hij maatregelen ter voldoening aan de normen en bewaakt hij de
voortgang van de uitvoering van de maatregelen. Vereist is ook dat de
administratie bij voortduring beschikt over de juiste gegevens en
dat de gegevens actueel en volledig zijn. Dat betreft zowel de
verzekerdenadministratie als de verstrekkingenadministratie. Deze dient
actueel te zijn en ingesteld op de vigerende verstrekkingenvoorwaarden
en tarieven en gerelateerd aan een volledig en actueel bestand aan
medewerkersovereenkomsten.
In praktijk ziet de uitvoeringsstructuur er in grote lijnen als volgt uit;
inschrijving als AWBZ-verzekerde vindt plaats bij de AWBZ-verzekeraar.
Dat is de zorgverzekeraar waar betrokkene voor zijn zorgverzekering is
ingeschreven. De AWBZ-verzekeraar beoordeelt bij de inschrijving of
betrokkene tot de kring der verzekerden behoort.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
7 van 10
Op grond van het Administratiebesluit Bijzondere
Ziektekostenverzekering is de uitvoering van de AWBZ voor een
belangrijk deel opgedragen aan het Centraal Administratiekantoor
(verder: CAK) en de verbindingskantoren. De verbindingskantoren
worden sinds 1998 in het spraakgebruik aangeduid als zorgkantoren, zij
het dat de begrippen niet helemaal samenvallen. Het zorgkantoor is
gekoppeld aan een bepaalde regio en het verbindingskantoor dat
meerdere regio’s omvat, beschikt dan over even zovele zorgkantoren.
Hierna zal bij het spraakgebruik worden aangesloten en zal de term
‘zorgkantoor’ worden gebruikt.
Het CAK verricht namens de AWBZ-verzekeraars de betaling van het
grootste deel van de kosten van de AWBZ-verstrekkingen aan de
zorgaanbieders. De zorgkantoren bevorderen het administratieve contact
tussen de zorgaanbieders en het CAK en verrichten diverse
werkzaamheden voor de AWBZ-verzekeraars. Bij de introductie in 1998
van de zorgkantoren hebben de AWBZ-verzekeraars op private basis
aanvullend nog taken opgedragen aan de zorgkantoren.
In de praktijk verrichten de zorgkantoren als gevolg van de hen
opgedragen werkzaamheden een complex aan taken, zoals
onderhandelen met zorgaanbieders over budgetten/tarieven, het regelen
van de financiering van de zorgaanbieders, zorgtoewijzing en het
berekenen en opleggen van de eigen bijdragen voor verblijf.
Feitelijk verrichten de AWBZ-verzekeraars thans uitsluitend nog de
inschrijving als AWBZ-verzekerde, de werkzaamheden rond
ziekenhuisverblijf na de 365ste dag en hulp in het buitenland.
Hoewel de AWBZ-verzekeraars zelf feitelijk dus nog maar in zeer
beperkte mate werkzaamheden verrichten in het kader van de AWBZ
richt de onderhavige Regeling zich toch tot de AWBZ-verzekeraars. De
reden daarvan is dat de AWBZ-verzekeraars verantwoordelijk blijven
voor de uitvoering van de werkzaamheden die de zorgkantoren namens
hen verrichten. Zij zijn er ook voor verantwoordelijk dat de zorgkantoren
hun administratie en controle zodanig inrichten dat de AWBZverzekeraars
daarmee voor de opgedragen werkzaamheden aan hun
verplichtingen uit deze Regeling voldoen.
Indien de zorgkantoren en het CAK de administratie- en
controlevoorschriften nauwgezet naleven, komen de AWBZ-verzekeraars
daarmee voor de werkzaamheden die aan de zorgkantoren
respectievelijk het CAK zijn opgedragen automatisch ook hun
verplichtingen uit deze Regeling na.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
8 van 10
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 4 en 5
Artikel 4 en het eerste lid van artikel 5 bevatten basisbepalingen die de
verantwoordelijkheid van de AWBZ-verzekeraars illustreren voor een
juiste uitvoering van de AWBZ. Het eerste lid van artikel 4 geeft inzicht
in de breedte van het terrein waarop die verantwoordelijkheid betrekking
heeft. Artikel 4, tweede lid, en artikel 5, eerste lid, koppelen aan die
verantwoordelijkheid de consequentie van een administratie die op orde
dient te zijn en van een reeks aan controles.
Artikel 6
Dit artikel regelt de verplichting om jaarlijks vooraf een plan op te stellen
voor het uitvoeren van de controle, de in dit plan opgenomen controles
ook daadwerkelijk uit te voeren en de resultaten daarvan vast te leggen.
Artikel 7
In het kader van de rechtmatigheid moet worden vastgesteld of de cliënt
die een AWBZ- zorgaanspraak tot gelding brengt, tot de kring der
verzekerden behoort en ingeschreven is bij een toegelaten AWBZverzekeraar.
In twee situaties dient het zorgkantoor nadere maatregelen
te treffen:
– Betrokkene is niet ingeschreven, maar wel ingezetene. In dat geval kan
in het algemeen alsnog inschrijving plaatsvinden;
– Betrokkene is geen ingezetene (en kan dus in het algemeen ook niet
ingeschreven zijn). Deze situatie dient in het algemeen te leiden tot
beëindiging van de zorg.
De wijze waarop de controle plaatsvindt verschilt voor zorg zonder
verblijf en zorg met verblijf.
Bij zorg met verblijf vindt de controle op het recht op verstrekkingen
ingevolge de AWBZ plaats als het zorgkantoor de aanvang van de zorg
meldt aan de AWBZ-verzekeraar. Wanneer een verzekerde niet bij de
desbetreffende AWBZ-verzekeraar is ingeschreven, meldt de AWBZverzekeraar
dit aan het zorgkantoor. Het meldingsbericht van de
aanvang van de zorg door het zorgkantoor aan de AWBZ-verzekeraar
dient bij zorg met verblijf ook nog een ander doel. Wanneer iemand is
opgenomen, kunnen bepaalde aanspraken (zoals tandheelkundige en
farmaceutische hulp) overgaan naar de AWBZ.
Wanneer er geen AWBZ-verzekeraar is – doordat betrokkene
bijvoorbeeld zijn buitenlandse ziektekostenverzekering aanhoudt –
beoordeelt het zorgkantoor of betrokkene verzekerd is. Een ander
controlemiddel bij zorg met verblijf is de opvraag van persoonsgegevens
in de Gemeentelijke Basisadministratie ten behoeve van de vaststelling
van de eigen bijdrage.
Bij zorg zonder verblijf gaat het om dermate massale aantallen dat
melding van de aanvang van de zorg aan de AWBZ-verzekeraar in 100%
van de gevallen haar doel voorbij schiet. Tevens is sprake van gespreide
uitvoering: het CAK voert de eigen bijdrage uit, het zorgkantoor voert de
controle van het recht op verstrekkingen ingevolge de AWBZ uit.
Gegeven deze uitvoeringsstructuur ligt het voor de hand dat de controle
van het recht op verstrekkingen ingevolge de AWBZ als volgt wordt
uitgevoerd.
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
9 van 10
Voor de vaststelling van de eigen bijdrage vraagt het CAK bij zorg zonder
verblijf een aantal gegevens over de verzekerde op bij de Gemeentelijke
Basisadministratie. Uit deze opvraag kan blijken dat betrokkene geen
ingezetene is. Ook komt het voor dat de gegevens van betrokkene niet
kunnen worden gevonden in het GBA. Het CAK meldt beide situaties aan
het zorgkantoor.
Wanneer de aanvang van de zorg zonder verblijf wordt gemeld aan het
zorgkantoor of een melding zoals hiervoor bedoeld van het CAK wordt
ontvangen, controleert het zorgkantoor of is aangegeven bij welke
AWBZ-verzekeraar betrokkene ingeschreven is. Indien geen inschrijving
bekend is, verricht het zorgkantoor nader onderzoek. Van wijziging van
omstandigheden is bijvoorbeeld sprake wanneer iemand tijdens de
zorgverlening verhuist naar een ander land. In een dergelijke situatie
moet worden beoordeeld of de AWBZ-verzekering voortduurt.
Artikel 8
Dit artikel heeft betrekking op de controle op de rechtmatigheid van de
bedrijfsopbrengsten. In de Handleidingen Verantwoording Zorgkantoren
is aangegeven wat onder bedrijfsopbrengsten wordt verstaan.
De gehanteerde normering sluit aan op de normen die gebruikelijk zijn
voor de rechtmatigheidscontrole.
Artikel 9
Dit artikel handelt over de zogenaamde formele en materiële controles
op de verstrekkingen. Naast de controle op de formele vereisten voor
verstrekking of vergoeding ten laste van de AWBZ dient te worden
vastgesteld of de gedeclareerde prestatie ook daadwerkelijk is geleverd
en tevens of daarbij sprake is van een doelmatige zorgverlening. Dit type
controle wordt “materiële controle” genoemd. Voor de nauwkeurigheid
van de materiële controle wordt in plaats van 99%, zoals de norm
geldt voor de formele controles, volstaan met een norm van 95%. Voor
beide controletypen geldt voor de betrouwbaarheid de norm van 95%.
De controles worden in continuïteit uitgevoerd. Omdat de meeste zorg in
de AWBZ een naturakarakter heeft kan het aangewezen zijn bij de
controle óók via de verzekerden na te gaan of de gedeclareerde zorg
daadwerkelijk is geleverd. Mogelijke instrumenten voor de controle
via de verzekerden zijn:
• Het uitvoeren van een steekproefsgewijze controle onder verzekerden
op de daadwerkelijke levering van gedeclareerde zorg;
• Het houden van enquêtes.
Teneinde vast te stellen dat er geen onnodige verstrekkingen zijn
verleend of uitgaven zijn gedaan welke hoger zijn dan noodzakelijk, kan
aan het inzetten van de volgende middelen worden gedacht:
• Het analyseren en onderling vergelijken van kosten van
verstrekkingen;
• Het voeren van overleg met zorgverleners;
• Het inzien van patiëntendossiers voor zover het belang van de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de patiënt en het
beroepsgeheim van de zorgaanbieder daaraan niet in de weg staan;
• Het nagaan of de inhoud van de zorg overeenkomt met de
(her)indicatie en of de eventuele overbruggingszorg passend is;
• Het inventariseren van klachten van verzekerden.
Artikel 10
Een voorbeeld van een adequate invulling van de controle op de kwaliteit
en de organisatie van de zorgverlening is dat het zorgkantoor bij de
zorgaanbieders nagaat:
– Hoe het opname- en ontslagbeleid is geweest;
Kenmerk
VA/NR-100.048
Pagina
10 van 10
– Hoe de relatie met aanpalende voorzieningen is;
– Of, gezien de doelstelling van de zorgaanbieder, personen met een
daarbij passende indicatie in behandeling zijn genomen;
– Of het verblijf van de verzekerden in de zorgaanbieder moet
voortduren. Hierbij kunnen bijvoorbeeld de doorstromingsmogelijkheden
en het doorstromingsbeleid worden betrokken;
– Of de diverse disciplines die voorgeschreven zijn voor de soort
hulpverlening, aanwezig zijn;
– Of de werkelijke behandeling van de verzekerden in overeenstemming
is met de behandelplannen en of daarbij een goede coördinatie, ook in de
tijd, plaatsvindt tussen de verschillende onderzoekers en behandelaars.
Artikel 11
Zowel gedurende, als na afloop van het jaar volgt het zorgkantoor de
ontwikkelingen binnen de zorgaanbieders. Daarbij dienen ten minste de
in het eerste lid genoemde controles te worden uitgevoerd.
De AWBZ-verzekeraar dient te beschikken over een instrument om
gedurende het jaar de financiële situatie van de zorgaanbieders te
volgen. Dit dient gericht te zijn op het tijdig opsporen, analyseren,
bespreekbaar maken en beïnvloeden van mogelijke problemen in het
bestuurlijk en het bedrijfsmatig functioneren van zorgaanbieders. Een
handreiking voor zo’n instrument is weergegeven in de circulaire
‘Toetsing financiële situatie zorginstellingen door early warning’ van
28 mei 2003 van het CVZ.
In het rapport ‘Uitbesteden gecontracteerde zorg door AWBZ-instellingen’
van maart 2006 is aangegeven dat de uitkomsten van dit rapport
gebruikt worden om de Regeling Controle en Administratie AWBZverzekeraars
aan te scherpen. In bovengenoemd rapport worden een
aantal zaken genoemd waar de AWBZ-verzekeraar op moet letten in het
kader van uitbesteding van zorg. Zo moet de AWBZ-verzekeraar inzicht
verkrijgen in welke mate gecontracteerde zorgaanbieders zorg
uitbesteden aan andere zorgaanbieders of zzp’ers die uiteindelijk de zorg
daadwerkelijk leveren. De AWBZ-verzekeraar gebruikt deze informatie
om te toetsen of de kwaliteit van de afgesproken zorgverlening (en
zorgcontinuïteit) gewaarborgd blijft en of AWBZ-middelen niet
oneigenlijk of ondoelmatig worden aangewend. Verder gebruikt de
AWBZ-verzekeraar deze informatie bij het zorginkoopproces. Bij vreemde
constructies onderneemt de AWBZ-verzekeraar actie in de vorm van
nader onderzoek.
Artikel 12
De Regeling treedt in werking op 1 januari 2007.
Voor de toepassing van artikel 5, eerste lid is een uitzondering gemaakt.
Het controleplan 2007 moet ultimo 2006 gereed zijn. Op die manier kan
in 2007 ook met een controleplan worden gewerkt.
GROENE LAND ZORG(FRAUDE)VERZEKERAAR (DEEL 6)
2 november 2010 Door denkmetkoosmee
Groene Land directeur Norbert Hoogers laat niets van zich horen….
Norbert weet niet zo heel goed hoe hij met zijn verantwoordelijkheden moet omgaan. Een simpele maar een nette reactie? Nee, zelfs dat doet Norbert niet. Hij heeft blijkbaar veel te verbergen. En wellicht kan hij toch niet zo heel goed kan omgaan met de macht die hem toegevallen is. Dan zetten we de volgende stap: en schrijven een brief aan het College van Zorgverzekeraars. De brief publiceren we hieronder.
Denkmetkoosmee
Amersfoort, dinsdag 2 november 2010
College van Zorgverzekeraars
T.a.v.: de Raad van Bestuur
Antwoordnummer 1192
1110 VB DIEMEN
Onderwerp: langlopend conflict met zorgverzekeraar Groene Land Achmea
Geachte heer of mevrouw,
Graag vraag ik uw aandacht voor wat in eerste instantie een klucht leek of een wrange grap, maar ondertussen meer lijkt op een moeizaam gevecht met de georganiseerde misdaad.
Begin 2007 ontving ik van mijn zorgverzekeraar Groene Land Achmea een acceptgiro met daarop een bedrag geprint van 122 euro en 13 eurocent. Volgens Groene Land Achmea zou ik een ‘achterstand hebben in de betaling van de premie van mijn zorgverzekering’. Hiervan was echter geen sprake en ik schreef Groene Land Achmea dat er geen sprake was van een betalingsachterstand m.b.t. mijn zorgpremie. Ik kreeg geen antwoord, alleen herinneringen.
Nadat ik eerst – heel humoristisch- uit de eveneens bij Groene Land Achmea afgesloten aanvullende verzekering werd gekieperd, schreef Groene Land Achmea mij dat de acceptgiro voortkwam uit een declaratie van een KNO-arts in het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen. Ik schreef terug dat ik geen arts had bezocht in dat ziekenhuis en vroeg aan Groene Land Achmea om de factuur te crediteren. Hetgeen werd geweigerd. Nadat ik links- en rechts wat informatie had ingewonnen hoe het toch mogelijk was dat ik tóch een factuur kreeg, vroeg ik Groene Land Achmea en het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen om bewijzen. Die bewijzen hadden moeten komen uit de materiële controle die de zorgbehandelaar en zorgverzekeraar wettelijk gezien moeten uitvoeren. Maar dat klaarblijkelijk niet gedaan hebben, anders hadden zij ‘het bewijs’ immers kunnen tonen? Maar ondanks dat zowel Groene Land Achmea als het Wilhelmina Ziekenhuis het bewijs niet kunnen leveren blijven beide partijen – tegen beter weten in- vasthouden aan hun onzin.
Omdat mijn vertrouwen in Groene Land Achmea dusdanig was gekelderd, en ik inmiddels de humor niet meer van deze klucht- of wrange grap kon inzien, wilde ik overstappen naar een andere verzekeraar en dus zegde ik de zorgverzekeringen bij Groene Land Achmea in december 2007 op en ik meldde mij aan bij internetzorgverzekeraar Zekur. Maar Zekur meldde mij schriftelijk dat ik vanwege een betalingsachterstand niet kon overstappen.
Groene Land Achmea had mij dus –onterecht- in een bestand met wanbetalers geplaatst.
Omdat er géén achterstanden in premiebetaling waren, integendeel, ik had zelfs geld tegoed, tekende ik weer protest aan. Tevergeefs. Een creditmanager, met de naam A. van der Hoek, mocht mij vanuit zijn kantoor in Zwolle jarenlang dwarszitten. Klachten die ik indiende, werden steeds door hem behandeld. Een slager die zijn eigen vlees keurt dus. Mijn verzoeken om een klachtbehandelaar werden telkens door hem (of haar) afgewezen. Het kreeg een pervers tintje: vertragen, ontmoedigen, aan het lijntje houden en afpoeieren. Puur machtsmisbruik. Ik heb Groene Land Achmea in gebreke gesteld en de premiebetalingen vanaf januari 2008 gestaakt. Ik had immers mijn zorgverzekeringen rechtsgeldig beëindigd. Ik heb vanaf dat moment – zeer principieel- al mijn medische kosten voor eigen rekening genomen.
Intussen had ik mij flink ingelezen in de onderhavige materies. Enzo kwam ik erachter dat de administratieve competenties bij zorgverzekeraars ver onder de maat zijn. En dat er grote problemen waren (en nog zijn) met de dbc-administraties en de materiële controles. Nergens vond ik een bewijs dat Groene Land Achmea niet deelde in deze malaise. Steeds meer begon ik het vermoeden te krijgen dat ik het slachtoffer ben geworden van fraude. Maar ik ben er nu zeker van: het gaat om fraude met de premieadministratie. Het is een ernstig verwijt, maar ik heb bewijs.
Om betalingen toch af te dwingen heeft Groene Land Achmea (zonder twijfel) zeer lucratieve contracten afgesloten met de incassobranche. Ja, met de incassobranche, want Groene Land Achmea kijkt niet op een incassobureau meer of minder. Het laatste incassobureau waar ik mee te maken kreeg was GGN Tijhuis en Partners, nadat ook InkassoUnie probeerde een graantje mee te pikken. Dit GGN heeft echt alles in huis: incasso, dagvaarden rechtshulpverlening, ach het maakt niet uit: wat de opdrachtgever ook maar wenst. En ik werd door ze gedagvaard. In de civiele procedure die volgde, weerlegde ik alle aantijgingen van Groene Land Achmea en GGN met glans.
Ik kwam erachter dat GGN, slechts het ‘enge belang’ van haar cliënt voor ogen had en ervoer dat men niet te beroerd was om te liegen en te bedriegen. Net zoals haar opdrachtgever Groene Land Achmea, de zorgverzekeraar waarvan ik zo graag afscheid wil nemen, maar die dat met chantage probeert te voorkomen. Om de aandacht af te leiden van de administratieve puinhoop die ik blootlegde, tracht Groene Land Achmea mij nu in het hokje van ‘wanbetalers van zorgpremie’ te stoppen. En dat terwijl ik geen wanbetaler ben, of wil worden. Ik wil slechts mijn recht als burger en als consument. Ik wil graag op een normale manier verzekerd zijn en wil niet jarenlang getreiterd worden door een misdadig bedrijf dat na jaren van ellende –dat kan niet anders- nu ineens Zilveren Kruis Achmea wil gaan heten. De vraag roept zich dan op of de vos, na alle verloren ‘haren’, ook de streken kwijtgeraakt zal zijn.
Een ieder die een beetje handig is met een internetzoekmachine, vindt de bewijzen van de ‘streken’ van Groene Land Achmea. In één van de uitspraken (zaak/rolnr.: 382813 / CV EXPL 08-3174) die ik vond, een vonnis van mr. F.M. Visser (de rijdende rechter) nu in de functie van kantonrechter te Haarlem, las ik het volgende:
‘Voorop gesteld moet worden dat in de praktijk helaas is gebleken, dat vorderingen van Groene Land met de nodige argwaan moeten worden bekeken. Want zogauw verweer wordt gevoerd moet veel te vaak worden geconstateerd dat de onderbouwing niet klopt, veelal ten nadele van de gedaagde. Dat gebeurt zo vaak, dat er bij deze kantonrechter inmiddels enige twijfels zijn gerezen over de professionele integriteit bij de incassoafdeling van Groene Land’.
Het is de spijker op z’n kop. Deze uitspraak stamt uit 2009. Maar op internet vindt je ook uitspraken uit 2006. En de rode draad door al deze uitspraken is, dat de kantonrechters met verbazing schrijven over de administratieve ‘blunders’ van Groene Land Achmea. Het kan niet anders, of we zijn op het topje van de ijsberg gestuit. Hoeveel verzekerden zijn er het slachtoffer geworden van de misdadige praktijken van deze zorgverzekeraar, de malafide incassobranche en de aan hen geliëerde eveneens malafide gerechtsdeurwaarders? Die deze wantoestand al jaren laten bestaan i.v.m. de financiële belangen? En hoeveel verzekerden volgen er nog? Wanneer is het genoeg geweest? Wanneer trapt er nu eens iemand keihard op de rem? Zijn er ook mensen die beseffen hoe slopend het is om jarenlang tegen deze zorgverzekeraar te moeten vechten? Deze zorgverzekeraar die samen met de incassomaffia een onderdeel van de Nederlandse georganiseerde misdaad vormt. Is het zo heftig zult u zeggen? Ja het is zo heftig. Het is zo heftig dat ik nachts droom dat ik, net zoals in thrillers, Groene Land Achmea-medewerkers door de knieën schiet. In ieder geval, zo vermoedde u al, is er sprake van ernstig psychisch lijden. En ik verwacht dat ik niet de enige ben.
Ik schreef al dat Groene Land Achmea mij bij het CVZ heeft aangemeld als wanbetaler.
Dat ben ik niet. Ik was en ben bereid premie te betalen. Maar niet meer aan Groene Land Achmea. Ik wil niets meer met deze terreurzorgverzekeraar te maken hebben. Ik verzoek het CVZ een eind te maken aan deze klucht, deze idiote nachtmerrie. Zodat ik als normale verzekerde verder kan met mijn leven. Zodat ik niet langer onterecht onder bestuursdwang wordt geplaatst en mijn consumentrechten terugkrijg. En dat Groene Land Achmea haar verantwoordelijkheid gaat nemen door orde op zaken te stellen op de incassoafdeling en de slachtoffers van de misstanden schadeloos stelt.
Zoals u uit mijn brief kunt opmaken verdenk ik Groene Land Achmea van fraude: Vaak denkt men in de eerste plaats dat fraude wordt gepleegd door de verzekerde zelf. Maar het kan ook gaan om zorgaanbieders en een groep die men wel eens over het hoofd ziet: medewerkers bij zorgverzekeringen. Het is niet voor niets dat kantonrechter F.M. Visser in een vonnis schrijft dat hij twijfels heeft over de ‘professionele integriteit’ bij de incassoafdeling van Groene Land Achmea. Ikzelf heb die twijfels niet. Ik weet zeker dat er onregelmatigheden plaatsvonden en misschien nog wel plaatsvinden.
Zoals u uit mijn brief kunt afleiden is er sprake van een schrijnende situatie.
Ik verzoek het CVZ dan ook om een fraudeonderzoek in te (laten) stellen bij Groene Land Achmea.
In afwachting van uw antwoord en met de meeste hoogachting,
Geplaatst in DOSSIER GROENE LAND ACHMEA
Getagged College van Zorgverzekeraars, empathie, fraude premieadministratie groene land, gestoorde gewetensfunctie, Norbert Hoogers directeur Operations Groene Land Achmea, ontbrekend geweten
2 reacties
LikeBe the first to like this post.2 Reacties
op 2 november 2010 bij 23:19
Beantwoorden Dion
Nog wat beter op de spelfouten letten en hij was helemaal 100% geweest. Ben wel erg benieuwd naar de reactie. Wat een klote verzekering die Groene Land.
Ze maken liever mensen kapot, dan toe te geven dat ze een fout hebben gemaakt.
op 4 november 2010 bij 12:52
Beantwoorden denkmetkoosmee
Er is idd een betere versie verzonden.
Dat dergelijk zaken zo uit de hand lopen heeft alles te maken met de stijl van leidinggeven van de hogere managers in dergelijke bedrijven Op de werkvloer zijn mensen actief die dichter bij de burger staan. De stijl van leidinggeven van dergelijke managers en directeuren is top-down. Ontdaan van het geringste beetje empathie. Vanuit allerlei hoeken in de samenleving is er vraag naar verandering. Dit dossier is een goed voorbeeld hoe het fout kan gaan. Terwijl het zo simpel was op te lossen. In een organisatie moet er bereidheid zijn om te ‘veranderen’. Vaak wordt er leiding gegeven door bedrijfseconomen die moeite hebben met de ‘menselijke maat’. Ze zien alles in cijfers.