verlaten.Link:Besparen en beheersen van zorgkosten
Het resultaat wat u hieronder leest is het gevolg van de invoering van de Zorgverzekeringswet en de WMO door Hans Hoogervorst en zijn Washington Consensus.
Link:Washington Consensus
De bedoeling was om verre landen te bezoeken welke door de beschaafde wereld Bananenrepublieken werden genoemd. Ook wilden we landen bezoeken waar de maffia heerste over volk en politiek. We zijn nooit buitengaats geweest omdat we alles in eigen land konden ontdekken.
Na twaalf jaar ervaring met de zorg in eigen land kunnen we stellen dat in onze beleving sprake is van een maffia-achtige organisatie binnen de zorgsector in Nederland.
Verder ontdekten we dat er vele wetten en regels bestaan die de zorggebruiker zouden moeten beschermen. Zouden moeten betekent dat ze het dus niet doen. Recht hebben en recht krijgen in de zorg zijn twee verschillende zaken.
Zo ontdekten we het klachtrecht. Zag er goed uit op papier maar in de praktijk worden leden van een klachtencommissie door de zorginstelling zelf geronseld. Hetzelfde geldt voor de cliëntenraden. Dat orgaan zou de belangen van de bewoner in een verpleeghuis moeten vertegenwoordigen.
Wij ontdekten dat sommige leden van de klachtencommissie praktiserende wethouders van de gemeente waren. De hele commissie scheen helemaal niet objectief en onafhankelijk te zijn.
Leden konden best hun voordeel halen voor hun eigen familielid in het tehuis door klagers de mond te snoeren met hun uitspraken.
Voor leden van de cliëntenraden gaat hetzelfde verhaal op.
We ontdekten dat een, door de zorgsector zelf bedachte beroepscommissie klachten (LBK) nog slechter was dan plaatselijke klachtencommissies.
Nooit zocht iemand naar de waarheid en werden alle leugens en bedrog van een zorgaanbieder als waarheid aangenomen. Zowel bij de klachtencommissie, de beroepscommissie LBK, de rechtbank, kortom bij alle mogelijke procedures waar de cliënt zijn recht kon halen (op papier), werd je als klager met leugens en bedrog omgevormd tot aangeklaagde en de zorgaanbieder die belabberde zorg leverde werd op die manier de klager.
En we merkten dat de echte klager systematisch aan het kortste eind trok.
Dit mede door de opstelling van de Inspectie voor de Volksgezondheid. Die houdt gewoonlijk de zorgsector de hand boven het hoofd. Vanzelfsprekend om het eigen straatje schoon te houden, want onder staatstoezicht kan er niets mis zijn is de opvatting.
Helaas ontdekten we dat het staatstoezicht helemaal geen toezicht is. De inspectie kijkt naar hetgeen zorgaanbieders op papier hebben bedacht. Op papier omschrijven ze hoe ze zorg verlenen. En de papieren zien er altijd goed uit. De inspecteur kondigt zijn onverwacht bezoek van te voren aan en tijdens zijn inspectieronde laat hij zich rondleiden langs een welbepaalde route. Dan zegt hij bij voorbeeld: toon mij eens een paar documenten waarin de incontinentiezorg beschreven is. Dat is hier keurig in orde constateert meneer de inspecteur. En als hij dan vertrokken is zit je moeder van onder tot boven nat geplast omdat ze met de inspecteur op stap waren en dus geen tijd hadden om te verschonen.
Ons bleek dat de inspectie helemaal niets voorstelde in de zorg. Overigens blijkt ieder staatstoezicht uitsluitend af te gaan op wat er door bedrijven of instellingen zelf wordt opgegeven. Dat is zo geregeld.
We kwamen roeibootjes tegen waar de bemanning uitgeput lag te zuchten vanwege het roeien tegen de stroom in of die waren lek geschoten door de zorgmaffia. We zagen veel gestrande boten, op de klippen gelopen bij hun zoektocht naar goede zorg.
We hoorden veel verhalen van lotgenoten die op geen enkele wijze er in geslaagd waren om hun rechten te gelde te maken. Zo heet dat in vaktermen van advocaten en rechters.
We konden uit eigen ervaring en die van anderen noteren dat de Nederlandse rechtsorde minder door terroristen uit het oosten bedreigd wordt maar veel meer door de weledelgestrenge rechters en advocaten uit eigen streek.
We hoorden verhalen over de smerige streken van zorgaanbieders als familie zich bemoeide met de zorg voor hun vader of moeder in een verpleeghuis. Families werden buiten de deur gezet omdat veel zorginstellingen geen pottenkijkers in huis willen hebben.
De meest toegepaste strategie om families te weren zijn het verstoren van de relatie, het ontbreken van vertrouwen, het belemmeren van goede zorg en een bedreiging voor de medewerkers. Daarmee kunnen zorginstellingen met succes iedereen buiten zetten die geen genoegen neemt met de belabberde zorg. Of die zich niet wenst te schikken naar de grillige willekeur van tehuizen.
Feitelijk bleven we ronddwalen in de verpleeghuiszorg zodat we minder ervaring konden opdoen met andere zorgvormen.
In deze beperkte omgeving konden we onze oren en ogen niet geloven.
In de 21 ste eeuw hadden we verwacht dat de overheid, de regering, de minister van VWS vooral oog had voor de belangen van zijn burgers.
Maar zo ver was de beschaving al afgezakt dat vanuit de politiek de zorg geheel werd toegespeeld naar de marktpartijen. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars zijn de baas in zorgland.
Zorgvragenden dienen enkel als handelswaar dat op de zorgmarkt verhandeld wordt en waar de machthebbers de miljarden mee kunnen binnenharken.
Want zoals we in andere verre landen hadden ontdekt, levert de marktwerking in de zorg geen betere en goedkopere zorg op.
We mochten ook eens in de achterkamertjes van de politiek kijken. Daar werden nieuwe plannen uitgebroed door de overheid. Rechten en regels die er op neer komen dat de zorgvrager nog minder invloed heeft op zijn eigen zorg. Met die zogenaamde vernieuwingen gaat de burger weer terug naar een toestand waar slechts het rijkere deel van Nederland goede zorg kan bemachtigen. Uiteraard tegen prijzen die de grote massa niet kan betalen.
Zo komt Nederland weer terug bij de tijd dat rijke burgers gezond zijn en langer leven en arme burgers ziek worden en vroegtijdig overlijden.
We hoorden vele verhalen van verwaarlozing, mishandeling, slechte zorg bij onze ouderen.
Zo het verhaal van een familie die hun moeder weghaalde uit het verpleeghuis omdat er sprake was van ernstige verwaarlozing, slechte medische zorg en mishandeling.
De familie kreeg nergens gelijk, moest het afleggen tegen de zorgprofessionals, of beter gezegd tegen de machtige, maffia-achtige zorg bobo’s. Slechts 1 keer hadden ze de hoofdprijs bij de Nationale ombudsman. Die verklaarde 5 keer de gedragingen van een inspecteur onjuist.
Uit die uitspraak konden we concluderen dat de inspectie van geen kanten deugde.
De Nationale ombudsman had al verschillende rapporten geproduceerd over de misstanden in de langdurige zorg.
Het veranderde niets omdat de zorgmaffia altijd alles ontkent. En zij niet alleen. De minister met zijn vazallen noemde iedere misstand in een zorginstelling een incident waar ze niets mee konden. Intussen zijn honderden incidenten nog steeds geen aanleiding om in te grijpen door de regering. Omdat de staat totaal geen greep heeft op de zorgsector.
(Deze bijdrage verschijnt nog in het kader van de VKblogdag over Verpleeghuizen)
Toon gerelateerde artikelen
Volgend artikel in dit blog
5reacties Aad Verbaast 15-11-2010 21:51
Schrijnend.
Gevoelens van machteloosheid. Muren van macht.
demio 15-11-2010 22:13
Columbus, van jou verwacht ik ook nog eens een boek, als de zorg voor je moeder vermindert.
Helaas herken ik je verhaal al te goed. Niet om vrolijk van te worden.
Maar duidelijk verteld
Het blijf vechten tegen de bierkaai
Esther-in-Zorgland 15-11-2010 22:21
@Columbus en Demio
Ik heb in jullie reisverhaal veel kunnen herkennen van mijn eigen ervaringen gedurende mijn omzwervingen in de zieke wereld van de zorg.
Het reilen en zeilen van klachtencommissies, de inspectie, Nationale Ombudsman, Ministerie van VWS etc. zijn mij zeer wel bekend.
Ook het niveau van de LBK heb ik van dichtbij mee mogen maken; zie bijvoorbeeld:
members.ziggo.nl/esther-in-zor…
@Aad
Treffend uitgedrukt:
Schrijnend; gevoelens van machteloosheid; muren van macht.
Nu nog een oplossing.
Madelein 16-11-2010 00:44
Als de heren het eens zijn met de spreker in het Engelse parlement dan roepen ze hear hear en stampen ze met voeten enzo.
Dat is ook mijn reactie hier.
De oplossing. Laten we eens beginnen met de betaalde AWBZ premie aan AWBZ te besteden, dan wat bureaucratie eruit en vervolgens de werkvloer eens een weekje in het buur verpleeghuis opnemen.
Alida 16-11-2010 20:18
Columbus en Demio: heel veel herkenning in dit verhaal….machteloosheid nog steeds omdat de ellende maar doorgaat en er niets verandert.
Blauwe regel aanklikken met linkermuisknop
Hier het raadsstuk Zwolle vaststelling uitvoeringsovereenkomst subsidies 2011 waarin vermeld staat dat op gronden van jarenlange mandattering subsidies zijn toegekent aan welzijnsinstellingen en waar raadsleden en wethouders belangenverstrengelingen mee hebben en zonder enig onderzoek en voeren van juridische procedures,het volgen van subsidievoorwaarden en wet en regelgeving en met deze mandaten gaf het bestuursorgaan verantwoordelijkheden en bevoegdheden uit handen aan onbevoegde en malafide organisaties zoals leger des heils,Tactus verslavingszorg en RIBW Vecht wat betreft opvang dak en thuislozen zonder zorg en hulpverlening op maat en waar clienten hoge eigen bijdrages per maand moeten betalen voor een simpel,bed,bad en broodbeleid en waar geen enkele toezicht is gehouden door de gemeente Zwolle en de inspectie voor de gezondheidszorg,op beleid ,uitvoering en besteding van subsidies en prestaties door deze instellingen.
En waar het Leger des Heils erkend word als zorgaanbieder door de Nederlandse zorgautoriteit.
De gemeente Zwolle heeft haar zorgplicht opzettelijk verwaarloosd.
Artikel 13 van de gemeentewet stelt dat een raadslid niet gelijk lid kan zijn van de rekenkamer(commissie) om zo de onafhankelijkheid te garanderen maar in Zwolle zijn al tijden raadsleden lid van de rekenkamer.En waar CDA en CU,PvdA raadsleden en wethouders belangenverstrengelingen hebben met (christelijke)zorg en welzijnsinstellingen en deze bevoordelen in subsidieverleningen maar waar de jaarverslagen van deze instellingen niet worden gecontroleerd door de gemeente Zwolle.In Venlo gebeurt dit wel om zo na te gaan of de subsidies besteed zijn aan gestelde doelen
Vind u het geen vreemde zaak dat de sociale dienst budgetbeheer daklozen 275 euro overmaakt op rekening van het leger des heils Zwolle voor niet geleverde diensten en waar het maar de vraag is wanneer de niet verbruikte gelden aan eigen bijdrages terug worden gestort en we krijgen geen gespecificeerde afschriften waar de eigen bijdrage aan besteed is want dat maakte ik ook mee in opvang leger des heils Almere,crisisopvang de Valk Arcuris in Lelystad aan de Malzwin 27 en sociaal pension Arcuris Ravestijenstr. in Almere en waar in alle opvanginstellingen geen clientenraden en klachtencommisies aanwezig waren en ik zelf een gesprek aan vroeg in sociaal pension Arcuris met het toenmalige clusterhoofd Mevr. L. P. en regiodirecteur N. M. over het disfunctioneren van dit sociaal pension.
Het was zo als dakloze clienten van de crisisopvang perspectief leger des heils Almere dit pand verlieten en het verzoek indiende om hun eigen geld weer terug gestort te krijgen op hun priverekening zij daar weken soms maanden op moesten wachten voordat het terug gestort was en zij al die tijd zonder geld zaten.
Toen ik 13 juli 2001 na 3 maanden verblijf in crisisopvang de Valk in Lelystad deze opvang verliet zonder dat ik op weg geholpen was en er geen vervolgplek was geregeld en ik bij maatschappelijk werk flevoland in het Lelycentre om hulp vroeg en zij een plek regelde in sociaal pension de Cocon in Hilversum en ik daar van mijn beetje geld naar afreisde en daar wou geld pinnen om de Cocon te kunnen betalen bleek de sociale dienst Lelystad mijn Awb uitkering gestort te hebben op rekening van crisisopvang de Valk terwijl zij wisten dat ik 13 juli deze opvang ging verlaten.
De staat van de gezondheidszorg in Nederland anno 2015,de “dure huisarts” wegbezuinigd en u kunt een beroep doen op een goedkope medicijnman uit Afrika en dat scheelt ook weer in het budget voor ontwikkelingslanden waar Nederland nu deel van uit maakt dankzij 30 jaar neo-liberaal “christelijke” regeringsbeleid”waar alle politieke partijem mee hebben ingestemd.
Waarom zou u nog gaan stemmen? U werkt aan uw eigen ondergang.
Blauwe regel met linkermuisknop aanklikken voor weergave
http://youtu.be/5Pts_xyrnwQ
http://youtu.be/c9rob1RdOsk
Dit OM rapport toont aan dat geen enkele instantie toezicht houd op de zorg en besteding van subsidies en AWBZ/PGB gelden en dat noemen we de “ondernemerskat op het subsidiespek binden”
Link;Rapport ‘Persoonsgebonden Zorg Verantwoord’
https://anaconda15.wordpress.com/2011/09/13/awbzpgb-indicatiefraudes-3/
Zorgkosten
van het kastje naar de muur gestuurd
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() ![]() BASISVERZEKERING POLITIEK PATIËNTEN EXPERIMENT VERZEKERAARS SAMENWERKEN RECLAME BELGIË TOEKOMST ![]() |
De basisverzekering: voor elk wat wils?De structuur en de financiering van de gezondheidszorg gaan op de schop. Een noodzakelijke verandering of een monument van minister Borst?
IN MAART 1987 bracht een commissie, vernoemd naar haar voorzitter, Philips-topman Wisse Dekker, op verzoek van het tweede kabinet-Lubbers rapport uit inzake de structuur en financiering van de gezondheidszorg. De titel was ‘Bereidheid tot verandering’. |
Geldverslindend zorgstelsel moest op de schop
De ‘kleine Napoleon’ werd minister Hoogervorst door de oppositie genoemd, omdat hij het nieuwe zorgstelsel als een militair door de Kamer joeg. Het mocht onderhand….
Wie de critici van de nieuwe zorgverzekering hoort, zou het bijna vergeten, maar het oude zorgstelsel was beslist geen paradijs. De verdeling ziekenfonds/particulier dreef verzekerden en verzekeraars tot wanhoop, ziekenhuizen verspilden miljarden en de patiënt kreeg beslist niet altijd de best mogelijke zorg. De laatste Sovjet-economie na de val van de Muur, zo betitelden veel zorgbestuurders hun sector.
Dat wil niet zeggen dat de burger die een wacht- of operatiekamer betrad, was overgeleverd aan een veredelde veearts. Met een gemiddelde levensverwachting van 79 jaar, behoort de Nederlander met de Belg en de Duitser bij de middenmoot van de EU. Alleen: de zorg kan beter, klantvriendelijker en waarschijnlijk ook goedkoper. Illustratief is het rapport dat een onderzoekscommissie van de Tweede Kamer vorig jaar presenteerde met de veelzeggende titel Miljardenzorg. Hoofdconclusie van de Kamer: het is onzeker of de bijna 50 miljard euro die tussen 1994-2002 éxtra in de zorg werd gepompt, wel nuttig is besteed.
Er moest dus iets veranderen. De vraag naar zorg zal door de vergrijzing immers alleen maar toenemen. Tel daarbij op de onvermijdelijke ontwikkeling van vaak zeer dure medicijnen en nieuwe technologieën en de belastingbetalende burger beseft dat hij zonder ingreep straks een nog groter deel van zijn bruto inkomen kwijt is aan zorgpremies. Laat het kabinet alles bij het oude, dan nemen de zorguitgaven toe van 45 miljard euro nu, naar 61,5 miljard in 2007.
De nieuwe zorgverzekering die sinds 1 januari voor alle burgers geldt, is echter geenszins een revolutie. Minister Hans Hoogervorst van Volksgezondheid profiteert volop van hetgeen zijn voorgangers in de steigers hebben gezet. Dat de VVD’er niettemin de credits krijgt, komt doordat hij de uiteindelijke introductie van het nieuwe stelsel als een militaire operatie heeft voorbereid. De oppositie noemt hem niet voor niets spottend ‘onze kleine Napoleon’.
Duitse bezetter
Het oude stelsel met zijn verplichte ziekenfonds heeft Nederland te danken aan de Duitse bezetter. Tot de Tweede Wereldoorlog bestaan er vrijwillige fondsen – de eerste dateren uit de tijd van de gilden in de 17de eeuw – waar mensen zich tegen een vaste premie kunnen verzekeren voor de meest noodzakelijke medische hulp. Er wordt niet gekeken naar gezondheid of leeftijd, iedereen is welkom. Wel legt de regering in 1912 – op indringend verzoek van de artsen – een ‘welstandsgrens’ vast. Burgers die deze grens overschrijden moeten het ziekenfonds verlaten.
De Duitsers, geïnspireerd door de sociale politiek van Bismarck, stellen in 1941 in Nederland het ziekenfonds verplicht voor mensen beneden een zekere loongrens. Ruwweg de helft van de bevolking (4,5 miljoen mensen) profiteert daarvan. De premie wordt inkomensafhankelijk en er komt overheidstoezicht op de ziekenfondsen. De verleende zorg is in natura: de verzekerde krijgt de hulp, de rekening gaat direct naar het fonds.
Na de Tweede Wereldoorlog blijft het Duitse Ziekenfonds-besluit gewoon bestaan. In 1964 komt de toenmalige KVP-minister Veldkamp weliswaar met de Ziekenfondswet, maar die behelst nauwelijks meer dan een codificatie van het eerdere Duitse besluit. Wel komt er een beroepsmogelijkheid voor verzekerden die zich gedupeerd voelen.
In de jaren vijftig dwingen de toenemende kosten van de gezondheidszorg ook de beter betaalden zich te verzekeren. Op die manier ontstaan de eerste particuliere ziektekostenverzekeraars, veelal opgericht door de ziekenfondsen. Opvallend verschil met de fondsen is dat het bij de particuliere verzekeringen om een restitutiepolis gaat: de verzekerde betaalt de rekening eerst zelf en declareert die vervolgens bij zijn verzekeraar.
De eerste politicus die pleit voor één volksverzekering tegen ziektekosten, is de KVP’er Jo Hendriks. De staatssecretaris van Volksgezondheid in het kabinet-Den Uyl (1973-1977) heeft behalve over de basispolis ook vergaande plannen over wie de regie in de zorg moet krijgen. Gemeenten zouden verantwoordelijk worden voor de huisartsen (eerstelijns zorg), provinciën voor de ziekenhuizen en ouderenzorg en het rijk diende de scepter te zwaaien over de topklinische zorg (academische ziekenhuizen). Tot een wetsvoorstel is Hendriks nooit gekomen.
In de jaren zeventig en tachtig doet een geheel nieuw fenomeen zijn intrede: risicoselectie. Particuliere verzekeraars richten zich meer en meer op jonge, gezonde klanten die gelokt worden met lage premies. Ouderen en mensen met een slechte gezondheid konden terecht in een speciaal ziekenfonds voor ouderen of in het vrijwillig ziekenfonds. Om de premie daarvoor betaalbaar te houden, stortte de rijksoverheid jarenlang grote bedragen in de ziekenfondskassen.
In 1986 wordt dat de staat te duur. De overheid grijpt in: de twee aparte ziekenfondsen worden opgeheven. Particuliere verzekeraars moeten deze ‘dure risico’s’ tegen een wettelijk vastgestelde premie accepteren voor de zogeheten standaardpakketpolis. De verliezen over deze nieuwe polis, waarvan de inhoud overeenkomt met het oude ziekenfondspakket, worden via een solidariteitsheffing omgeslagen over alle particulier verzekerden.
Ouderen en chronisch zieken zijn niet blij met de nieuwe polis. De van overheidswege vastgestelde premie is flink hoger dan hun oude ziekenfondspremie. En ze kunnen niet kiezen voor een goedkopere verzekering.
De periode die daarop volgt (1987-1993), staat – onterecht – bekend als ‘de jaren van de grote stelselwijziging’. Op verzoek van het kabinet-Lubbers 2 presenteert voormalig Philips-topman Wisse Dekker in 1987 zijn befaamde rapport Bereidheid tot Verandering. Kern daarvan is één basisverzekering voor alle burgers die wordt uitgevoerd door concurrerende zorgverzekeraars. PvdA-staatssecretaris Hans Simons (1989-1994) omarmt de plannen maar haalt zowel in de Kamer als daarbuiten bakzeil.
Geleidelijkheid
Beducht voor nieuwe mislukkingen ziet het eerste paarse kabinet (1994-1998) af van blauwdrukken en kiest voor de weg van de geleidelijkheid. Er komt meer concurrentie – verzekerden kunnen tussen ziekenfondsen kiezen – en de hoogte van de nominale premie wordt een graadmeter voor de doelmatigheid van het fonds.
Aan het eind van Paars-2 pakt D66-minister Els Borst van Volksgezondheid – aangemoedigd door een advies van de Sociaal Economische Raad – toch de draad van de grote veranderingen weer op. In haar nota Vraag aan bod (2001) pleit de bewindsvrouw wederom voor één basisverzekering die voor iedereen toegankelijk is en waar commerciële verzekeraars concurreren om de gunst van de patiënt.
Een besluit laat Borst over aan haar opvolger. Na zijn aantreden in 2003 gaat minister Hoogervorst – geholpen door duidelijke afspraken in het regeerakkoord – onmiddellijk aan het werk. Op verzoek van het CDA is vastgelegd dat de lagere inkomens een zorgtoeslag krijgen. Een ‘draak van een regeling’ vinden alle betrokkenen – zes miljoen huishoudens hebben recht op de toeslag – maar noodzakelijk voor de politieke en maatschappelijke steun.
Wijs geworden van de ervaringen van zijn voorgangers, verzamelt Hoogervorst de beste ambtenaren op zijn ministerie in de speciale taskforce Zorgverzekering. Uitstel is afstel, weet de minister en dus jaagt hij in recordtijd de plannen naar het parlement. Als ultiem pressiemiddel verbindt hij zijn politieke lot aan de invoering van het nieuwe stelsel. Om de toewijding van zijn ambtenaren te testen, vraagt hij hen eveneens op te stappen, mocht het fout gaan.
In december 2004 stemt de Tweede Kamer in met de basisverzekering, de positie van Hoogervorst is geen moment in gevaar geweest. Een half jaar later volgt de senaat. Na afloop van dat laatste debat volgt de ontlading voor de minister en zijn troepen. Er wordt tot diep in de nacht jenever geschonken aan de bar van de Eerste Kamer. De grootste criticaster van Hoogervorst, CDA-senator Hannie van Leeuwen, laat zich rond drie uur ’s ochtends met de dienstauto van de minister naar haar huis in Zoetermeer rijden.
Ruim een kwart eeuw na de aanzet door KVP’er Jo Hendriks is de volksverzekering een feit. De vraag ‘bent u ziekenfonds of particulier’ behoort definitief tot het verleden. Er is nog maar één type zorgverzekeraar en die moet klanten verleiden in plaats van declaraties afstempelen.
De zekerheid van een vast budget bij de aanbieders van zorg is eveneens voorbij. Ook zij moeten kwaliteit en service tonen, op straffe van het verlies aan contracten met verzekeraars. Uiteindelijk is de burger daarmee gebaat, want die krijgt betere zorg tegen scherpe prijzen. Althans, dat hoopt de minister.
Het stelsel dat nu in werking is getreden, verloochent zijn geschiedenis niet. De acceptatieplicht en de voor iedereen gelijke premie komen voort uit de traditie van de ziekenfondsen. De hoge nominale premie en de concurrentie hebben hun wortels in de wereld van de particulier verzekerden. De keuze tussen een restitutiepolis (eerst zelf betalen, dan declareren) en een naturapolis (rekening direct naar de verzekeraar) houdt beide tradities in stand.
‘We gebruiken de beste elementen uit beide systemen’ laat Hoogervorst niet na te zeggen. De liberale marktmeester is beslist niet vies van een stevige portie overheidsbemoeienis. Zestien jaar na de val van Muur mag de planeconomie in de zorg zijn verdwenen, van een vrije markt is geen sprake.
ELSEVIER.NL
- > ‘No-claim drukt burger met neus op de feiten’
Politiek
‘No-claim drukt burger met neus op de feiten’
woensdag 28 juni 2006 14:14
Minister Hans Hoogervorst (VV) van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, wil dat de teruggave van de no-claim in de zorg blijft bestaan. ‘Het zou heel slecht zijn, als de no-claimkorting wordt afgeschaft.’
Hoogervorst wil dat de Kamer van de no-claim afblijftDoor Willem Wansink
Hoogervorst zei dit vandaag in Den Haag bij de presentatie van het rapport ‘Zorg voor Gezondheid’ van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (lees over dat rapport ook Alleen Ierse jeugd zuipt meer dan Nederlandse). Morgen praat de minister verder met de Tweede Kamer over de no-claimkorting.
Volgens de bewindsman zijn financiële prikkels, zoals de no-claimkorting en eigen betalingen ‘onmisbaar’ om mensen te confronteren met de gevolgen van hun eigen gedrag: ‘Alleen zo worden de burgers met hun neus op de feiten gedrukt.’
Teruggave
Zorgverzekeraars, patiëntenverenigingen en de oppositie in de Tweede Kamer willen af van de no-claimkorting. Zij vinden dat chronisch zieken er onevenredig hard door worden getroffen. De teruggave berust immers niet op een individuele keuze, maar is een collectieve verplichting, zowel voor de gezonde verzekerde als de chronische patiënt.
Bovendien valt het zogeheten ‘remgeldeffect’ tegen. Dat komt doordat de no-claim – door toedoen van de Tweede Kamer – niet voor de huisarts geldt, maar alleen voor het ziekenhuis en de medisch specialist. Alternatief is een hoger eigen risico, bijvoorbeeld van 1.000 euro per jaar.
De teruggave van de no-claim werd in 2005 ingevoerd voor ziekenfondsverzekerden. Sinds dit jaar geldt de korting voor alle verzekerden. Zij bedraagt 255 euro per persoon per jaar. Wie geen of weinig gebruik maakt van zorg, krijgt het hele bedrag of een deel daarvan terug van de zorgverzekeraar.
Bewustzijn
Ook Tweede Kamerlid Edith Schippers (VVD) wil de no-claim behouden. Zij wijst erop dat Nederland, vergeleken met andere Europese landen, weinig eigen betalingen kent. Volgens haar is de bedoeling van de no-claim het kostenbewustzijn van de verzekerden te vergroten: ‘Omdat de premie toch al is betaald, denken veel mensen dat de zorg gratis is.’
Volgens Schippers is de no-claim óók bedoeld om de solidariteit in het stelsel van gezondheidszorg overeind te houden: ‘Gezonde jonge mensen die nooit gebruik maken van de zorg, betalen uit solidariteit dezelfde premie als zieke, oudere verzekerden. Zij zullen eerder hiertoe bereid zijn, en blijven, als er uitzicht bestaat op teruggave van de premie bij een bescheiden zorgconsumptie.’
Declaratiesysteem nodigt uit tot fraude
Onderzoek laat er geen twijfel over bestaan: medici declareren veel te veel voor hun behandelingen. Fraude of misverstand? Vijf vragen over het nieuwe declaratiesysteem….
Waarom is het declaratiesysteem in 2005 vernieuwd?
Voor die tijd kregen ziekenhuizen een vast bedrag (‘lump sum’) per jaar, gebaseerd op aantallen bezoeken, operaties en dergelijke. Nadeel van dit stelsel was de ondoorzichtigheid: hoeveel geld erin ging was bekend, evenals welke zorg eruit kwam, maar hoe het budget precies werd besteed wist niemand. Patiëntenvereniging NPCF sprak over een black box.
Sinds 1 januari 2005 heeft iedere medische behandeling een prijskaartje, de zogenaamde Diagnose Behandeling Combinatie (DBC). Die prijzen kunnen per ziekenhuis verschillen. Met de DBC’s is het voor zorgverzekeraars makkelijker efficiënte ziekenhuizen te selecteren. Concurrentie in de zorg is een van de pijlers onder het nieuwe zorgstelsel van minister Hoogervorst van Volksgezondheid.
Hoe ziet het DBC-systeem eruit?
Er bestaan bijna dertigduizend DBC’s. Specialisten klagen steen en been over dit administratieve monstrum, dat zij overigens zelf hebben opgesteld. Op de complexiteit valt wel wat af te dingen: een cardioloog of chirurg heeft alleen in theorie met duizenden DBC’s te maken. In zijn praktijk valt 80 procent van het werk samen met circa vijftig DBC’s.
Is het systeem fraudegevoelig?
Zeker, het rapport van de zorgverzekeraars toont aan dat in 2005 voor minimaal 566 miljoen euro ten onrechte is gedeclareerd. De verzekeraars en het ministerie gaan ervan uit dat dit het topje van de ijsberg is. De ramingen lopen op tot mogelijk twee miljard euro. Een deel daarvan is het gevolg van vergissingen door de ingewikkelde regels. Er is echter ook sprake van fraude: dubbel declareren, niet bestaande behandelingen in rekening brengen, het gebeurt allemaal. Onwetendheid is geen sterk excuus: alle specialisten zijn, met subsidie van het ministerie, getraind in het gebruik van het DBC-systeem. Het rapport legt verder bloot dat de controle op de declaraties door de ziekenhuizen faalt.
Wie profiteert van de fraude en wie draait er voor op?
Uit voorzorg heeft minister Hoogervorst bij de invoering van het DBC-systeem het vaste ziekenhuisbudget niet helemaal losgelaten. Foutieve declaraties leiden daardoor vooral tot problemen in het ziekenhuis: netjes declarerende specialisten draaien op voor hun sjoemelende collega’s. Voor 10 procent van de zorg geldt echter geen vast budget. Voor deze zorg maken verzekeraars afspraken over een maximum aantal behandelingen per jaar. Als dat quotum door te veel declaraties in de zomer al is bereikt, heeft de specialist extra vrije tijd voor op de boot of de tennisbaan.
Gerommel met declaraties leidt dus niet direct tot een hogere zorgpremie voor de burger. Wel is hij eerder zijn no-claimkorting kwijt als de specialist te hoge rekeningen indient.
Hoe moet het nu verder met de DBC’s?
Noch Hoogervorst, noch de verzekeraars, de specialisten of ziekenhuizen willen het declaratiesysteem overboord zetten. Alle aandacht gaat naar betere regels en scherpere controle. Het voorstel van de minister om in 2008 de ziekenhuisbudgetten grotendeels vrij te geven, staat wel onder druk. Datzelfde geldt ook voor zijn plan om de behandeltarieven te liberaliseren. Helemaal ongelukkig met het DBC-rapport is de minister trouwens niet. Hij ruziet namelijk al maanden met de specialisten over hun uurtarief. Het rapport geeft hem een extra stok in handen om dat geschil te beslechten.
- Home
- Financiën
- > Schippers wil einde aan overschrijdingen

Schippers wil einde aan overschrijdingen
7 juni 2011Als niet wordt ingegrepen, dreigt de VWS-begroting in 2015 met drie miljard euro te worden overschreden. Dat bevestigt een woordvoerder van VWS na berichtgeving daarover in de Volkskrant.
Schippers wil af van de jaarlijkse overschrijdingen. “Iedereen in de zorg heeft er genoeg van dat de overheid jaarlijks met de pet langskomt en iedereen voor overschrijdingen de rekening presenteert met een korting hier en een korting daar.” Maatregelen zullen daarom onontkoombaar zijn, aldus de minister.
Akkoord
Wanneer ziekenhuizen zich specialiseren, kan dat het vastgelopen zorgstelsel vlot trekken. Schippers staat op het punt hierover een akkoord te sluiten met zorgverzekeraars. Het akkoord moet de stijging van de zorguitgaven beperken tot 2,5 procent. Nu wordt nog met 4 procent groei per jaar gerekend. (Zorgvisie – Mark van Dorresteijn | Twitter)
Lees ook:
Subsidiebeheer VWS nog steeds niet op orde
Overschrijding VWS is 2,1 miljard euro
Overschrijding VWS is 1,4 miljard euro
Zorgvisie magazine
Reacties (8)
brief van 3 vellen papier terug waar op staat dat mijn aanvraag ontvangen is. De gemeente vraag Hartingbank offerte te doen die de vraag neerlegt bij double performance, die de vraag offerte weer terug stuurt naar Hartingbank en die stuurt het weer naar de gemeente en die beslist weer en kan alleen maar ja zeggen, tegen Hartingbank die het door double performance uitbesteed. Hoezo geld wegsmijten. In de thuiszorg wordt nu veel gewerkt met helpende niv 2, die zijn niet opgeleid om preventief te observeren en te handelen dus deze goedkope werkkracht leidt nu al tot meer complicaties bij patiënten die dan duur moeten worden behandeld Wie is er echt in staat inzicht te geven in de gelabelde geldstromen in de zorg en een lange termjn visie ontwikkelen. Het afbreken van goede systemen ( wijkverpleegkundigen) wordt afgebroken, weer opgebouwd en weer afgebroken Wie pakt het op ?? Ik wil graag een groep staren die met een nuchtere plannen voor de lange termijn gaat lobbyen in Den Haag
Nza
Consument heeft te weinig invloed op kwaliteit awbz-zorg
De invloed van consumenten op de kwaliteit van awbz-zorg is nog te beperkt. Dat blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Zorgkantoren betrekken cliëntenraden te weinig bij het zorginkoopbeleid. Ook blijkt dat cliënten weinig gebruik maken van de mogelijkheid om te klagen. Een betere klachtenregeling kan drempels wegnemen en consumenten helpen hun stem te laten horen. De NZa pleit daarom voor het verplicht aansluiten van zorginstellingen bij de Geschillencommissie Zorginstellingen.
De invloed van consumenten op de zorginkoop is nog te beperkt. Dat is jammer omdat zij, via de cliëntenraden, wel degelijk invloed kunnen uitoefenen op de kwaliteit van de in te kopen zorg door hun stem te laten horen. Nu ontbreekt het aan een goede communicatie tussen de cliëntenraden en het zorgkantoor.
Uit het onderzoek van de NZa komt verder naar voren dat er weinig formele klachten worden ingediend bij zorginstellingen en zorgkantoren. Een verklaring hiervoor is dat consumenten drempels ervaren bij het indienen van klachten. Bijvoorbeeld omdat klagen veel energie kost en weinig oplevert. De NZa is van mening dat instellingen zich juist meer moeten openstellen voor opbouwende kritiek en signalen van consumenten. Om drempels bij het klagen te verlagen pleit de NZa voor het verplicht aansluiten van zorginstellingen bij de Geschillencommissie Zorginstellingen.
De NZa neemt in het jaarlijks onderzoek bij de zorgkantoren mee dat zij de cliëntenraden meer moeten betrekken bij het overleg met de zorginstelling. Bij klachten moeten de zorgkantoren zich meer opstellen als probleemoplosser voor consumenten en verwacht de NZa dat zij actief communiceren met andere instellingen die klachten krijgen over de kwaliteit van AWBZ-zorg.
Bijlage:
door Antoinette Reerink
Het leek wel het feestje van Hans Hoogervorst. De oud-minister (Volksgezondheid, WD) deed gisteren in Den Haag op uitnodiging van kleine zorgverzekeraars voor een keer mee aan een debat over de resultaten van het nieuwe zorgstelsel. En daarop mag Nederland best trots zijn, was de overheersende mening van de deelnemers uit de verzekeringswereld, de politiek, de ambtenarij en de consumenten/patientenlobby.
Een onderzoek in opdracht van de kleine zorgverzekeraars, verenigd in VRZ zorgverzekeraars, wees uit dat de helft van de verzekerden de zorg nu beter vindt. Vier jaar geleden twijfelde 70 procent nog aan de mogelijke zegeningen. Glunderend en grappend nam Hoogervorst het onderzoek in ontvangst. Hij wapperde met een artikel uit The Wall Street Journal waarin het Nederlandse zorgstelsel aan Obama ten voorbeeld wordt gesteld. „Dit ga ik inlijsten!”
Hoogervorst wist in 2006 het nieuwe zorgstelsel behendig in te voeren, nadat er decennia over gesteggeld was. Ook al is hij nu voorzitter van de Autoriteit Financiele Markten, nog wekelijks krijgt Hoogervorst verzoeken over ‘zijn’ zorgwet te praten. Vrijwel altijd wijst hij ze af. Maar de opsteker van de kleine zorgverzekeraars wilde hij niet aan zich voorbij laten gaan. In de wandelgangen erkende Hoogervorst zelfs dat hij best nog wel vier jaar langer minister had willen zijn.
Uit het onderzoek bleek ook dat de helft van de verzekerden zegt er met de basisverzekering op achteruit te zijn gegaan. Dat strookt met recente berichten. Consumenten zijn sinds invoering van het zorgstelsel gemiddeld 28 procent meer kwijt voor hun basisverzekering, meldde de onderzoeker Verzekeringssite.nl. De gemiddelde basispremie stond in 2006 op 90 euro en in 2010 op 96 euro per maand; een stijging van 7 procent. Bijkomende zorgkosten stegen aanzienlijk. Omdat het kabinet de no-claim afschafte en het verplicht eigen risico introduceerde, zijn mensen vanaf 2008 gemiddeld 200 euro per jaar extra gaan betalen voor de zorgverzekering.Dan is er ook nog de aanvullende verzekering, waarvan de prijs in 2010 met gemiddeld 6 procent stijgt. Opgeteld betekent het dat een gezin volgend jaar gemiddeld 137 euro meer aan premies voor de zorgverzekering betaalt.
Het zorgstelsel bracht in 2006 veel in beweging. Verzekeraars hebben de uitvoeringskosten fors teruggebracht, zei Hoogervorst. De prijzen van medicijnen zijn fors gedaald en het kwaliteitsbesef nam toe. Maar op een aantal fundamentele punten gaat het niet goed, vindt hij. Verzekeraars laten zorgaanbieders (nog) niet links liggen als zij slecht presteren. Dat was wel een voorwaarde voor het succes van het zorgstelsel. Verze keraars doen dat met by gebrek aan inzicht in die prestaties.
De politiek zou volgens Hoogervorst commerciele ziekenhuizen moeten accepteren. „Het is krankzinnig dat we hier nog 100 zelfstandige ziekenhuizen hebben die alles zelf regelen.” Duitse of Zwitserse ketens zouden hier even goede zorg voor een kwart van de prijs kunnen leveren. Het stelsel zou verzekerden, zorgverzekeraars en zorgverleners ook niet prikkelen zuinig te zijn. „Ik kon niet met iedereen ruzie maken”, zei Hoogervorst, „maar artsen eigenen zich veel te veel inkomen toe. Dat moet er uit gerammeld worden. Daar is veel politieke moed voor nodig, maar het moet gebeuren.”
Na het debat, waarin alleen SP-Kamerlid Langkamp de ontwikkelingen van de afgelopen jaren verwierp, klaagden sommige verzekeraars over hoe moeilijk het is greep op zorgaanbieders te krijgen. „AIs wij er in slagen behandelprijzen te verlagen, gaan specialisten gewoon meer produceren. Wij hebben domweg de macht niet om dat tegen te gaan”, liet Erno Kleijnenberg, bestuursvoorzitter van verzekeraar ONVZ zich ont-vallen. Dat is de achilleshiel van het zorgstelsel. Dit risico ligt voortdurend op de loer, zei ook de huidige minister Klink onlangs. Dan stijgen de premies.
Zo bezien heeft het nieuwe stelsel zich nog zeker niet bewezen. Hoogervorst gaf dat ook indirect toe. „De premies blijven maar stijgen. Willen we de zorg over tien jaar nog kunnen betalen, dan moet er echt iets veranderen.”
Zorgverzekeraars hebben vorig jaar voor € 6,2 mln aan fraude opgespoord: € 2,9 in de Zorgverzekeringswet, € 2,1 mln in de AWBZ en de resterende € 1,2 mln is gedetecteerd in de aanvullende verzekering. In totaal zijn 366 fraudes vastgesteld, met een gemiddeld bedrag van € 17.088. Ruim 70% van de zorgverzekeraars past geautomatiseerde fraudedetectietechnieken toe.
Later dit jaar wordt gestart met een Kenniscentrum Fraudebeheersing in de Zorg. Doel is betere samenwerking, informatie-uitwisseling en communicatie aangaande fraudebeheersing tussen zorgverzekeraars onderling en met andere belanghebbenden.
Reactie van denkmetkoosmee:
We geloven best dat fraude is sommige gevallen lastig op te sporen is. Wat we niet kunnen geloven is dat een zorgverzekeraar als bijvoorbeeld Achmea niet de kant van de klant, de verzekerde kiest. Zoals bijvoorbeeld te lezen valt op dit blog. Een verzekerde kan zo financieel benadeeld worden door een zorgbehandelaar, in dit geval een KNO-poli in het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen, dat halsstarrig blijft weigeren mee te werken aan waarheidsvinding. En de zorgverzekeraar Achmea die feitelijk van de verzekerde blijft verlangen dat deze bewijst dat de declaratie onterecht was en de mogelijke fraudeur(s) de hand boven het hoofd blijven houden.
In tien jaar tijd zijn de kosten voor de AWBZ geëxplodeerd van tien naar twintig miljard euro. De regeling wordt gebruikt voor heel veel vormen van zorg. Thuiszorg, gezinscoaching of opvang van verslaafden, grenzen zijn er nauwelijks.
DEN HAAG – Wat in 1967 begon als een regeling om gehandicapten, chronisch zieken en andere mensen met onverzekerbare gebreken te verzorgen, is de laatste jaren uitgegroeid tot een ruif waaruit alle instellingen in Nederland naar believen kunnen pikken.
Vanwege de stijging van de kosten moest bureau Boer&Croon van staatssecretaris Ross (volksgezondheid) onderzoeken of instellingen soms misbruik maakten van de AWBZ. De conclusie is lichtelijk ontluisterend: de regeling is zó breed, zó algemeen, dat fraude helemaal niet nodig is voor instellingen om toch het volle pond binnen te slepen.
Een van meest in het oog lopende gebreken van het AWBZ-stelsel is het gegeven dat ruim honderdduizend mensen wel zorg krijgen zoals huishoudelijke hulp, terwijl een officiële toewijzing (indicatie) daarvoor ontbreekt. Er is niemand die weet of deze mensen wel hulp nodig hebben en zo ja, hoeveel hulp. In de loop der jaren hebben alleenstaanden die bijvoorbeeld leden aan eenzaamheid gewoon huishoudelijke hulp toegewezen gekregen. En als er wel een indicatie is voor bijvoorbeeld tien uur thuiszorg per week, dan mag daarvan met een bandbreedte van vijftig procent worden afgeweken. Ook mogen instellingen die thuiszorg verstrekken de zorg langer laten doorlopen als de indicatie voorschrijft. Maar het komt ook voor dat een indicatiebesluit helemaal geen einddatum heeft.
Uit het onderzoek blijkt tevens dat bijvoorbeeld thuiszorginstellingen declaraties indienen die enorm van elkaar kunnen verschillen. Voor exact hetzelfde geval van een 70-jarige alleenstaande vraagt de ene organisatie voor het leveren van thuishulp bijna twee keer zoveel geld als de andere (265 versus 164 euro). Volgens Boer&Croon brengen overigens de meeste bedrijven het maximum te declareren bedrag in rekening.
Door de bezuinigingen op het welzijnswerk in de afgelopen jaren is het beroep op de AWBZ enorm toegenomen. Welzijnsinstellingen zoals het Leger des Heils konden moeiteloos terecht bij de AWBZ omdat de regels zich hier niet tegen verzetten. Zo krijgt het Leger nu geld om verslaafden op te vangen, voor psychisch gestoorden op eigen benen te laten staan of voor gezinscoaching. De AWBZ-regeling is zodoende het afvoerputje van zorg en welzijn geworden.
De onderzoekers concluderen dat de AWBZ op een gegeven moment een eigen dynamiek heeft gekregen; efficiënt omgaan met overheidsgeld verdween naar de achtergrond . Typerend hiervoor is de rol van de zorgkantoren die de plicht hebben om zo doelmatig mogelijk zorg in te kopen. In plaats dat deze organisaties uitgaven binnen de perken probeerden te houden, waren er voorbeelden van kantoren die juist actief meedachten met instellingen om zo veel mogelijk geld binnen te halen.
Volgens de onderzoekers van Boer&Croon staat echter één ding vast: het opzoeken van de randen van de wetgeving had als doel het in standhouden van de zorgverlening. Dat neemt niet weg dat in de loop der jaren de AWBZ onbetaalbaar is geworden en dat het kabinet-Balkenende maatregelen heeft genomen om de stijging af te zwakken.
Maar als reactie op maatregelen zoals de verhoging van de eigen bijdrage voor thuishulp schreven de koepels voor de thuiszorg (LVT) en verpleeghuizen (Arcares) begin dit jaar brieven naar hun leden onder de kop ‘tips en trucs’ en zochten zij nog meer de randen op van de wettelijke mogelijkheden.
Uit: Dagblad Trouw, 24 september 2004
De manipulaties van minister Hoogervorst
En dan Nederland.OM eist 4 jaar cel voor miljoenenfraude met pgb’s![]() Ex-directeur zorginstellingP. zou stelselmatig de aanvragen van haar cliënten voor pgb’s en leefgeld hebben aangedikt en het te veel verkregen geld achterover hebben gedrukt. Volgens de cliënten kregen ze nauwelijks zorg en waren ze soms zelfs aangewezen op de voedselbank.
Noot:zelfde werkwijzes leger des heils Zwolle en RIBW Vecht maar dan uitgevoerd via medewerkers budgetbeheer daklozen sociale dienst Zwolle waar clienten zelfs zonder schulden verplicht worden de budgettering in te gaan en het wettelijk vast gesteld leefgeld niet word uitbetaald. Inspectie van ministerie SoZaWe weigert onderzoek te plegen en verwijst door naar gemeenteraad Zwolle maar waar de SP fractie alleen staat waar zij de meeste klachten van burgers ontvangen over budgetbeheer/schuldhulpverlening Vervalste aanvragenDe voormalige directrice ontkende voor de rechtbank in Lelystad dat haar cliënten zorg tekortkwamen. Wel gaf ze toe dat ze de aanvragen voor leefgeld vervalste, door voor het bedrag een 1 of 2 te zetten. Het te veel verkregen geld zou in de kluis van Ansa zijn verdwenen.
Van fraude met pgb’s, witwassen of het onder druk zetten van cliënten was volgens P. geen sprake. Het OM gelooft dit niet en vermoedt dat P. samen met haar man Jacob S. (48) het geld onder meer gebruikte om auto’s en huizen te kopen. MisbruikDe officier van justitie wees erop dat er misbruik was gemaakt van een kwetsbare groep. In plaats van te leren hoe ze zelfstandig konden leven, werden de cliënten volgens de aanklager zo lang mogelijk binnengehouden.
Noot:dezelfde werkwijzes bij leger des heils Zwolle opvang en woonbegeleiding en RIBW Vecht beschermde woonvormen verwijzing naar scriptieonderzoek op pdf bestand “RIBW denkt met je mee” Om te voorkomen dat P. na een eventuele gevangenisstraf weer met kwetsbare groepen in aanraking komt, wil het OM ook dat de vrouw vijf jaar lang niet meer in de zorg mag werken. S. hoorde voor zijn rol 240 uur werkstraf en 3 maanden cel voorwaardelijk eisen. (ANP) |
U bevindt zich op: Home › Nieuws › Persberichten
Moeite bij nakomen evaluatieplicht: ministers hebben bijna helft van miljardenuitgaven niet op effectiviteit getoetst
Onderzoek in opdracht van ministeries gaat meestal niet over effecten van beleid
Persbericht | 22-05-2012
Ongeveer de helft van de uitgaven die ministers doen om een maatschappelijk doel te bereiken wordt op effectiviteit geëvalueerd. Dat wijst onderzoek van de Algemene Rekenkamer over de periode 2006-2010 uit. In 2010 is € 111 miljard uitgeven aan deze doelen en over circa € 60 miljard is door ministers onderzocht hoe effectief het beleid is. Voor € 51 miljard heeft zulk onderzoek niet plaatsgevonden, terwijl de wet dit wel voorschrijft. De Tweede Kamer krijgt vrijwel geen uitleg van ministers waarom beleidsevaluaties niet uitgevoerd worden, ook niet als daar goede redenen voor zijn.
Als beleid niet op effectiviteit wordt getoetst, bestaat het risico dat ineffectief beleid doorloopt zonder dat hieraan iets wordt gedaan. Publieke middelen worden dan niet goed besteed. Deze materie is al langer onderwerp van onderzoek. In 2010 en 2011 heeft de Algemene Rekenkamer onderzoek gepubliceerd over de wijze waarop ministers de Kamer informeren over subsidies (zoals voor innovatiebeleid), of subsidies geëvalueerd worden en hoe doelmatig en doeltreffend ze zijn.
Collegelid Kees Vendrik: “Parlement en burgers willen weten of belastinggeld effectief wordt ingezet, zeker in een tijd waarin verantwoord bezuinigd moet worden. Wij moedigen departementen aan zich goed te verantwoorden over hun evaluatie-inspanningen en stimuleren hen hiervoor gebruik te maken van moderne technieken. Zoals het openbaar maken van subsidiestromen via internet, zodat eenieder de besteding van publiek geld kan volgen. De Algemene Rekenkamer vindt dat de informatie hierover van het kabinet aan de Kamer op orde moet zijn en blijft daarom aandacht schenken aan dit thema.”
In aantal onderzoeken effectiviteit niet bekeken
Een ander aspect uit het rapport Effectiviteitsonderzoek bij de rijksoverheid dat de Algemene Rekenkamer op 22 mei 2012 publiceert is dat in de helft van de uitgevoerde evaluaties in de onderzochte periode 2006-2010 ministers ten onrechte de kwalificatie effectiviteitsonderzoek hanteren. Het beleid is dan wel onderzocht, maar niet de effectiviteit.
De Tweede Kamer wordt door het kabinet niet inzichtelijk geïnformeerd over de vraag in welke mate ministers hun beleid op effectiviteit evalueren of van plan zijn dat te doen. Is dit onderzoek niet te doen of te duur, of is het beleid nog te nieuw om te onderzoeken, dan geven ministers dit meestal evenmin bij de Kamer aan. Over een relatief klein bedrag geven ministers de Kamer wel uitleg. De Algemene Rekenkamer doet aanbevelingen om de huidige situatie te verbeteren. Alle ministers moeten, zoals de Comptabiliteitswet voorschrijft, hun beleid periodiek op effectiviteit evalueren. Ministers moeten zorgen dat beleidsdoorlichtingen ook informatie over de effectiviteit van het onderzochte beleid bevatten. Is effectiviteitsonderzoek niet mogelijk of wenselijk, dan zou de minister dit beargumenteerd aan de Tweede Kamer moeten melden. De informatie aan het parlement kan worden verbeterd als meer inzicht wordt verstrekt over welke evaluaties wanneer uitgevoerd worden en wat de uitkomsten daarvan zijn. De bestaande internetbijlage die ministeries benutten kan hiervoor aangepast worden.
Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer
De minister van Financiën onderschrijft in zijn reactie, mede namens de overige ministers, het belang van onderzoek naar de effectiviteit van beleid en van betere beleidsdoorlichtingen. Omdat evaluatie van beleid om diverse redenen niet altijd mogelijk is, kan het afdekken van beleid met effectonderzoek niet in een percentage gevangen worden, aldus de minister. Hij acht beter inzicht in de effectieve besteding van uitgaven en verbetering van de informatie aan de Tweede Kamer wel gewenst.
De Algemene Rekenkamer heeft de veelvormigheid van effectonderzoek betrokken in dit onderzoek en blijft van mening dat een dekkende evaluatieprogrammering gewenst is, naast de informatie die de minister aan de Kamer stuurt via beleidsdoorlichtingen. Komend najaar rapporteert de Algemene Rekenkamer aanvullende informatie.
Effectiviteitsonderzoek moet verbanden leggen tussen maatregelen die een minister treft en de maatschappelijke effecten daarvan. Een onderzoek naar de effecten van de uitvoering van beleid door Haltbureaus – maatregelen om jongeren van 12 tot 18 jaar die fouten hebben begaan aan te pakken – is een voorbeeld van geslaagd effectiviteitsonderzoek. In dit onderzoek uit 2006 is vastgesteld dat jongeren die geconfronteerd zijn met hun slachtoffers en excuus hebben gemaakt als onderdeel van de Halt-aanpak, later minder (ernstige) delicten plegen. De Veiligheidsmonitor van het Ministerie van Veiligheid en Justitie over de toe- of afname van de criminaliteit is een voorbeeld dat niet onder de categorie effectivi-teitsonderzoek valt, omdat het behalen van doelen niet is onderzocht.
Verwant onderzoek
Leo Verhoef
Wanneer word de Autoriteit Financiele Markten eens ingeschakeld voor die accountants die de jaarverslagen controleren van gemeentes die zich bezig houden met bancaire zaken zoals leningen/kredieten subsidies verstrekken aan (malafide) instellingen,particuliere ondernemers met gemeenschapsgelden en die niet terug worden gevorderd.
Boekhoudfraude komt niet alleen voor in het bedrijfsleven. Boekhoudfraude komt ook voor bij veel gemeenten en provincies. Onderzoek van de jaarrekeningen van inmiddels alle gemeenten en provincies leert dat de omvang Nederland-breed vele miljarden euro’s bedraagt. Gemeenteraden en burgers worden met boekhoudfraude totaal op het verkeerde been gezet. Met instemming van accountants. Bij Amsterdam gaat het bijvoorbeeld inmiddels om circa 3,8 miljard euro (periode 1998-2011), bij Rotterdam om circa 210 miljoen euro (periode 1998-2011), en bij Den Haag om circa 420 miljoen euro (periode 1997-2011). De slachtoffers zijn de belastingbetalers. Met de verzwegen miljoenen had met groot gemak hier en daar de OZB geheel overgeslagen kunnen worden. Bijvoorbeeld in Amsterdam. In ieder geval waren de vele verhogingen van de lokale lasten in veel gemeenten totaal overbodig. In de recente afgelopen jaren komt ook het omgekeerde veelvuldig voor: diverse gemeenten verzwijgen grote verliezen, m.n. bij (te ambitieuze?, te weinig doordachte?) grond- en bouwprojecten. Bijvoorbeeld: Rotterdam verzweeg circa 810 miljoen euro (periode 2007-2011), Den Haag verzweeg circa 210 miljoen euro (periode 2008-2011), Utrechtverzweeg circa 360 miljoen euro (periode 2008-2011), Eindhoven verzweeg circa 210 miljoen euro (periode 2006-2011). “Griekse jaarrekeningen” bij Nederlandse gemeenten en provincies!
Justitie legt de aangiften van boekhoudfraude gewoon naast zich neer.
Inleiding
Ondernemingen moeten na afloop van elk jaar met hun jaarrekening rekening en verantwoording afleggen aan hun aandeelhouders en andere belanghebbenden. Gemeenten en provincies moeten na afloop van elk jaar met hùn jaarrekening rekening en verantwoording afleggen aan hùn “aandeelhouders”. Dat zijn de burgers.
Voorafgaand aan elk jaar komen gemeentebesturen en provinciebesturen bij onze volksvertegenwoordigers (gemeenteraden en Provinciale Staten) om toestemming aankloppen tot het vaststellen van tarieven voor allerhande lokale belastingen en heffingen, en het doen van uitgaven. Steevast is het verhaal: “U begrijpt, het is allemaal bijzonder krap, er is nergens geld voor en de Onroerendezaakbelasting moet echt weer omhoog”.
Na afloop van elk jaar leggen al die gemeentebesturen en provinciebesturen rekening en verantwoording af over wat er werkelijk aan opbrengsten is binnengekomen, waar het geld allemaal aan besteed is, en wat er eventueel als voordelig saldo is overgehouden dan wel als nadelig saldo tekort is gekomen. Daar zit een geweldig probleem. Want als zou blijken dat er geweldig is overgehouden, zou zomaar kunnen worden geconcludeerd dat er voor de verhoging van de OZB helemaal geen reden was. Dat zou zo maar het einde kunnen zijn van voorspoedige wethouderscarrières. Is dat bijvoorbeeld een reden voor die geweldige boekhoudfraudes bij veel gemeenten? Of, wat, als zou blijken dat er een geweldig nadelig saldo is, bijvoorbeeld door verliezen op (te ambitieuze, te weinig doordachte) grond- en bouwprojecten; dan kan de neiging ontstaan die verliezen geheel of gedeeltelijk buiten het saldo van de rekening van baten en lasten te laten. Is dat bijvoorbeeld ook een reden voor die geweldige boekhoudfraudes bij veel gemeenten?
Boekhoudfraude
Jaarrekeningen van gemeenten nodigen niet uit om die eens ter hand te nemen. Gemeenteraadsleden moeten wel. Voor hen is de jaarrekening, na de begroting, het belangrijkste document in hun controle op het gemeentebestuur. Daar worden ze voor betaald. Echter, voor verreweg de meeste gemeenteraadsleden is zo’n jaarrekening maar een eng stuk. Het gaat over financiën, en daar hebben ze een hekel aan. Je zou de gemeenteraadsleden niet de kost moeten geven die nog nooit de jaarrekening van hun gemeente aan de binnenkant hebben bekeken. De pers doet dat ook niet. Die schrijft gewoonweg de persberichten over die gemeentebesturen over die jaarrekeningen verstrekken. En die persberichten spreken in het algemeen over kleine overschotjes of kleine tekorten. Want die jaarrekeningen laten in het algemeen kleine overschotjes of kleine tekorten zien. “U begrijpt, aan een verhoging van de OZB valt al weer niet te ontkomen”.
Maar wie neemt nou eens de moeite om te kijken of al die jaarrekeningen wel eerlijk verslag doen van alle opbrengsten en uitgaven en van de als zodanig gepresenteerde saldi daarvan? Dat zouden de accountants gedaan moeten hebben die al die goedkeurende accountantsverklaringen bij die jaarrekeningen verstrekt hebben. En als die accountants nou eens hun werk niet goed gedaan hebben? Zoals bij al die andere boekhoudaffaires waar we in de afgelopen tijd mee kennis gemaakt hebben.
Dat onderzoek heeft Leo Verhoef (registeraccountant) gedaan. De resultaten waren verbijsterend. Alle jaarrekeningen die hij bekeken heeft, kenmerken zich allereerst door een hoge mate van amateuristisch geknoei met cijfers en woorden. Die jaarrekeningen waren volstrekt onbetrouwbaar wat betreft de weergave van de omvang en samenstelling van het vermogen en van de baten en de lasten. Wie zich jaarrekeningtechnisch sterk genoeg voelt, de weg heeft leren vinden in die gemeentelijke jaarrekeningen, weet heeft van wat een balans is en wat de dwingende samenhang is tussen balans en rekening van baten en lasten, komt bovendien na enig speurwerk tot de ontstellende conclusie dat de rekening van menige gemeente een totaal onvolledig beeld geeft van de opbrengsten en de uitgaven en het saldo daarvan.
Leo Verhoef heeft in de afgelopen jaren de jaarrekeningen van inmiddels alle gemeenten en provincies bekeken, waarvan vele al enige jaren achtereen. De conclusies zijn verbijsterend. Sommige gemeenten schromen niet om honderden miljoenen euro’s voor hun burgers te verzwijgen.
Oordeelt u zelf.
In de eerste kolom hieronder staat het saldo waarmee de rekening officieel eindigt. In de tweede kolom staat het werkelijke saldo. In de derde kolom staat de omvang van de boekhoudfraude. In de vierde kolom staat de in de jaarrekening gevonden opbrengst van de OZB.