Link:pdf_ribw_denkt_met_je_mee
https://anaconda15.wordpress.com/2011/06/10/563/
Het ministerie van VROM was verzocht om een onderzoek te plegen naar de Herberg en de woningcorporaties die deze opvang financieren vanwege fraude met subsidies en AWBZ gelden en de ontbrekende dienstverlening.
VROM weigerde een onderzoek uit te voeren en ging af op de informatie verstrekt door de inspectie voor de gezondheidszorg die zelf onbetrouwbaar bleek te zijn.
Vragen van de SP raadsfractie Zwolle oktober 2003 aan het college van B&W over de slechte opvang van dak en thuislozen door het Leger des Heils en de illegale opvang achter de WRZV hallen.
De Nationale Ombudsman was ook in 2001 aangeschreven over de slechte maatschappelijke dienstverlening van de gemeente Almere
Al vanaf 2001 is bekend bij de landelijke Groenlinks en andere Kamerfracties dat de sektebeweging Leger des Heils niet de beste opvangvoorziening heeft maar waar deze organisatie gek is op subsidies en AWBZ gelden.
Link:https://anaconda15.wordpress.com/2011/06/16/de-awbz-gelden-bestemd-voor-24-plaatsen-in-sociaal-pension-de-wissel-leger-des-heils-den-haagdatum-2001/
de Herberg aan de Nijverheitstraat in Zwolle
Dagopvang Bonjour Leger des heils is nu omgebouwd tot een Brasserie
de Swollenaer
Foto:Erik-Jan-Berends
ZWOLLE – Het college van b en w heeft, samen met mogelijke aanbieders, de subsidievoorwaarden vastgesteld voor het aanbod dagactivering van dak- en thuislozen. Het college nodigt organisaties uit om voor 1 juli 2013 een subsidieaanvraag in te dienen. In 2012 heeft het college besloten de subsidie aan het Leger des Heils voor de dagbesteding Bonjour per 1 januari 2014 te beeindigen en het daarmee vrijkomende budget van 500.000 euro vanaf 2014 opnieuw te benutten voor dagactivering van dak- en thuislozen.
Het uitgangspunt van de gemeente Zwolle is de eigen kracht van inwoners en dat alle inwoners mee (kunnen) doen in de samenleving. “Dit geldt ook voor degenen die om welke reden dan ook voor kortere of langere tijd dak- of thuisloos zijn. Zij kunnen een meer volwaardige plaats in de samenleving bereiken door een activerende dagbesteding dat bijdraagt aan een grotere deelname en zelfredzaamheid. Het aanbod varieert van ‘brood, bed en bad’, een veilige omgeving tot een reguliere baan.” De gemeente vraagt partijen om met een verrassend aanbod te komen dat is toegesneden op de mogelijkheden van de individuele dak- of thuisloze.
Aanbesteding
Om tot een nieuw aanbod van dagactivering te komen, heeft de gemeente Zwolle gekozen voor het traject maatschappelijk aanbesteden. Bij maatschappelijke aanbesteding wordt een beroep gedaan op (coalities van) organisaties, bedrijven en burgers bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Op deze wijze verwacht de gemeente Zwolle een vernieuwend en integraal aanbod tegen minder kosten en met meer effect te kunnen realiseren. “Door een gezamenlijk aanbod verbinden organisaties hun specifieke kwaliteiten en expertises, wat een meerwaarde oplevert voor de dagactivering dak- en thuislozen.” In drie bijeenkomsten voor belangstellende organisaties en een voor dak- en thuislozen zijn suggesties aangedragen voor aanbodvarianten en de subsidievoorwaarden en zijn de mogelijkheden tussen partners verkend om gezamenlijk een plan met een subsidieaanvraag in te dienen.
Subsidie
De subsidie-uitvraag is op 11 april gepubliceerd. Potentiele aanbieders kunnen tot 1 juli een subsidieaanvraag indienen. Een beoordelingscommissie toetst de subsidieaanvragen onder meer op kwaliteit, vernieuwing en de mate waarin de aanbieder(s) aannemelijk maken dat ze het vermogen hebben om voor en met dak- en thuislozen stappen in de zelfredzaamheid te zetten. De commissie legt na het zomerreces een advies neer bij het college van b en w met welke partij(en) een subsidierelatie aan te gaan. De subsidierelatie gaat in per 1 januari 2014 voor de duur van twee jaar.
De stukken met de uitgangspunten, voorwaarden, beoordelingscriteria en de procedure zijn op te vragen bij Inge Groen, afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Zwolle telefoonnummer 14038 en te downloaden op http://www.zwolle.nl/dagactivering.
Subsidie-uitvraag dagactivering dak-en thuislozen in ZwolleDatum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
0. Inleiding
Activering van dak- en thuislozen
De gemeente Zwolle gaat uit van eigen kracht van haar inwoners. De gemeente vindt het
belangrijk dat alle inwoners mee (kunnen) doen in de samenleving. Dit geldt ook voor degenen
die om welke reden dan ook voor kortere of langere tijd dak- en thuisloos zijn. De gemeente wil
waar nodig opvang en ondersteuning bieden voor dak- en thuislozen waar dit bijdraagt aan een
grotere participatie en zelfredzaamheid. De gemeente heeft als een van haar hoofddoelstellingen
in haar programmabegroting en het Stedelijk Kompas opgenomen dat in 2014 voor minimaal 60%
van de dak- en thuislozen activerende dagbesteding is geregeld.
Deze doelstelling staat centraal in deze subsidie-uitvraag op het gebied van dagactivering van
dak- en thuislozen. De gemeente wil komen tot een activerend aanbod voor dak- en thuislozen,
dat aan deze doelstelling tegemoet komt. Een aanbod dat effectief en efficiënt is met ruimte voor
vernieuwing. Het gewenste maatschappelijke resultaat en daarmee de doelstelling van deze
subsidie-uitvraag is:
`Dak- en thuislozen in Zwolle hebben een volwaardige plaats in de samenleving en
bereiken dit door stappen te zetten op het gebied van activerende dagbesteding en
maatschappelijke participatie, als onderdeel van een bredere aanpak op andere
leefdomeinen’1.
De gemeente organiseert een open uitvraag voor de periode 1 januari 2014 tot eind 2016.
Wij vragen aanbieders – al dan niet in een samenwerkingsverband, waarin de kwaliteiten van de
organisaties zijn verbonden – een subsidieaanvraag in te dienen op basis van de voorliggende
uitvraag. In de aanvraag verwachten wij een aanpak voor drie jaar, met een gedetailleerde
uitwerking voor aanpak van het eerste jaar (2014).
De gang van zaken op hoofdlijnen
De gemeente heeft op 23 januari 2013 een informatiebijeenkomst gehouden, waarin de
gemeente een toelichting heeft gegeven op de uitvraag. Geïnteresseerde partijen hebben tijdens
deze bijeenkomst de gelegenheid gehad om een toelichting te vragen op de uitvraag. De
gemeente is vervolgens in twee verdiepingsbijeenkomsten samen met geïnteresseerde partijen
gekomen tot een nadere invulling van de subsidie-uitvraag. Deze bijeenkomsten hebben
plaatsgevonden op 5 februari en 26 februari 2013. Daarnaast heeft een bijeenkomst
plaatsgevonden met de doelgroep, waarin aan hen werd gevraagd welke behoeften zij hadden
ten aanzien van dagactivering. De gemeente heeft in deze bijeenkomsten in samenspraak met
de aanwezigen een gedachtewisseling gehad over verschillende onderwerpen, die in deze
subsidie-uitvraag terugkomen en waarbij gebruik is gemaakt van aangedragen suggesties.
1 Dit is inclusief de onderste trede van de zelfredzaamheidmatrix.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
2/19
De belangrijkste bouwstenen die de gemeente uit deze bijeenkomsten heeft meegenomen zijn
onderstaand kort weergegeven en worden in de volgende paragraaf verder uitgewerkt:
– dagactivering gericht op participatie en zelfredzaamheid en gaat uit van de
mogelijkheden, talenten en kracht van de dak- en thuislozen;
– toegesneden op specifieke behoeften van dak- en thuislozen door het aanbieden van
individuele maatwerktrajecten, waarin rekening wordt gehouden met achtergronden,
vraagstukken en perspectieven van dak- en thuislozen;
– gericht op de gewenste outcome: een volwaardige plaats in de samenleving, waarbij de
dak- of thuisloze een zinvolle bijdrage levert aan de samenleving en daarmee
verantwoordelijkheid neemt voor de samenleving;
– met integraliteit in het aanbod, waarbij aangesloten wordt bij en gebruikt gemaakt wordt
van mogelijkheden van ondersteuning op andere domeinen, zoals gezondheid en
huisvesting;
– en zichtbaar maken van de stappen die dak- en thuislozen zetten op weg naar een
volwaardige plaats binnen de samenleving: voor de dak- en thuislozen zelf, voor u en
voor de gemeente.
De gemeente hanteert voor de subsidie-uitvraag de methodiek van het maatschappelijk
aanbesteden. De gemeente wil met deze wijze van aanbesteden concreet uitzicht krijgen op
een aanbod van een of meerdere partijen, dat tegemoet komt aan de geformuleerde effecten en
doelstellingen: het resultaat (maatschappelijk effect) staat centraal. De gemeente heeft gekozen
voor maatschappelijk aanbesteden, omdat ze ziet dat partijen – organisaties, instellingen,
bedrijven, inwoners – de mogelijkheden en creativiteit in huis hebben, die in samenwerking
tussen verschillende partijen onderling en met inwoners en de doelgroep, kan leiden tot een
integraal aanbod waarmee de gewenste doelen en maatschappelijke effecten worden bereikt.
Meer informatie over de achtergrond van maatschappelijk aanbesteden kunt u vinden op de
website http://www.maatschappelijkaanbesteden.nl en in de publicatie Maatschappelijk aanbesteden.
Mogen wij u inspireren?, die te downloaden is van de genoemde website. Daarnaast kunt u de
informatie die in de bijeenkomsten is verstrekt terugvinden op de website van de gemeente
Zwolle http://www.zwolle.nl/dagactivering.
De gemeente nodigt (coalities van) partijen uit een subsidieaanvraag in te dienen op basis van de
voorliggende uitvraag. Subsidieaanvragers moeten voldoen aan alle gestelde verplichtingen in de
uitvraag. Daarnaast dient u te voldoen aan de Algemene Subsidieverordening (ASV) van de
gemeente Zwolle. Het niet (volledig) voldoen aan de ASV of de andere genoemde verplichtingen
zal een reden zijn om de subsidieaanvraag niet te honoreren.
Uit de ingediende subsidieaanvragen maakt de gemeente Zwolle de keuze aan wie zij de
subsidie verleent. De gemeente zal kiezen voor één aanvraag. Bij de beoordeling maken wij
gebruik van een beoordelingscommissie (zie bijlage 3). Eventuele vragen over de
subsidieprocedure kunt u per email stellen aan de heer cgh.handstede@zwolle.nl.
Waar in deze tekst over ‘wij’ wordt gesproken, wordt de gemeente Zwolle bedoeld. Waar wij
spreken van ‘u’, bedoelen wij (potentiële) subsidieaanvragers.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
3/19
Leeswijzer
In het vervolg van deze uitvraag worden de opgave, de specifieke kaders, de inzet en de
resultaten die voor de activering van dak- en thuislozen gelden en het budget beschreven.
In de bijlagen zijn de volgende zaken beschreven:
Bijlage 1: kenmerken en achtergrond van de doelgroep.
Bijlage 2: uitgangspunten en voorwaarden voor subsidieverlening.
Bijlage 3: beoordelingscriteria voor de subsidieaanvraag.
Bijlage 4: beoordelingsprocedure.
Bijlage 5: indiening van de aanvraag en verdere planning.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
4/19
Dagactivering van dak- en thuislozen: uitgangspunten, doelstelling, indicatoren,
verantwoording, budget en beschikbare voorzieningen
De gemeente Zwolle streeft naar laagdrempelige en toegankelijke hulp en ondersteuning voor
dak- en thuislozen die dat nodig hebben. Ondersteuning als de steun door sociale verbanden van
familie, vrienden of kennissen niet (meer) toereikend is. Deze uitvraag kent de volgende
uitgangspunten die uit de verdiepingsbijeenkomsten met organisaties en bijeenkomst met de
doelgroep naar voren zijn gekomen, die we in deze paragraaf kort toelichten:
– dagactivering gericht op participatie en zelfredzaamheid;
– toegesneden op specifieke behoeften van dak- en thuislozen;
– gericht op de gewenste outcome: een volwaardige plaats in de samenleving;
– met integraliteit in het aanbod;
– en zichtbaar maken van de stappen die dak- en thuislozen zetten.
Deze uitgangspunten zijn kaderstellend voor de subsidie-aanvraag, waarbij u vrij bent in de wijze
waarop u invulling geeft aan deze uitgangspunten.
Dagactivering
Onder dagactivering wordt verstaan: ‘Het bevorderen van de maatschappelijke participatie en het
doorbreken of voorkomen van sociaal isolement door maatschappelijk zinvolle activiteiten die
eventueel een eerste stap op weg naar betaald werk kunnen betekenen’ (NIZW 2006).
Dagactivering heeft een rol in het kader van het herstelproces van dak- en thuislozen naar een
weer zo volwaardig mogelijk bestaan, waarbij hulpverlening en activering hand in hand gaan en
elkaar versterken. De gemeente Zwolle verwacht de volgende elementen voor dagactivering
terug te zien in het aanbod:
– gaat uit van mogelijkheden, talenten en krachten van mensen;
– kent een actieve en flexibele benadering: u bent actief in het benaderen, bereiken en
motiveren van dak- en thuislozen (ook wel aangeduid met outreachend werken);
– is ingebed in een integrale aanpak op meerdere relevante leefdomeinen;
– neemt vrijwillige deelname van de doelgroep als uitgangspunt;
– er vanuit gaande dat er in samenwerking een noodzakelijke screening op gezondheid
plaatsvindt.
Toegesneden op specifieke behoeften van dak- en thuislozen
Dak- en thuislozen zijn geen homogene groep, maar kennen individueel een grote
verscheidenheid aan achtergronden, vraagstukken en perspectieven. Dit vraagt om
maatwerktrajecten en een op maat gesneden ondersteunings- en activeringsaanbod. Een
hulpmiddel om in deze verscheidenheid een ordening aan te brengen is in bijlage 1 (de
beschrijving van de doelgroep) opgenomen. De gemeente Zwolle verwacht dat u laat zien welke
indeling u maakt, waarmee u inzichtelijk maakt hoe u omgaat met verschillen in achtergronden,
vraagstukken en perspectieven van dak- en thuislozen en zorgt voor een op de specifieke
behoeften toegesneden activering.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
5/19
Gericht op de gewenste outcome: een volwaardige plaats in de samenleving
De gemeente zet in op het realiseren van een volwaardige plaats van de dak- en thuislozen in de
samenleving. De dagactivering dient bij te dragen aan dit maatschappelijk resultaat, maar zal dit
resultaat niet per definitie zelf hoeven te bereiken, daar het resultaat mede afhangt van andere
factoren, waaronder de bijdrage van andere (zorg)partners. De gemeente wil de volgende punten
meegeven met betrekking tot een volwaardige plaats in de samenleving:
– daar waar mogelijk en haalbaar dient de dak- en thuisloze een zinvolle bijdrage te
leveren aan de lokale samenleving in de buurten en wijken van Zwolle en/of de
regiogemeenten. Op deze wijze wordt er een wederkerigheid gebracht in de
dagactivering: de dak- en thuisloze maakt gebruik van de dagactivering en levert
daarmee of daardoor een bijdrage aan de lokale samenleving;
– de dak- en thuisloze krijgt met het leveren van deze bijdrage een verantwoordelijkheid
voor de samenleving en voor zijn of haar eigen rol daarin en wordt ook aangesproken op
deze verantwoordelijkheid.
De gemeente realiseert zich dat wederkerigheid niet alleen een inspanning vraagt van de dak- en
thuislozen en van u, maar ook van de inwoners in buurten en wijken.
Integraliteit in het aanbod
De gemeente Zwolle vraagt u een aanbod, waarin aantoonbaar wordt gemaakt dat het bijdraagt
aan het gewenste maatschappelijke resultaat. De activering dient ingebed te zijn in de initiatieven
op andere leefdomeinen die voor dak- en thuislozen beschikbaar zijn en die ten dienste staan aan
de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van dak- en thuislozen.
De gemeente kan zich voorstellen dat de dagactivering vraagt om een gezamenlijk aanbod van
meerdere aanbieders, waarbij elk zijn of haar specifieke kwaliteiten inzet. De gemeente verstaat
hierbij – zoals eerder gemeld – onder aanbieders niet alleen maatschappelijke organisaties en
instellingen, maar ook bedrijven en initiatieven van (organisaties van) inwoners van Zwolle.
Zichtbaar maken van stappen die dak- en thuislozen zetten
De gemeente hecht aan het zichtbaar, meetbaar, afspreekbaar en in de tijd afgebakend maken
van de resultaten met betrekking tot de dagactivering. U dient als uitgangspunt te nemen de
stadia, zoals onderscheiden in de zelfredzaamheidmatrix onder de noemer ´dagbesteding´.
De zelfredzaamheidmatrix bestaat uit 11 domeinen (sociaal netwerk, fysieke gezondheid,
geestelijke gezondheid, verslaving, justitie, inkomen, huisvesting, maatschappelijke participatie,
dagbesteding, gezinsrelaties en ADL-vaardigheden). Op elk van deze domeinen wordt een cliënt
gescoord op een vijfpuntsschaal van beperkt tot voldoende zelfredzaam. Bij de
zelfredzaamheidsmatrix kan per leefdomein worden aangegeven hoeveel cliënten zijn gestegen,
gestabiliseerd (gelijk gebleven) of gedaald. Wij verwijzen u voor de meest recente matrix naar de
website http://www.zelfredzaamheidsmatrix.nl.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
6/19
Effectdoelstelling
Dak- en thuislozen ondervinden belemmeringen in het dagelijkse leven, die ze niet altijd zonder
ondersteuning kunnen ondervangen. Het doel van de dagactivering van dak- en thuislozen is hen
zodanig te ondersteunen dat zij in staat zijn hun problemen aan te pakken met inzet van zichzelf
en hun omgeving met als resultaat een vergrote participatie en zelfredzaamheid en een stap
dichter naar een volwaardige plaats in de samenleving.
Het gewenste maatschappelijke resultaat is:
`Dak- en thuislozen in Zwolle hebben een volwaardige plaats in de samenleving en bereiken dit
door stappen te zetten op het gebied van activerende dagbesteding en maatschappelijke
participatie, als onderdeel van een bredere aanpak op andere leefdomeinen’2.
De gemeente stelt voor 2014 de volgende resultaateisen aan deze doelstelling:
– in 2014 is er voor 100% van de dak- en thuislozen overdag een inloopruimte;
– in 2014 zet minimaal 60% van alle dak- en thuislozen stappen op het gebied van activerende
dagbesteding, waarbij de stappen zijn beschreven in de zelfredzaamheidmatrix;
– in 2014 levert de gesubsidieerde organisatie(s) met dagactivering een aantoonbare bijdrage
aan een bredere aanpak op andere leefdomeinen op het moment dat er voor een individuele
dak- en thuisloze sprake van is van een bredere aanpak.
Prestatiedoelstellingen
De prestatiedoelstellingen met bijbehorende indicatoren doen zich voor op twee niveaus: op het
niveau van de individuele dak- en thuisloze en op het niveau van de samenwerking met partners
op andere leefdomeinen van de dak- en thuislozen (horizontale verantwoording).
De zelfredzaamheidmatrix onderscheid vijf stadia voor het domein ‘dagbesteding’. Voor dak- en
thuislozen in stadium 1 en 2 is geen sprake van dagbesteding; dit geldt alleen voor de stadia 3, 4
en 5 binnen dit domein, die omschreven zijn als ‘laagdrempelige dagbesteding/arbeidsactivering’
(stadium 3), ‘hoogdrempelige dagbesteding/arbeidstoeleiding of seizoensgebonden werk en/of
volgt een opleiding voor startkwalificatie’ (stadium 4) en ‘vast werk of volgt een opleiding hoger
dan startkwalificatie’ (stadium 5). Wij vragen u om in een plan van aanpak aan te geven in welk
termijn u de stap(pen) op de zelfredzaamheidmatrix verwacht.
De gemeente verwacht van u, zoals benoemd, dat:
– Minimaal 60% van de dak- en thuislozen die zijn aangemeld bij de Centrale Toegang zich in
een van deze drie stadia bevindt.
– Dak- en thuislozen in stadium 3 en 4 aantoonbaar werken aan de stap naar het volgende
stadium, waarbij een deel van deze dak- en thuislozen ook daadwerkelijk deze stap naar een
volgend stadium zet.
De gemeente verwacht van u, zoals benoemd, dat:
– Minimaal 60% van de dak- en thuislozen die zijn aangemeld bij de Centrale Toegang zal
ongeacht het beginniveau één of meerdere stappen zetten op de zelfredzaamheidsmatrix .
2 Dit is inclusief de onderste trede van de zelfredzaamheidsmatrix.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
7/19
Het concrete aantal of percentage dak- en thuislozen waarvan de gemeente verwacht dat zij deze
stap zetten, zal tijdens een 0-meting in het eerste jaar worden bepaald. Daarbij wordt het
beginniveau van de zelfredzaamheidmatrix aangegeven. Naast deze concrete resultaten
verwacht de gemeente ook dat u:
– De tevredenheid van de dak- en thuislozen over de aan hen geboden ondersteuning meet en
dat deze tevredenheid op een 10-puntsschaal gemeten gedurende een jaar een stijgende lijn
laat zien.
De gemeente verwacht van u dat het eerste halfjaar wordt gebruikt voor de ontwikkeling van een
instrument om deze tevredenheid te meten en voor een 0-meting van de tevredenheid van de
dak- en thuislozen.
De gemeente verwacht verder dat u:
– De tevredenheid over de samenwerking meet van samenwerkingspartners die actief zijn op
de andere domeinen van de zelfredzaamheidmatrix en dat deze tevredenheid op een 10-
puntsschaal gemeten gedurende een jaar een stijgende lijn laat zien.
Het eerste halfjaar wordt gebruikt voor de ontwikkeling van een instrument om deze tevredenheid
te meten, verdeeld naar aspecten als bijvoorbeeld bereikbaarheid, responsiviteit, kwaliteit,
slagvaardigheid en voor een 0-meting van de tevredenheid van de samenwerkingspartners,
Ten aanzien van de samenwerking met partners verwacht de gemeente ook de volgende zaken
van u; verwachtingen waarmee u aansluit bij de werkwijze van de centrale toegang en het huidige
overleg met samenwerkingspartners op andere leefdomeinen van dak- en thuislozen:
– Uw dagactivering heeft een goed bereikbare toegang zonder wachtlijsten, dat wil zeggen dat
er niet meer dan 2 weken ligt tussen het eerste contact en de start van het traject.
– U stemt gevraagd en ongevraagd de inzet en invulling van de dagactivering af met de
regievoerder en neemt actief deel aan de casusoverleggen, die de regievoerder organiseert.
Dagactivering is een onderdeel van een breder traject.
De resultaatindicatoren worden gebruikt om inzicht te krijgen in de prestaties die door u worden
geleverd. De wijze waarop het meten en monitoren plaatsvindt, worden – zoals aangegeven – in
het eerste halfjaar door de gemeente en u gezamenlijk ingevuld. De invulling zal ook de basis
zijn voor de rapportages die de gemeente periodiek verwacht.
Verantwoording
De gemeente Zwolle meet en stuurt op activiteiten en prestatiedoelstellingen, waaronder de
cliënttevredenheid en kwaliteit van de samenwerking. Wij verwachten van u per kwartaal een
rapportage over de voortgang van het realiseren van de prestatiedoelstellingen op het niveau van
de dak- en thuislozen. Jaarlijks verwachten wij van u een rapportage op het niveau van de
samenwerking met partners, waarin verslag wordt gedaan van tevredenheid over de
samenwerking. Bij het vaststellen van de beschikking zullen we nadere afspraken maken over de
voortgangsgesprekken en verdere informatie die wij willen ontvangen. U geeft in de rapportages
en voortgangsgesprekken niet alleen de hiervoor genoemde aspecten, maar ook een toelichting
en (mogelijke) verklaringen voor de aspecten.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
8/19
Budget voor dagactivering
De gemeente is voornemens subsidie te verlenen voor de activiteiten voor een periode van drie
jaren (2014 t/m 2016). Conform artikel 1.8 van de algemene subsidieverordening van de
gemeente Zwolle zal gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om een meerjarig subsidie te
verlenen, met toepassing van het zgn. begrotingsvoorbehoud.
In de gemeentebegroting is vanaf 2014 in principe jaarlijks € 500.000 beschikbaar voor de
dagactivering van dak- en thuislozen. Een begrotingsvoorbehoud is nodig omdat de
gemeentebegroting jaarlijks wordt vastgesteld door de gemeenteraad; dit gebeurt telkenmale in
het najaar voor het eerstvolgende begrotingsjaar, waarbij ook een aanpassing kan worden
doorgevoerd met een accres voor loon- en prijsontwikkelingen.
Het door de raad vastgestelde bedrag is vervolgens het plafond waarvoor in het betreffende jaar
de dagactivering kan worden ingevuld. Jaarlijks bespreekt de gemeente met de subsidieverkrijger
de hoogte van het beschikbare budget en de consequenties van een wijziging van het bedrag
voor de afspraken voor het volgende jaar. U wordt verzocht om maximaal gebruik te maken van
andere financieringstromen zoals de AWBZ.
Geclusterde voorziening
De gemeente heeft in een locatie aan de Burgemeester Roelenweg/Pannenkoekendijk vanaf
begin 2015 een ruimte beschikbaar, die is geclusterd met enkele andere voorzieningen. Deze
voorziening wordt op dit moment gerealiseerd met het oog op de dagactivering van dak- en
thuislozen. De huurkosten van deze voorziening bedragen € 76.184,- per jaar (prijspijl 2013) en
heeft een oppervlakte van circa 400 m2 VVO. Er is beperkte buitenruimte beschikbaar die vanuit
de achterzijde van het gebouw bereikbaar is. De ruimte maakt onderdeel uit van de geclusterde
voorziening. De bouwtekeningen zijn op aanvraag beschikbaar bij de gemeente Zwolle.
In principe is de locatie aan de Burgemeester Roelenweg/Pannenkoekendijk de locatie voor de
dagactivering, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om de dagactivering op een eventuele
andere locatie te vestigen. De andere locatie(s) dienen ook te voldoen aan de gebruikelijke
voorwaarden, zoals passend in het bestemmingsplan, met draagvlak van omwonenden, etc.
De locatie is beschikbaar vanaf begin 2015. Voor de overbruggingsperiode van 1 januari 2014 tot
begin 2015 is de locatie aan de Burgemeester Drijbersingel 13 in goed overleg beschikbaar. De
kosten voor deze locatie bedragen € 68.875,- per jaar (prijspijl 2012).
De kosten voor de voorziening dienen te worden meegenomen in de begroting van de
subsidieaanvraag en dienen binnen het genoemde maximum van € 500.000,- te vallen.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
9/19
Bijlage 1: Kenmerken en achtergronden van de doelgroep
Doelgroep
Op basis van de Overijsselse dak- en thuislozen monitor (Intraval en I&O Research3) is het aantal
feitelijk4 daklozen in 2009 246, dit is 0,7% van het aantal inwoners. Dit percentage licht iets boven
het gemiddelde van 0.6% in Overijssel. De meerderheid van deze doelgroep was man (89%),
met een gemiddelde leeftijd van 41 jaar. Vergeleken met 2008 is het percentage mannen dat
feitelijk dakloos is toegenomen met 9%. Daarnaast zijn zij gemiddeld 2 jaar ouder. 21% van hen
heeft te kampen met verslavingsproblematiek.
Een recente telling laat zien dat in 2012 372 unieke personen zijn ingestroomd bij het Nel
Banninkhuis en De Herberg samen5. Een aantal van hen zijn meerdere keren in- en
uitgestroomd. Het merendeel is afkomstig uit de stad Zwolle (gemiddeld 40%). De instroom uit de
regiogemeenten is 27% en instroom vanuit elders is 32%.
Cliëntprofielen
Om inzicht te krijgen welke mensen in Zwolle gebruik maken van de maatschappelijke opvang
hebben De Herberg en het Leger des Heils hun cliënten gescoord met behulp van cliëntprofielen
volwassen dak en thuislozen die ontwikkeld zijn door Snoek, Van der Poel van Van de Mheen
(2008). De profielen zijn opgesteld aan de hand van twee assen: (1) de aansluiting bij het
‘normale burgerleven’ (op de leefgebieden wonen, werken, relatie, identiteit) en (2) de mate van
zelfredzaamheid, tezamen resulterend in negen cliëntprofielen. Onderstaande figuur biedt een
overzicht van deze negen cliëntprofielen.
3 Uitgevoerd in opdracht van de Vereniging WOON een samenwerkingsverband van 19 corporaties in Oost
Nederland.
4 Feitelijk daklozen zijn personen die niet beschikken over een eigen woonruimte en die voor een slaapplek
tenminste één nacht (in de maand) waren aangewezen op buiten slapen of wel overnachten in de open lucht
en in overdekte openbare ruimten (portieken, fietsenstallingen, stations, winkelcentra of auto). Ook
persponen die binnen slapen bij passantenverblijven van de maatschappelijke opvang, inclusief eendaagse
noodopvang, of binnen slapen bij vrienden, kennissen of familie zonder vooruitzichten op een slaapplek voor
de daaropvolgende nacht behoren tot de feitelijk daklozen.
5 Bron: De Herberg en het Leger des Heils.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
10/19
hoog
laag
zeer
laag
zelfredzaamheid
laag matig hoog
Aansluiting bij normaal burgerleven: wonen, werken, relaties,
identiteit
Profiel 3
Mensen die
woonden maar in
een afhankelijke
positie waren
In stand houden van
aansluiting burgerleven,
leren zelfredzaamheid
Profiel 2
Recent daklozen of
nog wonenden met
psychosociale
problematiek en/of
intensief knelpunt
In stand houden van
aansluiting burgerleven,
versterken redzaamheid
Profiel 1
Recent daklozen of
nog wonenden met
een licht knelpunt
In stand houden van
aansluiting burgerleven
en zelfredzaamheid
Profiel 6
Langdurig thuislozen
of geinstitutionaliseerden
Stabilisatie in
beveiligde omgeving
Profiel 5
Thuislozen in
resocialisatiefase
Stabilisatie in
beschermde omgeving
Profiel 4
Starters in de
Nederlandse
samenleving
Stabilisatie in
alternatieve omgeving
Profiel 9
Thuislozen die een
ernstig gevaar voor
henzelf zijn
Stabilisatie in
beveiligde omgeving
Profiel 8
Chronisch thuislozen
met ernstige
psychiatrische of
verslavingsproblematiek
Stabilisatie in
beschermde omgeving
Profiel 7
Mensen met sterk
individualistische
levensstijl
Stabilisatie in
alternatieve omgeving
Zwolse dak- en thuislozen naar cliëntprofielen
In totaal maken op dit moment 159 dak- en thuislozen gebruik van de nachtopvang; deze dak- en
thuislozen zijn ingedeeld langs de bovenstaande cliëntprofielen. Omdat dit slechts een deel is van
de volledige populatie dak- en thuislozen en bovendien gebaseerd is op gebruikers van de
nachtopvang, geeft het geen representatief beeld van de totale populatie. In onderstaande tabel
staan de aantallen individuele cliënten per profiel, evenals het percentage ten opzichte van het
totale aantal cliënten. Een tweetal profielen is op basis van praktijkervaring uitgebreid met een
subcategorie.
Profiel Aantal %
1. Recent daklozen of nog wonenden met 1 licht knelpunt – –
2 a. Recent daklozen of nog wonenden met psychosociale
problematiek en/of 1 intensief knelpunt.
17 10,5
2 b. Kwetsbaren: Mensen met een redelijke zelfredzaamheid die
regelmatig een terugval hebben.
4 2,5
3. Mensen die wel wonen, maar in een afhankelijke positie waren 5 3
4 a. Starters in de Nederlandse samenleving 7 4,5
4 b. Kwetsbaren: mensen met een verstandelijke beperking, bij
wie soms ook sprake is van een gedragsstoornis of problematiek
op andere gebieden
1 0,5
5. Thuislozen in resocialisatiefase 1 0,5
6.Langdurig thuislozen of geïnstitutionaliseerden 39 25
7. Mensen met een sterk individualistische levensstijl 8 5
8. Chronisch dak- en thuislozen met ernstige (en chronische)
psychiatrische en/of verslavingsproblematiek
65 40
9. Thuislozen die een ernstig gevaar voor zichzelf en/of anderen
zijn
12 8
Totaal 159 100%
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
11/19
Drie cliëntprofielen komen relatief vaak voor. Veertig procent van de doelgroep bestaat uit
chronisch dak- en thuislozen met ernstige psychiatrische en/of verslavingsproblematiek (profiel
8). Een kwart is langdurig thuisloos of is geïnstitutionaliseerd (profiel 6: dit zijn mensen die
voornamelijk in instituties geleefd hebben; op het moment van de telling maakten zij gebruik van
de nachtopvang en leefden dus niet in een voorziening). En 13% is recent dakloos of nog wonend
met psychosociale problematiek en/of één intensief knelpunt of is relatief zelfredzaam maar heeft
met enige regelmaat een terugval (profiel 2).
Wanneer wordt gekeken naar de zelfredzaamheid van cliënten, ontstaat het volgende beeld: een
derde van de cliënten is laag zelfredzaam (profielen 3, 6 en 9: samen 36%); ruim de helft van de
cliënten is matig zelfredzaam (profielen 2, 5 en 8: 53,5%); en een derde is in hoge mate
zelfredzaam (profielen 1, 4 en 7: 10%). Wanneer wordt gekeken naar het onderscheid in
‘aansluiting bij normaal burgerleven’, wordt de volgende verdeling zichtbaar: ruim de helft van de
cliënten heeft een lage aansluiting bij een normaal burgerleven (profielen 7, 8 en 9: samen 53%);
een derde is heeft een matige aansluiting (profielen 4, 5 en 6: 30,5%); en 16% heeft een hoge
aansluiting (profielen 1, 2 en 3).
Cliënten uit verschillende cliëntprofielen kunnen andere mogelijkheden en behoeften hebben ten
aanzien van dagactivering. Deze indeling in cliëntprofielen kan desgewenst door u worden benut
om een sluitend aanbod te ontwikkelen c.q. te beschrijven, dat tegemoet komt aan de diversiteit
van de doelgroep.
Problematiek en behoeften doelgroep
In 2007 heeft de gemeente Zwolle onderzoek laten doen naar de omvang en het profiel van haar
daklozenpopulatie (Vocks, Meertens & Wolf). Uit dit onderzoek kwam naar voren dat het
alcoholgebruik onder de doelgroep – vergeleken met andere steden – fors is). Ook cannabis en
methadon wordt door ongeveer een derde gebruikt. Gebruik van harddrugs (heroïne en cocaïne)
was daarentegen lager dan in andere steden (circa 15%).
Ongeveer de helft van de ondervraagde dak- en thuislozen zei een of meerdere lichamelijke
klachten te hebben; een derde had problemen op het psychische vlak (Vonk, Meertens en Wolf,
2007). De meeste daklozen in Zwolle waren aan de stad gebonden: slechts een enkeling verbleef
in de maand voorafgaand aan het onderzoek ook een of enkele dagen buiten de stad. De
nachtopvang gold als de belangrijkste slaaplocatie (60%). Een minderheid sliep vooral op straat
(16%).
De grootste behoeften van de doelgroep lagen op het praktische vlak: vinden van huisvesting,
ondersteuning bij financiën, vinden van dagbesteding of werk. Bijna driekwart had schulden.
Daarnaast was er behoefte aan lichamelijke en psychische zorg en gebitsverzorging. Deze
behoeften bleken overigens identiek met die van de doelgroep zwerfjongeren in Zwolle (tussen de
18 en 25 jaar) uit een later onderzoek (Wolf, Altena, Christians en Beijersbergen, 2010).
In bovengenoemde onderzoeken is niet of nauwelijks ingegaan op behoeften aan dagbesteding
en -activering. Uit de verdiepingsbijeenkomst met geïnteresseerde partijen (op 05-02-2013) en
een bijeenkomst met dak- en thuislozen (op 26-02-2013) is wel onder meer aandacht besteed
aan behoeften van de doelgroep op dit terrein. De verslagen van deze bijeenkomsten hierover
zijn na te lezen op http://www.zwolle.nl/dagactiverering.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
12/19
Bijlage 2: Uitgangspunten en voorwaarden bij subsidieverlening
De inhoudelijke kaders van deze uitvraag zijn afkomstig uit het Stedelijk Kompas en de begroting
2013 van de gemeente Zwolle. Als subsidieaanvrager moet u bij het opstellen van uw aanvraag
rekening houden met deze kaders. U kunt de documenten downloaden van
http://www.zwolle.nl/dagactivering
De juridische en subsidietechnische kaders zijn vastgelegd in de algemene subsidieverordening
van de gemeente Zwolle. Deze kunt u vinden op onze website http://www.zwolle.nl
2.1 Algemene kenmerken van de subsidieverlening
Wij streven naar een duidelijke rolverdeling tussen de gemeente en gesubsidieerde partij(en).
Kenmerken van de subsidierelatie zijn:
– Doeltreffendheid: onderwerp van subsidiëring zijn activiteiten die een bijdrage leveren aan de
realisatie van het beoogde effect en de benoemde doelstellingen.
– Gescheiden verantwoordelijkheden: de gemeente is verantwoordelijk voor een helder beleid,
het formuleren en sturen op de gewenste maatschappelijke effecten en het beschikbaar
stellen van middelen die toereikend zijn om de effecten en doelstellingen te realiseren.
– De subsidieontvangers zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de activiteiten die leiden
tot realisatie van prestaties die bijdragen aan de gewenste maatschappelijke effecten en voor
het monitoren en rapporteren van de behaalde resultaten. Verder is de uitvoerder
verantwoordelijk voor zijn bedrijfsvoering (inrichting en aansturing van de werkprocessen,
administratie, informatievoorziening, personeelsbeheer, kwaliteitsbeheer,
deskundigheidsbevordering, innovatie) en de financiële risico’s daarvan.
– Doelmatigheid: de gemeente subsidieert de te leveren prestaties tegen zo laag mogelijke
kosten.
– Responsiviteit en flexibiliteit: wij houden als opdrachtgever en opdrachtnemers gezamenlijk
de vinger aan de pols van de samenleving, om te zorgen dat het aanbod wordt aangepast
aan veranderingen in de samenleving en de (veranderende) vraag van de doelgroep.
2.2 Sturing op effecten, prestaties, efficiency en kwaliteit van samenwerking
De gemeente formuleert het gewenste maatschappelijke effect en u draagt zorg voor een
methodiek om het maatschappelijke effect over een langere periode te meten. We zullen op de
volgende onderdelen sturen:
– de uitgevoerde activiteiten;
– de prestatiedoelstellingen;
– de tevredenheid van de dak- en thuislozen;
– de kwaliteit van de samenwerking met ketenpartners.
We verwachten dat u deze aspecten opneemt in de subsidieaanvraag en een beschrijving geeft
van de relatie tussen uw inspanning, de prestatie (het resultaat van de inspanning) en het
maatschappelijk effect en van de wijze waarop u de onderdelen en de relatie ertussen meet. Ook
de verantwoording zal plaatsvinden op basis van deze onderdelen.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
13/19
2.2 Uitvoeringsverplichtingen
Naast de verplichting om de activiteiten uit te voeren conform de door de gemeente verleende
subsidiebeschikking en het uitbrengen van een jaarverslag en een jaarrekening, gelden de
volgende uitvoeringsverplichtingen:
– Het jaarlijks verantwoorden van de resultaten/resultaatafspraken conform de beschrijving in
de uitvraag. Vanwege de ingrijpende veranderingen in het sociaal domein in de komende
jaren worden jaarlijks resultaatafspraken gemaakt.
– Het jaarlijks indienen van een financiële verantwoording, opgebouwd zoals de begroting bij
de aanvraag, die inzicht biedt in afwijkende bestedingen ten opzichte van de begroting. Deze
financiële verantwoording is voorzien van een accountantsverklaring conform de
verplichtingen uit de verleningsbeschikking en de algemene subsidieverordening.
– Het indienen van halfjaarlijkse inhoudelijke trendrapportages waarin wordt ingegaan op de
ontwikkelingen, samenwerking in de keten en de voortgang van het bereiken van de
resultaten en van de gesubsidieerde activiteiten.
– Het voeren van een kwartaaloverleg over relevante ontwikkelingen, voortgang, knelpunten,
vraagstukken in de samenwerking, etc.
– De subsidieaanvrager draagt zorg voor tijdige (binnen vier weken) en adequate vervanging
van personeel bij ziekte of ontstane vacatures.
– Leidinggevende functionarissen hebben een werkplek in Zwolle en zijn daar bereikbaar voor
medewerkers en vertegenwoordigers van de gemeente en samenwerkingspartners.
– We vragen subsidieaanvragers zich ervan te vergewissen welke CAO van toepassing is,
gegeven de voor subsidie aangevraagde activiteiten.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
14/19
Bijlage 3: De beoordelingscriteria
Criterium 1: kwaliteit van de subsidieaanvraag
De gemeente Zwolle hanteert één criterium, te weten de kwaliteit van de subsidieaanvraag. De
beoordelingscommissie zal de kwaliteit van de verschillende aanvragen ten opzichte van elkaar
wegen en kiezen voor de subsidieaanvraag die de meeste kwaliteit biedt, i.c. waarvan de
gemeente onderbouwd verwacht dat de activiteiten het meeste bijdraagt aan het realiseren van
de prestatiedoelstellingen en het gewenste maatschappelijke resultaat van de dagactivering.
In het geval dat in de beoordeling blijkt twee aanvragers een gelijke kwaliteit bieden, dan zal de
gemeente kiezen voor de aanvraag, die vanuit kostenefficiëntie het meest gunstige is.
In de beoordelingscommissie zitten onder meer: op inhoud ambtelijk vertegenwoordiging vanuit
de gemeente Zwolle, cliëntenraad en extern inhoudelijk deskundige.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
15/19
Bijlage 4: Beschrijving van de beoordelingsprocedure
Fase 1: Toetsen volledigheid aanvraag en indieningsvereisten
Subsidieaanvragers moeten voldoen aan indieningsvereisten, zoals beschreven in de Algemene
Subsidie Verordening (ASV) en deze uitvraag. De door de subsidieaanvrager ingevulde en
aangeleverde aanvraagformulieren voor de subsidieaanvraag en bijbehorende bewijsstukken
en/of verklaringen worden getoetst op volledigheid en het voldoen aan de indieningvereisten.
Indien de aanvraag niet volledig is, kan de aanvraag buiten behandeling worden gelaten mits de
aanvrager de mogelijkheid heeft gekregen de aanvraag aan te vullen binnen een bepaalde
termijn.
Fase 2: Inhoudelijke toetsing aanvraag, waarbij beoordeling op criteria plaatsvindt
Vervolgens wordt de aanvraag van de aanvragers die fase 1 goed doorgekomen zijn, inhoudelijk
getoetst. De beoordelingscommissie, die de gemeente instelt, zal de beoordeling uitvoeren en
schriftelijk vastleggen.
De gemeente verwacht in de beschrijving van de subsidieaanvraag aandacht voor de
uitgangspunten uit het hoofdstuk Dagactivering van dak- en thuislozen: uitgangspunten,
doelstelling, indicatoren, verantwoording, budget en beschikbare voorzieningen en de hierin
genoemde prestatiedoelstellingen. De subsidieaanvraag bevat tenminste:
– samenvatting van maximaal 4 bladzijden;
– beschrijving van de concrete bijdrage aan de prestatiedoelstellingen;
– plan van aanpak voor 2014 om de doelstellingen te realiseren;
– globale aanpak voor 2015 en 2016;
– begroting.
Op grond van alle beschikbare informatie komt de beoordelingscommissie tot een totaaloordeel
van de aanbieders. Alvorens tot een finaal oordeel te komen kan de beoordelingscommissie de
drie hoogst scorende aanvragers aanbieders uitnodigen om een presentatie te geven aan de
beoordelingscommissie. De presentatie levert geen punten op. Deze dient louter als controle op
de al gegeven punten en kan leiden tot bijstelling daarvan. De beoordelingscommissie zal
vervolgens komen tot haar eindoordeel.
Naar aanleiding van dit finale oordeel, vindt de verificatie ten aanzien van de ‘winnaar’ / best
scorende aanvrager plaats. De beoordelingscommissie stelt – ter voorbereiding op de verificatie
– vast op welke punten de informatie van de aanvragers met de hoogste totaalscore geverifieerd
moet worden, c.q. welke documenten of nadere informatie de aanvrager ter tafel moet leggen.
Ook wordt vastgesteld welke vragen nog opheldering behoeven en welke punten afgestemd
moeten worden, kortom op welke punten in de verificatiebespreking nader ingegaan moet
worden.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
16/19
Blijkt tijdens de besprekingen met de aanvrager dat in de subsidieaanvraag onjuiste informatie is
verstrekt of dat op andere punten onoverkomelijke bezwaren bestaan, dan zal de betreffende
aanvrager alsnog afgewezen worden. In gevallen als deze zal in eerste instantie een bespreking
met de als tweede geëindigde aanvrager worden belegd. Tevens behoudt de gemeente zich het
recht voor een geheel nieuwe procedure te starten.
Tot slot legt de beoordelingscommissie zijn advies (inhoudende de winnaar) voor aan het College
van B&W van de gemeente Zwolle.
Fase 3: Afronding en bekendmaking oordeel
Het college neemt vervolgens een besluit over het voornemen tot toekennen van de subsidie
aan de best scorende aanvrager. Dit besluit wordt verzonden. De aanvragers die niet in
aanmerking komen, ontvangen een afwijzingsbrief.
Fase 4: Bezwaarfase en (nadere) invulling subsidie(relatie)
Voor de afgewezen aanvragers bestaat de mogelijkheid bezwaar te maken tegen dit besluit door
een bezwaarschrift in te dienen bij het college van B&W van de gemeente Zwolle. In deze fase
vindt de behandeling van eventueel ingediende bezwaarschriften plaats. Verder vinden in deze
fase de nadere invulling van de subsidie(relatie) met de winnaar plaats.
Tot slot neemt het college het besluit tot het (definitief) toekennen van de subsidie.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
17/19
Bijlage 5: Indiening aanvraag en verdere planning
Uiterlijk 1 juli 2013 moet uw subsidieaanvraag bij de gemeente ingediend zijn, waarbij het streven
van de gemeente is om voor 23 augustus 2013 na besluitvorming in het college de keuze voor
een aanbieder bekend te maken In de maanden juli en augustus vindt overleg plaats tussen de
gemeente en de geselecteerde subsidieaanvrager over de uitvoering. Dit overleg mondt uit in een
meerjarige incidentele subsidierelatie voor drie jaar (1 januari 2014 tot 31 december 2016). De
subsidie wordt jaarlijks verleend op basis van een subsidieaanvraag, die van jaar tot jaar
aangepast kan worden aan de (veranderende) vraag vanuit de samenleving en op basis van de
vaststelling van de begroting voor dagactivering door de gemeenteraad (er geldt jaarlijks een
begrotingsvoorbehoud).
Subsidieaanvragen kunnen worden gestuurd naar het volgende adres:
Gemeente Zwolle
Subsidieloket
Postbus 10007
8000 GA Zwolle
Aanvragen kunnen ook worden afgegeven op het bezoekadres: Stadskantoor, Lübeckplein 2,
8017 JZ, Zwolle ter attentie van het subsidieloket.
Noot: de kosten van de voorbereiding van de subsidieaanvraag, met inbegrip van nadere
inlichtingen en eventuele bedrijfspresentaties, komen geheel voor rekening van de
subsidieaanvrager.
Wij selecteren één aanbod. Het heeft meerwaarde als partijen allianties sluiten, in de vorm van
bijvoorbeeld een consortium of een constructie van ‘hoofdaannemer’ en ‘onderaannemer(s)’ om
zo expertise en ervaring van verschillende partijen te bundelen. Hierbij denkt de gemeente ook
aan ervaring en netwerken van (kleinere) organisaties die bijvoorbeeld gebruik maken van de
kwaliteiten en inzet van vrijwilligers en inwoners of één goed product hebben dat aansluit bij de
behoefte van dak- en thuislozen. Graag lezen wij welke meerwaarde de gekozen vorm en/of
samenwerking volgens u heeft. De subsidieaanvraag moet duidelijk maken welke organisatie de
eindverantwoordelijkheid draagt en daarbij ook contactpersoon is voor de gemeente Zwolle. Ook
‘onderaannemers’ moeten aan de verplichtingen in deze uitvraag voldoen.
Verplichtingen en voorbehouden
Alleen subsidieaanvragen, die met volledige inachtneming van onderstaande voorschriften zijn
opgemaakt en ingezonden, kunnen in behandeling worden genomen. Verplichtingen zijn:
– Indieningvereisten.
– Subsidieaanvragen dienen te zijn opgesteld in de Nederlandse taal.
– De minimale geldigheidsduur van de subsidieaanvraag is 3 maanden.
– De subsidieaanvrager levert een volledig ingevuld aanvraagformulier.
– De subsidieaanvraag moet rechtsgeldig en in tweevoud ondertekend worden ingezonden
naar het bovengenoemde adres of worden afgegeven op het bezoekadres.
– Per telefax of e-mail ingediende subsidieaanvragen worden niet in behandeling genomen.
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
18/19
– De inzending mag uitsluitend geschieden in een gesloten envelop of in een gesloten
verpakking. Op de envelop dient vermeld te staan: “Subsidieaanvraag activering dak- en
thuislozen 2013 – 2016 – persoonlijk niet openen”
– De subsidieaanvraag dient uiterlijk op 1 juli 2013 in het bezit te zijn van de gemeente
(zie eerder genoemd postadres en bezoekadres). Het risico van vertraging in de
postbestelling berust bij de subsidieaanvrager.
Planning
– Publicatie van de subsidie- uitvraag 10 april 2013
– Uiterste datum ontvangst subsidieaanvraag 1 juli 2013
– Besluitvorming College 20 augustus 2013
– Verzending brief met besluit tot voornemen tot subsidieverlening 23 augustus 2013
– Beschikking tot subsidieverlening 2 september 2013
19
op orde
Datum 26 maart 2013
Ons kenmerk OW1303-0098
19/19
En zelfs nu nog laat het Leger des Heils Zwolle vrouwelijke medewerksters overkomen uit andere gemeenten om deze mislukte dagopvang overeind te houden maar de daklozen laten deze opvang links liggen.
NieuwsaanleidingFILM: Michael koos vrijwillig voor dakloos bestaanWaar kan ik terecht als dakloze?Achter de schermen Het leven op straat Het leven op straat Het dakloze leven in de straten van Zwolle Een bed, bad en brood
20 maart 2012
Henriet van Olst, leidinggevende in dagopvang Bonjour, noemt het een basisopvang om in leven te blijven. Een opvang voor een bed, bad en brood. Daklozen die aan de deur kloppen bij opvangcentrum Bonjour kampen vaak met veel problemen. Vaak zijn de daklozen verslaafd aan drank en/of drugs. Daarbij heeft tachtig procent schulden. “Dit zijn vaak huurschulden, maar studieschulden komen ook voor. De schulden bedragen soms dertig- tot veertigduizend euro per persoon”, vertelt van Olst. In de opvang proberen hulpverleners de daklozen te stimuleren, activeren en motiveren om hun schulden af te lossen. Op deze manier kunnen ze hun plek in de maatschappij weer terug krijgen.
Dit lijkt heel productief, maar in de praktijk gaat het er vaak anders aan toe. In het begin van hun dakloze periode zijn daklozen bang, omdat er veel agressiviteit is op straat tussen de daklozen. Van Olst: “In de eerste twee weken zijn daklozen daarom nog kneedbaar, ze willen dan graag meewerken om oplossingen te zoeken om bijvoorbeeld hun schulden af te lossen. Na die twee weken bevalt het leven zonder een dak boven hun hoofd hun wel, omdat ze geen verplichtingen meer hebben. Zij zijn aan het straatleven gewend geraakt.”